Heinrich Schütz, Bach en levensvreugde
Kleinbeeld
Heinrich Schütz of een glimp
van de eeuwigheid
Kerstconcerten en mensen ontmoeten
Natuurlijk,
de kerk, daar ben je doorgaans tegen, al valt er niet af te dingen op het
patrimonium dat in naam van de godsdienst is opgebouwd. Ik denk dat de kritiek
op de praktijken van de RRK wel terecht is, al mag men ook niet blind zijn voor
de constructieve rol die de kerk ook gehad heeft. Dat we zonder die kerk niet
de muzikale cultuur gehad zouden hebben, die we nu nog kunnen genieten, staat
als een paal boven water, van Gregoriaans tot... 'Je suis formidabele".
Muziek
verzacht soms de zeden, heet het, maar tegelijk kan je er weinig mee als je er
geen voeling mee hebt, als het je niet kan raken. Omdat ik zondag laatst in
voormiddag een aperitiefrecital in Eeklo
beleefde en in de late namiddag in Gent aanwezig mocht zijn op een
uitvoering van Jardin des Voix, kwam het me voor dat die cultuur zelfs de
donkerste dagen van onze geschiedenis kon doorstaan. Heinrich Schütz beleefde
en overleefde, zoals iemand voor het concert ter introductie stelde, de Dertigjarige
Oorlog, waarbij heel Europa en niet in het minst Zweden betrokken waren en die
eindigde met het Verdrag van Münster, beter is het te spreken van de verdragen
van Westfalen, waar een nieuw oorlogsrecht ontstond en nieuwe geopolitieke
verhoudingen werden vastgelegd. Hoeveel doden er vielen? Sommige streken in
Duitsland, vooral in Brandenburg en wat later Pruisen zou worden, ontvolkten bijna
helemaal, door de oorlog zelf en omdat mensen na al die verschillende en elkaar
opvolgende bezettingsregimes een veilig heenkomen zochten. Habsburg was
begonnen, heet het, maar hoe het precies zat, hoe men bereid was gedurende
dertig jaar elkaar zonder omzien te vermoorden, ligt toch niet zo eenvoudig:
partijen beloerden elkaar, ook binnen de kring van Habsburg, waar Rudolf zelf
een heel tolerante politiek op religieus vlak had gevoerd, maar Matthias zette
er al wat de rem op, om vervolgens te moeten merken dat Ferdinand helemaal
terug de katholieke kerk als inspiratiebron koos. Diens politiek zette Europa
in vuur en vlam, omdat andere partijen dachten snel klaar te zijn met Habsburg.
Schütz
vond emplooi in een hofkapel, een vorstelijk ensemble, maar tijdens de oorlog
en door het verlies van inkomsten, was de vorst verplicht meer aan de oorlog te
denken dan aan muziek en kon Schütz naar Venetië. Enige tijd resideerde hij ook
in Kopenhagen, waar hij voor de Deense koning de hofkapel leidde. Geboren in
1585 overleed hij in 1672 en zorgde hij met zijn Italiaanse ervaring voor
nieuwe impulsen aan de Duitse muziek, terwijl aangestipt kan worden dat er geen
wereldse muziek van hem bekend is.
In
die Augustijner kerk in Gent overviel me tijdens het recital, ondanks de kilte
iets van een directe ervaring van deze muziek, alsof ik me kon indenken in een
Duitse stad te zitten luisteren, maar zou er toentertijd in Gent ook geen goede
muziek geklonken hebben? Die vraag is voor de zeventiende eeuw behoorlijk
urgent, omdat in naslagwerken over die periode weinig gemeld wordt. Toch moet
er ook in de Zuidelijke Nederlanden minstens een nagalm geklonken hebben van de
grote tijd der polyfonisten. Of er nieuwe muziekcultuur tot ontplooiing kwam?
Het blijkt een moeilijke kwestie maar we zien vaak van het verleden slechts
brokstukken en zeker de zeventiende eeuw is wat Vlaanderen en België betreft
slecht befaamd en zelfs berucht. Toch verantwoorden de geldende inzichten verder
onderzoek omdat het niet duidelijk is hoe zwaar de gevolgen van de oorlogen, in
het bijzonder de Tachtigjarige Oorlog hebben gewogen op de bevolking, de
economie en hun dagelijkse bestaan. Dat kan men niet zomaar afleiden uit enkele
vermeldingen in de vroege 17de eeuw. Oostende, zo heette het, was tijdens het
beleg van 1601 tot 1604 een Nieuw Troje, maar rond 1640 was de stad opnieuw tot
leven gekomen en ook de streek tussen Oostende en Brugge herademde na dat beleg,
al vertrokken veel beter gesitueerde burgers de regio om in Zeeland en Holland
een nieuw leven te beginnen, niet zelden ook vinden we hen in het stadsbestuur
of als ambtenaar terug. Het zijn van die gedachten die plots opdoemen en waar
je merkt dat de kennis hopeloos tekort schiet om er een antwoord op te vinden.
Overigens,
ook Schütz had af te rekenen met het probleem van vernieling en
zelfvernietiging, want de goed uitgebouwde hofkapellen die tot de vooravond van
de oorlogen in Duitsland en Bohemen dertig jaar lang zouden woeden, werden niet
meer gevoed. De muziekcultuur ging mee onder in het bloed en in de voortdurende
noodzaak vooral het leger te versterken. Wie van ons kan zich daarbij een
voorstelling maken van wat er gaande was? Hoor je de zangers en het consort de
motetten van Schütz hoort brengen, dan besef je dat het in die tijd voor de
uitvoerders en de toehoorders wellicht een aanzet moet zijn geweest om het
nieuwe te beginnen. Hoe de zwaarst getroffen streken van de Duitse landen erbij
lagen en hoe steden en vorsten het herstel ter hand namen, moet ook invloed
gehad hebben op het muziekleven. Heeft Johann Sebastian Bach nog weet gehad van
de beproevingen?
Je
luistert naar muziek, waarin iets van de weemoed en hoop zou kunnen
doorklinken, die Schütz en de mensen van zijn generatie die in 1648 het einde
van de oorlog mochten beleven en, zoals
ook in de Nederlanden het geval was, waar in augustus van dat jaar op
verschillende plaatsen, zoals in Oudenaarde feesten werden ingericht om het
einde van de ellende te vieren. Dat twintig, dertig jaar later Louis XIV zijn
oorlogen zou voeren en ook weer vernietigend zou toeslaan, kon niemand weten en
dus kan men, denk ik dan die feesten niet vergeefs noemen. Van die feesten in
Oudenaarde naar aanleiding van de Vrede van Westfalen, zijn bronnen bewaard,
onder meer omdat een pastoor, Jan Schuermans zijn indiscrete charme nog wel
eens wist aan te wenden en zo voor enige ophef zorgde. Dat hij dit deed en ene
Katelijne Schamelhaut versierde dan wel overmande, in de context van de
vreugdefeesten, bleek voor de oplettende hogere overheid geen punt, want de
officialiteit van Mechelen wilde hem vervolgen. Een straf zou er niet gevolgd zijn, omdat..
tja de vicaris-generaal de pastoor een hand boven het hoofd hield.
Na
de pauze kregen we Bach, cantates BWV 121 en BWV 64, waarin de muziek dan wel
een boodschap uitdragen moet, terwijl het tegelijk het moment is waarop Bach de
muziek zelf laat spreken. Ik hoorde diezelfde avond Philip Herreweghe op Klara zeggen
dat hij geen cantates meer kan uitvoeren, omdat er vaak dogma's in verkondigd
worden, waarheden waaraan hij niet meer kan geloven. En hij zegde ook dat hij
het zeker niet wil doen voor een snobistisch publiek[i] in
het Théatre des Champs Elysées. Ook wij hadden de tekst niet, wisten dus niet
helemaal te volgen wat er gezongen werd, maar het was wel een balsem voor de
ziel. In de ene cantate horen we hoe Johannes in de schoot van zijn moeder
opspringt als die Maria ontmoet. Het is meer dan alleen kerkelijke muziek want
de bas zingt iets dat behoorlijk abstract klinkt en toch onze aandacht blijft
trekken.
Het
is geen kunst van heden, dat is waar, maar tegelijk is duidelijk dat de muziek
van Bach, maar ook van een voorganger als Heinrich Schütz ons kan blijven raken
omdat componisten over een groot vermogen beschikken met relatief beperkte
middelen een hele wereld van klanken voor te toveren. Het lukt me niet altijd
om meegenomen te worden en weg te volgen die de musici ons voorstellen, maar
het is toch bijna altijd een moment van ontwaken, waarmee vooral gezegd wil
zijn dat we tijdens het concert, tijdens de uitvoering niet geheel meer
bevangen zijn van de muziek en dat we weten dat als het ophoudt ook onze
ervaring een einde neemt, wat niet betekent dat we het allemaal in een keer
vergeten.
Bach
leefde in een andere wereld, ontmoette in 1747 Frederik II de Grote van
Pruisen, die tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog tussendoor Dresden had
verwoest. Of Bach werkelijk zoveel voor vorsten overhad, is niet duidelijk wel
werkte hij voor stedelijke burgers en had ondanks soms scherpe conflicten met
werkgevers en collegae, wat niet mag verwonderen. Bach stamde uit een familie
van ambachtelijke musici die verschillende instrumenten bespeelden en tegelijk
was Bach in zoverre een kunstenaar dat hij zijn vakkennis kon hanteren om
muziek te schrijven die ver uitstak boven wat zijn tijdgenoten van gewicht
achtten. Het feit dat het 100 jaar na de dood van J.S. Bach stil is gebleven
rond zijn muziek en dat Felix Mendelsohn zijn muziek herontdekte - al zegt men
ook dat Beethoven en Mozart wel weet hadden van zijn werk en vooral zijn kunst
der Fuge, wat een grote belangstelling bij zijn vakgenoten - die van Bach dus -
doet veronderstellen.
Muziek
vervult in ons leven niet enkel een ontspannende rol, maar kan op bepaalde
momenten diepe ernst uitdrukken, dan weer een grote levensvreugde. Soms kan het niet anders, dan dat we ons in de
muziek herbronnen. Zou het kunnen dat we teveel schoon schip maakten met
rituelen, die op zich toch het leven een zeker ritme geven, dan kan het
evengoed zo zijn dat we nieuwe rituelen vinden, maar of daarin de traditie, de
muzikale en andere opzij geschoven kan worden is nog maar de vraag. Wie
muziekuitvoeringen bijwoont, merkt vanzelf dat als de uitvoerders zelf begaan
zijn met hun optreden, het enthousiasme overspringt van het podium naar het
publiek en omgekeerd.
Natuurlijk
kan ook een bandje voor ambiance zorgen en ons meenemen op een trip, kan
Leonard Cohen, Hallelujah, of "Evidemment" ook wel ons welbevinden
bevorderen, want ook dat maakt deel van onze leefwereld, al zijn het tegelijk
gouden ouwe evergreens. Zou "je suis formidabele" al dat niveau van
vertrouwdheid verworven hebben? Misschien wel, maar is dat een hamvraag, de
hamvraag? Niet echt, ook met hedendaagse muziek kan men best iets hebben, een
gevoel van herkenning als iets dat eigen is aan u of mij, toehoorders.
Lijstjes
maken en zeggen dat Bach de grootste is onder de componisten van de oude muziek
- waar herhalingen schering en inslag zijn - of Brel dan wel Ramses Shaffy in
hun tijd en ook nu nog het beluisteren waard zijn, niet enkel op plaat maar
kundig en met zorg uitgevoerd op de bühne. Het valt net in de kersttij weer op
hoe gemakkelijk we elkaar willen plat slaan met zeemzoete muziek, omdat we
denken dat kerstmis inderdaad alleen maar vrede en verzoening zou betekenen,
vrede als afwezigheid van ruzie, verzoening over de vele kleine fricties.
Helaas zal men ook meedragen wat zich voordien heeft opgestapeld en soms enige
ballast vormen. Dan betekent vrede wellicht nog meer, al is het niet altijd
goed mogelijk om het allemaal onder woorden te brengen. Muziek kan dan dat
surplus vertolken, dat we niet met woorden weten te vatten. Het is dus maar
goed dat er zoveel concerten mogelijk zijn, dat professionals en amateurs er
alles aan doen om een goed niveau te bereiken en het publiek weten mee te
nemen, soms in vervoering te brengen, soms gewoon de dingen des daags te
accepteren.
Bart
Haers
[i]
Kan de heer Herreweghe zomaar zijn
publiek onder een noemer brengen, snobistisch en waarom heeft dat publiek hem
dan op handen gedragen? Het spanningsveld tussen maestro's en hun publiek
blijft zo wel wringen, natuurlijk.
Reacties
Een reactie posten