Waarom het samen leven niet gesmeerd loopt
Dezer
Dagen
Politieke daadkracht
Communicatie versus debat
Zou
het afnemend vertrouwen van burgers in politiek en de politici echt bij hen
liggen, of zouden nieuwsmedia en politici ook de hand in eigen boezem moeten
steken? Het is aan hen om daarover te oordelen, weliswaar niet zonder enkele
overwegingen de nodige aandacht te besteden. Zijn er nog wel journalisten die
naam waardig, hoor ik wel eens waaien?
De regeringen heden ten dage moeten voortdurend
aantonen dat ze goed bezig zijn en nuttig werk leveren, wat niet altijd gunstig
uitpakt, zelfs al eens contraproductief blijkt. Vooral wanneer politici om de
haverklap iets te melden over hun (vele) beleidsdomeinen, zoals toerisme en mobiliteit,
terwijl de kwaliteit van de wegen slechts door noest werken van betrouwbare
aannemers verbeterd kan worden. Overigens blijkt de aandacht voor
verkeersveiligheid steeds meer op de grenzen van het redelijke te botsen,
waarbij een deel van de weggebruikers boetes niet als beperkend beschouwen,
maar als een vrijbrief beschouwen om zelf onaangepast van de wegen gebruik te
maken, heeft het voor de meerderheid van de bestuurders weinig aangenaam gemaakt.
Over het belang van mobiliteit kan men dezer dagen overigens bedenkingen horen,
die voorbij het begrijpelijke blijken, zoals de gedachte dat mensen maar in de
stad moeten gaan wonen, minder mobiel moeten zijn, maar wel blijken we er niets
van te snappen als we maar in ons geboortedorp blijven hangen. En ja, dan moet
men toch eerst erkennen dat Vlaanderen dicht bevolkt is met 481 inwoners per km²
- terwijl voor bepaalde grootsteden de dichtheid nog groter kan blijken, maar
errond liggen dan grote gebieden met zeer verspreide bevolking. Erkent men die
gegevenheid en onder meer het eigendomsrecht, dan zal men heel wat moeten
investeren om de situatie te wijzigen, zonder dat men er zeker van is, dat het
allemaal zo ten goede zal keren. Een stad als Gent blijkt onderhevig aan
verdringen van minder fortuinlijke mensen, omdat de woningmarkt er stevig onder
druk staat. Overheidsingrijpen zou een oplossing brengen, maar het blijkt niet
zo gemakkelijk aan alle criteria te voldoen. Een stad is nu eenmaal geen
eenduidig gegeven.
Wat overigens
zou de ideale samenleving zijn, die utopische plaats waar iedereen heen zou
trekken. Ondanks alle klachten omtrent Europa en het toch wel onvoldoende
beleid van de regeringen, blijkt Europa een oase van rust in een rumoerige
wereld, blijkt de welvaart groot en hebben we nog altijd goed of voldoende goed
onderwijs. Ook wat gelijkheid betreft, scoren Europese naties behoorlijk tot
uitstekend, terwijl in de oude lidstaten de armoede redelijk onder controle is.
Toch willen politici en opiniemakers ons doen geloven dat er meer dan voldoende
reden is voor pessimisme over te toekomst. Ik begrijp dat enigszins wel, want
ik denk ik dat de opeenvolging van berichten over allerlei fenomenen, ons
inderdaad wanhopig kan maken. Toch klopt er iets niet aan die berichten, omdat
ze de bestaande situatie net afzetten tegenover wat men zelf als een ideale
samenleving ziet, vooral voor anderen.
De
noodzaak van veranderingen dwingt inderdaad voortdurend het beleid tot nieuwe
regelgeving, maar die veranderingen komen doorgaans uit de samenleving, vanwege
technologie en techniek, ook wel omdat we nieuwe wensen zijn gaan formuleren en
daar kan de regering nooit tijdig op reageren, laat staan op anticiperen. De afgelopen
dagen zagen we bij beleidsmensen de ogen blinken, want nooit eerder haalden we
in atletiek en gymnastiek zoveel medailles. Ach, zegt men, we waren fout bezig,
we moeten het beleid versterken en vooral, beseffen dat succes maakbaar is.
Denkt u dat er een beleidsvoorbereidende ambtenaar inzicht heeft in de vele
uren training die de nieuwe helden achter zich hebben, jaren en jaren lang. Dat
men geschikte terreinen en gebouwen nodig heeft, spreekt voor zich, maar ook
trainers, die met de nodige kwaliteiten hun poulains tot grote hoogte van
perfectie kunnen brengen, kan men ook niet negeren. Men doet inspanningen, wil
federaties dynamischer maken, maar vaak zijn clubs de dragende organisaties
voor degelijke initiatie en verdere vervolmaking. De minister kan dus best niet
teveel pluimen op de eigen hoed steken.
De
verwachting is vaak dat men door ergens geld in te pompen ook succes zal halen,
maar de openbare omroep laat zien dat het wel moeilijk wordt, als men de creativiteit
van de makers te zeer onder een stolp wil zetten. Er is geen interesse voor
degelijke historische programma’s (meer) en ook niet de bereidheid om maatschappelijke
discussies uitgebreid uit te spitten. Men kan vinden dat klimaatontkenners niet
weten waarover het gaat, maar toen mij verteld werd dat het broeikaseffect de
schuld was van de klimaatverandering, dacht ik toch even in de verkeerde eeuw
te leven. Uiteindelijk bleek men de klimaatverandering aan allerlei processen
had toe te schrijven, die te maken hebben met het verbranden van fossiele
brandstoffen maar dat vooral de omvang van de wereldbevolking, van
handelsstromen en allerlei wensen van brave mensen, zoals lekker eten of warme
baden. Men kan die ontzagwekkende problemen niet ook reduceren tot het veranderen
van mentaliteiten, tot gedragswijzigingen, want op termijn zal men zich
belazerd voelen.
De
oplossing zal geniet gevonden worden, laat staan werkbaar blijken. Bovendien merkt men dat er wel eens afgunst
komt kijken in het debat en wil men anderen aan een regime onderwerpen, waar
men zelf niet aan wil. Het wonen in de stad, in grote woontorens zou wel eens
grote gevolgen kunnen hebben voor de psychische gezondheid van mensen, omdat
men zich wel ergens moeten kunnen vestigen waar men zich ook thuis wil voelen.
Ik denk dat mensen zoals u en ik ook wel graag ergens in het groen willen wonen,
maar tegelijk heeft dat dan weer nadelen, die we er graag bijnemen, maar niet
iedereen neemt die voor lief. Toch is het beleid er steeds meer op afgestemd
dat we niet meer ver van dorpskernen wonen want dan moeten al die diensten
tegen een hoge prijs aangeboden worden, zoals gas, elektriciteit en water, maar
uiteraard ook digitale diensten. Er zullen evenwel altijd mensen bereid blijken
die eventuele boetes te betalen en soms kan men niet anders dan de betrokken diensten
aanbieden, omdat het om een boerderij gaat die ver van de openbare weg ligt.
Beleid
voeren kan dan vaak bron zijn van ergernis, maar we hebben het nog steeds behoorlijk
en als er discussies ontstaan dan kan het nog eens een keertje zo zijn dat
politici het onder elkaar wel weten op te lossen, al zijn er ook domeinen,
benaderingen die consensus bemoeilijken, zoals rond onderwijs is gebleken, met
inbegrip van het M-decreet. Hoe gaan we de samenleving tegen een betaalbare
prijs voorzien van elektriciteit zonder dat dit te veel nare gevolgen heeft,
met betrekking tot de klimaatverandering? Daar stonden en staan de partijen
vaak lijnrecht tegenover elkaar, terwijl de voorgestelde oplossingen niet
altijd de beste blijken op termijn. Men verwijt kernenergie dat er veel
verdoken kosten zijn, zoals de verwerking van het afval en het veilig afbreken
van uitgediende centrales. Sommige alternatieven worden niet afdoende in kaart
gebracht en dus ook niet in overweging genomen, wat dan weer het debat
bemoeilijkt. Waarom blijft men zo weigerachtig om over thorium te spreken,
terwijl de risico’s van die materie veel kleiner zijn dan van uranium en ook
nog eens een keertje bedrijfszekerder. Alleen, men bouwt geen experimentele
centrales. Men kan overigens de oude centrales in dienst houden en de afval van
de thermonucleaire centrales ook mee verwerken.
Het
mag duidelijk wezen dat er problemen zijn die we niet zomaar zullen oplossen,
omdat er ook ethische componenten aan vast zitten, die we niet op onze schouders
willen nemen. Het gaat om vragen rond prenatale en perinatale diagnoses,
waarbij het goed berekenbaar is hoe groot de risico’s op afwijkingen is, maar
dan niet voor onmiddellijk. De kans dat iemand rond 75 een vorm van dementie
zal ontwikkelen is in wezen geen bedreigende diagnose, maar we vatten het wel
zo op. De moeilijkheid wordt groter als er nu nog geen behandeling is voor de
betreffende aandoening. Het punt is in wezen dat we zo op perfectie zijn
gefocust, ook en zeker wat betreft kinderen, dat we niet altijd goed meer
begrijpen dat sommige figuren, die we nu helden of geniën noemen, wel degelijk
met een beperking werden geboren of ermee opgezadeld raakten. Nu ja, ook
onmensen en vuige creaturen hadden te lijden van fysieke beperkingen, zoals
Joseph Goebels. De vraag is dan voor de overheid, hoe men hier mee om heeft te
gaan: prenatale diagnoses en bij vaststelling van afwijkingen van de norm de
keuze of zelfs de plicht tot abortus instellen? Men zegt dat dit niet de bedoeling
is of kan zijn, maar ouders die een kind krijgen dezer dagen, wordt ook wel
gevraagd wie de schuld treft en dat zijn maatschappelijke reacties, die men
moeilijk kan vermijden.
Politici
moeten in deze constellatie proberen het vertrouwen van hun kiezers te winnen
en te behouden. Sommige politici weten
aardig met de pers om te gaan zodat ze klokvast bevallen van goede, zeg maar
geniale ideetjes. Vroeger kon Bert Anciaux dat, maar dat was eerder een paar
keer per jaar het geval. Steve Stevaert wist het tempo op te drijven en kwam
elke vrijdag wel met iets leuks voor de mensen. Ben Weyts doet dit op zondag,
maar het resultaat is hetzelfde, het publiek heeft het spel door en zijn ideetjes
zijn niet altijd zo gelukkig. Nu kan men nog altijd een dierenvriend zijn en
tegen dierenleed gekant, maar de strijd tegen onverdoofd slachten treft
gemeenschappen in hun religieuze praktijk en dat vinden anderen dan weer een
mooie bijkomstigheid. Dierenleed voorkomen is een goede zaak, mensen die zich
beroepen op hun religieuze vrijheid op die manier treffen is iets anders. Toch
kan men dit ook weer doortrekken naar bijvoorbeeld de kledingvoorschriften – al
zal men nooit een verbod op pruiken uitvaardigen.
De
overheid staat hier voor een onlosbare situatie, want men moet veler belangen
en de lieve vrede met elkaar weten te verzoenen en al kan men inderdaad
vaststellen dat bepaalde godsdiensten bepaalde inzichten die we voor verworven
houden, nu net niet in overweging willen nemen, dan nog zal men proberen de
meningsverschillen niet te laten uitgroeien tot bronnen van haat en geweld. Ook
al zijn er redenen om de Islam kritisch te bejegenen, wat we vooral niet moeten
nalaten, kunnen we ook niet blijven doen alsof men de aanwezigheid terug kan schroeven.
Men kan wel nastreven dat bepaalde gebruiken, zoals vrouwenbesnijdenis – die overigens
eerder cultureel dan religieus geïnduceerd is – inderdaad verdwijnen omdat ze
als verminking en inhumaan moeten gelden. Men kan ook nastreven dat jonge
jongetjes zich niet meer als prinsjes moeten beschouwen, maar dan moeten we ook
de hand in eigen boezem steken.
Zelfs
een discussie over de UVRM die altijd nog wel verduidelijking verdraagt – we doen
alsof we de tekst kunnen opdreunen, maar dat is niet zo – kan niet gevoerd
worden als men niet aanvaardt dat Europa en de VS, later in andere werelddelen
er de universele betekenis van heeft gevat, omdat de rechten voor iedereen
gelden, of men nu Europeaan is of niet. Maar wij hebben ook verplichtingen, bijvoorbeeld de
UVRM niet lichtvaardig, zeg maar ijdel te gebruiken.
Het
punt is dat ook journalisten, bladen en audiovisuele media nog nauwelijks de
tijd nemen om complexe kwesties uit te benen en bevattelijk te brengen. Nu,
wij, nieuwsconsumenten kunnen ook niet alles op de rug van het journalistieke
heir schuiven, we moeten ook wel eens de tijd nemen om iets uit te zoeken. Nu
goed, de opleiding tot journalist, die vroeger via de faculteit Letteren en Wijsbegeerte
of via de Rechten liep, eventueel economische wetenschappen, lijkt vandaag
ontdaan van wezenlijke interesse voor de gang van zaken in de samenleving: een
goed verhaal vlot kunnen brengen is voldoende. Of het waar is? Als twee onafhankelijke
bronnen het bevestigen, is het waar. Bij nieuws over rampen of aanslagen hoor
je nieuwsankers telkens vragen: “wat is er precies
gebeurt, terwijl niemand nog goed weet hoe de vork aan de steel zit. Ook de
vraag “Hoeveel slachtoffers zijn er “precies”? “Tussen vier en zeven, maar we
hebben nog geen toegang to de meest getroffen gebieden. Het is een oud zeer,
want preciesheid in deze is vaak minder relevant dan de gevolgen van een ramp
of aanslag. En ja, een treinramp in India krijgt soms veel meer aandacht dan wij
luisteraars of lezers kunnen begrijpen.
Het
belangrijkste van goede berichtgeving ligt in de inzet van journalisten een min
of meer betrouwbaar kader aan te bieden, waarbij wij, de consumenten ons
verstand maar moeten gebruiken. Het stoort niet per se dat de nieuwsmaker
centrumlinks is of centrumrechts, wel als daaruit dan weer boodschappen
gebracht worden over hoe we ons moeten gedragen. Zoals Marli Huijer in een
beknopt essay schreef moet men niet zeggen of vragen of men hetero, homo, lesbo
of bi bent, transgender of wat dan ook, maar spreek over de lieve lust en wat
dat kan doen met een mens. Uiteraard is het van belang dat mensen wettelijk
niet meer gediscrimineerd kunnen worden/mogen worden, tegelijk zal men altijd
wel rekening moeten houden met mensen die er zich geen weg mee weten en niet
enkel homofoob reageren, maar ook nog eens gewelddadig blijken.
Waarom
toch al die onvrede en wanneer iets niet helemaal perfect in orde zou zijn,
schreeuwen we moord en brand. Een samenleving kan nu eenmaal nooit helemaal
gesmeerd lopen, want het hangt van u en mij af hoe of het loopt. Die gedachte
betekent niet dat u of ik vanzelfsprekend tekort schieten, verstrooid kunnen
zijn, het kan ook dat u andere keuzes en voorkeuren heeft dan uw buren of verre
vrienden. Als iedereen dezelfde denkbeelden zou huldigen, dezelfde voorkeuren
voor eten, luxe, kunst, genot zou aan de dag leggen, dan zou de samenleving
zeer eenvormig worden en dat moeten we niet willen. Nu, voor journalisten,
politici en anderen die graag het woord voeren, zou dus moeten gelden dat als
ze fenomenen te berde brengen, er voldoende zorg bij aan de aandacht leggen
voor nuance. Oh ja, soms is de perceptie heel gebrekkig en begrijpen mensen dat
ook. Politieke partijen moeten dezer dagen intern veel onvrede wegmasseren, wat
nogal wat energie vraagt, die een betere zaak waard zijn, maar ja, men wil
intern gerommel vermijden en dat loopt nooit goed af.
Politici
en journalisten dragen ook een grote verantwoordelijkheid als het erom gaat de
macht van de overheid in te perken in plaats van eindeloos uit te breiden. Het
is nergens voor nodig overal camera’s te hangen om mogelijke ongevallen te kunnen
reconstrueren, als men vaststelt dat er voor het aantal gereden km steeds
minder ongevallen gebeuren, al is dat laatste een heikele uitspraak. Waarmee
moeten we vergelijken? Toch is het van belang in overweging dat de staat de
burger uitschakelt als participerend instituut aan het beleid als voortdurend
de indruk gewekt wordt dat die burger niet deugt. Nu, Paul Frissen blijkt bij journalisten geen
uitverkoren lectuur te zijn, zelfs geen cursorische lectuur. Toch zou het
wenselijk zijn als journalisten niet enkel aan de lippen hangen van experten en
toppolitici, niet voortdurend bereid zijn hun handpop te wezen. Renaat Landuyt
wil niet meer in de landelijke politiek, maar zich inspannen voor Brugge? Goed
dat we het weten, maar waarom moet men dit vernemen op de ochtendradio? Is dat brekend
nieuws? Hij heeft het al eens lang en breed mogen uitleggen en andere
kandidaten in Brugge, lijsttrekkers krijgen geen kans er ook maar iets aan toe
te voegen. Dat is bedenkelijke journalistiek. En geloven we hier in Brugge dat het
enig verschil zal uitmaken?
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten