Tegen vulgariteit en vervlakking?



Dezer Dagen



Conservatief?



Edmund Burke gaat door voor een grondlegger
van het conservatieve denken , maar wat dan
inhoudt, krijgt men zelden te horen. 
Een politicus tweet iets over mannenlingerie en make-up voor mannen. Er volgt wat gedoe en dan komt een filosoof met de ultieme doodsteek, het genadeschot: de man meent dat de conservatieven nog meer versplinterd zouden zijn dan wat de “linkerzijde” laat zien. Maar bent u een conservatief omdat u een conservatief wil zijn, dan wel omdat blijkt bij het onderzoek naar wat er gaande is, inzake het functioneren van de overheid en andere facetten van ons leven dat blinde vooruitgangsdrift ook niet helemaal je dat is. Is men nog conservatief als men toch meent dat vrouwen autonoom moeten kunnen beslissen over hun eigen vruchtbaarheid?

Men heeft de neiging conservatief en dus ook progressief bejegenen van de samenleving en van daaruit de politieke evolutie te waarderen als statische begrippen op te vatten. Men hanteert daarbij vaak de ethische waarden en normen als graadmeters en dan zouden  euthanasie voorstaan, eventueel ook medisch begeleide zelfdoding progressieve stellingnames   zijn. De vraag is eerder dat conservatieven en progressieven vaker hun standpunten bekijken vanuit hun eigen zelfbeeld zodat zij dus conservatief geachte standpunten zullen delen als daarvoor steun gevraagd wordt. Men zit dan wel vast in een loden kooi en anderen kunnen er vrij gebruik van maken om hun (vermeende) achterban te volgen. Ook progressieve lieden, die menen dat ze altijd progressieve standpunten moeten volgen geven hiermee hun beoordelingsvermogen af. Ouders, die politiek en zelfs maatschappelijk eerder conservatief zijn, maar zien hoe hun zoon of dochter homo blijkt of lesbienne, zullen niet per se die banden doorknippen, eerder niet dan wel heb ik de indruk, al hebben ze het er wellicht niet gemakkelijk mee; of progressieve ouders altijd de keuzes, geaardheid – is geen keuze dus – van hun kinderen voor lief nemen is niet geweten, zodat men ervan uit kan gaan dat ze die levensweg zonder morren aanvaarden. Wordt hier onderzoek naar gedaan? Of zouden conservatieve mensen a priori tegen migratie en culturele metissage gekant zijn, omdat ze voor een zelfverloochening kiezen?

Niet alleen ziet men vooral de conservatieve maatschappijvisie als een statisch iets, het zou ook refereren naar dezelfde werkelijkheid, altijd en onveranderlijk. Ik denk dat hier een aanname gehuldigd wordt die niet valt hard te maken. De conservatief anno 1900, zoals Charles Woeste die tegen de schoolplicht gekant was, betoogde dat de vrijheid van de familievader niet in het gedrang mocht worden en als die thuisonderwijs wenste te geven, omdat de school niet betrouwbaar – ideologisch of anderszins – bleek, dan mocht men de schoolplicht niet aanvaarden – het heeft veertien jaar discussie gevergd om tot de leerplicht tot 14 te besluiten. Ook vonden Woeste c.s. – zowel katholieken als liberalen – dat kinderen uit arme gezinnen beter konden gaan werken dan hun broek te verslijten op de schoolbanken. Ik denk niet dat conservatieven vandaag nog deze visie aankleven.

Het punt is dat conservatieven de vooruitgang niet afwijzen, maar dat zij vaak niet stoemelings veranderingen doorgevoerd willen zien, waarvan ze niet overtuigd zijn, omdat het doorvoeren ook teveel negatieve gevolgen kan hebben of omdat de prijs, de investering niet de resultaten zal opleveren die men ervan verwacht. Een conservatief zal nieuwe technologie niet afwijzen, zal misschien wel net bezig zijn met innovatie en nieuwe mogelijkheden onderzoeken. Bovendien kan men zich bezwaarlijk inbeelden dat iemand op alle terreinen even conservatief of progressief blijkt, terwijl het cliché dit net wel laat vermoeden, zonder goede argumenten. Bovendien bleek al vaker dat men in de jeugd en jonge jaren een hemelbestormer wordt om vervolgens met het klimmen van de jaren milder te worden en uiteindelijk in het conservatieve hoekje, erger nog, in het reactionaire hoekje te belanden. Dat blijkt vooral reactief, vaak ook zonder veel ernstige reflectie.

Wat de conservatief wil? Niet dat alles blijft wat het is, want de wereld verandert al een paar eeuwen zo snel dat men niet bij het oude kan blijven hangen. Bovendien is het nog maar de vraag of wie tegen abortus zou zijn- om religieuze redenen – ook werkelijk conservatief zou wezen. De ontwikkeling van de markt van anticonceptiva is voor veel mensen een zegen geweest, soms bleek een abortus zich op te dringen en als dan de vraag komt hoe de wet dat moet regelen, waarrond in de jaren 1970 en ’80 heel wat inkt gevloeid, veel actie voor gevoerd, een arts in de gevangenis terecht is gekomen, dan bleek naderhand dat er te onzent maar weinig weerwerk is gekomen, waarbij groepen als “pro vita” wel opvielen natuurlijk.

In de ideale wereld is de conservatief v/m iemand die grondig nadenkt en redelijkheid betracht bij de oordeelsvorming, waarbij niet elke wens en verlangen meteen tot de waan van de dag wordt verheven, maar net goed en uitgebalanceerd wordt overwogen. Progressieve lieden hebben veel moeite gedaan mij ervan te overtuigen van hun inzicht dat net zij degene waren en zijn, want zij denken vooruit en vinden de wereld zoals die is, onvolmaakt, te onvolmaakt om er vrede mee te hebben. Vooruitgang voor alles, ook als die schadelijk blijkt voor een deel van de samenleving, ook als ze ontredderend blijken voor anderen. De vooruitgang nastreven eventueel is nog iets anders dan werken aan verbeteringen,  bijvoorbeeld als wetenschapper of in het eigen metier, om tot betere producten te komen. De ambachtslui van weleer hadden ook soms de neiging uiterlijk de normen van het ambacht te blijven onderschrijven, maar wel hun voordeel deden met hun eigen (geheime) aanpak, tot er reuring over ontstond.

De gedachte dat mensen terug willen naar een ideale, verloren gewaande wereld, kan men wel eens terug vinden, maar soms vindt men die ook in de rangen van ecologisten, die zich ethisch graag progressief voordoen, sociaal naar rechtvaardigheid streven maar gekant tegen ggo, biotechnologie en andere nieuwe vindingen. De wereld is evenwel alles wat het geval is en onder meer de evolutie der dingen laat zelden terugkeer naar het paradijs toe.

Zou de conservatief echt tegen vervlakking en vulgariteit gekant zijn, dan was het programma wel erg beperkt en bovendien zeer moeilijk te valideren, want wat is nu vulgair en vervlakkend? De lectuur van Boontje werd 50 jaar geleden op katholieke scholen afgewezen, maar sommige leraren vonden het nodig, zelf vrij enthousiast, de elite van het onderwijs – toen was middelbaar onderwijs nog altijd evident elitair want de leerplicht gold tot veertien jaar en alleen wie er de middelen voor had of een beurs verworven had kon naar het college of het atheneum – met Boon of andere opvallende schrijvers van toen te confronteren. 30 jaar geleden voerde men in het secondair onderwijs stilzwijgend de lectuur van klassieker, van Marlowe en Shakespeare, Goethe en andere schrijvers af – al waren er natuurlijk nog leraren die niet konden zwijgen over de Bard of de auteur van “Het lijden van de jonge Werther” of Couperus – al waren niet alle boeken geschikt voor jonge lezers. Juist conservatieven vonden het nodig de actieradius van de leerlingen/studenten uit te breiden, want zelf hadden ze vaak ook de buik vol van de halfbakken lectuur die vooral  het katholiek onderwijs aanbood. Lodewijk van Deyssel? “Een liefde” kwam niet ter sprake. Merken we op dat Goethe begon als hemelbestormer, stormram van de Sturm und drang en nog in Faust II nadacht over de mogelijkheden van toenmalige nieuwe wetenschappelijke en maatschappelijke inzichten. Werd hij conservatief? Soms lijkt het zo, maar het beeld is minder eenduidig dan men ons graag wil doen geloven. Nu, de man werd 82 en dan kan men enige nostalgie naar de jonge jaren niet verdacht vinden.

Frank Vande Veire meent dat het conservatieve verhaaltje van Theo Francken waardeloos en uitzichtloos moet heten, maar ik weet niet of Theo Francken echt conservatief mag heten, of hij überhaupt ernstig heeft nagedacht over de weg die we zouden moeten gaan, want inzake onderwijs noemde hij de Bildungsgedachte ooit afgedaan en verloren. Nu, ooit was de Bildungsgedachte net vernieuwend, omdat het jongeren die voordien nooit de kans op goed onderwijs gehad zouden hebben, nu degelijk gymnasium of eventueel Handelsschool konden volgen. Zo noemt men ook graag Pruisen conservatief, terwijl het in de periode na 1806 met een aantal hervormers model stond voor nieuw onderwijs, vernieuwend onderwijs, maar na de val van Napoleon en het herstel van de entiteit Pruisen – een complex lappendeken werd meer aaneengesloten – plots heel wat conservatiever, maar de samenleving zelf zou, zeker vanaf ongeveer 1850, 1860 de industrialisatie wel aanvatten en een grondige ontwikkeling kennen, waarbij de adel vooral als reactionair werd weggezet, maar onder anderen de broers Willem en Alexander von Humboldt konden geen vrede hebben met de actuele gang van zaken – actueel in hun tijd. Hetzelfde proces kan men in Nederland, in Frankrijk onderkennen waar progressief en conservatief niet altijd bij een groep verankerd lijkt en bovendien zijn het vaak lieden, dames en heren uit de betere kringen die op bepaalde terreinen voor nieuwe verhoudingen actie gaan voeren, zoals de strijd voor vrouwenstemrecht, terwijl men op andere terreinen, c.q. onderwijs of legerdienst wel voor het behoud koos. Men hoefde noch hoeft eenduidig tegen de dingen aan te kijken.

Frank Vande Veire komt aandraven met een stelling waar wel een en ander tegenin te brengen valt. Hij zegt noch min noch meer dat conservatieven niets meer hebben waar ze aan kunnen hechten. Dat zou betekenen dat men alleen nog vooruit kan stormen, zonder nadenken. Naar de ultieme redding of de totale ondergang. Wie zal het zeggen? Conservatieven kunnen net zo goed van hedendaagse kunst houden, maar er andere maatstaven aan hechten dan progressieven, het verschil? Dat zal altijd uit discussies moeten blijken, hoe mensen hun waardeoordelen presenteren. Of mensen de opmerking van Francken ernstig namen? Wilde ook hij niet domweg provoceren? Kwestie van de naamsbekendheid op peil te houden.

Paus Johannes Paulus II, Von Hindenburg en Pétain hadden gemeen dat ze in hun tijd wel wisten hoe ze de beschikbare media en podia konden gebruiken om zich bij het publiek te presenteren en aan hun verlangens te appelleren. Von Hindenburg, hoewel zat van dagen, wist dat hij als president van de Weimarrepubliek ook zelf aan zijn populariteit moest werken, al leek hij bijna ongeïnteresseerd de politieke gebeurtenissen te volgen. Pétain deed voor hem niet onder en kon via de radio en via de bioscoopjournaals het publiek bereiken. En Paus Johannes-Paulus II deed, in een andere tijd niet voor hen onder. Nu zou Popie Jopie wel degelijk ook gebruik maken van YouTube of Instagram en hij zou een schare volgelingen achter zich hebben, niet meer zo jonge mensen die hem hoog schatten.

Waar de conservatief aan hecht? Niet alleen strijden tegen vervlakking en vulgariteit, maar een bepaald model en idee van de samenleving hoog houden, maar vaak blijkt de keuze goed afgewogen te worden, zeker als het de mogelijkheden van moderne technologie aangaat, want die kansen laat men zelden liggen. Het discours is vaak populistisch, maar wie ontsnapt daaraan dezer dagen?


Bart Haers


Reacties

Populaire posts