Nun muss sich alles, alles wenden


Recensie

Zonder titel,
 Hoe sommigen geen vrijheid vonden

WIBKE BRUHNS. Het land van mijn vader. Geschiedenis van een Duitse familie. Vertaald door Hans Driessen, De Arbeiderspers, 336 blz., 18,95 euro. Oorspronkelijke titel: Meines Vaters Land .


Al sinds 2005 vond ik het een belangrijk boek, maar omdat velen maar blijven doorgaan over het gevaar van het fascisme en over hoe het toch zo fout is kunnen gaan, probeer ik alsnog mevrouw Bruhns en haar relaas recht te doen. Zonder titel dus, want het mag duidelijk zijn, het boek dat ze schreef en in 2005 in het Nederlands verscheen, kunnen we niet met eigen vindingrijkheid versieren. Het land van de vader, de betekenis van het vaderland en hoe dat het beste gediend kan worden, daarover gaat het.

Waarom pakt het zo lastig uit over de Duitsers te spreken die betrokken waren bij WO II, Weimar en WO I, maar ook, zoals blijkt uit de beperkte interesse voor de biografie van Joachim Gauck, voor mensen die de DDR hebben overleefd? Omdat we hen schuldig achten? Omdat we burgers en oorlog niet met elkaar in verband kunnen brengen. Maar goed, overzien we hoe we aankijken tegen de houding van Thomas Mann, van Klaus Mann (te lezen in Mephisto) of Joachim Fests relaas van het leven van zijn vader, Johannes Fest, dan is duidelijk dat we blind willen blijven voor de vele aspecten van deze wereld die voorbij is gegaan. Dan zwijgen we nog over de receptie, ook al in 2005 van het relaas van Inge Scholl…

Wat we meekregen? Shoah, Anne Franck, Holocaust, talloze boeken over Erwin Rommel, het Ardennenoffensief en al die andere zaken meer. Katyn? De hecatombe van Poolse officieren? Kwamen we pas na de Wende echt te weten.

Nunn muss sich alles, alles wenden! De figuur om wie het voor Wibke draait is haar vader en tegelijk de familie, Kurt Klamroth, de grootvader, Gertrud, grootmoeder en moeder Else, kortom, een familie, maar het is via de nagelaten stukken, helaas bepaald onvolledig  - door huiszoeking van de Gestapo en ingrepen van Else - , dat Wibke Bruhns de zaak kan reconstrueren en daarin speelt dit lied een grote rol. Men kan uiteraard aan de familie van Johann en Thomas Buddenbrook denken, aan de familie Mann zelf ook. Alleen, de roman werd geschreven in een andere tijd, 1901, toen Duitsland economisch, cultureel en intellectueel bloeide, toen het Keizerrijk de politieke betrokkenheid van de burgers overbodig leek te maken. De familie Klamroth heeft in Halberstadt wortels in het verre verleden. Van klein- naar groothandel en productiebedrijf in de landbouw, zaaigoed en meststoffen. Kurt Klamroth gaat in de Keizertijd naar Curaçao en hij zal zijn zoon dezelfde weg sturen, tot Venezuela en zo de kans geven iets van de wereld te zien, de blik te verruimen.

Nu moest alles anders worden, zo lezen in dit boek over de jonge IG Klamroth, want hoewel Kurt de initialen niet draagt, de naamdragers van de firma krijgen telkens een naam met I of J en dan G, Johannes Georg wordt HG en in het boek schrijft de dochter telkens over HG. Het verhaal van de ondernemer die in Halberstadt een notabele is en op een merkwaardige manier erin slaagt de economische en industriële ontwikkelingen in Duitsland, onder meer de groei van de chemie weet te volgen en er profijt van te halen, ontwikkeld een zekere manie voor de familie, voor het goede Duitse. Het is indrukwekkend te zien hoe de visie van Thomas Mann, ontwikkeld in zijn “Betrachtungen eines Unpolitischen” na de oorlog van revolutionair conservatief evolueert naar dat wat hij in de Betrachtungen nog had afgewezen, de idee van het humanisme en de civilisatie. Ook in “Der Zauberberg” krijgen we een voorstelling van zaken die voor het betere begrip van de Duitse grootburgerlijke houding, tegen democratie, voor wet en orde en vooral, humanisme en  - tja, wat staat tegenover Humanisme? -  nuttig kan zijn.

Wibke Bruhns vertelt uitgebreid over hoe de familie voor WO I in het Keizerlijke Duitsland de zorg voor het bedrijf en het goede leven voorop stelde. Precies zoals in de Buddenbrooks? Niet helemaal, want Thomas Buddenbrook werd wel senator en de voorvaderen van Thomas Mann waren senator in Lübeck – zoals nu nog steeds in enkele steden de leden van de gemeenteraad senator moeten worden genoemd. Maar Kurt Klamroth was wel degelijk betrokken bij het lokale bestuur en tot in de Nazitijd zou het devies gelden, noblesse oblige. Maar  het valt op dat in die antediluviaanse tijd de politieke kwesties niet zo zwaar lijken te wegen. Vergeten we niet dat er wel een en ander verandert natuurlijk, want het gewicht van de sociaaldemocraten groeit in de Rijksdag en ook zal de democratisering van de samenleving, maar dus ook de enorme economische groei van Duitsland de sociale verhoudingen veranderen. De omvang van het bedrijf, de betekenis van dat bedrijf in Halberstadt, stad aan de rand van de Hartz die bij de opdeling in zones na WO II in de DDR terecht kwam, dat alles kan men niet zomaar terzijde laten. De familiecultuur, met veel muziek, Schubert dus en ook eigen composities, de vakanties op het eiland Juist in de Waddenzee waar HG en de neven, drie zouden in WO I sterven, als knapen oefeningen deden, militaire oefeningen. Dat kinderen oorlogje spelen, maar volwassenen? Dril, exerceren, kampen veroveren. En door het jaar trok de zoon met de vader op wandeling, te paard, voor de dag begint. Een luxeleven? Wellicht, maar dat betekent dus blijkbaar niet, aldus Wibke, dat ze het er gemakkelijk van namen. Plicht voor alles.

We weten aan de westkant van Duitsland weinig van wat er zich in Tannenberg of Riga heeft afgespeeld. De Wereldoorlog is voor ons soms een verrassend gewestelijke aangelegenheid. Als je ziet hoe in de naoorlog de posities in Reval, Talinn dus, in Estland na de Vrede van Brest-Litowsk werden aangehouden, dan wordt die oorlog, gevolgd door een oorlog van Roden tegen Witten wel zeer moeilijk te vatten zonder er meer van te weten. Maar evenzeer en nog meer beschrijft Wibke Bruhns de situatie in Duitsland zelf, de positie van Ludendorff en Hindenburg, laat het maar duidelijk zijn, een dictatoriale positie, waarbij zelfs de Keizer helemaal buitenspel kwam te staan. De 9de november 1918 toen de SPD beroep deed op Vrijkorpsen om de straten schoon te vegen en de geschiedenis van de Dolkstootlegende, dan wordt het duidelijk dat er in Duitsland heel wat aan de hand is: de ineenstorting van een samenleving. Maar wie zijn de protagonisten en wat leeft er bij de verjunkerde elite, zoals de familie Klamroth? Verjunkerd, door huwelijken, door imitatie en mimetisme, door de eigen financiële slagkracht natuurlijk. Aan de andere kant, zowel Kurt Klamroth als HG hebben zich niet onbetuigd gelaten als het erom ging het bedrijf nieuwe wegen te laten bewandelen en ook de dochter van HG zal als studente chemie niet helemaal onwetend zijn geweest van de moderne wetenschappen. Maar tegelijk, Kurt is overtuigd van het belang van de familie en de kennis van het familie, vandaar zijn ijver tot archiveren, wat bedrijfsleiders wel moeten doen natuurlijk. Maar hoe hij tegenover Duitsland staat en de ontwikkelingen na WO I, blijkt uit dit boek wel interessant. Hij verzet hemel en aarde om het bedrijf opnieuw op de rails te zetten en stuurt HG naar Curaçao en de VS, kwestie van de wereld te leren kennen en het adressenboekje aan te vullen. HG bezoekt Pennsylvania en vergaat er van verveling, maar in New York en het Noord-Oosten ontdekt hij de ware Amerikanen, beter, een grootburgerschap dat hem vertrouwd is.

Wibke Bruhns heeft haar vader eindelijk niet gekend, want zij werd geboren in 1938 en HG ging naar het front vanaf 1939 en zou tot augustus 1944 niet veel tijd meer kunnen doorbrengen in zijn familie. Er is meer, want de auteur verteld hoe haar ouders op enig moment, begin jaren 1930 een ménage à quatre vormden, met een ander echtpaar. Else, de moeder had ook iets met de huisvriend, terwijl HG met de huisvriendin aan de gang ging. Ze schrijft, de dochter, dat ze zich preuts voelt, maar ook dat ze in haar vader al die tijd iets onvolwassens vindt. Tja, de jonge man kan ze dat moeilijk verwijten, maar de gehuwde man, de vader, bedrijfsleider en uiteindelijk, tja officier van de contraspionage wel natuurlijk. Maar hangt dat avontuurlijke liefdesleven, waar ook Deense au pairmeisjes niet veilig zijn, de verhalen die hij opdist, ze kan er als dochter, bij het schrijven ook wel ouder dan hij is geworden, niet goed wijs uit, wat hem drijft.

En dat geldt des meer zijn aanhankelijkheid aan zijn regiment, zijn zelfverwijten om de dood van een dronken soldaat, die hijzelf uit lijfsbehoud moest doden. Maar meer nog zijn lidmaatschap van de NSDAP en later, niet zoveel later, van de SS. Want de Klamroths hebben geen fiducie, geen achting voor Hitler en zijn omgeving, zijn Duits-Nationalen, die vooral monarchistisch en liberaal in economisch opzicht waren. Oude adel en grootburgers vonden er elkaar. Of velen van hen echt geloofd hebben dat ze de kleine korporaal hadden kunnen inpakken? Feit is dat ze er niet in geslaagd zijn hem van de macht af te houden of later opzij te schuiven. En hun weerstand tegen de Republiek van Weimar heeft de stabiliteit ook niet bevorderd, terwijl zowel Kurt als HG dat wel een minimumvereiste van goed bestuur vonden, met name de steun die zij en hun gelijken aan Weimar ontzegden was de noodzakelijke voorwaarde geweest voor het welslagen van die Republiek. Maar de drie hoera’s voor de Keizer klonken nog na.
Bekijkt men de invloed van de Frans-Belgische bezetting van de Ruhr, dan moet men begrijpen dat het voor burgers en bestuurders in Duitsland echt wel een beroerde tijd was, waar heel wat ressentiment tegen de fouten van de regering en de elite uit voortkwam. Maar men kan met Wibke Bruhns ook niet blind zijn voor de wijze waarop militaire loyauteit, afkeer voor de democratie en onvermogen te zien hoezeer Ludendorf en anderen de situatie tijdens, aan het eind van de oorlog en onder de Republiek hebben gemanipuleerd. We voegen er hier ten overvloede aan toe dat de bezetting van de Ruhr door Franse en door Belgische troepen altijd verzwegen wordt, enfin, het blijft meestal goed buiten beeld als het om de politieke geschiedenis van België gaat. Maar goed, voor de Duitsers hielp het ook niet dat Rathenau vermoord werd, die als bankier en ondernemer wel degelijk niet te beroerd was om standpunten in te nemen, ook tegen het zionisme, tegen het socialisme ook. In de vele feiten en feitjes, het endemische geweld ook dat de Duitse samenleving kende en dat politiek uitgebuit werd, was het best mogelijk dat de Klamroths elementen van zijn discours als waardevol zagen, maar zowel Kurt, Gertrud en zeker HG en Else, de echtgenote, die op zeker ogenblik ook in gotisch schrift haar gedachten neerschreef, maar niet in het dagboek en kinderdagboek, gingen ver mee, zonder zich volledig te laten impalmen. De familie zou zich overigens ook Arisch laten verklaren, maar bij het huwelijk van dochter Ursula – zus van Wibke – en naneef – van HG – Bernard, beroepsmilitair, kon maar doorgaan als de ambtelijke bewijsstukken er ook lagen. Nu, dat was op zich niet zo ongewoon, want ook in België waren Belgische militairen, officieren bewijzen dat hun bruid waardig genoeg was. Maar de controle in het nazi-regime ging natuurlijk veel verder en toch, het paar huwde, Ursula kreeg een zoon, maar Bernard zou het kind nooit zien.

Want dat is natuurlijk het bijzondere, dat Wibke wel vol schaamte is over de denkbeelden van vader en moeder, maar dat ze HG na moet geven dat hij de helaas mislukte bomaanslag van 20 juli 1944 niet heeft tegengehouden. Daarvoor werd hij, officier bij de SS en verantwoordelijke voor de contraspionage en beschermer van de geheimen rond de V2 in Mittelbau Dora – aan de andere kant van het Harzgebergte, maar zijn standplaats was toch Berlijn, schuldig bevonden. Misschien dat Hitler, na de mislukte putsch voor de zoveelste keer gebruik maakte van de omstandigheden om dreigende weerstand en opstand in de kiem te smoren en dus is het niet vreemd te veronderstellen dat hij de laatste resten van de oude grootburgerij en Junkers wilde treffen, heeft getroffen. De bombardementen op de stad heeft hij meegemaakt, zoals Bernard en hijzelf het falende militaire opereren van Hitler. De denkbeelden over de Joden? In het boek zoekt de auteur dat uit en ze is verbaasd, want in Halberstadt hebben de Klamroths geen omgang met de lokale joodse medeburgers, in zakelijke contacten ligt dat al anders, want ze redden de zoon van een Joodse jurist die in 1931 de lef had Hitler in het tribunaal aan een kruisverhoor te onderwerpen. In een rechtsstaat kan de uitvoerende macht hier niets tegen doen, echter…

Maar men had officieel geen contacten, zeker niet in de microkosmos Halberstadt, de wereld is complexer. En ook hier lezen we ook weer hoe overtrokken die hele waanzin van Jodenhaat wel was. Ook in andere Europese landen was er Jodenhaat, de pogroms in het Oosten, maar ook in Frankrijk (de zaak Dreyfus) en het UK, met Mosley en vooral, Houston Stewart Chamberlain… Maar in Duitsland waren er in 1933 wellicht maar goed 800.000 mensen die zich Jood noemden en inderdaad actief waren in de kunst, de wetenschappen, vrije beroepen en het bankwezen. Hun succes mag dan wel de ogen uitgestoken hebben, hadden mensen als Kurt of Gertrud, HG of Else Klamroth daar dan last van? Bovendien, kan de verscheidenheid onder die relatief kleine groep mensen ook wel behoorlijk groot geweest is. Men kan geen redelijke verklaring vinden voor de wijze waarop de Duitse bevolking meeging in de visie van Hitler, Himmler en Rosenberg. Wel kan men zich, een 70, 80 jaar na die periode moeilijk inschatten hoe het eens economisch machtige Duitsland er maar niet in slaagde het herstel van de economie op de rails te krijgen. Overigens, te lezen valt ook dat na 1932 er nog verkiezingen geweest zijn, waar 5 miljoen tegenstemmen te rapen vielen.

Vergeleken met de zakenman Robert Scholl, met Johannes Fest en anderen, die afwijzend stonden tegen de NSDAP aan de burgerlijke zijde – de SPD werd alras verboden en de communisten gingen als ze niet gevangen zaten, in het gevang – blijft de houding van de Klamroths dociel. Maar de burgerlijke oppositie was niet (meer) bij machte het regime te bestrijden. Het verhaal van de Duitse Middenklasse heet bekend te zijn, want zij waren het toch die het regime hadden gewild. Uit dit boek blijkt alvast dat de verjunkerde grootburgerij een alles onderuit halende conservatieve revolutie genegen was, maar dat ze niet bij machte waren Hitler in de greep te krijgen, laat staan te houden. Ook het leger, op uitzonderingen na heeft lang in de pas gelopen. De hoge militairen die in 1933 en volgende jaren uit dienst gingen of eruit werden gegooid, waren buitenbeentjes. Hoe het zat na 1 september 1939 in Polen? En eenmaal over de demarcatiezone met de Russen, na 22 juni 1941? Men kent de verhalen wel, ongeveer toch, maar de bevelen commissarissen en Joden te vermoorden in het spoor van de razendsnel oprukkende Wehrmacht richting Moskou, de Kaukasus en Leningrad  en de rol van de Wehrmacht bij de uitvoering ervan is altijd moeilijk te ontwarren geweest. Ook mag men niet vergeten dat er voor 20 juli 1944 wel degelijk pogingen geweest zijn Hitler te doden in aanslagen, maar blijkbaar was de man met de helm geboren.

Welke betekenis heeft dit boek nu voor ons. Alleszins spaart Wibke haar vader, haar moeder niet, weet ze zelf weinig van de sfeer voor 1933 en zelfs de jaren die ze heeft meegemaakt, tot 1944, heeft ze in haar herinnering niet vast gehouden. De putschplegers maar vooral hun weduwen zouden pas in de jaren 1950 van de Bondsrepubliek een pensioen krijgen, want men erkende blijkbaar hun uitstoting en degradatie. De naweeën van de oorlog waren voor Duitsland moeilijk. Ze hebben het over zichzelf afgeroepen natuurlijk, maar wie is die “ze”? In dit en andere werken, onder andere “Duitsers als slachtoffers” en de weerzin die aspecten te onderzoeken, komt men tot het inzicht dat er met de industrialisering van Duitsland, met de demografische boom ook en de omschakeling van platteland naar groeiende steden heeft de Duitse samenleving diepgaander beïnvloed dan men doorgaans aanneemt. Overigens, de evoluties in Frankrijk, Nederland, België… overal was die evolutie merkbaar. Ook de toename van onderwijs en de toename van het aantal mensen dat (soms onvolledig) onderwijs kreeg, mag men niet onderschatten. Daarnaast weet men dat arbeiders zich gingen organiseren en als er een land was dan Duitsland waar de Socialistische partij sterke wortels kreeg in de samenleving. Maar zoals men weet, was het in 1914 niet mogelijk voor de SPD de oorlogskredieten en de deelname aan de oorlog niet te stemmen. Overigens geldt dit ook voor Frankrijk. In dit land stelde Charles Woeste voor, zoals Boerken Naas een kogel te laten schieten in de frak van de minister van oorlog en dan de wapens neer te leggen. In dit boek vindt men het verhaal van de franc tireurs, zelfs de vrouwen die de invallers met keukenmessen te lijf gingen (in hun slaap). De mythe die de vernietiging van steden als Visé, Dinant, Leuven, Dendermonde. …  De houding van de Keizerlijke troepen heeft de steun van Londen en Amerika alleen maar versterkt. Bovenop de schending van het neutrale statuut was er dus de repressie en aan het einde van de oorlog bleek dit land grondig geplunderd. In deze waren winnaars en verliezers elkaar waard, want zoals we weten, werd Versailles een wraakoefening. De bezetting van de Ruhr kan dus begrijpelijk gemaakt worden, het neemt niet weg, dat pogingen om de stabiliteit in Duitsland te versterken verstandiger waren geweest.

Het begrip van deze periode in de Europese geschiedenis wordt met dit boek groter, maar u neemt het met mij waar, Wibke Bruhns wil niet veel goedpraten, wil geen begrip hebben voor aperte fouten, wreedheid, zelfoverschatting en soms zelfmedelijden. Ook wil ze niet blind zijn voor de inschattingsfouten, voor het militarisme en misschien nog het meest een nationalisme, dat de Duitsers isoleert en verhindert, maar dan herhalen we ons, de mogelijkheden aan te grijpen die het plan Dawes (1924)en het later gesloten pakt van Locarno (1925), waarbij in financieel opzicht de lasten van Versailles verzacht werden en politiek Duitsland niet langer een pariastaat bleef. In 1928 koste die gunstige evolutie de NSDAP veel stemmen, maar de crisis van 1929 en volgende jaren kwam die partij toch weer in de winnende sfeer. Maar de NSDAP zou geen conservatieve revolutie brengen, want al degenen, tot Heidegger toe, die daarvan hadden gedroomd merkten algauw dat Hitler con suis hun eigen utopie wilden realiseren.

Wil men deze donkere jaren in de Duitse en Europese geschiedenis begrijpen, dan vormt dit boek een goede aanzet, maar het is vooral belangwekkend dat deze Duitse journaliste ertoe komt zonder omwegen de zware vergissingen van haar grootvader en vader in kaart te brengen. Dat daarbij een huwelijkstragedie aan de gang was, HG die zijn echtgenote keer op keer bedroog en door onoplettendheid haar definitief deed afhaken. Had zij geweten wat hem boven het hoofd hing, na 20 juni 1944, was het dan anders gegaan? In elk geval betekent zijn houding voor haar, Else, Wibkes moeder het einde van de familie, maar toch zorgt ze zo lang als mogelijk voor wie in het grote huis verbleef.

En kijk, waar Sophie Scholl en Hans Scholl wel, na hun aanvaringen met de Hitlerjugend en de verbazing over wat er in het Oosten, bij Stalingrad gaande was in de zomer 1942, in opstand komen, met pamfletten dus, daar blijft Barbara, de zus van Wibke geloven in de Bund Deutsche Mâbel. Hoe kan men dat verklaren? Blind? Uiteraard, maar in welke zin? Overigens Roland Freisler trad zowel op als aanklager en rechter in de zaken tegen De Witte Roos als in deze tegen HG, Bernard en de andere coupplegers van 20 juli. Hij zou tussen 42 en 45 meer dan 5000 handtekeningen geplaatst hebben over doodvonnissen.  Dat verzet nagenoeg onmogelijk werd, wil Wibke niet gezegd hebben, wel dat de gevolgen van actie, of zelfs van zwijgen over wat men weet over verzet zwaar gestraft wordt, dat is duidelijk.

Nu men vandaag in Europa de ruk – na eerdere opstoten - naar extreme partijen waarneemt, moet men zich afvragen waarom de klassieke partijen het niet meer waarmaken. Uitzondering lijkt wel de CDU in Duitsland, waar de politiek eerst werd afgestraft, maar al bij een paar deelstaatverkiezingen wel gewaardeerd wordt. Jongeren, zo blijkt ook in het geval van HG, anno 1918-1920 kan men gemakkelijk meenemen in eenvoudige benaderingen, waarbij dan weer blijkt dat de vader Kurt in zekere mate er wel in lukt hem tot rede te brengen. En toch, aan het eind vertelt Wibke, kan ze uit de papieren van HG vooral opmaken dat hij als bedrijfsleider misschien volwassen was, maar als persoon, in de oorlog en de liefde, zichzelf niet in de hand had. En wil dat nu de conclusie zijn van een colloquium, een aantal jaren geleden over “Het jaar van de Klaproos”, 1920, waarbij de persoon en de vroegtijdige dood van Herman van den Reeck werd belicht, namelijk dat het jeunisme toen hoogtij vierde. De dood enerzijds van talloze vaders en vele overlevenden die gefaald hadden, militairen, politici, wellicht heeft dat op HG en velen een vernietigende indruk gemaakt.

Aan het eind van WO II, nadat zijn tijd als onderduiker voorbij was, stelt Jacques Presser vast dat het nazisme wel verslagen is, maar wie zich enkel richt op het bestrijden van dat gevaar, ook wel eens een gevaar voor de democratie kan worden. Wibke Bruhns laat zien dat de fouten van toen niet herhaald hoeven te worden: 

“Jij hebt je olijfberg achter de rug – zegt ze tot haar vader -, en je bent als een held gestorven. Je leefde in een vreselijke tijd en als je kinderen het beter moesten krijgen, dan is het gelukt. Jij hebt je vreselijke tol betaald, die mij is bespaard gebleven.  Ik heb van jou geleerd waar ik me voor moet hoeden, daar zijn vaders toch voor. Ik dank je.”

Zij groeide op tijdens de periode van het Wirtschaftswunder en werd volwassen toen jongeren als Joschka Fischer, ook Ulrike Meinhof en Gudrun Enslin naast  anderen in (straat-)geweld het middel gingen zien om Duitsland een geweten te schoppen. Maar gebleken is, Duitsland, of liever de Duitse samenleving had een geweten geschopt gekregen. In verschillende kwesties, militaire en maatschappelijke blijkt nog steeds dat bepaalde kwesties niet meer zomaar aan de orde kunnen komen. Er is neonazisme in Duitsland, dat is zo, maar het valt niet mee er sporen van in het dagelijkse leven te onderkennen. Nog: de samenleving zonder problemen heb ik nog niet gevonden, de samenleving die interne spanningen zonder politiek geweld weet te benaderen, is wel mogelijk gebleken. Het is van belang dat we dat onder ogen houden en ertoe bijdragen dat zowel de overheid als burgers dat pad net wel kiezen.

Bart Haers



Reacties

Populaire posts