Montaigne en het dagelijkse
Reflectie
Utopie en hoe beter te leven
![]() |
Alexander Roose, De vrolijke Wijsheid; Zoeken, denken en leven met Michel de Montaigne. Polis 2016, 239 pp. 19,95 €. Ik ben pas met lezen aangevangen, maar het biedt inderdaad meer dan een inleiding. |
De
aanslag in Berlijn zal voor iedereen gemengde reacties brengen, want: het is
niet de eerste keer, kon men het niet voorkomen? Toch is er iets belangrijkers
aan de hand, met name het feit dat sommigen menen dat deze incidenten vermeden
kunnen worden als we de klok terugdraaien. Tot voor de komst van de migranten?
Aanknopingspunten vinden in het verleden, nagaan hoe mensen omgaan met hun
leefwereld, omgeving, tijd, kan dan weer zinvol zijn, maar dat lijkt een weinig
populaire aanpak. Hoe populair auteurs als Tom Holland en Mary Beard ook zijn,
echt aandacht opbrengen voor hoe zij dat verleden tot leven brengen en ons iets
weten mee te delen erover, blijft op afstand. Montaigne? Wie is dat nu weer?
Nu
hoorde ik net dat de Leuvense faculteit der letteren verlieslatend zou zijn en
dat daarom de richting Slavistiek in een moeite wordt opgeheven, wegens te
weinig studenten. Men heeft de klassieke filologie al met stille trom begraven,
maar slavistiek? Wat bezielt Jo Tollebeek om ook maar te overwegen dat een
richting moet sluiten? Een historicus godbetert. Het is niet omwille van de
actuele verhoudingen tussen Europa en Rusland dat men de studierichting in
leven moet houden, wel omwille van de intellectuele en culturele traditie die
de Slavische wereld bergt, dat we er blijvende aandacht aan moeten besteden. Nu
ja, er was ooit een rector die vond dat elke dienst aan de universiteit van een
kostenpost in een winstgevend project diende te verkeren. De universiteit was
ooit inderdaad een instelling die zichzelf diende te bedruipen, maar toch, als
nut en winst alles gaan beheersen, dan weet men zo welke richtingen eraan
moeten. Waarom Slavistiek niet populair is, zou men toch eens moeten uitleggen
en waarom het wel aantrekkelijk kan zijn des te meer. Het speelt wellicht wel
mee dat studenten aangepord worden nuttige richtingen te volgen.
Rusland
begrijpen of de houding binnen de EU van landen als Tsjechië en Polen te
vatten, kan een inspiratie vormen, maar de Russische taal en cultuur, de
Slavische talen, de wereld van Smetana en van Chopin zien tot leven komen, heeft
te maken met oprechte interesse voor een enigszins andere cultuur. Dat
evenwel heeft te weinig betekenis in het
onderwijs en in de brede media. In deze zin kan men de opheffing van de
studierichting zien als een ultieme vorm van provincialisme, waar men zich bij
moet afvragen wie zo een vorm van barbarij kan bedenken. Want hoewel
ongetwijfeld anders,de wereld van Gogol of Katharina de Grote moet ons toch om
vele redenen kunnen boeien.
Het
nieuws dat ik gisteren las in de digitale avondkrant viel me koud op de maag,
want het is me nog maar eens duidelijk geworden dat we niet echt veel interesse
meer lijken te hebben met het denken als een ontwikkeling die sinds Gilgamesj
vele vormen heeft aangenomen. Tegelijk blijken jongeren Harry Potter en Tolkien
in het Engels te verkiezen, staat hun buitenschools verworven kennis van het
Engels op zo een peil dat ze van de lage vereisten die het onderwijs nu stelt
niet veel opsteken - tot frustratie van de leraren die hen geen Trystram Shandy
mogen aanbieden - wat dus aangeeft dat de opinies van onze beleidmakers en hun
adviseurs al te theoretisch en principieel verkeerd georganiseerd zijn.
Zouden
leerlingen in het ASO nog met Montaigne in aanraking komen? Zouden ze nog
begrijpen dat het verschil tussen diens benadering van de wereld en diens
twijfel fundamenteel anders in elkaar zit dan wat Descartes met zijn
"Dubito, cogito, ergo sum" voor ogen had staan. Beide filosofen waren
actief in een complexe tijd, godsdienstoorlogen, politieke machteloosheid en
economische onzekerheid. Montaigne trok zich terug uit de wereld van de hoge
ambten en ging op zijn landgoed boeken lezen, maar ontdekte dat lezen alleen
hem geen rust of beter, geen goed gevoel bracht. Door aan zijn denken lucht te
geven, kon hij wel weer wat goed gevoel vinden en dat hielp hem om vooruit te
gaan zonder dat hij daarom weer ambten opnam. In een biografische schets van
Montaigne en een verkenning van diens essays, legt Alexander Roose uit dat
Montaigne een zoektocht via de filosofie, vooral Stoa en Sceptici een weg zocht
om zichzelf te situeren en hoe hij tegen het leven aan kon kijken. Hij heeft
het over hoe hij kan leven, niet over onbetwistbare waarheden. Filosofie als
weg en als zoektocht naar het goede leven.
Descartes
doet iets heel anders, want hij wil zekerheid en al komt hij ook bij het ik uit als denkend wezen, zijn denken
gaat over wat hij weet en hoe hij dat kan weten. Zijn rationalisme vormde een
doorbraak in het denken, maar leidde de filosofie ook wel af van die vragen
over hoe we moreel welbevinden kunnen bereiken, hoe we ons tot onszelf kunnen
verhouden, zoals Montaigne zich voorgenomen had.
Het
valt op dat die laatste filosofische benadering voor de academische filosofie
niet meer aan de orde is, want men wil zich vooral kunnen uitlaten over de
vraag of iets waar is, wat waar is en wat met zaken die we denken te weten maar
niet waar zijn. De vraag naar het welbevinden wordt vaak afgewimpeld, terwijl
anderen dan weer stellen dat de waarheidsvragen toch niet meer in handen in van
de filosofen liggen maar bij de wetenschappers. De grijze zones, zegt Ignaas
Devisch dan weer, betreft hoe met de mogelijkheden van (medische) technologie
kunnen omgaan en zijn ethische vragen hebben ook wel weer met persoonlijk en
maatschappelijk welbevinden te maken.
Wie
zoals Geert Wilders meent te weten dat men de Islam moet buiten gooien, krijgt
wel aandacht, maar hij houdt zich bezig met een vraag waar zelfs de meest
welwillende politicus van weet dat die niet meer opgelost kan worden. Hij
belooft mensen een hemel op aarde als de aarde verlost zal zijn van al die
moslims, minstens Europa, kunnen we weer verder. Dat hij intussen
sociaal-economisch zijn liberale veren al lang heeft afgelegd, mag men ook niet
vergeten: hij wil de nieuwe pensioenregels afschaffen, enfin, alles bij het
oude laten, wat nogal moeilijk te realiseren valt. In die zin kan men Wilders
werkelijk als een gevaarlijk politicus wegzetten, want men kan niet doen alsof
de technologie niet vooruit gaat, men kan niet beweren dat een economisch
beleid blind kan zijn voor demografische en andere evoluties, waarop we
nauwelijks vat hebben of die we integendeel stimuleren.
Maar
hoe moeten we er dan wel mee omgaan, met die terreur, met die globalisatie en
wellicht ook de enorme evolutie in de productietechnieken van consumptie- en
andere goederen? Als menselijke inbreng in de productie verder vermindert en er
komen andere jobs, zoals men claimt, dan zal men niet iedereen voor die hoog
technologische jobs kunnen inschakelen. Wat zal met die mensen gebeuren? Het
zal alles nog meer dan nu het geval is leiden tot een enigszins gewijzigde
condition humaine, wat voor mensen tot onzekerheid kan brengen en daarop bieden
mensen als Geert Wilders of Madame Le Pen graag hun eigen eenvoudige en
makkelijk te vatten antwoorden, wat de media net zo prettig vinden, want aan wie
moeilijke dingen zegt, hoeft men dan toch geen aandacht te besteden. Dat
journalisten zich de bewakers noemen van de democratie, laat onverlet dat ze
aan populisme vaker dan nodig is vrije baan geven, want kritisch dat werkt
eenvoudig: wat rechts is, vals is.
Met
dat alles lijk ik allicht op een oude zeur, een van die zovele
cultuurpessimisten die menen dat de wereld erop achteruit gaat en dat alle
mogelijke gevaren ons bedreigen. Afgezien van de vraag of het zo erg gesteld is
met de wereld, zal men toch hopelijk eens inzien, dat men een doel, de
klimaatverandering onder controle houden niet kan bereiken als men niet over
allerlei andere fenomenen gaat nadenken. Sommige voorstellen die eerst gunstig
leken, bleken achteraf weer een te hoge kostprijs of teveel schade te
veroorzaken, zoals het gebruik van ethanol voor voertuigen ertoe bleek te
leiden dat nog meer amazonewoud gerooid moest worden of dat gezonde voeding
zonder dierlijke vetten ertoe leidde dat de Oerang Oetang nog meer bedreigd
werd in zijn leefgebieden.
In
deze optiek vormt de herontdekking van Montaigne voor mij een aanleiding om nog
meer aandacht te besteden aan hoe we dingen willen bereiken. Misschien toch ook
vanuit de gedachte dat deze wereld en dit leven de moeite waard zijn om aan de
weg te timmeren en vooral om niet enkel kommervol naar deze wereld te kijken,
naar mensen om ons heen. Men kan proberen onthecht te leven omdat men het gehad
heeft met de tegenslagen en de arglist van anderen, maar dan mist men ook wel
een en ander. Een andere benadering kan erin bestaan dat men het eigen
welbevinden niet laat afhangen van dat kleine en grotere ongerief en toch bezig
zijn men wat zich aandient en dus kom ik weer uit bij dat voor velen zo
eigenaardige begrip Amor Mundi. Het staat veraf van Descartes, maar ook op het
eerste zicht van Montaigne, hoewel er daar wel meer raakpunten op te merken
vallen, omdat het ook om het goede leven gaat.
Dit
alles brengt ons weer bij de vraag of moeten geloven dat iemand de hemel op
aarde mogelijk kan maken, want, zo blijkt telkens weer, zijn er mensen die dat
graag verkondigen, van links en van rechts en er blijken nog altijd
journalisten rond te struinen die overal sceptisch op reageren, maar net deze
dwaalleerpredikers zonder veel moeite ruchtbaarheid bezorgen. Het gaat evenwel
niet op te stellen dat kritisch naar iets kijken alleen betekenen kan dat we
het afwijzen, de argumenten waarom we dat zouden moeten doen, moeten ook de
toets van kritiek doorstaan. Nu zegt men natuurlijk dat Wilders onzin vertelt,
maar men blijft tegelijk blind voor het feit dat we het goede samen leven niet
zomaar opbrengen, want het vergt oefening en inzicht. Anderzijds zien we dat
opiniemakers dezer dagen ons willen doen geloven dat mensen in alles falen,
ondanks de grote mate van scholing. Alsof mensen alleen maar truukjes hebben
geleerd en niet zelf hebben leren nadenken. Om de utopie te bereiken moeten
mensen, hoor je dan, niet meer drinken, gezond leven, geen hout stoken en
zovele andere wijze lessen worden gebaseerd op soms wankel onderzoek, maar
zelden worden de psychologische implicaties onderzocht. Mensen voor dom houden,
zoals de media dat graag doen - zelfs als men wil weten wat mensen denken over
de geregistreerde zwaartekrachtgolven, trekt men naar de weekmarkt in
Scherpenheuvel - brengt mee dat mensen die experten niet meer ernstig kunnen
nemen. Nog eens, dat ligt er vaak aan dat media ons een persbericht van een
universiteit of andere onderzoeksinstelling wel zeer kort door de bocht
aanbieden of dat ze niet duidelijk aangeven dat bijvoorbeeld een dienst van overheidswege
belast is met onderzoek naar drugs- en alcoholgebruik en het pogen misbruik af
te bouwen, wel degelijk doet wat moet, maar niet gebonden is andere
overwegingen in ogenschouw te nemen. Cartesiaans nadenken over welbevinden kan
leiden tot bedrijfsblindheid, maar zal een betere samenleving niet bevorderen. Montaigne
maakt er eerder een stoofpotje van, maar het smaakt wel aardig.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten