kunnen we wel ophouden met klagen en zagen?


Reflectie

Grenzen aan de polarisatie
Alternatieven of gewogen beleidskeuzes

Foto van het internet geplukt. Wat zegt ons deze foto? Niets,
maar de suggestie is dat er gewerkt wordt. Welke resultaten
mag men verwachten? 
Het kenmerk van populisme zou zijn dat men de andere, de tegenstander diaboliseert dan wel een zondebok aanwijst die volkomen machteloos zou zijn. Populisme daartoe beperken, heeft weinig zin, omdat men dan men andere facetten van een goedkoop politiek verhaal niet ter beoordeling hoeft te onderzoeken. En er is heel wat reden om zich zorgen te maken. Als de krant meldt dat mevrouw Merkel in problemen komt omdat op de G8 medestanders voor mijnheer Hollande zijn opgedoken, die pleiten voor… groei, dan breekt mijn klomp. Want niemand heeft Angela Merkel ooit horen zeggen dat groei geen doel was, laat staan dat het niet hoefde, die groei. Maar ook daar zijn we nog niet rond met de vraag hoe het nu zit met populisme. Ook journalisten en academici kunnen zich blijkbaar niet inhouden en vertellen dat er meer populisme nodig is, dan wel, zoals te doen gebruikelijk,beweren dat rechts populistische taal zou verkopen. Net dat eeuwig vasthouden aan de mantra dat rechts slecht is, niet goed voor het volk, niet goed voor jan met de pet, begint aan geloofwaardigheid in te boeten.

De heer Louis Toback presteerde het in Reyers Laat  te vertellen hoe goed het wel is dat Sarkozy van het toneel is verdwenen. Dat bijna 50 % van de Franse Kiezers ondanks de weigering van Bayrou en Marine le Pen om stemadvies pro Sarko te geven, mag dat een puik en net daarom teleurstellend resultaat heten. Dat precies Sarko een belasting oplegde aan de grote fortuinen, werd door Louis T uit Leuven niet vermeld. Wel dat Sarko de Franse strijdkrachten opnieuw wenste te integreren in de militaire bevelsstructuur van de NATO, was er voor hem teveel aan. Ik heb Hollande niet horen zeggen dat hij tegen sterkere integratie van de Europese defensie-inspanningen zou zijn en met reden, want zoals de BENELUX nu eindelijk tot verregaande integratie van defensie heeft besloten, kan men verwachten dat met minder directe uitgaven toch betere resultaten bereikt zouden worden. En dan is er nog die andere kwestie, de rol van Sarkozy in Libië. Men heeft zijn inspanningen in te gaan op de wekroep van Bernard Henri Lévy om de opstandelingen te steunen tegen de moorddadige afweer van kolonel Khadaffi, niet echt breed uitgesmeerd in de pers, ook niet de Vlaamse. Men heeft wel nog eens herinnerd aan het aanbod van de heer kolonel uit Tripoli om Sarko wat te steunen, financieel dan, bij de verkiezingen van 2007. Kortom, de balans in de berichtgeving mag tendentieus heten en wat mij betreft past het epitheton populistisch wel  erg goed.

Ach, we verdedigen hier niet het beleid van president Sarkozy, noch de persoon, dat kan hijzelf beter dan geen ander. En we weten ook dat hij zijn zoon had moeten wegsturen, minstens voor enkele maanden toen die zich kandidaat wenste te stellen voor een of andere sinecure, een bestuursmandaat bij La Défense, een vastgoedbedrijf dat heel wat kantoorruimte beheerd ten westen van Parijs, in het verlengde van de as Tuilleries en Arc de Triomphe. Maar dat men in deze zo scherp de tegenstelling tussen rechts en links is gaan uitspellen, mag verwonderlijk heten en bovendien bedenkelijk. Men vertelt dat het boek van Peter Mertens, Hoe durven ze, zo goed is, maar ik zoek nog altijd naar een eerlijke analyse. Ik hoorde op zaterdag 12 mei 2012 Dirk van Duppen en Dirk de Ridder spreken over… tja, over Darwin, Marx en Engels. Dat in een of andere uitzending van de Zevende dag Dimitri Verhulst de heldendaden van Stalin niet meer relevant vindt, zegt veel over de wijze waarop ook nu weer met de erfenis van Marx en Engels werd omgegaan. Maar ook de breinchirurg weet iets van hoe men complexe dingen uit moet leggen. In elk geval, hoezeer ik het programma van Werner Trio ook een warm hart toedraag, dit was echt wel even schrikken. De mens als niet voorbestemd wezen, een erfenis denk ik van het Darwinisme, van het humanisme sinds Montaigne en Erasmus, dat wezen dient de plaats te ruimen voor het breindier, wat op zich wel klopt, maar het brein zoals we het weer eens gepresenteerd zien, lijkt verrassend dicht te staan bij het Cartesiaans theater. Het brein werkt onafhankelijk van ons en bepaald ons volledig. Maar voor zover we het hebben begrepen, werkt het brein niet autonoom van wat we maar eens lekker ouderwets de humores, de lichaamssappen zullen noemen en bovendien blijft men overduidelijk met de vraag zitten of dat wat Dirk de Ridder en bondgenoten vertellen ook iets zegt over wat men doorgaans het bewustzijn noemt. Bert Keizer heeft deze kritiek aan het adres van Dick Swaab reeds uitvoerig beschreven, maar er is vooralsnog geen antwoord gekomen, namelijk hoe neurologen vandaag aankijken tegen de content, de gedachten, de speelse voorstellingen die het brein produceert.

Ook in de wetenschappen en de verspreiding van de wetenschappen merkt men vandaag een grote ijver tot populisme. Of het nu over geschiedenis gaat, dan wel over taalkunde of natuurkunde, altijd weer merkt men dat wetenschappers aan de ene kant graag bereid zijn hun verhaal te doen, maar zij doen dat vaak of te vaak neerbuigend, want iedereen moet het begrijpen. Aan de andere kant merkt men dat zowel filosofen als taalkundigen graag vertellen dat ze in hun studiekamers aan de universiteit wel anderen dingen doen dan ze desgevallend vertellen in de studio van Reyers laat.  Wijlen Koen Raes heeft dat eens zeer expliciet laten verstaan bij Jan Leyers, zelf filosoof. Het gevolg? Totale desinteresse in de bladen voor reflecties van enige betekenis of filosofische onderzoeken in de brede media, zo mogelijk van even doordachte kritiek als weerwoord gediend. Nog steeds zal men in De Standaard zoeken naar een grondige recensie van het boek, De verovering van de vrijheid van Alicja Gescinska, maar een vrijblijvend interview kon er wel af. Ook denk ik dat Jean-Paul Van Bendegem, wiens boekje “Hamlet en de Entropie” wel erg weinig aandacht kreeg in de brede media zich wel eens afvragen moet waarom hij voor het plebs zou schrijven.  Noch haar verhaal over de te veroveren vrijheid, noch dat van Van Bendegem over de noodzaak zowel thuis te zijn in de wetenschappen als in de literatuur schikten de aanhangers van Darwin of die van Marx.

In de krant viel te lezen dat na David van Reybrouck nu ook Ludo Abicht een pleidooi voor populisme zou voeren, er een boek over heeft geschreven. Hoeveel waardering voor het boek “de haan van Asklepios”  ik ook kan opbrengen, hoezeer ik ook het autonome en soms dwarse optreden van deze marxist  kan appreciëren, dat belet niet dat ik die oproep voor populisme niet goed kan vatten. Juist, ik zal wachten tot ik het boek met aandacht heb gelezen, maar toch, na wat we de afgelopen weken weer hebben beleefd, ook bij onze Noorderburen,  aan pogingen van journalisten om kandidaten voor het lijsttrekkerschap en voorzitters van de betrokken partijen te laten zeggen dat zij er niets van bakken, tart evenzeer de verbeelding. Yolande Sap en de voorzitster van Groen-Links kregen het behoorlijk te verduren, de heer Tofik Dibi, die best voor zijn eigen kandidatuur mag gaan, werd niet gevraagd of op de rooster gelegd, want men kan niet tegelijk menen dat Sap een goede zaak deed het Lente-akkoord te steunen en verder te doen alsof Dibi voor de partij, Groen Links dus en voor Nederland een goede zaak doet. Het is precies in een kwestie als deze dat men wel, ook als buitenstaander kan zeggen dat het opgewonden standje echt wel te licht weegt. Blijkbaar mocht de kiescommissie of hoe het beraad ook heet dat hierover gaat binnen Groen Links dat niet zeggen. Men zegt dan dat democratie niet of niet voldoende zou spelen. Maar, met alle respect, zo werkt het niet, denk ik. De partij van Sap heeft zich geëngageerd voor een diepgravend project en de instanties van de partij hebben haar niet tegengesproken, niet gezegd dat ze vooral de vrienden van de Kunduzgroep niet hoefde te steunen en dan moet men als lid van de fractie van de tweede kamer niet doen alsof alle opties open liggen. En vooral, hoe zal deze man verantwoorden dat hij de partij schade toebrengt?

Het vormt wellicht een van de meest complexe aangelegenheden van het politieke gebeuren en tevens de achillespees van wat we democratie noemen, dat is de verantwoording door politici, maar in wezen ook door burgers. Laatst zegde een academicus met een behoorlijke staat van dienst, Paul de Grauwe, dat men de schulden van Griekenland helemaal moet schrappen en vervolgens geld toestoppen om de economische groei te ondersteunen. Moral Hazard? Aan de andere kant zal men wat Spanje betreft nog wel even blijven volhouden dat de heer Rajoy met zijn ploeg weinig werk maken van het herstel van de economie in Spanje. Demagogischer kan het mijn inziens niet, omdat niemand in kaart brengt wat de regering in Madrid bedisselt en hoe hij er blijkbaar in geslaagd zou zijn de zeventien min of meer autonome regiobesturen op één lijn te krijgen wat de nullijn betreft. Vergeten we dan even niet dat de regering van Baskenland bijzonder weinig afdraagt aan Madrid.

Verantwoording, zo meent onder anderen Francis Fukuyama vormt de kern van de democratie, maar daar lijken we het moeilijker mee te hebben dan de pleidooien voor democratie te houden, enfin, men zegt aan de democratie te hechten of erger, men zegt dat de democratie maar echt beantwoordt aan de criteria van wat een democratie hoort te zijn als mensen sowieso… tja, wat eindelijk? Als het parlement procentueel voldoende outcasts, vrouwen, holebi’s en transgenders bevat en armen, die dan natuurlijk niet meer arm zijn. Democratie echter, wat ons betreft, betekent dat burgers inspraak hebben en ten allen tijde mogen deelnemen aan het bestuur, op lokaal of hoger niveau.  Het punt is dat de vierde macht er niet meer in slaagt het beleid altijd goed te onderzoeken. Aan de andere kant moeten politici hyperactief zijn maar worden hyperactieve politici dan weer “kaltgestellt”, zonder verdere discussie. En als burgers over de gang van zaken willen spreken, vinden politici dat echt niet heerlijk. Men kan niet tegelijk eisen dat politici een visie hebben en hen vervolgens het zwijgen opleggen als ze iets proberen te vertellen. Dat gebeurt dan via partijen, die oorspronkelijk een legitieme idee over de maatschappelijke orde hebben en de plaats van de persoon van de burger en het gemeenschappelijke op een eigen manier invullen. Men kan vandaag vaststellen dat het verhaal dat de partijen brengen niet altijd spoort met de praktijk van het beleid. Neem nu het adagium over de rechtvaardige samenleving. Niemand kan ertegen zijn, want de democratie kan met enig recht claimen rechtvaardig te zijn omwille van het feit dat de politieke zaak niet in handen is van een dynastie of van één klasse, maar het ceasaropapisme en de opvallend grote instroom van kinderen van oudgedienden in de politiek nuanceert dit beeld. Bovendien krijgt men de indruk dat de media zich hierbij niet onbetuigd hebben gelaten, want het was via televisieprogramma’s dat deze jonge snaken de gemeenteraad van de grotere steden en vervolgens de parlementen in werden gesluisd. Ook de wekroep de politiek te professionaliseren is zonder meer een bedenkelijke benadering, omdat de notie van verantwoording voor concreet beleid dan helemaal op de achtergrond verdwijnt.   

Met andere woorden, als burger hoop je staat te kunnen maken op wat de media aan nieuws brengen, wat journalisten vertellen. Maar soms blijkt men een agenda te voeren, waar niemand iets meent tegen in te kunnen brengen, zoals het terugdringen van het aantal verkeersdoden. Maar dat dit voor gevolg kan hebben dat mensen die gewoon rijden langs ’s heren wegen en om de haverklap met boetes worden geconfronteerd omdat ze de toegelaten snelheid met een paar km per uur overschrijden, zonder dat ze ernstige ongevallen veroorzaken, maakt de sfeer er niet beter op. Maar jongeren die aan snelheidraces houden, zoals in “Rebel without a cause” of “The fast and the furious”, kan men dan weer niet te hard aanpakken. Verkeersveiligheid is een groot goed, maar de sfeer neigt ernaar elke persoon die in zijn of haar wagen stapt te zien als een mogelijk gevaar, zelfs als iemand die intentioneel fouten zal begaan. Aan de andere kant, mensen die door een woonwijk rijden, omdat het verkeer in onze steden zo is geleid dat dezelfde straten als invalsweg dienen en andere als uitvalsweg, wat de dosering van het verkeer niet ten goede komt en sommige bestuurders zo op de zenuwen werkt dat ze gaan hyperventileren en vooral overdreven snel rijden. Het blijft de vraag of het algemeen belang en vooral de rust van de bewoners in die straten wel gediend is.

Populisme? Men hoeft het anderen niet nodeloos na te dragen, maar evenmin is er reden, denk ik, om ervoor te pleiten. De vrijheid van de persoon in vraag stellen en als politieke klasse voortdurend inzetten op een mentaliteitswijziging, het komt mij moeilijk verzoenbaar voor met de idee dat een mens wel degelijk best verantwoordelijk kan handelen. Als den een politicus al eens met een zatte kop iets voor heeft, een ongeval of een kleine ruzie met een agent, dan wordt die politicus bijna vanzelf een verdacht sujet. Aan de andere kant, wat politici in gezamenlijk beraad besluiten, in de regering en het parlement, zoals bijvoorbeeld het onderwijsbeleid laat zien, wordt dan veel minder aan debat onderworpen. Want, zo blijkt, de journalisten zijn best geneigd hervormingen toe te juichen. Nog steeds staat het me voor dat de Standaard een dag, of toch zeker een week na het invoeren van de BAMA-structuur in het hoger onderwijs, dus toen de eerste studenten tegen wil en dank in het nieuwe systeem hun opleiding begonnen,  over een groot succes van het nieuwe bestel klaroenden. Er was uiteraard geen alternatief. En nadien zijn er nauwelijks ernstige aanzetten geweest om te kijken of de hervormingen eindelijk wel functioneren, ten bate van de student. Niet dat er meer studenten moeten slagen, wel dat degenen die slagen er ook voldoende eigen verdienste aan hebben.

Oh ja, het ging over rechtvaardigheid en we weten eindelijk nog steeds niet wat de gevolgen zijn van de outputfinanciering van de universiteiten. Want dat zou ertoe kunnen leiden dat men ook met minder inspanningen het diploma haalt. Wel weten we dat er op zeker ogenblik een paar docenten gebuisd werden door… de studenten en dat de Universitaire overheid daarin meeging.

Rechtvaardig bestuur, goed bestuur? Hoe zal men het afwegen? Wel, het is niet het succes van de nieuwe onderwijsfilosofie waar studenten zelfs geen keuze meer hadden om iets anders te kiezen, die zal toelaten de kwaliteit van het onderwijs af te meten. Het zal ook niet zijn aan die ene otter dat men kan afmeten of de kwaliteit van het oppervlaktewater erop verbeterd is. Maar misschien kan wel een beleid ontwikkelen waarbij de bescherming van soorten omgezet wordt tot het herstel, waar mogelijk van biotopen en ecosystemen, waarbij we dan de bedenking niet onvermeld laten dat ook cultuurland een belangwekkende biotoop is voor vele soorten, houtkanten en traag meanderende beken en riviertjes.

Kortom, is het moeilijk of minstens lastig beleid af te toetsen, omdat de criteria die men hanteert wel eens minder onbetwistbaar blijken dan men zou denken, dan is het voor de politici en andere actoren in het politieke veld toch zeker ook van belang te begrijpen dat het publiek waar zij mee te maken hebben wel degelijk een behoorlijke kennis heeft van het maatschappelijke gebeuren. Pleiten voor meer populisme komt mij dan voor een poging de evidente verantwoording te weigeren. Overigens, misschien werkt het wel eens zo dat de leden van een algemene vergadering van een bedrijf blind vertrouwen aan de dag leggen, meestal blijkt dat sommige aandeelhouders wel degelijk kritisch uit de hoek komen. Al mag dan weer blijken dat soms die aandeelhouders een andere agenda hebben. De wijze waarop hefboomfondsen bijvoorbeeld de Nederlandse ABN-AMRO tot opsplitsen gedwongen hebben en zo Maurice Lippens op ideeën gebracht hebben… is zelden onderzocht. Aan de andere kant blijken sommige aandeelhouders van Fortis wel zeer veel vertrouwen gehad te hebben in de leiding van Fortis met alle gevolgen van dien.

Vertrouwen is goed, maar het valt op dat journalisten blind vertrouwen vragen voor zichzelf en voor sommige politici. Aan de andere kant bewerken ze mee dat ambtenaren en politici geen vertrouwen lijken te mogen hebben in de burger. Die paradox komt mij bedenkelijk voor, want zij is niet minder reëel. Neem nu het grote debat over het levenseinde. Ook wij wensen onze medemens en onszelf een goede dood toe, misschien, als de medische mogelijkheden uitgeput blijken en de ziekte zoveel pijn en afzien veroorzaakt dat we het niet meer kunnen dragen, door middel van beëindiging, maar ik denk wel dat men niet de familie kan uitschakelen, maar derden wel een grote inspraak geven, zonder dat er een vertrouwensband hoeft te bestaan. Neen, een schoonmoeder is niet per se een feeks  - overigens lijkt men er in het Nederlands geen rekenschap van te geven dat “Belle-mère” in het Frans ook stiefmoeder betekenen kan. Kortom, in plaats van het debat over de complexere rol van de arts bij een lang leven te spreken, komt men opnieuw met de discussie of een patiënt volkomen alleen dient te beslissen over die vraag, euthanasie of niet. Het zelfbeschikkingsrecht? Uiteraard, natuurlijk, maar als ik geen raad kan vragen aan mijn naasten, als ik hen in hun advies niet kan vertrouwen, wat voor band, vertrouwensband zou er dan bestaan? En dan is er nog iets, natuurlijk, er is ook de vraag hoever de artsen mogen en moeten gaan bij de behandeling van een aandoening en dan nog, over welke fase in het leven spreken we dan? En wat met mensen die per definitie niet zelfstandig kunnen besluiten, verlengd minderjarigen? Is in dit debat populisme gewenst? Mij komt het voor dat het publiek in deze bestaat uit ervaringsdeskundigen, die mits goed advies wel degelijk bereid zijn en in staat goede beslissingen te nemen, voor zichzelf en hun naasten. Wantrouwen lijkt in dit debat te overheersen, terwijl, hoop ik dan toch, de banden tussen mensen wel zo kunnen zijn, dat men kan spreken van vertrouwen en bekommernis.

Er is nog een vorm van populisme waar het we over kunnen, moeten hebben, met name de wijze waarop sommige mensen in het publiek graag neerhalen wat hier te lande leeft en gedijt. De andere kant van dezelfde medaille is het al te hoog prijzen en vrijstellen van kritiek. Zo kan men iemand over het UK spreken met aandacht voor de kunst, het land, het politieke en daar valt veel over te vertellen, maar als zo iemand, een BV komt vertellen dat de Britse dames zoveel meer standing hebben dan de Vlaamse, dan roept dat toch wel vragen op. The Lady of the house? Komaan, dat is toch verre van ernstig. En aan het andere uiteinde zal men ons ook niet vinden, we zullen de Vlaamse vrouwen niet hoger inschatten, dan de individuele dames die we mochten ontmoeten en soms zijn dat werkelijk heel boeiende personen, met grote kennis van zaken.

Tot besluit vraag ik mij af hoe men voor populisme kan pleiten als men merkt dat politici zelf in de huidige crisis alleen maar met verouderde wapens, geschikt – zou het? – voor een vorige oorlog, c.q. een vorige crisis de problemen te lijf gaan. Paul Goossens had het zaterdag over John Meynard Keynes die tijdens en na de besprekingen in Versailles zijn eigen regering erop wees dat hun benadering van Duitsland desastreus zou uitpakken. Opvallend is dat hij, Goossens daarbij in vergetelheid laat dat de Duitsers inderdaad van een dictaat konden spreken, want anders dan in Wenen, waar Talleyrand wel mee mocht walsen en de Franse belangen verdedigen, was in Versailles geen enkele officiële vertegenwoordiger van Duitsland of Oostenrijk aanwezig, laat staan dat er dus kon worden onderhandeld over de prijs van de vrede en vooral de voorwaarden van een blijvende vrede. Dat hij verder ook vergeet te melden dat Duitsland ook hierom ten onder ging dat Ebert noch andere politici Ludendorf ter verantwoording hebben geroepen, dat zij, de SPD de Stahlhelm en andere vrijkorpsen te hulp riepen om in Kiel en in Berlijn de opstanden neer te slaan al evenmin. Maar misschien nog het belangrijkste, hij dwaalt, hij, de journalist als hij als vervolg van Versailles niet vermeldt dat Parijs en Brussel besloten tot de bezetting van het Ruhrgebied en de hyperinflatie die daarop volgde. Dus, goed, Keynes had gelijk met zijn waarschuwing aan het adres van zijn regering dat men een kale kei niet het vel niet kan afstropen. Maar hij, Paul Goossens heeft ongelijk daarbij niet te vermelden dat het opleggen van de onmogelijk hoge herstelbetaling door andere nefaste acties, dwalingen werden versterkt. Pas toen Dawes een economische regeling vond en in Locarno een politiek akkoord bereikt werd, leek Duitsland uit het isolement te kunnen treden. In 1928 verloor de NSDAP dan ook veel stemmen. Crisisbeheer is dus een zeer complexe aangelegenheid, waarbij men de burgers niet in de steek kan of mag laten. En dan zal men met populisme misschien een veldslag winnen, de oorlog zal er des te erger op worden. En het kan dan gaan om het doorwoekeren van de crisis.

Want, zo neem ik het toch waar, tot nog toe heeft men voor het oplossen van de crisis een zaak niet bereikt, dat is het herstel van het vertrouwen van de burgers in de politiek en de vierde macht, de media. Het optreden van de heer van Haersma Buma in de voorverkiezingen bij het CDA was anders ook in dit land leerrijk geweest, net als de afwijzing door Diederik Samsom van het Lente-akkoord, maar dat is een storend detail voor wie het hart op de juiste plaats draagt, zoals iedereen weet is dat dus links in het midden.

Bart Haers    

Reacties

  1. Ik kreeg dus weer een anonieme reactie op mijn blog. De anonieme post gaat erover dat ik niets begrijp van neurobiologie. Ik zal ook deze keer de reactie niet publiceren, omdat het zo denigrerend is dat een debat onmogelijk is. Ik denk dat ik de afgelopen jaren een en ander gelezen heb over wat er gaande is in de wetenschappen. Het wereldbeeld van de wetenschappen, van Philip van Loocke, waarover in de brede media nauwelijks iets gezegd is, vormt een goede inleiding. Men kan mij niet verwijten geen interesse te hebben voor wis- en natuurkunde, medische wetenschappen. Maar ja, als je het niet eens bent met de benadering van Swaab of De Ridder, op grond van inderdaad het werk van Bert Keizer, die in de reactie gazettenpraat verweet wordt, dan ben je ergens aan het zweven. Het zij zo. Ik denk overigens niet dat ik beweerd heb of beweer dat de natuur niet causaal en tot op grote hoogte gedetermineerd zou zijn. Maar ja, Als je moet aannemen wat een andere met de autoriteit van zijn naam of functie te vertellen heeft, dan zitten we terug bij het "magister dixit". Nu, dan luister ik liever naar wat de heer Martinus Veltman, die over de ontwikkeling van de kennis van de basisstructuur van de materie wel eens iets weet te vertellen.
    Maar goed, we zouden vastzitten aan het duale wereldbeeld, maar kan de anonieme auteur dan eens uitleggen hoe het functionerende brein zich verhoudt tot het bewustzijn. In Brandpunt (Nederland 2) toonde men hoe op een scan een plaats zou te vinden die oplicht als mannen naar kindjes kijken. Pedofilie zit dus in het brein. Dat men niet zegt hoe vrouwen op dezelfde beelden reageren zal wel te wijten zijn aan het feit de reportage maar een aantal minuten duurt. En toch, wat me tegen de borst stuitte in de benadering is dat men geen bewijsvoering voert maar in zekere zin alleen de argumenten voor het inzicht aandroeg. En dat komt me niet wetenschappelijk voor.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoezo uw wereld- en mensbeeld is “grotendeels” deterministisch?
    Van welke bovennatuurlijke Heilige Geest komt dan dat overblijvende deeltje vandaan dat volgens u niet causaal deterministisch is?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. De heilige geest heeft hier niets mee te zien. Inderdaad denk ik dat het niet zo is dat het systeem, op het niveau van het universum de discussie over de wetten van Newton wellicht niet toelaten het verschil tussen de bekend aanwezig geachte hoeveelheid materie en de energie die men wel op moet merken. De dame die de idee van de donkere materie vaststelde, of liever indirect opnieuw te berde bracht, Vera Rubin meent dat de wetten van Newton wellicht onvoldoende zouden kunnen zijn om dat domein te begrijpen. Uiteraard kan u nu zeggen dat het determinisme gehandhaafd blijft, maar als causale verbanden die van de meting van de snelheid in spiraalvormige melkwegstelsels leiden tot nieuwe vragen over de zwaartekracht en electromagnetische kracht, voor zover ik het nu kan begrijpen, is het niet evident hoe de causaliteit werkt. Want dat is het tweede punt natuurlijk. Johan Braackman legde uit dat we van de wereld niets kunnen begrepen als het niet volkomen gedetermineerd zou zijn. Toch zijn we heel ver gekomen door uit observatie en experiment, waarbij we - Ockham indachtig - altijd kiezen voor de meest elegante oplossing, namelijk die waarvoor we zo weinig mogelijk elementen ter verklaring nodig hebben. Het gaat niet over de heilige geest, maar om de vaststelling dat we heel ver gekomen zijn in het begrijpelijk maken van de ons omringende wereld en het universum. Maar ook kan men niet aan de vaststelling voorbij dat er elementen zijn in het grote verhaal, zoals bijvoorbeeld Ilja Prygogine aangaf dat er sommige niveaus chaos voorkomt, waar voorspelbaarheid niet meer in causale relaties beschreven worden, maar in termen van probabiliteit.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Nog dit, u bewijst dat in het benaderen van de wetenschappelijke kennis en de vorderingen terzake de polarisatie en het populisme niet afwezig zijn.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts