quod licet Bovi, non licet Jovi


Reflectie

Wat staat er op het spel
Het testament van Torfs

De idee een link te zien tussen Desiderius
Erasmus en Rik Torfs zal velen misschien
te ver doorschieten, maar toch, de weigering
a priori partij te kiezen en in brieven, c.q.
columns een visie te delen is hen niet vreemd.
Het verwijt onbetrouwbaar te zijn viel
beiden wel eens ten deel. En misschien
is dat geeneens een schande.
Als Testament betekent Getuigenis dan heeft de krant De Morgen de waarheid niet zo heel veel geweld aan gedaan. Maar doorgaans betekent het een wilsverklaring, waarbij men afstand doet van de aardse goederen. Hier lijkt het te gaan om een afscheid van de  politiek.

Rik Torfs meent dat hij in de politiek weinig kan betekenen, meent dat de hoge heren geen oren hebben naar zijn inzichten en stelt daarom zijn mandaat in vraag. Hoe begrijpelijk ook de ontnuchtering over het politieke bedrijf, ik durf te hopen dat Torfs niet zal doen als Peter Leyman en de anderen die na een korte passage de politiek weer verlaten. Let wel, men moet ook niet vragen dat iemand per se vasthoudt aan een mandaat. Maar de juiste keuze valt allicht moeilijk te bepalen.

Toch zegt dit veel over de gang van zaken in de politiek, waarbij de media niet vrijuit gaan. Vrijuit gaan de commentatoren niet als het om een soms zeer populistische betoogtrant gaat, zoals toen de dagelijkse commentatoren plots over professionele politici hadden. Maar ach, ook politici vinden van elkaar dat ze niets in de politiek te zoeken hebben, want die anderen snappen het niet, of de inzet of de wijze waarop men aan politiek doet. De modaliteiten van besluitvorming hebben vaak tot doel besluitvorming uit te stellen, zelfs naar de Griekse Kalende te verwijzen. Het probleem blijkt dat commentatoren zelf een paar ideaaltypes van de politicus koesteren en vervolgens wie er niet aan beantwoordt buiten spel zetten. Yves de Smet heeft dat zeer expliciet gedaan en dat op het niveau van de locale partijchef in Mechelen. Maar ook in verband met Rutten of andere politici zien we dat de commentatoren blijkbaar maar een criterium hebben, behaagt de politicus mij en zal dat zo blijven. Maar dan horen we hen vervolgens klagen dat politieke loopbanen zo ontstellend kort uitpakken. Hoe zou dat komen, dat voortdurend uitrangeren van verdienstelijke mensen? En nu is dus Torfs aan de beurt.

De heer Torfs, veelzijdig aanwezig in het publieke leven, maar vooral een interessante denker, die zichzelf ernstig genoeg neemt om een en ander te zeggen en niet ernstig genoeg om ervoor in een eindeloze polemiek te treden. Maar soms, denk ik, is dat laatste wel noodzakelijk. Wil men de politiek vitaliseren, dan zal dat niet gebeuren door mensen die elke seconde vrezen iets te verliezen of dreigen te verliezen. Aansluitend zal dat niet gebeuren als men gelooft dat politici mensen kunnen veranderen. Het getuigt van hybris als men gelooft dat men de wereld met een vingerknip kan veranderen. Toch hoor je teveel politici zeggen dat ze een steen in de rivier verlegd hebben en van jongere krachten dat ze de wereld willen veranderen. Me dunkt dat dit getuigt van een gebrek aan respect voor mensen, burgers, die goed opgeleid en redelijk beschaafd door het leven gaan.

Mag ik even aan president Obama denken, die een week lang armworstelen met de Republikeinen te doorstaan had om uiteindelijk met een half akkoord welgemoed naar Hawaï, vrouw en kinderen te kunnen vertrekken? Wat zal hij na zo een eindeloze onderhandeling gedacht hebben, als hij des avonds alleen boven kwam in de residentiële appartementen boven in het Witte Huis? We zullen het niet weten en hoeven het niet te weten. Ook al zal menigeen juist hopen daar ooit een glimp van op te vangen. Maar hij of zij moet dan bedenken dat de Amerikaanse politiek al sinds de dagen van John Adams en Thomas Jefferson heel verdeeld uit de hoek kwam, of het nu ging over de marine, het staande leger of de schulden van de 13 staten. De visies stonden diametraal tegenover elkaar en wat men niet wilde was het eerst met de ogen knipperen. Ook Abraham Lincoln heeft dat ervaren toen over de slavernij in de zuidelijke staten beslist moet worden, met als gevolg de Secessieoorlog. Voor ons is dat hoogstens folklore, maar nu er in Aurora in de staat Colorado zich weer een schietincident met 4 doden heeft voorgedaan, nadat er in juni vorig jaar ook al doden waren gevallen, kan men de vraag niet negeren hoe men de burgers tegen geweld zal beschermen. Hoe kan men die idiote omgang met wapens stoppen? Het tweede amendement heet heilig te zijn, maar ik kan mij voorstellen dat de staat ook geacht mag worden de veiligheid van burgers, onschuldige burgers te garanderen, tegen overheidsoptreden? Zeer zeker, maar minstens ook tegen de barbarij van burgers. Bloomberg heeft zich nog maar eens uitgesproken tegen de NRA (=National Rifle Association) maar verder blijken parlementsleden niet te komen.

Hoe past dit in onze bedenkingen over het interview van Rik Torfs in De Morgen? Wel, hoewel het artikel vooral laat zien dat Torfs een aantal bedenkingen heeft bij de gang van zaken in zijn partij in het bijzonder en in de politiek in het algemeen, hoewel de man ook niet mag klagen over media-aandacht kan ik zijn ongenoegen wel begrijpen. Het punt lijkt te zijn, dat de politieke hoofdrolspelers al te zeer begaan zijn met succes, met stand houden en daardoor al te pragmatisch uit de hoek komen. Noch Obama noch Wouter Beke of Herman van Rompuy mogen twijfelen, mogen aangeven welke considerabilia over een kwestie hen bezig kan houden. Het voorbeeld van het recht ongeoorloofd verkregen bewijsmateriaal te gebruiken tegen seksuele delinquenten als de rechter het gebruik accepteert, laat zien dat Rik Torfs wel degelijk een plaats heeft in het parlement. Maar terecht mag hij vrezen dat dit te weinig is.

Nu moeten we terug naar dat fameuze bericht in het nieuws afgelopen weken, toen verteld werd dat de Moniteur Belge, het Belgisch Staatsblad een nooit geziene omgang heeft gekregen van meer dan 90.000 bladzijden. Niet meer te behappen door gewone burgers, zelfs niet door ervaren juristen en ik vraag me soms af hoe uitgeverijen als Kluwer daarmee omgaan. De overdaad aan regelgeving is van dien aard dat de rechtszekerheid voor elkeen niet meer gewaarborgd kan worden. En dat blijkt ook in de praktijk, waar parketmagistraten zich vergissen, waardoor de gedupeerden van een overval nog eens gedupeerd worden door dwalingen van de staande en/of de zetelende magistratuur.

De oplossingen liggen voor het grijpen, hoor ik hier en daar iemand denken, maar te vrezen valt dat de oplossing erger zou kunnen uitpakken dan de kwaal. Daarom hebben we in de politiek nu net lieden, dames en heren nodig die de linken tussen pragmatische politiek en ideale principes in het oog houden. Het probleem is namelijk dat we vandaag niet minder dan vroeger met politique politicienne te maken hebben, met een pragmatisme dat Diederik Samsom en Mark Rutte zo fraai uitruilpolitiek hebben genoemd: u krijgt uw dada’s en ik hou de mijne. Het is wat kort door de bocht en wekt de indruk dat er van brave compromissen geen sprake meer is, maar de werkelijkheid blijft dat het debat over hangende kwesties niet gevoerd wordt of hoeft te worden.

Nu is dat een van de sterke punten van Rik Torfs, namelijk dat hij bijvoorbeeld de taalpolitiek van de universiteiten in vraag durft te stellen, of andere heikele punten. Sommigen ergeren zich aan zijn omzwachteld taalgebruik, maar de oorzaak daarvan is minder politiek dan wel gebaseerd op een streven naar een intellectuele eerlijkheid. Hierbij moet ik dan wel aanstippen dat ik, hoezeer ik ook de liefde voor de Franse taal en vooral het chanson deel, niet kan volgen als Torfs het over Vlaanderen heeft. Let wel, voor mij is de realiteit die van een Europese politieke structuur sui generis, waar Vlaanderen sowieso deel aan heeft en beter zelf aan de verschillende tafels zou kunnen zetelen – wat de implicatie is van grotere autonomie of confederalisme – maar ook denk ik dat Vlaanderen dat independentisme niet kan of mag hanteren als een alibi voor een open blik op de wereld, beginnend bij Brussel. Het probleem is dat men vandaag dit vooral vreest en ook dat Vlaanderen geen invloed op Brussel meer zou hebben. Dit is nu al een probleem: Vlaanderen betaalt via de Gemeenschapscommissie al heel wat in de stad inzake onderwijs en cultuur, via het beheer van de Ring zorgt Vlaanderen mee voor de ontsluiting van de stad – zodat Brussel die dure infrastructuur niet zelf hoeft de financieren noch het onderhoud ervan. Finaal zijn er wel degelijk Vlamingen die zoals ik van de stad aan de Zenne houden en er toch de problemen van zien.

Maar een discussie op dat punt mag niet verhinderen dat de alerte reacties van Torfs op andere domeinen wel degelijk op mijn instemmend gegrom kunnen rekenen. En zelfs al vraag ik mij eens af waar hij het vandaan haalt, dan nog denk ik dat zo een meningsverschil niet de kern van de zaak is. Moeten we daarom hopen dat Torfs in de politiek zal blijven? Niemand zal een Torfs in het gareel houden, maar gezegd moeten worden dat net tomeloze lieden als hij ervoor zorgen dat de anderen zich niet zelfvoldaan in hun zetel kunnen neervlijen.

En toch is het punt dat Rik Torfs aansnijdt van groter belang dan ik om me heen hoor, want Torfs als persoon is niet enige element om in overweging te nemen. Hij vervult een wezenlijke rol door de gemakzucht dan wel de verbetenheid om de laatste komma aan de kaak te stellen. Nu vond ik en vind ik het problematisch dat de overheid moraliserend optreedt op het vlak van gezonde voeding en andere schadelijke gewoonten. Maar de discussie wanneer de waardigheid van een persoon in het geding komt door overheidsoptreden, werd bij mijn weten nog niet gevoerd. Rik Torfs heeft daar met zijn boekje, Lof der Lankmoedigheid nu net wel een aantal ideeën te toetsen, om nu het gemakkelijke van eenduidigheid te vermijden. Enerzijds vs  Anderzijds? Het is niet anders, men kan niet denken zonder te proberen onder ogen te nemen wat tegen een stelling en visie ingaat. Of wat tegen een bepaalde oplossing pleit.

Afgelopen decennia is de roep om verandering, liefst revolutionaire veranderingen er niet op verminderd. Verandering? Ik onthou nog steeds een grap uit een boek, Liefde, Tscheka en dood, waarin Alja Rachmanowa vertelt over hoe de revolutie uiteindelijk iedereen op de plaats houdt, behalve dat de onderste laag plots aan de top is gekomen en de top… in ballingschap is gegaan of naar de kampen is gestuurd. De revolutie was ineens niet zo een aantrekkelijk iets meer. Vervolgens bleek dat bij zo een revolutie de mens als persoon vervangen te worden door de idee van een vervangbaar gebruiksmiddel en is nu net dat niet een van de verworvenheden van de Duitse Verlichting?

Politici als Torfs kunnen met andere woorden, denk ik, excessen in het debat aangeven, al hoeft men niet te vrezen dat burgers dat zelf zouden nalaten. Wie de ommekeer in 1999, 2003 maar zeker ook in 2004 goed heeft gevolgd, merkt dat de eclatante successen soms geen lang leven beschoren zijn. In 2003 verloor AGALEV-Groen haar hele fractie, in 2004 kon de SP-A de score van 2003 niet vasthouden en in 2007, 2009 en 2010 verloren de traditionele partijen slag om slinger mandaten van de kiezer, omdat die kiezer het gehad had met een benadering van de publieke zaak die nog steeds in voege lijkt, zoals in het verhaal van Dexia, maar ook bij de benoemingen van politiek personeel in zogenaamd onafhankelijke organisaties zoals de GREC blijkt die controledrift eindeloos. Dat gouverneurs benoemd worden door de partijen, kan men best accepteren, maar een staatsbank of andere organisaties, die volgens (internationale) akkoorden onafhankelijk dienen te zijn, blijven bevolken met politiek personeel blijft een moeilijk te handhaven optie. De zucht om het geheel te overheersen gaat ten koste van onder meer de moed mensen hun onafhankelijkheid integer te laten uitoefenen.

Soms vindt men Rik Torfs een moralist, maar ik denk dan dat men het begrip moralist niet goed begrepen heeft. Torfs denkt na over kwesties en ontwikkelt een genuanceerde visie, die ook nog eens toepasbaar is, maar niet per se iedereen behaagt. Dat laatste quod licet bovi non licet Jovi – we keren het gezegde hier doelbewust om -  geeft tot in de perfectie weer wat men bedoelt met een populistische betoogtrant, waarbij men meent dat het volk zomaar toegesproken kan worden. Het volk is al lang niet meer zo eenduidig, al lijken recente verkiezingsuitslagen er wel aanleiding toe te geven dit te denken. Torfs lijkt het ook wel eens geldig te vinden, maar anderzijds merkt hij wel dat opinievorming over concrete zaken, zoals de rechtsstaat en de vrijwaring ervan voor veel mensen hoger op de agenda staat dan de media menen. Want die beperken zich hoofdzakelijk tot wat het strafrecht aangaat en vergeten dat ook het burgerlijk recht en het administratief recht betekenis kan hebben.

Niemand is onvervangbaar? Ach, niet voor het systeem, maar we zijn toch wel meer dan radertjes in dat systeem. De stelselmatige verenging van de samenleving en de politiek, de economie tot een systeem, vormt een grote bedreiging voor het democratische bestel, net omdat in dat perspectief mensen net wel onvervangbaar zijn, niet voor dé samenleving, dé economie, maar gewoon voor hun naasten… Daar lijken politici lang niet altijd vatbaar voor en op dat punt laat Rik Torfs wel eens een bijzonder geluid horen. En finaal vergeet men het op basis van observatie en onderzoek gebaseerde economische model niet per se nog spoort met de economische realiteit. Gelukkig zijn er mensen die er als een Houdini in slagen aan de vermeende wetmatigheden te ontkomen en eigen wegen te gaan. Neen, we hebben het niet over CEO’s maar eerder over ondernemers die hun eigen hebben en houden inzetten.

Tot slot was het onvermijdelijk dat een proeve van denken over de politiek, geconcentreerd op een persoon ook iets van een lofrede weg heeft, waar ik mij ten volle van bewust was en ben. Dat het ook een aanklacht  mag heten aan de media, die verre van objectief of neutraal een aantal eigen ideaaltypes hanteren, mag men niet uit de weg gaan. Ook als lezer niet, anders wordt het lezen van de krant een lastige zaak, omwille van onvermijdelijke ergernissen. Net de columns van Rik Torfs herinneren eraan dat een krant zoveel meer kan zijn.

Wat Torfs zal besluiten, zal wel blijken, maar dat hij een rol zal blijven spelen, ook in het politieke, mag ons niet verrassen. Alleen zal blijken hoe hij die rol zal opnemen. Maar een mandaat voortijdig beëindigen? We zien het wel en we zullen ons dan verkneukelen in de hypocriete commentaren in onze nationale en regionale bladen. Maar aangezien de senaat verdwijnt, zullen de plaatsen in de andere parlementen alleen nog maar duurder worden. En dat is het verhaal waar Torfs het om te doen was? Dat Jupiter hoog boven het gemeen zetelt en slechts weinigen krijgen het genoegen even iets in diens oor te fluisteren, er zich voor hoedend dat Hij verrast zou zijn of erger nog, in een aardschokkende lachbui zou uitbarsten.

Bart Haers 

Reacties

Populaire posts