Waarom gedijt extreem rechts dezer dagen?
Dezer
Dagen
Strijdbaarheid en waarden
Bij het verschijnen van een omstreden boek
Kairos,
de god van het momentum, was weer actief, gisteren, want terwijl we eerst nog zaten
te kijken naar een discussie over de uitgave van “Mijn Strijd”, de vertaling
met annotaties van “Mein Kampf”, kregen we later op de avond een documentaire
over een stel jonge, ambitieuze gasten die een feitelijke club oprichten “Schild
& Vrienden” om de “aloude” waarden te verdedigen en zoals het hoort
heimelijk te infiltreren in het middenveld en publieke instituties. Uiterst
rechts heeft geleerd van uiterst links, zo te zien en het ontwaken blijkt
bitter. Maar zou dat soort groepen werkelijk een grote greep kunnen krijgen op
de samenleving?
Er was
ook nog een discussie die nergens op uitliep over de terminologie die het
Museum voor Midden-Afrika moet hanteren om noch de witte bezoeker noch de
mensen met Congolese roots of er zelf geboren zou kunnen of mogen te storen.
Het is een nobel streven, maar wie strijd voor de maximale winst, zal nooit
tevreden zijn, bedacht ik. Bovendien, het is juist dat we van Congo nog altijd
geen goed beeld hebben, omdat zelfs 60 jaar na de Expo we in de media nog maar
weinig werkelijke interesse vinden voor Congo en het leven, de cultuur van de
burgers van Congo. Men moet natuurlijk de politieke aspecten aanstippen, het
wanbeleid van Mobutu en de zwakke politieke posities van het dierbare vaderland,
België dus. Maar documentaires over het land, de economie, demografie, de
mensen vooral, blijven achterwege. David van Reybrouck deed een verdienstelijke
poging, maar na de loftuitingen viel het allemaal weer stil.
Is een
hut een huis? Wanneer zijn in Drenthe of Limburg de laatste plaggenhutten
verdwenen, waar mensen woonden? Bovendien, een houten structuur, met daarover heen
bladeren en rondom met leem en stro bezette wanden, soms zelfs met mest van
runderen, is wellicht een hut, maar hoeft niet klein en benepen te zijn. Ook
geldt dat Congo behoorlijk groot is en dat de vele geografische verschillen ook
voor andere levenswijzen zorgde en zorgt. Eilasie, hoeveel behoorlijke boeken
voor een geïnteresseerd publiek brengen onze uitgeverijen uit? Hoeveel
wetenschappers, archeologen, antropologen en historici leggen behoorlijke,
inhoudelijk goed opgebouwde werken aan dat publiek voor?
Echter,
de media valt weinig te verwijten, heet het, want het blijft maar aanmodderen
en nieuws uit Kin is niet altijd hoopgevend. Echter, behalve nieuws brengen kan
men ook reportages brengen – was er niet ooit die heldhaftige reporter Kuifje? Maar
dat bedoel ik niet. Reportages en onderzoek, dat is ook zaak van kranten en
bladen, Livingstone en Stanley, om maar die te noemen en dan vergeten we best Roger
Casement niet. Het punt is niet altijd, zoals mevrouw Bambi Ceuppens zegt, dat
woorden juist of onjuist zijn, maar dat we aan de connotaties van woorden, de
perceptie niet altijd voorbij kunnen. Maarten Boudry onderschrijft dat wel,
maar heeft de gewoonte redeneringen tot het einde door te denken om ze dan in
alle absurditeit voor te stellen. Sorry, maar elke redenering wordt absurd als
men die doordenkt. Denken betekent dan ook iets anders dan een flits, een inval
voor een idee te houden die men desnoods met spuug en touwtjes nog enigszins
kan onderbouwen. De logica die dr. Boudry hanteert maakt bijna elk debat
onmogelijk. Niet omdat we vinden dat logica er niet toe doet, wel omdat logica
meer is dan proposities uittesten.
Daarmee
komen we dan meteen in die andere discussie terecht, over de publicatie van “Mein
Kampf” in het Nederlands. Professor Bruno De Wever gaf duidelijk de indruk dat
de discussie in zo een beperkt bestek moeilijk te voeren viel en dat nu het boek
er is, toegelaten, men er vrij over kan beschikken, maar dat het tegelijk niet
evident is daaruit de voetklemmen en schietgeweren te lichten die aan het
nazisme, als iemand dat zou wensen, een nieuw elan te geven. Het boek, zo gaf
ook Arnon Grundberg aan, kan nog moeilijk begeesteren omdat het ontstond in een
heel specifieke epoche, het interbellum. Of het blijven leuren met “De Protokollen
van Zion”, niet gevaarlijker is? Ik zou het niet weten, want over wat voor een
gevaar spreken we?
Duidelijk
is dat veel mensen die de publieke zaak genegen zijn, vrezen dat de
democratische, parlementaire rechtsstaat in het gedrang zou kunnen komen, als
extreem-rechts opnieuw de touwtjes in handen zou krijgen. Die vrees is niet onterecht,
maar ik denk dat bestuurskundige lauwheid of zelfs verzuim, zoals Paul Frissen
schreef, wellicht even gevaarlijk zijn. De aandacht voor veiligheid en het
steeds verder uitbouwen van volgcircuits, met camera’s en sensoren, geeft de
staat, geeft bedrijven inzicht in onze verplaatsingen. Bovendien, van waarden
gesproken: kan onze overheid zomaar de burgers massaal wantrouwen? Een van de
problemen van het Interbellum in Europa, vooral in Duitsland, was dat het
vertrouwen van de burgers in de overheden ernstig geschaad was geworden, omdat
de oorlog werd verloren, maar niet iedereen bepleitte daarom een dictatuur als
oplossing. Bovendien leefden Duitse burgers nog met de gedachte dat de overheid
zorgde voor de voorwaarden voor het goede leven, maar de burger was in se
apolitiek. Na de Wapenstilstand, de vrijwillige verbanning naar Nederland van
de Keizer en de wijze waarop Ludendorff en Hindenburg de macht hadden afgegeven
aan de burgers, om hen de vuile job van de afrekening te laten oplossen, was
het vertrouwen van de burgers in de instituties wel degelijk zeer gekneusd,
geraakt. Ook de Vrede van Versailles hielp daarbij want de Duitsers kregen de
schuld voor de oorlog en de verantwoordelijkheid voor de doden, ook de Franse
en Britse, terwijl dat toch de schuld was van de generaals, de minister van
oorlog, de regeringen?
Toen
Hitler zijn putsch opzette in München was Frankrijk overgegaan tot de bezetting
van het Ruhrgebied om de vergoeding van de oorlogsschade zelf te gaan halen en
ja, België deed mee, al heb ik daar nog maar weinig over gehoord. Die bezetting
had grote gevolgen voor Duitsland en de Duitsers, maar hun slagvaardigheid en
onderlinge solidariteit werd er wel door versterkt. Regering, bedrijfsleiders
en vakbonden stonden zij aan zij om de Fransen en de Belgen elke toegang tot de
productiemiddelen te ontnemen of kolen mee te slepen naar Frankrijk en België.
Nu kan men België nog wel te goede houden dat de bezettingstroepen tijdens de
oorlog de industriële productiemiddelen gewoon hadden geroofd – en de
grootmachten hadden in Versailles – de onderhandelingen gebeurden blijkbaar in
de Amerikaanse residentie – weinig aandacht voor de Belgische belangen, laat
staan verzuchtingen en wensen, zoals de aanhechting van Nederlands Limburg bij
België of een mandaat over Palestina, omwille van de heer Godfried van Bouiilon…
Ook kan men niet goed voorbij aan de opmerkingen van onder meer John Meynard
Keynes, die vond dat de verplichtingen aan Duitsland opgelegd een bedreiging
zouden vormen voor de economieën van zowel de geallieerden als de verslagenen
van de oorlog. Het pamflet was een groot succes bij verschijnen, maar de Franse
regering liet het links liggen. De fouten van geallieerde zijde worden in
programma’s over WO I en het Interbellum zelden aan de orde gesteld, de
posities van politieke groepen in Duitsland of Oostenrijk komen aan bod om de
opgang van Hitler te verklaren, maar zeggen doorgaans weinig. Kortom, wie de
Putsch van Hitler en co niet plaatst in het kader van de gebeurtenissen, waaraan
dus ook het buitenland debet was, kan nog de beweegredenen voor de putsch
begrijpen nog de gevolgen ervan.
Het
feit dat München in 1918-1919 een communistische republiek was, die werd
onderworpen door irreguliere troepen, de vrijkorpsen, wat het endemische geweld
in de verslagen natie en verzwakte staat alleen maar versterkte, verdient net
zo goed onze aandacht als de moordpartijen, waarvan Rosa Luxemburg en Karl
Liebknecht, maar ook Walter Rathenau slachtoffer waren. Zou het kloppen dat
Hitler inderdaad in die periode een soort herscholing kreeg en werd uitgenodigd
zijn inzichten te ventileren, voor een publiek, wat hem en anderen toen de
crisis op een hoogtepunt kwam en de inflatie hoge toppen scheerde, ertoe
verleidde een aanslag te plegen en de macht alvast in Beieren te veroveren. Dat
mislukte en Hitler moest dan maar voor de rechter komen en kreeg een jaar
vestingstraf. Daar schreef hij dan, dicteerde hij zijn boek, in feite twee
banden dat hij na zijn verlating publiceerde en waar hij al vrij snel goed van
kon leven. Dat hij de kans zou krijgen er iets van te maken bleek tussen 1925 en
1929 moeilijk te geloven, omdat er allerlei internationale initiatieven genomen
werden, ook deels om Frankrijk te kijk te zetten en de vrede te versterken,
vooral Duitsland economische en politieke ademruimte te geven. De verkiezingen
in Duitsland in 1928 waren voor de NSDAP geen succes, pas nadat de gevolgen van
de grote depressie in de VS zichtbaar werden – wat door de investeringen van Amerikaanse
bedrijven in Duitsland na WO I, niet zo lang op zich liet wachten, zodat de
Duitse samenleving opnieuw met inflatie en werkeloosheid te maken kreeg, gaven
de aanhangers van Hitler ook in verkiezingen een boost. Na de aanslag in München
en als gevolg van de veroordeling begreep Hitler dat hij de lange weg door de instellingen
en via verkiezingen diende te volgen, wilde hij op solide basis aan de macht
komen. Vergeten we niet dat in 1922 Benito Mussolini wel met straatlawaai aan
de macht was gekomen, de beroemde Mars op Rome. Ook waren de communisten en
sociaaldemocraten de militante houding van de SA zat en kwamen ook zij gewapend
op straat, met veel gedoe en doden tot gevolg. Kunnen wij ons, flanerend bij de
Elbphilharmonie in Hamburg? Men roept de jaren 1930 graag uit als grauwzame
jaren, als waarschuwing voor wat ons te wachten zou staan, maar men ziet maar zelden hoe mensen als Hitler
en de zijnen in de jaren twintig in een klimaat opereerden dat heel erg hopeloos
was, voor de burgers en voor de instituties. Een historicus kan dat boek lezen
en er duizenden voetnoten bij plaatsen, het is maar een element in de opkomst van
het nazisme. De verziekte sfeer, de extreme polarisatie en uiteraard de visie
van de beweging en partij, kan men niet los zien van een zekere decadentie in
hogere kringen, de reis naar het Morgenland en de vele cabaretiers en cabarettières
zoals Erica Mann, met teksten van onder meer Klaus Mann, die vanaf ’33 in exil
zouden gaan leven, zoals ook veel Joodse kunstenaars en intellectuelen. Nu,
Erica en Claus waren via hun moeder ook joods… Maar Thomas Mann had nog een
verdediging van de Duitse oorlogsinspanning geschreven “Betrachtungen eines
Unpolitischen”, een boek waarin Mann de Civilisatie als Frans én decadent
voorstelde, terwijl de Kultur naar zijn inzichten de garantie was voor een
hoogstaand leven en wars van politisering. Zelf heb ik geen problemen met vormen
van decadentie, maar het moet gezegd dat ook in andere landen dan Duitsland
mensen vragen gingen stellen tegen de moderniteit, in het UK tot aan het hof en
ook in Frankrijk.
Dan
zijn er die miljoenen Duitsers waar we weinig van horen, die verschijnen in
statistieken of af en toe een gezicht krijgen in een verhaal, een reportage of
in familiedocumenten. Hoe beleefden zij dat alles, hoe vatbaar waren zij voor
het nazisme? Het is een vraag die ik me wel vaker gesteld heb en een paar keer
kreeg ik al de kans om over die periode, de jaren voor de machtsgreep te
spreken. Zij weten er niet zo heel veel meer van, maar de wereld van hun
grootouders is hen even vreemd als ze mij vreemd is, de wereld van groot- en
overgrootouders. In het kader van een breder debat over Europa zou men dus best
eens een diepgaandere blik werpen op de jaren na WO I en wat er in de
onderscheiden landen gaande was, want het revanchisme werd in Frankrijk ook wel
goed opgepookt, onder meer door de beweging van Charles Maurras, de Action
Française. Ontstaan voor WO I, tegen de (erfenis van de) Revolutie, de Derde
Republiek en de neutrale school, kreeg ze tijdens WO I veel bekendheid en ging
Maurras Clémenceau steunen. Ook daar was een zekere onzekerheid mee de
drijfveer, want men kwam tot het besef dat de val van Napoleon III en de nederlaag
tegen Pruisen Frankrijk diep had geraakt. Ook het verlies dat dreigde op de
wereldzeeën tegenover de Britten speelde een rol. De grandeur van Frankrijk
weer herstellen, zoiets wat het dus.
Anders
dan toen ziet men vandaag bewegingen opkomen in een welvarende samenleving.
Waar kwam Frauke Petry vandaan? Uit Dresden, opgegroeid vanaf 1975 in de DDR.
De AfD veranderde van een club van economen in een populistische partij, maar
voor zover ik het kan zien, vinden de woordvoerders hun inspiratie in de
actualiteit en ziet hun leefwereld er eerder goed burgerlijk uit. Zoiets zie je
dus ook aan de groep “Schild & Vrienden”, die anders dan de vroegere
groepen, VMO en wellicht ook Westland-New Post niet meer teruggrijpen, althans
niet openlijk naar de NSDAP of het fascisme van Mussolini. Raakpunten zullen er
zeker zijn, maar het is niet helemaal zeker dat mensen vandaag nog iets van het
discours van toen te maken willen hebben of er nog iets van begrijpen zouden,
zoals tijdens de discussie bleek. Toch vormt onder meer racisme een drijfveer
of afkeer van de Islam?
Links
steigert bij uitingen van racisme en islamhaat, maar reageert ook al eens
overgevoelig, of al te meegaand, als het om moslims gaat, om boerkini’s en chador’s.
Hoe zelden horen we kritiek op het gebruik van uithuwelijken van dochters. Toch is dat ook
een behoorlijke inperking van de rechten van die meisjes. Via familiehereniging
wordt het dan wel weer gelaakt. Kleding
is persoonlijk, vrijheid van godsdienst staat boven alles, zegt men, maar
religieus onderscheidende klederdracht moet men wellicht wel ter discussie
mogen stellen, waarbij een goed debat tot nog toe onmogelijk is gebleken.
Iedereen in de eigen loopgraaf en schieten maar op al wie beweegt, zo merkt het
publiek, enigszins vermoeid.
In onze
tijd zweert iedereen bij de waarden van de Verlichting, maar het blijkt wel
moeilijk om te gaan uitleggen waar het dan om over gaat. Vrijheid en autonomie
zijn waarden, ook gelijkheid, vooral van man en vrouw, echter, het
belangrijkste, “Aude Sapere” durf te denken en dus ook al eens een foutje te
begaan, blijkt vaak buiten het voorstellingsvermogen te vallen. Die jongelui
die nu een groep hebben opgericht en via infiltratie hun ideeën en vooral hun
invloed te laten gelden, hebben ze van geen vreemden, want het was links en
uiterst links dat die strategie aanwendde om haar eigen invloed uit te breiden.
Het is ook niet verboden, want er bestaat zoiets als vrijheid van vereniging.
Echter, dat we de inhoud van hun ideeën niet kunnen smaken zal wel duidelijk
zijn, ook al omdat ze geen oplossingen voor kwesties van deze tijd in hun mars
hebben. Als je als jongere komt aanzetten met de slogan dat het traditionele
gezin de norm is, dan ben je wel een paar stations achterop. Dat men blijft
claimen dat we de samenleving terug kunnen voeren naar zestig jaar geleden, of
beter 120 jaar geleden, dan moet men ook van alle grieflijkheden die sindsdien
ontstonden, van de auto over de stofzuiger tot de computer, de tablet en al die
andere spullen maar afzien. Juist die kerels bedienen zich bij uitstekken van
die apparaten.
Onze
samenlevingen, in Europa, de VS, Canada maar ook China en Japan… hebben de
enorm snelle evolutie inzake technologie op het oog goed verwerkt, want
iedereen heeft de nodige apparaten bij de hand. De echte verwerking evenwel zit
hem in het omgaan met die apparaten en nieuwe realiteiten, zoals de grote
migratiebewegingen en daar hebben we geen goed antwoord op. Ook andere
samenlevingsvragen dienen zich aan, rond het levenseinde, rond GGO en nieuwe
vormen van energieproductie. Dan komen er nog de interacties met de
buitenwereld bij, Erdogan, Poetin, China en uiteraard de EU. Kunnen mensen zich
daar weinig bij voorstellen, ook niet bij de mogelijkheden die de EU te bieden
heeft, met alle mindere facetten, dan kan men mensen inderdaad gemakkelijk
verleiden met simpele boodschappen.
Hitler
kan niet verschoond worden, de daden van zijn regime, de oorlogsvoering en de
knechting van burgers via gedwongen arbeidsdienst, waar mannen toe gedwongen
werden en waar heel wat geleden is, waaraan anderen zich probeerden te
onttrekken door onder te duiken, kan men niet minimaliseren. Maar ik zie niet
goed in hoe iemand vandaag met die boodschappen mensen zou kunnen verleiden,
want we leven in een burgerlijke samenleving, waar het staatsgezag op het oog
afbrokkelde, maar tegelijk nieuwe vormen aannam. Het is ook niet verboden stelling
te nemen tegen maatschappelijke evoluties of onze samenleving decadent te
noemen – wat ik geenszins onderschrijf – mag. De kwestie is dat die groep,
Schild en vrienden, verbanden zoekt en vindt met onder Thierry Baudet en
Bannon, Altrigth en op die manier mee een bedreiging gaat vormen voor de open
samenleving. De vijanden van de open samenleving zijn onder meer zij die
geloven dat je macht kan verwerven om de macht en proberen de samenleving te
veranderen. Die zitten niet enkel bij groepen als Schild & vrienden want
velen willen het niet aan de werkzaamheid van burgers overlaten hoe de
samenleving evolueren zal, terwijl dat het eigene is van de open samenleving
van Karl Popper. Ook Johan Thorbecke vond dat de overheid vooral een goed kader,
deugdelijke wetgeving moet voorzien en het werk zelf, het leven zelf overlaten
aan de welwillende burgers.
We
leven, zo lijkt het wel, in een sfeer waar de letter van het gesproken of
gedrukte woord essentieel is en alle discussies – zoals rond een lezing in een
misviering – maken abstractie van context en vooral van het geheel van de tekst
zelf. Natuurlijk zullen mensen die zich tegen de samenleving keren zoals we die
kennen en racisme geen probleem vinden, de polarisering nog versterken. Men
moet weerwerk bieden want willens nillens zullen we de metissage moeten
aanvaarden en dat kan nog eens iets goeds worden ook. Metissage betekent uitwisseling,
maar wij zijn er toch zelf bij, zodat we kunnen aangeven wat we niet willen,
zonder de andere daarom inferieur te durven vinden. Slingerend tussen Skylla en
Charibdis moeten we de samenleving zien te loodsen naar rustiger zee, begrijpend
dat we altijd nog stormen te verwerken kunnen krijgen. Ik had al geruchten
opgevangen over die groep, maar vroeg me af hoeveel water ze naar de zee zouden
brengen. Nu is er veel commotie over ontstaan, omdat ze extreem rechts lijken,
proberen een beproefde strategie in praktijk te brengen en al direct tegen de
muur aanlopen. Of men daarmee het populisme raakt, blijft nog de vraag. Een
samenleving is heel wat complexer dan men in zo een discours kan proppen, want
anders wordt het te moeilijk. Het is overigens merkwaardig dat die groep zich
ook antisemitisch gedraagt, want sinds goed tien jaar zijn zowel Vlaams Belang
als N-VA veel vriendelijker voor joodse medeburgers, terwijl links hen de
bezetting van Palestina is gaan verwijten, ook als ze zelf antizionistisch
zijn, wat niet vreemd is bij ultra-orthodoxe joodse mensen. Ach, ’t is weer
moeilijk, zal u zeggen, maar zo is het nu eenmaal.
Tot
slot: moeten we echt de mentaliteit van mensen veranderen? Moeten we de samenleving
veranderen of moeten we mensen, onszelf incluis de ruimte geven om zelf keuzes
te maken over hoe we ons leven vorm geven en het streven naar welbevinden? Politici
laten zelden een kans liggen om mensen te vertellen dat ze fout bezig zijn, met
de schoolkeuze voor hun kinderen, hun slaap- en voedselgewoonten, hun
mobiliteit – behalve als ze op een mooie zomerdag massaal naar zee rijden. Bovendien
kunnen politici vaak niet leveren wat ze beloofden, omdat de werkelijkheid niet
zo voorspelbaar is als men zou willen. Hitler kon in 1924 een publiek aanspreken
in een land dat zo ongeveer in burgeroorlog verkeerde, economisch en financieel
geen kant op kon, gedeeltelijk bezet door Franse troepen – inclusief Saarland
bezet hielden sinds 1918 en met de Britten bezettingstroepen leverden voor de bruggenhoofden
op de rechteroever van de Rijn, zoals in Keulen, waar de heer Konrad Adenauer
mee af te rekenen had – Adenauer was onder het Naziregime persona non grata.
Vandaag is Europa welvarend – pourvu que ça dure, zeggen pessimisten dan – en toch
laten we onze ontevreden luid klinken. Zijn er daar wel redenen voor? De media
hebben hier een grote en belangrijke te vervullen, niet in nieuwsflitsen maar
in gedegen documentaires en goede debatten, zoals het programma “Het
Filosofische Kwintet” op de Nederlandse televisie, waar dit seizoen Philipp
Blom een vaste gast was. Ben ik het niet altijd eens met uitkomsten of
argumenten, dan blijft het interessant te zien hoe maatschappelijke evoluties
ons beroeren en hoe we ermee om kunnen gaan.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten