Hoe kunst rechtzaal aankleedt en inspireert
Dezer
Dagen
Kunst en rechtsbedeling
Hoe de rechtsstaat vorm kreeg
Schrijven
over een expositie die je niet echt kon bezoeken, omdat een dame die als
suppoost fungeert er een stokje voor stak, het gaat tenslotte om de kunst, niet
om futiliteiten. Tja, wat ik fout deed, weet ik nog steeds niet, wel dat ik
volgens het reglement dichter dan wenselijk bij de schilderijen kwam. Er kan
veel gezegd worden over suppoosten, maar zoveel dienstijver ben ik nog niet
tegengekomen in musea en het Groeningemuseum
is normaliter welwillend tegenover bezoekers. Maar deze keer vond dus
iemand het nodig een man van middelbare leeftijd aan te spreken over zijn
manier van kijken naar een doek. Even voordien was ze nog als een schildwacht
naast een ander werk komen staan, dat een studiegenoot en vriend met
enthousiasme van commentaar voorzag, zonder overdreven luid te spreken. Maar er
bestond een risico dat ik zo een doek of paneel zou aanraken. Tiens, tiens, zou
een museumbezoeker met enige ervaring en grote liefde voor de kunst de neiging
voelen het patrimonium te beschadigen? Om kort te gaan, ik ben boos weggegaan. Woedend
omdat je wordt aangesproken voor iets wat niet aangericht werd, boos om de verwaten
dame.
Het
liet zich aanzien dat deze tentoonstelling ons wel iets te vertellen had, maar
ook dat er kritische vragen zouden volgen. Waarom ik per se deze
tentoonstelling wilde zien en toch nog even wachtte? Omdat dit wellicht de gang
van het leven is, maar ook omdat we stilaan weten dat ons denken over wat recht
en wat rechtvaardigheid is, niet altijd nog zo helder op ieders netvlies te
lezen valt. Aangezien de tentoonstelling een boeiende periode in onze
geschiedenis behandelt, van 1450 tot 1750 of daaromtrent, kan de
tentoonstelling best wel indicaties geven over hoe het recht is ontstaan en
vorm heeft gekregen.
Het
misverstand dat de (lange) middeleeuwen een tijd van barbarij en duisternis
moeten heten, komt altijd weer opzetten, terwijl zeker voor de hoge en de Late
Middeleeuwen, de periode vanaf 1000 tot 1500 grosso modo is er een van een
opvallend snelle ontwikkeling van lokale gemeenschappen en grotere verbanden,
vorstendommen en ook het intellectuele leven kende een grote bloei, enerzijds
vanuit abdij- en kathedraalscholen, anderzijds vanuit overheden die vastere
gronden zochten voor hun instellingen. Macht en hanteren van machtsmiddelen werden
aan het einde van de 10de eeuw en in de volgende eeuwen een voorwerp van
bittere conflicten, maar het was ook wel zo dat die conflicten minder
gewelddadig werden opgelost dan wij nu graag denken. Kon men bij een individueel
gesprek nog eens zeggen dat de tegenpartij had aangepakt diende te worden, werd
er al eens een moord gepleegd, er was ook een substraat ontwikkeld voor de idee
dat de overheid het geweldmonopolie best in eigen handen hield. Ik denk dat de
ontwikkeling van het recht een structurerend element is in de Europese
geschiedenis, waarbij men wel hoogtepunten kan vaststellen zoals het verlenen
van Keures aan de Vlaamse Steden in de 12de eeuw, de Magna Charta in het UK en
wellicht ook het Vierde Concilie van Lateranen in hetzelfde jaar 1215, waar het
'universele verbod' op godsoordelen wordt uitgevaardigd, maar ook de inquisitie
wordt ingevoerd. Let wel, de bedoeling van Lateranen, van Innocentius III was
precies het rechtspreken te humaniseren. Maar het liep niet zoals gepland en in
de vijftiende eeuw raakte de tortuur ingeburgerd. Men kon geen beroep meer doen
op godsoordelen, getuigen waren niet altijd betrouwbaar. De tortuur zou men
kunnen zien als een poging - in de strijd tegen ketterijen - de zaak onder
controle te houden. Sommige theologen wilden zelfs een argumentatie voor
tortuur opzetten. Thomas van Aquino lijkt daar niet zo voor gewonnen, maar toch
verbinden we middeleeuwen en tortuur graag met elkaar, terwijl de tortuur
vooral in een latere periode belang krijgt in de waarheidsvinding.
De
reden ligt niet zomaar bij de idee dat men niet mag doden, want tijdens de negende
eeuw was de macht versnipperd geraakt en de openbare op vele plaatsen verpatst
aan lokale heren die hun omgeving terroriseerden, maar eenmaal een zekere
stabiliteit hervonden werd, op het niveau van vorstendommen, kon men erop aan
denken regels voor de samenleving te ontwikkelen. Bedenken we dat lange tijd de
eeuwige verbanning een zware straf was, zeker voor wie geworteld was in een
lokale gemeenschap. Ook in de bijbel is verbanning, wegsturen uit het legerkamp
in Deuteronium een belangwekkende straf, die men later zal hanteren als
argument om wat al bestond voor zeer zware vergrijpen te argumenteren en
legitimeren. Ook pelgrimages, naar Santiago de Compostella waren op een bepaald
moment geschikte alternatieven voor verbanning.
Het
concept van lokale "vredes", zoals dat in Cluny werd uitgewerkt,
naast momenten waar men wapengekletter verbood, maakten het mogelijk opnieuw
vormen van vrede te waarderen en toen begon met de regelgeving beter te
organiseren, waarbij lokale heren niet enkel meer uitblonken als roofridders,
maar wel degelijk de orde in hun vorstendom gingen opleggen. Het maakte ook
nodig en mogelijk dat er recht werd gesproken en dat doorgaans aan de rechtspraak
gevolg werd gegeven. Dit proces maakte het ook mogelijk dat de rechten en
vrijheden van boeren en stedelijke burgers, vanaf de 12de eeuw erkend werden.
Een
ander deel van het verhaal kennen we uit de mythologie en de legenden, waar men
het had over godsoordelen, waaronder het gerechtelijk tweegevecht. Galbert van Brugge was het die in zijn relaas
van de moord op Karel de Goede, graaf van Vlaanderen (1119 - 2 maart 1127) ging
twijfelen aan de mogelijkheid om via voortekenen en godsoordelen recht te doen
gelden. Diederik van den Elzas zal reeds in 1128 een keure schenken aan
Sint-Omaars die later in min of meer gelijkaardige vorm aan andere steden
gegeven zal worden en waarin onder meer de rechtspraak, waarbij men onderscheid
maakte tussen hoge rechtspraak, die aan de vorst en aan een aantal grote steden
toekwamen en anderzijds de lage rechtspraak die doorgaans aan smalle steden en
aan kasselrijen, omschrijvingen met hoofdzakelijk landbouw als activiteit.
Vanaf
het jaar 1100 zal de ontwikkeling van het recht leiden tot grotere
complexiteit, tot continuïteit ook en tot specialisatie van ambtenaren belast
met rechtspraak. Waar de vierschaar lange tijd nog een zaak was van berechting
door pairs, kwam men er geleidelijk toe omwille van de accuraatheid een ambt
van rechter te installeren, waardoor burgers en de overheid zeker mochten zijn
van de eerlijkheid en oprechtheid, afstandelijkheid ook van de rechtspraak. Tussen
1200 en 1800 zou overal in Europa op een of andere manier een systeem van
rechtspraak ontstaan dat objectiviteit in de waarheidsvinding en in de
berechting diende mogelijk te maken. Dat tussen droom en daad wetten en
praktische bezwaren in de weg zaten, mag niet verbazen, maar beweren dat het
recht vanaf de hoge middeleeuwen een zaak van willekeur was, dat in het feodale
systeem zelf maar ook in de modernisering van instellingen vanaf de vijftiende
eeuw, deels ingegeven door vorstelijke ambities controle te krijgen op het hele
apparaat, gaat wel wat ver. Net rechtspraak was al onder de Romeinen altijd
heikel, want als niet alle partijen de uitspraak aanvaardden, dan ontstond er
een machtsvacuüm dat door malafide figuren kon ingenomen worden.
In
de tentoonstelling werd met nadruk voorgesteld dat de aankleding van
rechtszalen, schepenkamers of andere erop gericht was dat de rechtsvinding en
berechting eerlijk zou verricht worden en dat rechters blind zouden blijven
voor verwantschappen of voor vriendschapsbanden. De aankleding diende wellicht
ook de rechtszoekende vertrouwen te geven en respect in te boezemen. Dat de
eedaflegging in een rechtbank meer is dan de hand opsteken, lijken wij wel
vergeten, maar meineed werd zeer zwaar bestraft, omdat men bij de rechtsvinding
allerlei middelen niet ter beschikking had en diende te kunnen vertrouwen op
het woord van de getuigen. Als die bewust de waarheid geweld aandeden, dan kwam
de rechtsgang in het geding. In de rechtszaal een grote voorstelling geven van
de waarde van een eed, een ambtseed of een getuigeneed, moet men dus niet enkel
van belang achten voor de rechters maar ook voor de andere partijen in het
geding.
Het
is daarom van belang te begrijpen dat het recht zoals wij dat kennen ouder is
dan de Code Civil - Code Napoleon - en indrukwekkende apparaat dat hij op wist
te zetten en dat in hoge mate rationeel was opgebouwd. Toch dateren vele van de
ideeën in de Code en in het functioneren van de rechtspraak op wat in de
voorafgaande eeuwen tot stand was gebracht. Wel heeft de Verlichting nieuwe
paden geopend, opdat men het recht op goede grond kon vernieuwen. De gelijkheid
van burgers werd tijdens de achttiende eeuw algemeen aanvaard - al zal blijken
dat tot onze dagen de verleiding van klassejustitie en omgekeerde
klassejustitie mogelijk waren. Nieuwe technologieën dienden in de bestaande
wetboeken, Burgerlijk recht, straf- en strafprocesrecht ingeschreven te worden.
Men zal begrijpen dat men wel eens kan glimlachen om een doek waar de
veroordeling van de twee mannen ofte ouderlingen die een mooie vrouw hadden
bespied en haar hadden proberen te verleiden - of was het verkrachten? - en
vervolgens lieten ze haar vervolgen wegens ontucht. Daniël treedt voor haar in
de arena, ondervraagt de twee heren afzonderlijk en kan bewijzen dat ze
valselijk de vrouw beschuldigden. Zij worden ter dood veroordeeld. De idee dat
rechters niet op een getuige af kunnen gaan, maar onafhankelijke bronnen moeten
zien te vinden komt ook in Deuteronium voor.
Het
is dus een mooi moment om de kunst van het Recht onder de aandacht te brengen,
ook al omdat men rechtsgebouwen steeds abstracter aankleedt en minder oog lijkt
te hebben voor de symboliek en de verhalen over hoe recht tot stand kwam en
komt. Wat is een rechtsstaat? Die vraag moeten we ons werkelijk stellen, al
moeten we niet enkel naar de schandalen kijken die we vaak door gerechtsjournalistiek
voorgeschoteld krijgen. Die zijn er ook, maar tegelijk zou men toch eens moeten
onderzoeken hoe of rechtzoekenden echt ontevreden achterbleven. Feit is wel dat
veel van rechtbanken besluiten is altijd weer het einde van een proces, van
pleidooien en conclusies, waarbij de rechtzoekende vaak niet meer weet wat er gaande is. Bovendien is het de
vraag of we echt weten of mensen die kiezen voor een burgerlijke rechtszaken om
geschillen te regelen of zich in hun rechten bevestigd te zien echt naderhand
ontevreden achterblijven; wel zien we dat mensen de hulp van advocaten wel eens
met enige achterdocht bekijken, omdat ze te snel naar dure rechtsgang zouden
verwijzen.
Het
betaamt zich af te vragen hoe ons recht kunnen laten gelden en hoe dat tegen
het algemeen belang afgewogen kan worden. Het feit dat rechters voortdurend
meerdere parameters moeten in het oog houden en tegelijk geacht worden neutraal
naar de partijen te kijken, lijkt simpel en helder, maar is het niet altijd. De
tentoonstelling laat zien wat doorgaans ook gedacht wordt, namelijk dat de
aankleding van zalen waar recht wordt gesproken ook een anagogische betekenis
krijgt: gedaagden, advocaten, rechters, maak iets van een rechtszaak, want ze
komt er alleen omdat mensen iets gedaan hebben dat we niet in orde achten. Het
gaat dan niet enkel om moord en doodslag, maar geleidelijk is het scala van
misdrijven en vergrijpen toegenomen en zien we door het bos de bomen niet meer.
Net dat is wat zo een vorstelijke rechter als Salomon diende te overzien, zoals
ook in onze recentere geschiedenis rechters soms bijzonder moeilijke kwesties
dienden te behandelen. Neem de vragen die de rechters in het grote Nazieproces
in Nürnberg te behandelen kregen en hoe de verschillende nationale
geplogenheden inzake rechtsbedeling met elkaar in conflict kwamen. Dat Albert
Speer geen doodstraf kreeg, maar dat de anderen zich onverbiddelijk toonden en
niet konden aannemen dat ze iets fout hadden gedaan, blijft wonderlijk, ook al
omdat Speer gezegd had dat hij zich verantwoordelijk achtte voor de misdaden
tegen de Mensheid, de menselijkheid en het oorlogsrecht.
Vandaag
staan we voor andere zaken: mogen overheden ons wetten opleggen waar geen
ontsnappen mogelijk aan is? De vraag lijkt bizar, maar het heeft iets
totalitairs, al die CCTV's, camera's die iedereen kunnen volgen. Juist, men
vindt een mogelijke dader van de aanslagen op Zaventem, maar tegelijk, wat als
men nu op goede gronden tegen het regime zou willen reageren - zonder terreur
of wapengekletter - zou dat nog mogelijk zijn. Ik denk dat de groep
Straten-Generaal zonder meer kan reageren, omdat ze zich binnen een rechtsstaat
mogen uitdrukken - moeten hoeft niet - maar wat als de staat zo een verzet zou
verbieden? Aan de andere kant: zal men mensen die bewust onjuiste informatie
uitsturen, via de sociale media, vervolgen? Als men mensen ten onrechte iets
aanwrijft, dan begaat men laster en eerroof, maar wat, denkt een mens dan, als
iemand een feitelijke situatie bewust anders zou presenteren om er voordeel bij
te halen? Inside information bij beurshandel bestaat al, maar bestaat er iets
tegen foute boekhouding? Zolang de grote revisorenkantoren hun zegen geven,
wordt dat moeilijk en dat blijkt ook, zoals bij een aantal faillissementen is
gebleken. Zo bezien, kan de rechtsstaat en kunnen rechten van individuen vrij
goed in acht genomen worden. Of we het voldoende vinden, blijft wel de vraag.
Brugge
stond wellicht in de 12de eeuw mee aan de wieg van wat zeshonderd jaar,
zevenhonderd jaar later de rechtsstaat zou worden en ook nu nog, toch lijkt die
nooit helemaal opgebouwd. Maar men zal misschien oog hebben voor het feit hoe
het rechtssysteem geleidelijk is opgebouwd en dat door ideeën geleid, door
praxis aangestuurd.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten