over seksuele vrijheid en levenskunst




Recensie



Spiralen van macht en lust
Voorbij de bekentenissen



Marli Huijer, Beminnen. Nieuw licht op seksuele vrijheid. Ambo/Anthos 2018 verschenen in reeks: Nieuw Licht. 111 pp. € 10,-

Het publiceren van pamfletten vindt niet bij iedereen genade, maar enkele filosofen in Nederland werken al langer aan aanzetten tot een meer uitgewerkt programma, onder meer via Filosofie Magazine. Frank Meesters en Coen Simon brengen nu deze reeks op gang, met Marli Huijer over een onderwerp dat vaker in Tweets aan de orde komt, maar of het altijd tot goede gesprekken leidt, is maar de vraag. Een pamflet heet doorgaans apodictisch, maar het kan best goed uitpakken in een beknopt bestek een moeilijke kwestie aftastend te behandelen en ook dat kan een pamflet blijken.

Zijn mensen hun voorkeuren? Marli Huijer stelt de vraag omdat ze tot de bevinding kwam dat de seksuele bevrijding die we mochten beleven door de processen van identificatie (met onze seksuele voorkeuren) uiteindelijk tot een nieuwe gevangenis heeft geleid. Ze doet daarbij beroep op Foucault die zelf ontdekte dat je, eens je jezelf het stempel van homo oplegde of anderen het voor jou vaststelden, niet meer vrij met je levenskeuzes bent, want je moet binnen dat kader blijven dat je jezelf en dat anderen je bij de gratie van je bekentenis hebben opgelegd. Ook dat blijkt een vorm van disciplinering, een inbreuk dus op persoonlijke autonomie, al gaat disciplinering vaak gepaard met interiorisatie van de waarden die aan de disciplinering ten grondslag liggen.

In die zin biedt de film “La vie d’Adèle” een expliciteren van de verschillende aspecten van het betoog van Marli Huije, die meent dat niemand zich moet laten opsluiten in een hokje, een bepaalde identiteit. Nu kan men ook inbrengen tegen deze kritiek dat mensen zich net veilig voelen als ze weten wie de ander is, maar haar bezwaar en dat van Michel Foucault berust op een bredere benadering en op de bedreiging van de persoonlijke vrijheid. Eens een lesbienne krijgt Adèle te horen, altijd lesbisch en dan is nieuwsgierigheid naar intimiteit met mannen uit den boze, een relatie al helemaal. Maar zij was dan wel verliefd op haar purperharige geliefde, was ze ook seksueel gedetermineerd daardoor, zoals men vogels en planten determineert bij het vogelen en de natuurverkenning? Dat ze dan zegt dat ze biseksueel is? Maar voor nogal wat mensen blijkt dat een moeilijke categorie om bij te horen, want dan loopt men het risico nergens bij te horen. Dan is de gedachte van Foucault dat geaardheid niet zomaar met seks zelf te maken, de personen met wie je seks hebt, maar behoort het tot de biopolitiek, die met het nationalisme en de opkomst van de natiestaat opgang heeft gemaakt.

Is het wel zo dat de kerk nog altijd officieel homoseksualiteit afwijst, dan toch zeker de homoseksuele handelingen, dan nog is het volgens Foucault vooral de wetenschap, de medische wetenschappen die ons heel wat aangepraat hebben over normaliteit, normale seksuele relaties, heteroseksuele dus. Sinds de jaren zestig kon men tegen de politieke, juridische en medische biopolitiek ingaan, maar Foucault meende al dat de aanpak ten koste zou gaan van persoonlijke vrijheid en autonomie. Marli Huijer en Foucault hebben het over de bekenteniscultuur, waarbij men zich na lang gewroet in de ziel moet bekennen tot een van de mogelijkheden. Men moet dus uit de kast komen, zoals Huijer opmerkt en daarmee moet men iets prijsgeven wat men voor zichzelf ook niet als vaststaand wil voorstellen. Dat wil zeggen, een homo komt uit de kast, na veel gewroet en veel onzekerheid en kan daarna alleen nog naar die identiteit handelen, wat hem of haar dan weer andere vormen van welbevinden ontzegt, want het proces van erkennen en bekennen verloopt niet zonder kleerscheuren, soms komen er suïcides aan te pas, omdat men geen afbreuk wil doen aan het normale beeld dat mensen van iemand hebben, het normale verloop van het leven ook. In die zin vormen de bedenkingen van Foucault en Huijer wel een interessante basis om anders tegen geaardheid aan te kijken.

Toch zou men dan kunnen bedenken dat mensen de verworven vrijheid van homoseksualiteit zouden verliezen, als men met Huijer mee zou stappen en dat is nu net haar bedoeling niet, wel integendeel. Het gaat namelijk bij niet om de geaardheid, het “objet obscure de désir”, maar om de wijze waarop men de seksualiteit beleeft, ook het moment, de kairos, die men bij de haren moet grijpen, als het moment voorbij komt. Referentie makend aan de Griekse geplogenheden rond 400 voor christus en de beleving van homoseksualiteit in de Arabische cultuur, tot wanneer ook daar de biopolitiek zal toeslaan, laat Huijer zien hoe we maar tijd verliezen met dat bekennen van ‘ongeoorloofde’ verlangens, het bestrijden van de “onnoembare” zonde, masturbatie, waaraan artsen en psychiaters er gedurende een eeuw allerlei ziekten aan verbonden, gevaren die eraan verbonden waren naar hun zeggen, zoals hersenverweking.

De vervolging van homo’s, in mindere mate lesbische vrouwen, werd dus niet om morele redenen ingezet, maar paste in een uitgebreide biopolitiek vanwege (nationale) overheden die voldoende soldaten in de strijd wilden kunnen werpen en voldoende arbeiders ter beschikking wilden hebben. De mens werd dus in zoverre geïnstrumentaliseerd, dat mensen die tegen de natuur handelden, er ook zwaar onder te lijden hadden, professioneel en maatschappelijk. In het Wilhelmitische keizerrijk was er de beruchte zaak van een raadgever van de Keizer Philipp zu Eulenburg, die door een journalist van homoseksualiteit beschuldigd werd, gechanteerd werd, want wat deed de man met zijn vriendengroep van aristocraten voor kwaad? De keizer distantieerde zich van hem, zodat hij sociaal geïsoleerd geraakte. Het blijft opvallend dat men nog vandaag in de Britse pers wel eens een jacht op een homoseksuele prominent ziet starten omdat deze of gene er nog geen statement over maakte of intussen nog getrouwd was met een brave (onwetende) echtgenote. Namens haar is men dan verontwaardigd. Tegen die hypocrisie onder meer, houdt Foucault zijn betoog en onderzoekt hij onder meer in “le désir de savoir”. De lust tot weten brengt ons niet enkel bij de seksualiteit als een object maar als een beleven. Wat doet deugt, die vraag stelt hij zich, waar voorstanders van homorechten vooral strijden om het recht er te mogen zijn.  

Het boekje van Huijer laat zien dat een open benaderen van seksualiteit als iets tussen twee mensen – misschien wel eens meer – en met het oog op het vergroten van het welbevinden van de ander, waaraan men dan zelf ook weer genot ontleent, beleeft, nog altijd een enigszins idealistische beleving is, net omdat we nooit zozeer moralistisch tegen het eigen handelen en dat van anderen hebben aangekeken. De vraag of iemand op de werkvloer of een bijeenkomst van theaterliefhebbers nu zo of zo geaard is, zou niet gesteld hoeven te worden en het komt mij onkies voor, tenzij men in een gesprek van mens tot mens over de liefde komt te spreken.

Wil nu net dat het moeilijkste onderwerp zijn, hoe we zelf genieten en wat de ander ervan verwacht, wenst, ongeacht of men als man met een vrouw, een man of transgender in gesprek is. Het gaat hier niet om moreel relativisme, lees ik bij Foucault, maar om de vraag waarom dat iets zou uitmaken. In wezen gaan gesprekken over seksuele geaardheid zelden over liefde, vaak is er afgunst, nijd, frustratie in het spel, want zoals in die film weten we wel als iemand gelukkig is in de liefde, zonder dat het gezegd moet worden, maar vinden we het dan maar niets als de partner van Adèle een vrouw is, want dat past niet in het beeld van die andere meisjes, die dromen van een prins op een wit paard.

Men moet zich dus, volgens Marli Huijer niet zozeer bezig houden met de eigen geaardheid of de geaardheid van anderen, wel over de vraag of men met iemand, van het andere geslacht, het eigen geslacht de liefde zou kunnen beleven, omdat dit geen maatschappelijke consequenties hoeft te hebben en dus buiten het terrein van de biopolitiek valt. Net daarom overigens dat in Rusland en andere landen die demografisch zwak scoren de homohaat stevig wordt opgepookt. Daarnaast is het altijd nog zo, zoals in Nazi-Duitsland dat homo’s ideale zondebokken zijn, zoals de moord op de SA-kopstukken liet zien. Maar in het UK blijft Oscar Wilde een icoon van de vervolgde homo, die er bepaald niet voor terug deinsde zich als zodanig ook te laten kennen. Toch was het de vader van een vriend die hem liet vervolgen, waarop Wilde de ander laster en eerroof aanwreef. Uiteindelijk bleek Wilde iets met jonge mannen te hebben en hij werd veroordeeld tot twee jaar gevangenis.

Over de liefde kan men het hebben, men kan de liefde bedrijven, maar in het maatschappelijke leven spelen macht, controledrift en angst ook hun lied en dat bederft de feestvreugde wel eens. Zou het zover komen dat mensen niet meer hoeven te bekennen zus of zo te zijn? Zou dat niet van allerlei fronten tegengewerkt worden, ook wel van de homobewegingen zelf? De vrijheden die verworven werden, zorgen voor een zekere maatschappelijke rust, de strijd voor erkenning vanwege de samenleving tegenover homoseksualiteit en homoseksuelen heeft fraaie resultaten opgeleverd in het Westen, maar in sommige landen hanteert men koloniale wetgeving om homo’s eronder te krijgen, gevangen te zetten of zelfs de doodstraf toe te dienen.

Het verschil tussen een filosofisch debat over seksuele geaardheid en het belang van een open houding en een niet op de identiteit, geaardheid gerichte bejegening en de werkelijke wereld blijkt weer eens groot, maar dat mag het belang van het pamflet niet ondermijnen, want wat Huijer ons aanreikt, namelijk het leren spreken over wat de liefde mogelijk maakt, bevrijdt mensen van het lastige proces van bekennen anders te zijn. Maar zouden mensen dat echt niet doen, met hun geliefde over hun beleving van seks spreken? Het behoort ook te behoren tot de intieme sfeer, want als men mensen er in een grotere groep over spreken, wordt het algauw vulgair. De verwachting van Foucault, van Huijer dat men kan ontkomen aan een bevrijding die weer nieuwe kooien aanbouwt, moet men wel ernstig nemen. Of ze de pijn wegnemen bij mensen die ontdekken dat ze anders zijn, anders geaard, valt nog te bezien, omdat men wellicht een zekere wijsheid moet verwerven om zo het leven en de liefde te beleven.



Bart Haers




Reacties

Populaire posts