kunnen we wel ophouden met klagen en zagen?
Reflectie
Grenzen aan de polarisatie
Alternatieven
of gewogen beleidskeuzes
Foto van het internet geplukt. Wat zegt ons deze foto? Niets, maar de suggestie is dat er gewerkt wordt. Welke resultaten mag men verwachten? |
Het
kenmerk van populisme zou zijn dat men de andere, de tegenstander diaboliseert
dan wel een zondebok aanwijst die volkomen machteloos zou zijn. Populisme
daartoe beperken, heeft weinig zin, omdat men dan men andere facetten van een
goedkoop politiek verhaal niet ter beoordeling hoeft te onderzoeken. En er is
heel wat reden om zich zorgen te maken. Als de krant meldt dat mevrouw Merkel
in problemen komt omdat op de G8 medestanders voor mijnheer Hollande zijn
opgedoken, die pleiten voor… groei, dan breekt mijn klomp. Want niemand heeft
Angela Merkel ooit horen zeggen dat groei geen doel was, laat staan dat het
niet hoefde, die groei. Maar ook daar zijn we nog niet rond met de vraag hoe
het nu zit met populisme. Ook journalisten en academici kunnen zich blijkbaar
niet inhouden en vertellen dat er meer populisme nodig is, dan wel, zoals te
doen gebruikelijk,beweren dat rechts populistische taal zou verkopen. Net dat
eeuwig vasthouden aan de mantra dat rechts slecht is, niet goed voor het volk,
niet goed voor jan met de pet, begint aan geloofwaardigheid in te boeten.
De
heer Louis Toback presteerde het in Reyers
Laat te vertellen hoe goed het wel
is dat Sarkozy van het toneel is verdwenen. Dat bijna 50 % van de Franse
Kiezers ondanks de weigering van Bayrou en Marine le Pen om stemadvies pro
Sarko te geven, mag dat een puik en net daarom teleurstellend resultaat heten.
Dat precies Sarko een belasting oplegde aan de grote fortuinen, werd door Louis
T uit Leuven niet vermeld. Wel dat Sarko de Franse strijdkrachten opnieuw
wenste te integreren in de militaire bevelsstructuur van de NATO, was er voor
hem teveel aan. Ik heb Hollande niet horen zeggen dat hij tegen sterkere
integratie van de Europese defensie-inspanningen zou zijn en met reden, want
zoals de BENELUX nu eindelijk tot verregaande integratie van defensie heeft
besloten, kan men verwachten dat met minder directe uitgaven toch betere
resultaten bereikt zouden worden. En dan is er nog die andere kwestie, de rol
van Sarkozy in Libië. Men heeft zijn inspanningen in te gaan op de wekroep van
Bernard Henri Lévy om de opstandelingen te steunen tegen de moorddadige afweer
van kolonel Khadaffi, niet echt breed uitgesmeerd in de pers, ook niet de
Vlaamse. Men heeft wel nog eens herinnerd aan het aanbod van de heer kolonel
uit Tripoli om Sarko wat te steunen, financieel dan, bij de verkiezingen van
2007. Kortom, de balans in de berichtgeving mag tendentieus heten en wat mij
betreft past het epitheton populistisch wel
erg goed.
Ach,
we verdedigen hier niet het beleid van president Sarkozy, noch de persoon, dat
kan hijzelf beter dan geen ander. En we weten ook dat hij zijn zoon had moeten
wegsturen, minstens voor enkele maanden toen die zich kandidaat wenste te
stellen voor een of andere sinecure, een bestuursmandaat bij La Défense, een
vastgoedbedrijf dat heel wat kantoorruimte beheerd ten westen van Parijs, in
het verlengde van de as Tuilleries en Arc de Triomphe. Maar dat men in deze zo
scherp de tegenstelling tussen rechts en links is gaan uitspellen, mag
verwonderlijk heten en bovendien bedenkelijk. Men vertelt dat het boek van
Peter Mertens, Hoe durven ze, zo goed is, maar ik zoek nog altijd naar een
eerlijke analyse. Ik hoorde op zaterdag 12 mei 2012 Dirk van Duppen en Dirk de
Ridder spreken over… tja, over Darwin, Marx en Engels. Dat in een of andere
uitzending van de Zevende dag Dimitri Verhulst de heldendaden van Stalin niet
meer relevant vindt, zegt veel over de wijze waarop ook nu weer met de erfenis
van Marx en Engels werd omgegaan. Maar ook de breinchirurg weet iets van hoe
men complexe dingen uit moet leggen. In elk geval, hoezeer ik het programma van
Werner Trio ook een warm hart toedraag, dit was echt wel even schrikken. De
mens als niet voorbestemd wezen, een erfenis denk ik van het Darwinisme, van
het humanisme sinds Montaigne en Erasmus, dat wezen dient de plaats te ruimen
voor het breindier, wat op zich wel klopt, maar het brein zoals we het weer
eens gepresenteerd zien, lijkt verrassend dicht te staan bij het Cartesiaans
theater. Het brein werkt onafhankelijk van ons en bepaald ons volledig. Maar
voor zover we het hebben begrepen, werkt het brein niet autonoom van wat we
maar eens lekker ouderwets de humores, de lichaamssappen zullen noemen en
bovendien blijft men overduidelijk met de vraag zitten of dat wat Dirk de
Ridder en bondgenoten vertellen ook iets zegt over wat men doorgaans het
bewustzijn noemt. Bert Keizer heeft deze kritiek aan het adres van Dick Swaab
reeds uitvoerig beschreven, maar er is vooralsnog geen antwoord gekomen,
namelijk hoe neurologen vandaag aankijken tegen de content, de gedachten, de
speelse voorstellingen die het brein produceert.
Ook
in de wetenschappen en de verspreiding van de wetenschappen merkt men vandaag
een grote ijver tot populisme. Of het nu over geschiedenis gaat, dan wel over
taalkunde of natuurkunde, altijd weer merkt men dat wetenschappers aan de ene
kant graag bereid zijn hun verhaal te doen, maar zij doen dat vaak of te vaak
neerbuigend, want iedereen moet het begrijpen. Aan de andere kant merkt men dat
zowel filosofen als taalkundigen graag vertellen dat ze in hun studiekamers aan
de universiteit wel anderen dingen doen dan ze desgevallend vertellen in de
studio van Reyers laat. Wijlen Koen Raes heeft dat eens zeer expliciet
laten verstaan bij Jan Leyers, zelf filosoof. Het gevolg? Totale desinteresse
in de bladen voor reflecties van enige betekenis of filosofische onderzoeken in
de brede media, zo mogelijk van even doordachte kritiek als weerwoord gediend.
Nog steeds zal men in De Standaard zoeken naar een grondige recensie van het
boek, De verovering van de vrijheid van Alicja Gescinska, maar een vrijblijvend
interview kon er wel af. Ook denk ik dat Jean-Paul Van Bendegem, wiens boekje “Hamlet
en de Entropie” wel erg weinig aandacht kreeg in de brede media zich wel eens
afvragen moet waarom hij voor het plebs zou schrijven. Noch haar verhaal over de te veroveren
vrijheid, noch dat van Van Bendegem over de noodzaak zowel thuis te zijn in de
wetenschappen als in de literatuur schikten de aanhangers van Darwin of die van
Marx.
In
de krant viel te lezen dat na David van Reybrouck nu ook Ludo Abicht een
pleidooi voor populisme zou voeren, er een boek over heeft geschreven. Hoeveel
waardering voor het boek “de haan van Asklepios” ik ook kan opbrengen, hoezeer ik ook het
autonome en soms dwarse optreden van deze marxist kan appreciëren, dat belet niet dat ik die
oproep voor populisme niet goed kan vatten. Juist, ik zal wachten tot ik het
boek met aandacht heb gelezen, maar toch, na wat we de afgelopen weken weer
hebben beleefd, ook bij onze Noorderburen, aan pogingen van journalisten om kandidaten
voor het lijsttrekkerschap en voorzitters van de betrokken partijen te laten
zeggen dat zij er niets van bakken, tart evenzeer de verbeelding. Yolande Sap
en de voorzitster van Groen-Links kregen het behoorlijk te verduren, de heer
Tofik Dibi, die best voor zijn eigen kandidatuur mag gaan, werd niet gevraagd
of op de rooster gelegd, want men kan niet tegelijk menen dat Sap een goede zaak
deed het Lente-akkoord te steunen en verder te doen alsof Dibi voor de partij,
Groen Links dus en voor Nederland een goede zaak doet. Het is precies in een
kwestie als deze dat men wel, ook als buitenstaander kan zeggen dat het
opgewonden standje echt wel te licht weegt. Blijkbaar mocht de kiescommissie of
hoe het beraad ook heet dat hierover gaat binnen Groen Links dat niet zeggen.
Men zegt dan dat democratie niet of niet voldoende zou spelen. Maar, met alle
respect, zo werkt het niet, denk ik. De partij van Sap heeft zich geëngageerd
voor een diepgravend project en de instanties van de partij hebben haar niet
tegengesproken, niet gezegd dat ze vooral de vrienden van de Kunduzgroep niet
hoefde te steunen en dan moet men als lid van de fractie van de tweede kamer
niet doen alsof alle opties open liggen. En vooral, hoe zal deze man
verantwoorden dat hij de partij schade toebrengt?
Het
vormt wellicht een van de meest complexe aangelegenheden van het politieke
gebeuren en tevens de achillespees van wat we democratie noemen, dat is de
verantwoording door politici, maar in wezen ook door burgers. Laatst zegde een
academicus met een behoorlijke staat van dienst, Paul de Grauwe, dat men de
schulden van Griekenland helemaal moet schrappen en vervolgens geld toestoppen
om de economische groei te ondersteunen. Moral Hazard? Aan de andere kant zal
men wat Spanje betreft nog wel even blijven volhouden dat de heer Rajoy met
zijn ploeg weinig werk maken van het herstel van de economie in Spanje.
Demagogischer kan het mijn inziens niet, omdat niemand in kaart brengt wat de
regering in Madrid bedisselt en hoe hij er blijkbaar in geslaagd zou zijn de
zeventien min of meer autonome regiobesturen op één lijn te krijgen wat de
nullijn betreft. Vergeten we dan even niet dat de regering van Baskenland
bijzonder weinig afdraagt aan Madrid.
Verantwoording,
zo meent onder anderen Francis Fukuyama vormt de kern van de democratie, maar
daar lijken we het moeilijker mee te hebben dan de pleidooien voor democratie
te houden, enfin, men zegt aan de democratie te hechten of erger, men zegt dat
de democratie maar echt beantwoordt aan de criteria van wat een democratie
hoort te zijn als mensen sowieso… tja, wat eindelijk? Als het parlement
procentueel voldoende outcasts, vrouwen, holebi’s en transgenders bevat en
armen, die dan natuurlijk niet meer arm zijn. Democratie echter, wat ons
betreft, betekent dat burgers inspraak hebben en ten allen tijde mogen
deelnemen aan het bestuur, op lokaal of hoger niveau. Het punt is dat de vierde macht er niet meer
in slaagt het beleid altijd goed te onderzoeken. Aan de andere kant moeten
politici hyperactief zijn maar worden hyperactieve politici dan weer
“kaltgestellt”, zonder verdere discussie. En als burgers over de gang van zaken
willen spreken, vinden politici dat echt niet heerlijk. Men kan niet tegelijk
eisen dat politici een visie hebben en hen vervolgens het zwijgen opleggen als
ze iets proberen te vertellen. Dat gebeurt dan via partijen, die oorspronkelijk
een legitieme idee over de maatschappelijke orde hebben en de plaats van de
persoon van de burger en het gemeenschappelijke op een eigen manier invullen.
Men kan vandaag vaststellen dat het verhaal dat de partijen brengen niet altijd
spoort met de praktijk van het beleid. Neem nu het adagium over de
rechtvaardige samenleving. Niemand kan ertegen zijn, want de democratie kan met
enig recht claimen rechtvaardig te zijn omwille van het feit dat de politieke
zaak niet in handen is van een dynastie of van één klasse, maar het
ceasaropapisme en de opvallend grote instroom van kinderen van oudgedienden in
de politiek nuanceert dit beeld. Bovendien krijgt men de indruk dat de media
zich hierbij niet onbetuigd hebben gelaten, want het was via
televisieprogramma’s dat deze jonge snaken de gemeenteraad van de grotere
steden en vervolgens de parlementen in werden gesluisd. Ook de wekroep de
politiek te professionaliseren is zonder meer een bedenkelijke benadering,
omdat de notie van verantwoording voor concreet beleid dan helemaal op de
achtergrond verdwijnt.
Met
andere woorden, als burger hoop je staat te kunnen maken op wat de media aan
nieuws brengen, wat journalisten vertellen. Maar soms blijkt men een agenda te
voeren, waar niemand iets meent tegen in te kunnen brengen, zoals het
terugdringen van het aantal verkeersdoden. Maar dat dit voor gevolg kan hebben
dat mensen die gewoon rijden langs ’s heren wegen en om de haverklap met boetes
worden geconfronteerd omdat ze de toegelaten snelheid met een paar km per uur
overschrijden, zonder dat ze ernstige ongevallen veroorzaken, maakt de sfeer er
niet beter op. Maar jongeren die aan snelheidraces houden, zoals in “Rebel
without a cause” of “The fast and the furious”, kan men dan weer niet te hard
aanpakken. Verkeersveiligheid is een groot goed, maar de sfeer neigt ernaar
elke persoon die in zijn of haar wagen stapt te zien als een mogelijk gevaar,
zelfs als iemand die intentioneel fouten zal begaan. Aan de andere kant, mensen
die door een woonwijk rijden, omdat het verkeer in onze steden zo is geleid dat
dezelfde straten als invalsweg dienen en andere als uitvalsweg, wat de dosering
van het verkeer niet ten goede komt en sommige bestuurders zo op de zenuwen
werkt dat ze gaan hyperventileren en vooral overdreven snel rijden. Het blijft
de vraag of het algemeen belang en vooral de rust van de bewoners in die straten
wel gediend is.
Populisme?
Men hoeft het anderen niet nodeloos na te dragen, maar evenmin is er reden,
denk ik, om ervoor te pleiten. De vrijheid van de persoon in vraag stellen en
als politieke klasse voortdurend inzetten op een mentaliteitswijziging, het
komt mij moeilijk verzoenbaar voor met de idee dat een mens wel degelijk best
verantwoordelijk kan handelen. Als den een politicus al eens met een zatte kop
iets voor heeft, een ongeval of een kleine ruzie met een agent, dan wordt die
politicus bijna vanzelf een verdacht sujet. Aan de andere kant, wat politici in
gezamenlijk beraad besluiten, in de regering en het parlement, zoals
bijvoorbeeld het onderwijsbeleid laat zien, wordt dan veel minder aan debat
onderworpen. Want, zo blijkt, de journalisten zijn best geneigd hervormingen
toe te juichen. Nog steeds staat het me voor dat de Standaard een dag, of toch
zeker een week na het invoeren van de BAMA-structuur in het hoger onderwijs,
dus toen de eerste studenten tegen wil en dank in het nieuwe systeem hun
opleiding begonnen, over een groot
succes van het nieuwe bestel klaroenden. Er was uiteraard geen alternatief. En nadien
zijn er nauwelijks ernstige aanzetten geweest om te kijken of de hervormingen
eindelijk wel functioneren, ten bate van de student. Niet dat er meer studenten
moeten slagen, wel dat degenen die slagen er ook voldoende eigen verdienste aan
hebben.
Oh
ja, het ging over rechtvaardigheid en we weten eindelijk nog steeds niet wat de
gevolgen zijn van de outputfinanciering van de universiteiten. Want dat zou
ertoe kunnen leiden dat men ook met minder inspanningen het diploma haalt. Wel
weten we dat er op zeker ogenblik een paar docenten gebuisd werden door… de
studenten en dat de Universitaire overheid daarin meeging.
Rechtvaardig
bestuur, goed bestuur? Hoe zal men het afwegen? Wel, het is niet het succes van
de nieuwe onderwijsfilosofie waar studenten zelfs geen keuze meer hadden om
iets anders te kiezen, die zal toelaten de kwaliteit van het onderwijs af te
meten. Het zal ook niet zijn aan die ene otter dat men kan afmeten of de
kwaliteit van het oppervlaktewater erop verbeterd is. Maar misschien kan wel
een beleid ontwikkelen waarbij de bescherming van soorten omgezet wordt tot het
herstel, waar mogelijk van biotopen en ecosystemen, waarbij we dan de bedenking
niet onvermeld laten dat ook cultuurland een belangwekkende biotoop is voor
vele soorten, houtkanten en traag meanderende beken en riviertjes.
Kortom,
is het moeilijk of minstens lastig beleid af te toetsen, omdat de criteria die
men hanteert wel eens minder onbetwistbaar blijken dan men zou denken, dan is
het voor de politici en andere actoren in het politieke veld toch zeker ook van
belang te begrijpen dat het publiek waar zij mee te maken hebben wel degelijk
een behoorlijke kennis heeft van het maatschappelijke gebeuren. Pleiten voor
meer populisme komt mij dan voor een poging de evidente verantwoording te
weigeren. Overigens, misschien werkt het wel eens zo dat de leden van een
algemene vergadering van een bedrijf blind vertrouwen aan de dag leggen,
meestal blijkt dat sommige aandeelhouders wel degelijk kritisch uit de hoek komen.
Al mag dan weer blijken dat soms die aandeelhouders een andere agenda hebben.
De wijze waarop hefboomfondsen bijvoorbeeld de Nederlandse ABN-AMRO tot
opsplitsen gedwongen hebben en zo Maurice Lippens op ideeën gebracht hebben… is
zelden onderzocht. Aan de andere kant blijken sommige aandeelhouders van Fortis
wel zeer veel vertrouwen gehad te hebben in de leiding van Fortis met alle
gevolgen van dien.
Vertrouwen
is goed, maar het valt op dat journalisten blind vertrouwen vragen voor
zichzelf en voor sommige politici. Aan de andere kant bewerken ze mee dat
ambtenaren en politici geen vertrouwen lijken te mogen hebben in de burger. Die
paradox komt mij bedenkelijk voor, want zij is niet minder reëel. Neem nu het
grote debat over het levenseinde. Ook wij wensen onze medemens en onszelf een
goede dood toe, misschien, als de medische mogelijkheden uitgeput blijken en de
ziekte zoveel pijn en afzien veroorzaakt dat we het niet meer kunnen dragen,
door middel van beëindiging, maar ik denk wel dat men niet de familie kan
uitschakelen, maar derden wel een grote inspraak geven, zonder dat er een
vertrouwensband hoeft te bestaan. Neen, een schoonmoeder is niet per se een
feeks - overigens lijkt men er in het
Nederlands geen rekenschap van te geven dat “Belle-mère” in het Frans ook
stiefmoeder betekenen kan. Kortom, in plaats van het debat over de complexere
rol van de arts bij een lang leven te spreken, komt men opnieuw met de
discussie of een patiënt volkomen alleen dient te beslissen over die vraag,
euthanasie of niet. Het zelfbeschikkingsrecht? Uiteraard, natuurlijk, maar als
ik geen raad kan vragen aan mijn naasten, als ik hen in hun advies niet kan
vertrouwen, wat voor band, vertrouwensband zou er dan bestaan? En dan is er nog
iets, natuurlijk, er is ook de vraag hoever de artsen mogen en moeten gaan bij
de behandeling van een aandoening en dan nog, over welke fase in het leven
spreken we dan? En wat met mensen die per definitie niet zelfstandig kunnen
besluiten, verlengd minderjarigen? Is in dit debat populisme gewenst? Mij komt
het voor dat het publiek in deze bestaat uit ervaringsdeskundigen, die mits
goed advies wel degelijk bereid zijn en in staat goede beslissingen te nemen,
voor zichzelf en hun naasten. Wantrouwen lijkt in dit debat te overheersen,
terwijl, hoop ik dan toch, de banden tussen mensen wel zo kunnen zijn, dat men
kan spreken van vertrouwen en bekommernis.
Er
is nog een vorm van populisme waar het we over kunnen, moeten hebben, met name
de wijze waarop sommige mensen in het publiek graag neerhalen wat hier te lande
leeft en gedijt. De andere kant van dezelfde medaille is het al te hoog prijzen
en vrijstellen van kritiek. Zo kan men iemand over het UK spreken met aandacht
voor de kunst, het land, het politieke en daar valt veel over te vertellen,
maar als zo iemand, een BV komt vertellen dat de Britse dames zoveel meer
standing hebben dan de Vlaamse, dan roept dat toch wel vragen op. The Lady of
the house? Komaan, dat is toch verre van ernstig. En aan het andere uiteinde
zal men ons ook niet vinden, we zullen de Vlaamse vrouwen niet hoger
inschatten, dan de individuele dames die we mochten ontmoeten en soms zijn dat
werkelijk heel boeiende personen, met grote kennis van zaken.
Tot
besluit vraag ik mij af hoe men voor populisme kan pleiten als men merkt dat
politici zelf in de huidige crisis alleen maar met verouderde wapens, geschikt
– zou het? – voor een vorige oorlog, c.q. een vorige crisis de problemen te
lijf gaan. Paul Goossens had het zaterdag over John Meynard Keynes die tijdens
en na de besprekingen in Versailles zijn eigen regering erop wees dat hun
benadering van Duitsland desastreus zou uitpakken. Opvallend is dat hij,
Goossens daarbij in vergetelheid laat dat de Duitsers inderdaad van een dictaat
konden spreken, want anders dan in Wenen, waar Talleyrand wel mee mocht walsen
en de Franse belangen verdedigen, was in Versailles geen enkele officiële
vertegenwoordiger van Duitsland of Oostenrijk aanwezig, laat staan dat er dus
kon worden onderhandeld over de prijs van de vrede en vooral de voorwaarden van
een blijvende vrede. Dat hij verder ook vergeet te melden dat Duitsland ook
hierom ten onder ging dat Ebert noch andere politici Ludendorf ter
verantwoording hebben geroepen, dat zij, de SPD de Stahlhelm en andere
vrijkorpsen te hulp riepen om in Kiel en in Berlijn de opstanden neer te slaan
al evenmin. Maar misschien nog het belangrijkste, hij dwaalt, hij, de
journalist als hij als vervolg van Versailles niet vermeldt dat Parijs en
Brussel besloten tot de bezetting van het Ruhrgebied en de hyperinflatie die
daarop volgde. Dus, goed, Keynes had gelijk met zijn waarschuwing aan het adres
van zijn regering dat men een kale kei niet het vel niet kan afstropen. Maar
hij, Paul Goossens heeft ongelijk daarbij niet te vermelden dat het opleggen
van de onmogelijk hoge herstelbetaling door andere nefaste acties, dwalingen
werden versterkt. Pas toen Dawes een economische regeling vond en in Locarno
een politiek akkoord bereikt werd, leek Duitsland uit het isolement te kunnen
treden. In 1928 verloor de NSDAP dan ook veel stemmen. Crisisbeheer is dus een
zeer complexe aangelegenheid, waarbij men de burgers niet in de steek kan of
mag laten. En dan zal men met populisme misschien een veldslag winnen, de oorlog
zal er des te erger op worden. En het kan dan gaan om het doorwoekeren van de
crisis.
Want,
zo neem ik het toch waar, tot nog toe heeft men voor het oplossen van de crisis
een zaak niet bereikt, dat is het herstel van het vertrouwen van de burgers in
de politiek en de vierde macht, de media. Het optreden van de heer van Haersma
Buma in de voorverkiezingen bij het CDA was anders ook in dit land leerrijk
geweest, net als de afwijzing door Diederik Samsom van het Lente-akkoord, maar
dat is een storend detail voor wie het hart op de juiste plaats draagt, zoals
iedereen weet is dat dus links in het midden.
Bart
Haers
Ik kreeg dus weer een anonieme reactie op mijn blog. De anonieme post gaat erover dat ik niets begrijp van neurobiologie. Ik zal ook deze keer de reactie niet publiceren, omdat het zo denigrerend is dat een debat onmogelijk is. Ik denk dat ik de afgelopen jaren een en ander gelezen heb over wat er gaande is in de wetenschappen. Het wereldbeeld van de wetenschappen, van Philip van Loocke, waarover in de brede media nauwelijks iets gezegd is, vormt een goede inleiding. Men kan mij niet verwijten geen interesse te hebben voor wis- en natuurkunde, medische wetenschappen. Maar ja, als je het niet eens bent met de benadering van Swaab of De Ridder, op grond van inderdaad het werk van Bert Keizer, die in de reactie gazettenpraat verweet wordt, dan ben je ergens aan het zweven. Het zij zo. Ik denk overigens niet dat ik beweerd heb of beweer dat de natuur niet causaal en tot op grote hoogte gedetermineerd zou zijn. Maar ja, Als je moet aannemen wat een andere met de autoriteit van zijn naam of functie te vertellen heeft, dan zitten we terug bij het "magister dixit". Nu, dan luister ik liever naar wat de heer Martinus Veltman, die over de ontwikkeling van de kennis van de basisstructuur van de materie wel eens iets weet te vertellen.
BeantwoordenVerwijderenMaar goed, we zouden vastzitten aan het duale wereldbeeld, maar kan de anonieme auteur dan eens uitleggen hoe het functionerende brein zich verhoudt tot het bewustzijn. In Brandpunt (Nederland 2) toonde men hoe op een scan een plaats zou te vinden die oplicht als mannen naar kindjes kijken. Pedofilie zit dus in het brein. Dat men niet zegt hoe vrouwen op dezelfde beelden reageren zal wel te wijten zijn aan het feit de reportage maar een aantal minuten duurt. En toch, wat me tegen de borst stuitte in de benadering is dat men geen bewijsvoering voert maar in zekere zin alleen de argumenten voor het inzicht aandroeg. En dat komt me niet wetenschappelijk voor.
Hoezo uw wereld- en mensbeeld is “grotendeels” deterministisch?
BeantwoordenVerwijderenVan welke bovennatuurlijke Heilige Geest komt dan dat overblijvende deeltje vandaan dat volgens u niet causaal deterministisch is?
De heilige geest heeft hier niets mee te zien. Inderdaad denk ik dat het niet zo is dat het systeem, op het niveau van het universum de discussie over de wetten van Newton wellicht niet toelaten het verschil tussen de bekend aanwezig geachte hoeveelheid materie en de energie die men wel op moet merken. De dame die de idee van de donkere materie vaststelde, of liever indirect opnieuw te berde bracht, Vera Rubin meent dat de wetten van Newton wellicht onvoldoende zouden kunnen zijn om dat domein te begrijpen. Uiteraard kan u nu zeggen dat het determinisme gehandhaafd blijft, maar als causale verbanden die van de meting van de snelheid in spiraalvormige melkwegstelsels leiden tot nieuwe vragen over de zwaartekracht en electromagnetische kracht, voor zover ik het nu kan begrijpen, is het niet evident hoe de causaliteit werkt. Want dat is het tweede punt natuurlijk. Johan Braackman legde uit dat we van de wereld niets kunnen begrepen als het niet volkomen gedetermineerd zou zijn. Toch zijn we heel ver gekomen door uit observatie en experiment, waarbij we - Ockham indachtig - altijd kiezen voor de meest elegante oplossing, namelijk die waarvoor we zo weinig mogelijk elementen ter verklaring nodig hebben. Het gaat niet over de heilige geest, maar om de vaststelling dat we heel ver gekomen zijn in het begrijpelijk maken van de ons omringende wereld en het universum. Maar ook kan men niet aan de vaststelling voorbij dat er elementen zijn in het grote verhaal, zoals bijvoorbeeld Ilja Prygogine aangaf dat er sommige niveaus chaos voorkomt, waar voorspelbaarheid niet meer in causale relaties beschreven worden, maar in termen van probabiliteit.
BeantwoordenVerwijderenNog dit, u bewijst dat in het benaderen van de wetenschappelijke kennis en de vorderingen terzake de polarisatie en het populisme niet afwezig zijn.
BeantwoordenVerwijderen