Leren leren, maar nog wat meer
Onderwijs
Lang
leve de kennis
Hoe leren zelf meer is
dan fun
Met Deng Xiao Ping ben ik het volkomen eens:
het doet er niet of de kat ros of wit is, als ze maar muizen vangt. Maar de
vraag is of we kennis zomaar kunnen vangen. Als je naar Wikipedia kijkt en iets
denkt af te weten van het vakgebied of het lemma, dan krijg je bevestigd wat
Prof. Dr. Balthasar ons uitlegde aan de hand van een oefening, c.q. bekijk in
algemene en vakencyclopedieën een lemma na en geef verslag van de lectuur.
Uiteraard is een algemene encyclopedie geen leerboek en toch, het leren is
lezen is iets wat elkeen onder de knie dient te krijgen. Wat bedoelt de auteur?
Klopt wat hij of zij zegt? Kan men ermee aan de slag?
Die kennis kan je opdoen met ouderwetse boeken
en met een labtop, maar Guy Tegenbosch vergist zich als de aankoop van het
instrument alles oplost, want men dient dan nog de leerstof per e-book aan te
kopen. En voor leerkrachten is het soms nodig zelf een beknopte syllabus te
kopen en die moet ook nog eens geuploaded worden. Dus de school dient de juiste
ict-tools te hebben.
30 jaar geleden werd de pc een item van gesprek
en vrij snel ook een nieuw meubel in de huizen van velen onder ons. Ik denk dat
de markt van de PC een zeldzaam succes is geweest, waarbij we allerminst klagen
over die nieuwe evolutie en mogelijkheden. De beschikbare informatie groeit
razendsnel en men kan met enig speurwerk soms zeer exotische werken vinden.
Maar de vraag moet wel bij de gebruiker liggen
en daar lijkt de kwaliteit van het onderwijs onontbeerlijk te zijn. Vele
mensen, zegt men, zoeken aan de hand van internet uit wat de symptomen zijn die ze menen te
bespeuren. Tot op zekere hoogte is het boeiend genoeg, maar pas in het kabinet
van de arts zal die kunnen vaststellen of die symptomen inderdaad iets te
betekenen hebben. Maar ook als het om het economie of wetenschappen gaat, om beschikbare
literatuur gaat, kan men via internet veel, overdadig veel vinden. Vraag is dan
hoe men de zaak waardeert en wat men er mee kan aanvangen.
Neem nu dat epitheton ornans dat we telkens
weer in de mond bestorven hebben als het over de middeleeuwen hebben: Duistere
middeleeuwen. Maar er zijn er andere ook, zoals de barbaarse middeleeuwen en
uiteraard kan achterlijk ook. Men kan dat maar blijven herhalen als men nooit
met de middeleeuwse cultuur en samenleving in contact geweest is. Nu, de Herfsttij der Middeleeuwen van Johan
Huizinga is al bijna een eeuw oud en hoewel men op enkele aspecten wel iets kan
afdingen blijft het beeld van de hoge middeleeuwen dat hij schetste best staan.
Zo ook de evolutie die Henri Pirenne zag in de ontwikkelingen in de Nederlanden
en toch noemt iemand als Guy Tegenbosch die kennis obsoleet en niet meer van
deze tijd. Enfin, we weten het eindelijk niet, maar hij zegt dat het via de
ebookbenadering wel allemaal anders zal zijn. De methode om dingen over te
dragen, daar gaat het om en de kwestie blijft of dat kan zonder leerkracht die
bevlogen kennis en inzichten, maar ook enthousiasme kan overdragen.
Uiteraard zijn er de afgelopen honderd jaar
andere historici geweest die de inzichten van Pirenne ernstig onderzocht hebben
en zijn er ook nieuwe syntheses gekomen. Voor leerlingen denk ik is alleen al
dat besef van goudwaarde. De ontwikkelingen van inzichten kan men het beste
ervaren door er mee geconfronteerd te worden. Maar dan moet men wel lezen en of
dat op papier is of op een scherm, doet er geenszins toe.
Anders denk ik is het waar drill en oefening
aan de orde zijn. De kennis van woordsoorten, van zinsdelen en van vervoegingen
vraagt toch oefening en dan kan het handiger zijn goed te leren schrijven. Of
men dat intikt of schrijft blijft hetzelfde. Misschien zou men cognitief
onderzoek moeten doen om te weten of iemand die de oefeningen schrijft dan wel
tikt de zaak onder de knie krijgt. Uiteraard zal men dat wel zien als die
persoon zelf aan de bak moet.
Voor rekenen lijkt het nog veel belangrijker
dat de leerling het handwerk goed onder de
knie krijgt om snel te kunnen hoofdrekenen en bij berekeningen een
gevoel voor cijfers te krijgen. Maar dan is er nog de meetkunde en het
uitwerken van vergelijkingen, beschrijven van functies en wat al niet meer. Men
kan dat ongetwijfeld doen op de pc of op een tablet. Maar dan heeft men ook eens oplossingsstrategieën
bij de hand. De vraag is of dat een goede zaak is. Bovendien zijn de
werkinstrumenten zo dat de gebruiker vanzelf met een werkblad aan de slag kan.
De eigen inbreng hoeft niet beperkt te zijn, maar toch lijkt het erop dat we
die informatie zelf best ook eigen maken.
Het komt me wel de strot uit, dat men kennis
van voorheen sowieso als obsoleet en niet meer van deze tijd beschouwt. Precies
op wezenlijke domeinen, de werking van de democratie, de rechtsstaat, de media
is het nodig dat leerlingen niet enkel weten dat men het ontstaan van het
heelal beschrijven kan als een singulariteit, een expansie van een deeltje dat
over 13 miljard jaar tot het huidige heelal is ontwikkeld. Ook de geschiedenis
van de soorten, de verandering van de soorten en hun onbedoelde veranderingen kan men leerlingen
het best goed bijbrengen. Tegelijk is het wel zo nuttig de vele aspecten van
taal, de wijze waarop men met taal anderen kan manipuleren of gemanipuleerd,
geïndoctrineerd kan worden, die zaken kan men best met grote zorg aan de
studenten bijbrengen.
Het gaat daarbij niet enkel om kennis, maar om
wat volgt na het ontvangen van de kennis, namelijk de verwerking en de
reflectie, waarbij het onderwijs tools aanreikt, die voor de persoon van belang
zijn. De heer Tegenbosch, zelf een journalist met een lange staat van dienst,
lijkt zich van deze aspecten van het onderwijs niet of nauwelijks bewust. Te
vrezen valt dat deze benadering voor de leerlingen van vandaag weinig zoden aan
de dijk zet. Hoe kan dezelfde krant erover klagen dat teveel mensen, jonge
mensen niet geloven aan de wetenschappelijke betekenis van de Big Bang, de
Evolutieleer en intussen de voorwaarden ondergraven opdat jongeren die
inzichten werkelijk leren te begrijpen?
Noch het lager noch het middelbaar onderwijs
scheppen een voor de leerling en latere
volwassene onwrikbare kist met beschikbare weetjes, wel scheppen die
onderwijsvormen de basis voor het omgaan met nieuwe informatie en de verwerking
ervan. Het tertiair onderwijs, hoger en universitair onderwijs, inclusief de
Masters na masters blijven belangrijker voor de persoon maar net ook daar zal
kennis opgedaan als jonge twintiger geleidelijk aan verder mee moeten gaan en
inderdaad, zoals Frank Vandenbroucke het stelde, blijkt levenslang leren
aangewezen. Maar velen zijn daar wel mee bezig, gewoon omdat hun studiegebied
of vakgebied hen voldoende interesseert.
Het blijft opvallend dat men van het onderwijs
iets zeer mechanisch maakt. Waarom zou men er dan niet voor pleiten het
subject, de leerling, ineens aan de machine linken en de informatie met een
deep brain sonde inbrengen? Alles wat hij of zij moet weten? Gewoon downloaden.
Alleen zal men zich afvragen of dit de menselijke interactie, het gebeuren dus
dat men onderwijzen noemt, bevordert en wel voldoet aan de criteria die onder
andere Martha Nussbaum verwacht van een menswaardig leerproces. Technische
fiches? Okay, maar die lezen en er eventueel valstrikken uit halen? Het blijft
maar de vraag.
Bart Haers
“Waarom zou men er dan niet voor pleiten het subject, de leerling, ineens aan de machine linken en de informatie met een deep brain sonde inbrengen? Alles wat hij of zij moet weten? Gewoon downloaden.”
BeantwoordenVerwijderenU vindt dat blijkbaar een laakbare gedachte en/of praktijk.
Het is je niet gegund (niemand overigens) over ongeveer 270 jaar terug te komen, maar ik vermoed dat men dan smalend zal lachen met uw bedenkingen op uw blog.
Ik ben nog van de eerste helft van de vorige eeuw. Onze oude tuinman (oudstrijder in de Grote Oorlog) leefde nog toen de mens op de maan was geland. Je kon die man met niets overtuigen dat zoiets werkelijk waar was. In zijn ogen en wereldbeeld was zoiets totaal on-mo-ge-lijk, en al die televisiebeelden enzo… dat was, in zijn ogen, puur bedrog en cinema
Hoe het onderwijs anno 2250 er zal uitzien? Men zal zich een beroerte lachen omtrent uw (en mijn) hedendaagse bedenkingen daaromtrent; daaraan twijfel ik niet.
Dat weet ik inderdaad niet, hoe het onderwijs er over jaar zal uitzien. Ik hoor zelfs jongeren vandaag beweren dat de mens niet op de maan geweest zou zijn. En in 1932 schreef ALdous Huxley een werkje over zo een samenlevig, waar mensen niet meer op de schoolbanken hoeven te zitten, maar al bij de geboorte de nodige capaciteiten meekrijgen en naderhand alles leren wat ze nodig hebben via slaaponderwijs.
BeantwoordenVerwijderenOf het goed zou zijn dat we onze kennis met deep brain stimulation ontvangen? Dan kan je er de nonsens niet uithalen, toch? En het blijft vooralsnog nog onzeker of zo een vorm van scholing veel zou uithalen. Maar het belangrijkste argument?
Dat als we al die dingen zouden kunnen, dat we dus in feite zelf geen greep meer zouden hebben, later, na de basisvorming, er zelf naar believen mee om te gaan, zou in ernstige afbreuk doen aan de waardigheid van de persoon, die mag geloven, tja dat de reis naar de maan een ideetje van Stanley Kubrick en Nixon is geweest.
U noemt zich historicus? Uw benepen zicht op de werkelijkheid is tekenend. U hanteert termen zoals menswaardig leerproces . Menswaardig is een bijvoeglijk naamwoord dat een wereldvisie (worldview) vooronderstelt, die niets maar dan ook niets te maken heeft met een zuivere heldere wetenschappelijke kijk op de werkelijkheid, maar bezwaard is met allerlei vooroordelen hoofdzakelijk afkomstig van de historische christelijke moraal. U kijkt achteruit. Ik kijk vooruit. Natuurwetten zijn onverschillig ten aanzien van zogenaamde menswaardige aangelegenheden. Maar ach in uw visie zal een louter materialistische visie op de werkelijkheid des duivels zijn, veronderstel ik; (de middeleeuwen zijn nog dichtbij).
BeantwoordenVerwijderenNet bezig met een interessant boekje - u hoort er nog van - over Heisenberg, Bohr, Einstein, Podolski en nog wat anderen... - over de kwestie hoe men de bevindingen van de kwantummechanica moet begrijpen. De plaats van het electron? Kan men die waarnemen of net niet?
BeantwoordenVerwijderenHet staat me voor dat u van wetenschappen een wel zeer verouderd beeld ophangt. Onze kijk op de dingen die we in wetten kunnen formuleren, wetenschappelijk, wiskundig en elegant zijn in die mate opbjectief dat zij inderdaad los van de waarnemer gelden. Maar tegelijk is duidelijk dat sinds Auguste Comte die claim op andere domeinen dan die van de waarneembare fysische realiteit is gaan uitdrukken. Dan kom je uit bij wetenschappelijke fraude, valt te vrezen, zoals Dirk Stapel dat met verve bewezen heeft. Met andere woorden, erken ik volkomen de geldigheid van de idee dat de klassieke newtoniaanse fysica objectief de fysische werkelijkheid beschrijft, dan meen ik dat hoezeer ook dat menselijke brein een fysische realiteit is, wat er aan imput, verwerking en uitput op te merken valt, dit niet onverschillig van de persoon, de cultuur en zelfs de groep waar dat brein en de drager ervan, die persoon toch ook onderhevig is. Men kan ervan dromen dat we ooit ook het menselijke objectief zullen kunnen beschrijven, de geschiedenis van het marxisme, van het neoliberalisme tonen aan dat die dromen gemakkelijk in distopieën eindigen. Christelijk? Ach, voor de een lijk ik op Settembrini, voor de ander op Naphta en zelf zal het me worst wezen. Maar ja, u heeft er wellicht geen idee van hoe Martin Buber bij Cusanus en andere mideleeuwse filofen, Ook Jacob Boehme komt aan bod. Dat is nog eens vooruitstrevende filosofie, geschreven in 1900. Dat is verleden, maar we kunnen er wel nog iets mee.