Reflectie

Over de media
Ideologische en maatschappelijke
Kwestie van eerste orde

Abraham Verhoeven overziet de drukproeven
van de "Antwerpsche Tydinghen" (1901), de eerste
krant. Een reproductie uit 1901; bron: Jordaens NV
via webside

Ik was er al even mee doende geweest, met de vraag waarom men zo een zaak maakte van de uitlatingen van een politicus over de Media. Erger nog, ik vond het raar dat men niets gaf over wat de man had verteld ter gelegenheid van de Thorbeckelezing. Pas toen hij met een internetnieuwsdienst had gesproken, was er plots een zekere interesse waar te nemen, maar dan vooral over het feit dat de man de media aanviel, die hem groot zouden hebben gemaakt.

Maar goed, niet alles wat op televisie en radio, wat in de dag- en andere bladen geboden wordt, hoeft men journalistiek te noemen. Ook wat de boekskes brengen, tja, kan ik maar moeilijk journalistiek noemen, hoogstens mensen kijken en dan nog. Het valt op dat de verschillende concepten van gedrukte en audiovisuele media gemakshalve onder een containerterm gevat worden, wat het goede en betere werk echt wel suspect maakt en het slechte werk een serieux aanreikt die het niet kan claimen. Het feit dat er programma’s zijn als de “klas van Frieda” en ook wel “De Slimste Mens” maakt nog niet dat wie er aan bod komt meteen ook in een zetel zit. Wie roemloos afgaat, blijft onbekend. Er zijn wel meer politici geweest die het concept niet aankonden en dus bijzonder zwak uit de verf kwamen.

Maar goed, kan men God en Klein Pierke journalistiek noemen, dan is het van een oppervlakkigheid die weinig bijdraagt aan een beter inzicht. Een stuk van de uitzending met de Voorzitter van de Raad van Staatshoofden en regeringsleiders gezien en gemerkt dat de kansen om dat Europese verhaal verder uit de doeken te doen helemaal niet aangegrepen werd. En er werd verder ook niet over gesproken. Populair? Misschien wel, maar gezien of niet gezien, er verandert weinig. Zo ook vele keren Reyers Laat, waar men op een keer een filosofe uitnodigt die dan nauwelijks iets mag zeggen over haar boek. Infotainment? Faction? We horen de termen niet zo vaak meer, maar wat blijkt, een commerciële zender maakt een televisiereeks “Deadline 14/10” rond de te verwachten clash tussen de zittende burgemeester en zijn uitdager, niet toevallig een Vlaams-nationaal politicus. Verhalen en dus films waren er meestal om in fictie schokkende of verbazingwekkende gebeurtenissen te reconstrueren en er een betekenis aan te geven. Nu dus wil men gelijk opgaand met de gebeurtenissen, de verkiezingen voor de gemeenteraad de mensen verblijden met een verhaal. Aan de andere kant, een zoveelste herhaling van gekende verhalen hoeft ook weer niet, al zijn we er wel gek op, natuurlijk. Alleen is de vraag of de makers van die reeks de maatschappelijke, culturele en intellectuele achtergronden van de partijen, van de aanhang van de onderscheiden partijen wel recht zullen doen.

Mocht men dit alles als journalistiek werk beschouwen, dan houdt het gesprek hier op. Want als gezegd, infotainment wil de mensen een goed gevoel geven, zeker niet verontrusten. Het probleem ligt denk ik bij de journalistiek die ook onderhoudend wil zijn. Het nieuws, duidingsprogramma’s en dito artikelen, opiniemakers die hun verhaal doen, columnisten… maar ook hier zijn de grenzen niet helder en vooral, de doelstellingen blijven vaag, want de vraag is of de journalist echt wel bij machte is zelf de complexiteit van sommige aangelegenheden te begrijpen of de eigen rol in het verhaal te doorzien. Een paar jaar geleden vertelde Magda Michielsens in en uitgebreid gesprek met Jean-Pierre Rondas dat ze het behoorlijk op de heupen kreeg van mensen die beweerden kritisch tegen de dingen aan te kijken. Het is erger, meende ze, dan de inflatie van het woord. In feite wil men gewoon zeggen, dat men kritisch staat tegenover de gebeurtenissen als men maar doet alsof men enkele vragen stelt. Het antwoord, echt, het antwoord doet er niet toe. Ook gaf ze denk ik aan dat de kritiek niet meer rebels of diepgravend is. Nu, toen die dame een aantal uitzendingen van Mise au Point op RTBf had geëxcerpeerd, was het huis van de media te klein. Mediakritiek? Erger dan blasfemie en lèse-majesté samen.

Maar het punt is natuurlijk dat die journalisten vandaag opgeleid worden in journalistenscholen en leiding krijgen van mensen die zelf in wezen van de kritische geest maar weinig adem kregen ingeblazen. Primo, heet het, richt kritiek zich tegen het gezag en de vertegenwoordigers van het erkende gezag want die hebben iets te verbergen. Secundo, leert men de stelregel dat rechts samenvalt met het gezag. En Tertio, we kunnen ervan op aan dat de kerk nog steeds de steunbeer bij uitstek is, samen met de koning. De werkelijkheid, zo merkt men, kan men zo niet meer onderzoeken, want de critici en criticasters van de jaren zestig zitten nu goed en wel in het pluche. De kerk heeft als instituut nog nauwelijks betekenis. De rol van de partijen in het politieke landschap is wezenlijk veranderd en het speelveld van de politici mag dan nog veel behelzen, hun werkelijke reikwijdte hebben ze zelf vakkundig ingeperkt.

Wat er namelijk veranderde is het paradigma van de razende reporter, Egon Erwin Kisch of inderdaad de journalisten die Watergate uitspitten, de wil om te weten. Er zijn kranten die dat devies nog in hoog in het vaandel dragen, maar of ze er nog in slagen? De oorlog tegen Irak, waarover de media niet konden zwijgen, maar waardoor ze zonder meer medeplichtig werden aan de opbouw van de spanning en uiteindelijk de ondergang van Sadam Hoessein en Busch zelf, met inbegrip van de beelden van Chemical Ali, was mij alvast een doorn in het oog. En dus ook de betoging in Gent van bekende lui die vonden dat ze iets moesten doen. De premier organiseerde ook nog eens een pralinetop en vervolgens speelde men het spel mee in Afghanistan  Het gaat me niet om de keuzes van Verhofstadt en co, daarover kan men oordelen bij verkiezingen. Het ging me wel om de manier waarop men vermeend kritisch tegen de oorlog in Irak aankeek. De geopolitieke spelletjes? De omsingeling van Iran, de houding van Turkije en nog zoveel meer? Werkelijk, om daarover iets meer te weten was het interessant Foreing Affairs te lezen, hoezeer hun doel ook zou zijn de belangen van het VS-ministerie van Buitenlandse Zaken te verdedigen, hoewel het een particuliere stichting is die beoogd de internationale politiek te bekijken en de rol van de VSA daarin te belichten. Er is ook nog de Internationale Spectator, uitgegeven door het Clingendael-instituut, dat zich richt op internationale politiek en diplomatie, waardoor men wel degelijk een benadering krijgt die begrijpelijk is, maar uiteraard gespecialiseerd. Of Le Monde Diplomatique

Dat is wellicht een ander facet van de paradigmashift. Toen Egon Erwin Kisch en anderen als journalist bezig waren, schreven ze voor een welomschreven publiek, iets wat de populaire bladen en tabloïds perfect doen. Alleen, ook de zogenaamde kwaliteitspers wil dat grote publiek aanspreken. Meer dan ooit aandacht voor ongevallen, moord en doodslag, rechtbanksequels en wat al niet meer en de lotgevallen van Phaedra Hoste of Goedele. Er vloeit meer inkt over de strapatsen van een advocaat die al of niet uit een zaak stapt dan over de vraag waarom er in Justitie misdadige nalatigheid in hoofde van sommige politici en zelfs leden van de staande en zittende magistratur te bespeuren valt. Hoe kan het anders dan dat sinds de heer Melchior Wathelet sr het ministerie van Justitie ruilde voor een ambt bij het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. Men mag zich afvragen waarom overigens toen niet en later evenmin  aandacht werd besteed aan de taken en rol van dit Europese Hooggerechtshof, niet te vergelijken met het Europees hof voor de rechten van de Mens. Het komt me soms onwezenlijk voor dat men die instellingen noemt en vernoemt maar eindelijk geen inspanning doet ergens in het journaal of in een reeks informatieve progamma’s die instellingen die de laatste 70 jaar op de puinen van de oorlog zijn gebouwd beter uit te leggen.

In menig opzicht echter is het probleem te wijten aan een aantal preoccupaties van de mediawereld zelf. Zoals gezegd, wil ook de kwaliteitspers en dito audoivisuele omroepen per se God en Klein Pierke aan zich binden. Daarbij hanteert men de stelregel dat een leerling van het BSO, tweede, derde jaar de zaak moet kunnen begrijpen. Dat is niet alleen beledigend voor een groot deel van het publiek dat hoger geschoold is, het is ook voor de leerlingen van het BSO en de afgestudeerden een belediging, want misschien springen ze niet zo gemakkelijk om met abstracties, maar dom zijn ze allerminst.

Het valt bijvoorbeeld op dat men wanneer men het over onderwijs heeft de persmensen meegaan, zonder enige kritische noot met de hervormingsdrift terwijl men tegelijk even gemakzuchtig pleidooien voor meer ICT op school ondersteunt, zonder zich af te vragen hoe men kan vaststellen dat het onderwijs naar behoren functioneert. Allez, we zullen het deuntje nog maar eens opzetten, het verhaal van Voltaire die in Engeland was – verbannen omdat het alternatief  een  verblijf in de Bastille was, Engels leerde zoals hij Latijn had geleerd en zo in staat was zijn bekende lettres Philosophiques te publiceren, waarin hij een inzicht in het Engelse intellectuele leven presenteert. Zonder grondige kennis van het Engels was dat uiteraard niet gelukt. Toch ziet men vandaag onderwijs experimenteren met talenonderwijs dat de training zowel van woordenschat als van grammatica en taaleigen volkomen negeert.

De kwestie blijkt te zijn dat men het bestaande onderwijs als oorzaak van het falen van leerlingen blijft beschouwen zonder dit nader te onderzoeken. Kritisch zijn heet de oude vormen afzweren, maar of men daarmee meer inzicht verwerft, blijft nog maar de vraag. En wellicht kan zo wel tot de conclusie komen dat goed ingeleide mensen de aperte denkfouten van journalisten onderkennen en zo het vertrouwen verliezen in deze mensen. Uit gepubliceerde kijkcijfers moet blijken dat het journaal op VRT het meest populaire bulletin zou zijn, maar is er wel echte concurrentie? En kan men tevreden zijn met dat journaal. Er komt een benepen en provinciale blik uit naar voor. Zelfs over Europa blijkt men niet te kunnen besluiten tot een gefundeerde visie voor de verdere ontwikkeling. In 2004, 2005 probeerde Karel De Gucht de goodwill voor de Europese grondwet te onderbouwen met onder andere een debat in de senaat. Maar eerlijk is eerlijk, de draagvlakvergrotende actie kwam in de pers niet aan bod, tenzij om de man zelf in het zonnetje te zetten en had hij niet enige geloofwaardigheid verloren in zijn strijd tegen het gemeentelijk stemrecht voor allochtonen en de regularisatie van illegalen. Ik denk dat de journalistieke benadering te zeer gepersonaliseerd was, zodat de boodschap weinig weerklank kreeg.

Men pleit voor kritische journalistiek, maar ik vraag me af  hoe dat kan als men de premissen van dertig, veertig jaar geleden blijft hanteren. Opvallend was dat in 2008 zowat iedereen hoopte dat presidentskandidaat Obama het zou halen, maar eens president begon men over wat hij niet kon leveren. Natuurlijk kon hij dat niet, omdat de budgettaire en wettelijke bezwaren zwaar waren. Maar dat velen, in de VSA die niet tegen de oorlog hadden gepleit in Irak, was hier een moeilijk te onderkennen punt. Clinton stemde voor, academici stemden voor, op uitzonderingen als Obama en Tony Judt na.

Maar dat bereikt niet voldoende de media, valt te vrezen, omdat het te gecompliceerd zou worden. De eenvoudigste boodschappen zendt Fox uit en dus… inderdaad, krijgen we meer aandacht voor de kritiek op Obama dan voor wat hij werkelijk probeert te doen. Het gevolg is dan natuurlijk, denk ik, dat we niet meer weten wat Obama aanvangt met het verkregen mandaat en welke praktische bezwaren hij te overwinnen heeft.

Een beeld, de voorzitter van N-VA op de thee bij Cameron? En dan? Of nog pijnlijker, een beeld van Dalrymple in het Vlaams Parlement op uitnodiging van diezelfde Bart de Wever. Wat heeft de Britse psychiater te vertellen? Als het al geen onzin zou zijn, dan toch het gezeur van een oude, verbitterde man. Waar hij over spreekt is de onkans die mensen ten deel valt in de arbeiderswijken rond de oude steden, Manchester, Leeds en wat al niet meer. Maar okay, Dalrymple brengt geen theorie, hij beschrijft zijn ervaringen in een gevangenis en zo een wijk en maakt duidelijk dat als Tatcher al heel wat schade heeft veroorzaakt aan het sociale weefsel, dan heeft Tony Blair die tendens niet tegen gehouden. Maar dat is niet het punt van de journalisten. Men wil het conservatieve te kijk zetten… Men wil aantonen dat die man niets bijbrengt aan gestructureerde en goed gearticuleerde inzichten volgens de regels van de sociale wetenschappen. Maar als Diederik Stapel – een handige Harry die zelf enquêteformulieren invult - onderuit gehaald wordt, krijgt dat niet de weerklank die het verdient – in onze media dan toch niet. Want als meten weten is, wat tot op zekere hoogte klopt, wordt het link als men methodes hanteert die de toets der kritiek niet kan doorstaan. Het blijft me verbazen dat het model van de sociale wetenschappen en per afgeleide psychologische en zelfs economische wetenschappen zelden effectief ter discussie komt. Hoewel we met zijn allen best hoog geschoold zijn, zal men over een boek over Von Hayek, uitgegeven vorig najaar weinig discussie vinden in de media. Tony Judt, “Ill fares the land”,  kreeg inderdaad aandacht, maar, de inzichten over het falen van de sociaaldemocratie werden nauwelijks belicht.

Want men kan er blijkbaar niet toe komen in te zien dat het publiek best interesse kan hebben voor het werk van deze historicus, die zich zeer bewust is van zijn afkomst en de kans die hij gekregen heeft en die mensen veertig, vijftig jaar later niet meer krijgt. Links staat voor rechtvaardigheid, maar niet meer voor het realiseren van kansen, werkelijke kansen voor concrete personen. Men laboreert aan het systeem en als de principes gevolgd worden, is er geen enkel probleem, ook als het beoogde doel niet bereikt wordt.

De discussie over de media kan men niet stoppen, omdat journalisten hun eigen plaats niet kennen. De hybris van mediatyconen kennen we, maar die van journalisten, dat blijft een goed bewaart geheim. Debatten verlopen hortend en stotend en vaak heeft men geen kijk op de samenhang van de dingen. Zoals Judt schreef over Althusser dat hij het communisme van Lenin en Stalin wilde redden, zo zwijgt men in het debat over de mogelijkheid dat op basis van de idealen, van Marx of van de arbeiders die in Gent aan de wieg stonden van Vooruit – de coöperatieve en het feestpaleis -  en de Bond Moison, die actie op de een of andere manier tot een werkelijk enthousiasmerende beweging kon evolueren, wat nu allerminst het geval is, omdat de ideologische aders dicht zijn geslibd.  

Links of rechts, voor de een nog steeds richtinggevend, maatgevend zelfs, terwijl voor anderen die ideologische lijnen al helemaal afgestorven blijken. Het gevolg is dat men in een moeras blijft ploeteren. En dat komt omdat de media zich bewust werden van de eigen macht, maar er niet de consequentie aan verbinden dat in een democratie machtsuitoefening aan beperkingen is onderworpen. Kundera in “L’immortalité” gaf nochtans een mooi teken mee om die groeiende macht weer te geven. Maar goed, zolang we geen verschil maken tussen een clown die schrijft over de meiden die klaar liggen voor… en journalisten die de fallocratie echt belichten, zal men blijven doen alsof wij, de nieuwsconsumenten blij mogen zijn dat er dan toch nieuws is, dag na dag.  


Bart Haers
6 mei 2012






Reacties

  1. Complimenten. Vond dit artikel begrijpelijk en ter zake geldig en ook objectief en ook genuanceerd. Dus het was interessant te lezen. En zet tot het verdere nadenken...)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Was het misschien ook (deels) antwoord op dit artikel:
    http://www.knack.be/nieuws/belgie/bart-de-wever-geen-hond-gelooft-de-media-nog/article-4000089810559.htm#.T6JkbNPew8c.facebook

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Juist ja, maar ook op de commotie die was ontstaan over hoe de media met de naam en faam van mensen omspringen. Maar vooral de vraag wat we van de media mogen verwachten. Kritiek is in die zin altijd wel onrechtvaardig dat men het goede soms over het hoofd ziet...

    BeantwoordenVerwijderen
  4. U schrijft: "Het valt bijvoorbeeld op dat men wanneer men het over onderwijs heeft de persmensen meegaan, zonder enige kritische noot met de hervormingsdrift." Sinds Vlaaanderen sinds 1989 op het vlak van het onderwijs een totaal autonoom beleid voert, merken we dat de pers bijna uitsluitend nog aandacht schenkt aan de stem van de machtshebbers (de beleidsmakers.

    Onderwijskrant publiceerde op 8 mei een manifest tegen de nivellerende hervormingsplannen voor het secundair onderwijs. Meer dan 4000 personen ondertekenden de voorbije dagen dit manifest, maar de inhoud van manifest, de naam en waar men het kan vinden op het Internet krijgen geen vermelding in de pers.

    U kan de petitie vinden en eventueel ondertekenen via onderstaande hyperlink: http://www.petitietegenhervormingsplanso.be/ of via Google: Petitie Tegen Hervormingsplan S.O. of via:www.onderwijskrant.be

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ik heb de petitie alvast aan een aantal mensen doorgestuurd en heb deze petitie graag gepubliceerd.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts