Wat vermag de politiek zonder ambtsbetrachting


Reflectie

Verwachtingen, dromen en wensen
Het belang van de Ambtseed


De eedaflegging door Abraham Lincoln, die zijn belofte niet
waar kon maken zonder de oorlog aan te gaan met de
secessionisten. De vrede bewaren en de uitbreiding van de
slavernij accepteren bleek geen optie meer. 
Even dachten we, laten we eens alles op een hoopje gooien, Hollande, VLD, Marc Rutte en de N-VA, Angela Merkel, Poetin en Obama, maar het moet hoe dan ook nog wat overzichtelijk blijven. De vraag die we moeilijk kunnen ontwijken dezer dagen betreft de benadering door de politici zelf van hun rol. Evengoed komen we dan uit bij de vraag uit hoe zij die rol denken te kunnen en vooral moeten vervullen.

Meer dan één Eedaflegging

Niet eens zolang geleden zag men hoe voor het eerst in het Huis ten Bosch, de eedaflegging van leden van het nieuwe kabinet Rutte de eed aflegden voor de lens van de televisie.  Ook bij ons zien we hoe de eedaflegging van ministers vastgelegd wordt, maar nog niet life uitgezonden – of vergis ik mij. Vandaag 21 januari 2013 legt Barak Obama de eed af voor zijn tweede ambtstermijn. Mia Doornaert wijst er niet zonder gevoel voor ironie op dat macht een zeker decorum kan verdragen, zelfs vergt. En laat nu net dat, die ambtelijke ernst iets zijn dat we al enige tijd als oubollig zijn gaan afdoen. Maar ambtsbetrachting vergt hoe dan ook veel overleg én een idee van wat men doet.

Zo helpe mij God

De ambtseed van onze politici en hoge ambtenaren is volkomen geseculariseerd en we zouden het niet anders willen. Maar toch merken we op dat die ambtseed daardoor op het oog alleen nog een formule wordt. De betekenis gekozen te zijn voor een bepaald ambt, door den volke of door gelijken, blijft in de eedsaflegging vaak onuitgesproken, maar de vraag is, hoe het dan anders moet. De Verenigde Staten kennen een behoorlijke lange traditie van reflectie over het ambt van President en andere verkozen ambten, ook van rechters. We weten dat het af en toe uit de hand loopt, dat een openbaar aanklager een verdachte in een hoge functie uiteindelijk laat gaan omdat het ambt nooit tot een veroordeling kan komen. Dan kan men dat die ambtsdrager euvel duiden, maar dient men onverminderd na te gaan hoe andere spelers ageren.

Nee, god almachtig hoeft er niet bij te komen, maar wel is het nuttig zich af te vragen hoe men de discussie over ambtsuitoefening zal voeren. Wie moet de huidige  gouverneur  van de Provincie Oost-Vlaanderen, een aimabel man die alleen wat Lance Armstrong betreft van zijn geloof gevallen is, opvolgen? Normaal een zaak van de Vlaamse regering en nu plots stof voor discussie in de normaal alleen formalistisch betrokken federale regering in België, laat dit voorval zien dat de inschatting van de ambtsverplichtingen van zo een provinciegouverneur niet de hoofdzaak vormt. Het ambt vormt een relict van de Franse Prefect de département en vergelijkbaar met de Commissaris van de Koningin in Nederland, maar dat is niet de kern voor de partij die zich verzet tegen de beslissing van de Vlaamse regering, die vooral iemand wil plezieren.

Macht en aanzien van de provinciegouverneur zijn sinds de hervormingen van de staat en het verder groeiende belang van de EU, beperkter geworden. Dat draagt ertoe bij dat het ambt van gouverneur op het vlak van de veiligheid en coördineren van hulpdiensten wel een nut heeft, maar ook kan het ambt als scheidsrechter  optreden bij dorpsgeschillen – als partijen geen bestuur kunnen vormen. In ons land hebben zowel de federale als de Vlaamse overheid hier wel een rol, maar de meeste bevoegdheden liggen bij de Vlaamse, respectievelijk de Brusselse – ja, zelfs daar kan men het ambt niet supprimeren – en de Waalse overheid… De vraag lijkt nooit belangrijk of een gewest dit relatief overbodige niveau kan opheffen en eventueel de rol van de gouverneur door een ambtenaar, niet een politieke ambtenaar kan vervuld worden, zonder veel kosten blijkt nog steeds problematisch. Hoe zal men deze kwestie oplossen zonder zich er rekenschap van te geven dat dit land heus niet zo groot is en dat bij zware rampen de Vlaamse regering ook kan optreden?  

De opdracht van de gouverneur bij het beleid is beperkt, al weten sommigen hun gewicht en het gewicht van hun ambt in de waagschaal te leggen, voor verkeersveiligheid, zoals de voormalige gouverneur van Antwerpen, of voor Cultuurgeschiedenis en andere zaken. Anderen blijven rustig functioneren als uitvoerder van ambten van hogerhand. Het komt er dus op aan, denk ik, dat de gouverneur een zekere ruimte heeft waarin hij of zij naar goeddunken kunnen handelen, met de (stilzwijgende) goedkeuring van hogerhand.

De president van de Verenigde Staten legt wel een ambtseed af die hemzelf verplicht tot handelen. Daarbij roept hij de hulp van het opperwezen wel in. Maar het was Obama die als eerste ook verwees naar atheïsten in de Amerikaanse samenleving. Het ambt van de president in de VSA blijkt volgens de verschillende commentatoren het resultaat te zijn van verschillende concepten. Doorgaans beperkt men zich dan tot de Checs and balances tussen het Huis, de Senaat en de president, maar dan vergeet men het federale karakter van de VSA, want de wisselwerking tussen president en land komt vooral tot uiting in de wijze waarop een president en een congres over hangende kwesties tot een consensus kunnen komen, terwijl de hoofdsteden van de staten ook hun congres hebben en zelfs kunnen verbieden wetten van Washington DC na te leven – of dat te betrachten. Niemand zal menen dat het 2de Amendement geen deel uitmaakt van de Amerikaanse Bill of Rights, maar de toepassing van het amendement is voor de mensen die het verdedigen ten allen prijze geen deel van een staatsopvatting waarin veiligheid van belang is, de veiligheid van elke burger. Wetend dat de discussie over de toepassing van de Grondwet en de Bill of Rights al zeer vroeg tot scherpe tegenstellingen hebben geleid, soms zelfs zeer heftige, kan men begrijpen dat het invullen in concrete rechten van burgers ook voor zware discussies moet zorgen. Kan men aanvalswapens beschouwen als het voorwerp van dit amendement? Dat was erop gericht, toen de 13 koloniën onafhankelijk werden, die vrijheid ook te  verwerven op de Britse troepen – en op aanhangers van trouw aan de kroon in de koloniën – zodat men zich wel moet afvragen of men dat ook vandaag nog op die manier kan invullen. Gewapende burgers – die jaarlijks naar men zegt 14.000 slachtoffers maken – menen dat zij de ongewapende burgers kunnen beschermen maar vergeten dat zij ook door het lint kunnen gaan. We weten dat het al te vaak voorvalt in kleine schietincidenten maar pas als er meerdere slachtoffers vallen, wordt men even tot de orde geroepen. Maar dan vergeten we dat sommige mensen wel overleven, maar verminkt.

Het feit dat een president onder ede belooft het leven van de burgers niet nodeloos in gevaar te brengen, zonder daarbij de vitale belangen van de VSA te laten verslommeren, maakt duidelijk dat de president geen decreet ten gronde kan uitvaardigen en dat is ook goed. Maar de ARA (American Rifle Association) – klinkt als een papegaai en zo komen ze wel eens uit de hoek – lijkt geen interpretatie toe te staan en gedraagt zich aldus als een aanhanger van de hardste fundamentalistische strekking. De notie veiligheid wordt in Europa zeer ver doorgetrokken, soms te ver, maar de groei van de Nederlanden was juist te danken aan het feit dat men al vroeg de marktvrede niet als een kerkelijk bevel zag, maar eerder nog als een maatschappelijk goed. Er werd hier ook gemoord, dat is waar, maar wie over een aanvalswapen beschikt dat tot 100 kogels kan afvuren, zal wel merken dat zelfs de kruisboog niet zo vernietigend was en inderdaad ook verboden was in de publieke ruimte, tenzij als de verdediging van de stad daartoe dwong.

De kwestie die men eerst moet oplossen, voor men over concrete wapens spreekt is of de openbare orde en het publiek geweld toehoren aan de staat, de overheid. Die vraag kan niet via het 2de Amendement worden opgelost, omdat dit over een positief recht gaat, en zo geponeerd  dat men het niet kan of mag inperken zonder de rechthebbenden te beperken. Hoewel die redenering geen steek houdt is dat wel hun inzicht. De manier waarop men dus het probleem van wapendracht kan aanpakken is het monopolie op geweldpleging onder strikte juridische en politieke controle aan de overheid toekennen zodat machtsmisbruik uitgesloten is. De vraag is hoe dan ook waarom men vrijheid en veiligheid niet in evenwicht te brengen.  

Macht en publiek belang: Verplichtingen van het ambt

Het uitspreken en afleggen van een ambtseed is voor de betrokkene vaak een formaliteit, al zijn er wel die beseffen dat ze hier wel de hand aan moeten houden. De vraag is of en hoe wie een ambtseed aflegt naderhand op de rooster gelegd wordt? Natuurlijk valt niet aan het onderscheid onderuit te komen dat wie een ambt vervult aan de regels, de wetten die het ambt bepalen onderworpen is maar toch een persoonlijke invulling moet geven. Bijkomende deontologische regels moeten misbruiken voorkomen, bijvoorbeeld rond belangenvermenging. Opvallend is dat pleitbezorgers van autonomie er blijkbaar van overtuigd zijn dat een rechter, een volksvertegenwoordiger of een leerkracht best vooral heteronoom aangestuurd worden. Alleen voor de president van de VSA zal men dan wel menen dat die boven die reglementen staat, terwijl toch de vrijheid van de president beperkt is, gezien de opvallende bepalingen van het ambt.

Ambtsbetrachting is een term die al lang in onbruik lijkt te zijn geraakt, vergeten onder het stof en onder de vele wetten en reglementen. Het kan toch niet dat we voortdurend pleiten voor (totale) autonomie en degenen die zeer zeker naar eigen inzicht horen te handelen laadt men een pak verplichtingen op de schouders. Vaak zijn het regels die uit de logica van het ambt voortkomen, maar soms, denk ik, regeert het wantrouwen van een groep tegenover … zichzelf. Hoe vaak krijgen ministers niet de vraag deontologische codes voor een beroepsgroep aan te scherpen omdat er een probleem is geweest. Het mag een schokkend incident geweest zijn, van corruptie of nalatigheid, men kan niet zomaar de hele groep als onbetrouwbaar beschouwen, zonder ervoor goede argumenten te hebben.

Ambtsbetrachting lijkt dan ook vaak een moeilijke tocht over hindernissen zonder dat de eigenlijke functie nog in het geding is. Het lijkt er dan ook wel eens op dat men de ambtsdrager weinig ruimte laat om uit te blinken, waarbij men dan vanzelf in een vorm van ambtsverzaking terecht komt. Als men al eens aan de burgers zou meegeven dat zij uit het feit dat zij burger zijn mogen afleiden dat zij een ambt dragen, dat van burger, zou dat de relatie tussen burgers en overheden al gauw bijsturen. Nu kijken burgers niet meer op naar ambtsdragers noch naar de ambten omdat niet altijd duidelijk is wat zij doen, maar vaker nog omdat men niet goed weet wat zo een ambt betekent.

Transparantie bepleiten

In zaken van bestuur heeft men de afgelopen decennia steeds meer de nadruk gelegd op de transparantie van bestuur, wat dus betekent dat de bestuursdaden beter beargumenteerd bij het publiek aangedragen worden. De argumenten zelf alleen in bestuurstaal presenteren volstaat gelukkig ook niet meer, en toch, tegenover de transparantie als verwachting staat de werkelijkheid die complex is. Alleen al het verschil tussen het algemene beginsel en de concrete toepassing lijkt vaak al voor discussie te zorgen. Een tweede zaak lijkt even pertinent, dat een probleem niet altijd op dezelfde manier opgelost kan worden. Persoonlijke wensen en verwachtingen botsen – zoals men weet – ook wel eens op andere consideraties en dan gaan die verwachtingen eraan, zodat mensen zich tekort gedaan voelen. Nu kan men dat niet zonder meer vaststellen en net daarom ontstaan misvattingen over de publieke ambten, terwijl misschien geeneens enige moeite gedaan wordt de passende informatie te geven. Ambtsbetrachting was de afgelopen jaren in grote dossiers wel vaker de kern van het probleem, omdat politici hun hulk naar de wind hingen, zonder met een goede verantwoording over de brug te komen.

Een haven bouwen en achterwege laten schepen, binnenschepen naar het achterland te laten varen, voor in- en uitvoer, het blijft een merkwaardig gegeven. Toch durft geen enkele politicus over deze kwestie te besluiten, omdat er een zogenaamde brede alliantie tegen is gesmeed, waarin Boerenbond en Groen, van ACV (vakbonden) tot grondeigenaren elkaar vinden. Het kanaal van Schipdonk passeert in Zomergem, Eeklo, Maldegem en Damme… waar enkele eigenaren geen morzel gronds willen opofferen of geen container aan de einder voorbij willen zien glijden. Het blijft toch merkwaardig dat zoveel stemmen klagen over de besluiteloosheid van de Vlaamse regering, maar intussen ziet niemand er graten in het eigen belang – ondanks voorziene wettelijke tegemoetkomingen – boven alles te waarderen en daarbij ook nog modieuze argumenten in te brengen zonder aantoonbare correctheid ervan.

Het besluit? Nog even geduld, want ook op andere plaatsen en in andere domeinen zien we hoe burgers zelf het politici bijzonder moeilijk maken in hun ambtsbetrachtingen een bijzondere inbreng aan de dag te leggen. De discussie over het onderwijs, over allerlei andere zaken, zien we zelden een balans opgemaakt tussen wat bepaalde beleidsopties kunnen opbrengen. Het is, zeker in een complexe samenleving zelden goed of fout, zwart of wit. Transparantie betekent niet die ene beslissing met alle middelen verdedigen en alle andere opties laten schieten, of erger, onvermeld laten. Integendeel, steeds meer merk ik dat men transparantie te veel in termen van eigen- en algemeenbelang – hoe belangrijk dat probleem ook is -  van de besluitvormers, c.q. de politici bekijkt en in een beperkte mate nagaat hoe bepaalde opties voor de betrokkenen, de burgers kan uitpakken. Transparantie voor een bedrijfsleiding speelt verwijzend naar de discussie over de bonussenpolitiek op het zelfde veld. Maar eigenbelang is niet geheel nefast, wel mag die afweging niet verhinderen dat er ook andere domeinen zijn waar particuliere belangen in het geding zijn, van mensen die zelf niets in de pap te brokken hebben.

Plichtsgetrouw en toch de kluit belazeren

We hebben het zelf mogen meemaken hoe mensen in leidinggevende posities de mensen beloven dat ze plichtsgetrouw te werk gaan en hun ambtseed naar behoren uitvoering geven.   Hoe vaak wordt er niet bij solemnele momenten gevraagd erop toe te zien, maar in het debat zal men die ambtsbetrachting niet altijd afgemeten zien. Als het gebeurt, moeten we zeggen, gaat het zelden om werkelijke inbreuken, maar om op politieke berekening gebaseerde verwijten. Toen in 1974 Edmond Leburton moest aankondigen dat de Kamer en de Senaat ontbonden werden, was dat op televisie. Of Leburton betrokken was bij Ibramco, het RTT-schandaal doet er eindelijk niet toe, hij slaagde er niet in, zo was gebleken een regering op de rails te krijgen en te houden. De kwestie blijft ook in retrospectief bekeken bizar omdat er wel duidelijk uit blijkt, voor wie het zich herinneren kan, de regering was die de economische ommekeer aan zich zag langskomen en niet wist te reageren, tenzij met autoloze zondagen. Overigens verdient  minstens ook aandacht besteed aan wat er goed gaat, aan het feit dat mensen in hun dagelijkse bestaan wel degelijk weten wat hoort, ook al vinden we het niet altijd nuttig de letter van de wet te handhaven. In het plichtsgetrouw waarnemen van een ambt speelt iets anders, namelijk dat hoe hoger het ambt hoe minder concreet is aangegeven in regels en reglementen wat men onder plichtsbetrachting en jobomschrijving mag begrijpen. De onzekerheid vertaalt men vaak voor zichzelf door regels en handvaten te maken. Voor een groot deel is het ambt van gouverneur goed ingevuld en is de mate waarin beslissingen genomen mogen of moeten worden…

Voor een president van de Verenigde Staten ligt dat, goed beschouwd ook vast en G.W. Busch was ervan overtuigd dat hij met een minimum aan inspanningen iets kon betekenen. Na 9/11 veranderde het beeld wat, maar zich met de Amerikanen bezig houden, was er niet bij. De oorlogen werden, zoals te verwachten viel, een fiasco, voor de soldaten in Irak en Afghanistan.

Oog voor de omstandigheden, Omstandigheden geen excuus

Het vervullen van een ambt, zo lezen we bij Hermann Hesse in verband met de magister Ludi, mag zich niet op het persoonlijke richten, maar Jozef K. ontdekte dat hij te weinig vanuit het persoonlijke iets kon bijdragen aan het ambt en dus aan de provincie Kastalië. Geleidelijk ben ik de figuur anders gaan zien, van Jozef Knecht die zich aan het ambt onttrekt en zich bevrijdt, maar ook in een bergmeer de dood vindt naar de man die merkt dat de stringente regels van het ambt en van de provincie Kastalië elk leven eruit droogvriezen. Het verwondert me dat we in deze tijd in het publieke debat zoveel moeite hebben over ambten te spreken, zodat we weten wanneer een ambtsdrager zijn plicht doet, goed doet, maar niets meer dan zijn plicht, want die, zoals Augustinus het stelde, doet slechs wat hem/haar is toevertrouwd.

Mag iemand de verdienste opeisen geen fouten te hebben gemaakt? Kijken we naar het optreden van mevrouw Turtelboom, minister van justitie die het positief injunctierecht bij de strafuitvoering wil uitbreiden. Een fout of een keuze die niet iedereen kan delen? Zij kiest een paardenmiddel om een probleem op te lossen dat men vaak onder het tapijt veegt, maar als er onterechte vervroegde vrijlatingen aan de orde zijn, onterecht volgens de publieke opinie, dan komt de kat op de koord. Ook als een publiek geheim is dat korte straffen, onder de 3 jaar, nauwelijks of geen uitvoering krijgen. Nu kan men begrijpen dat hier draconische maatregelen nodig zijn, dan nog moet de minister weten dat de scheiding tussen wettelijke, rechtelijke en uitvoerende macht zo functioneert dat de wetgevende macht de wetten aandraagt, dat de uitvoerende de omstandigheden verzekert waarin de rechterlijke macht de gevallen onafhankelijk van de andere beoordeelt. De rechter mag niet aangesproken worden, de procureur alleen als de uitvoerende macht daar op goede gronden toe besluit.

Het feit dat we dezer dagen beleven dat een president  zijn tweede inauguratie krijgt en dat nadat velen het vernietigende oordeel hadden geveld dat hij zijn beloften niet had waargemaakt. Maar vergeet men dan de ellende van 8 jaar Busch, van 8 jaar beleid gebaseerd op de idee van een “New American Century” met zich hadden voortgebracht? De rol van de staat werd op basis van neoconservatieve inzichten terug geschroefd, niet op grond van de evaluatie van de situatie… althans zo neemt men aan. Maar stellen dat de staat het probleem is, niet de oplossing, dan is het niet moeilijk te begrijpen dat de problemen in de samenleving buiten beeld blijven, want die moeten de burgers zelf oplossen.

 Ook het verhaal van het individualisme waar men wel eens over zeurt en dat we niet los kunnen zien van wat ons bindt aan anderen om iets te bereiken voor onszelf. Het valt op dat aan het uitoefenen van politieke ambten, of liever hogere publieke ambten bijzondere kwaliteiten verbonden worden, zoals toegankelijkheid en openheid en inzet, tomeloze inzet. Als ik mij de eerste ambtsperiode van Barak Obama in herinnering roep, dan valt het me op dat hij wel enkele gevechten in de modder heeft gewonnen. Aan de andere kant, toen François Hollande kandideerde legde hij uit hoe hij de normale president dacht te zijn, waarbij dus een aantal morele uitspraken aan de orde kwamen, over transparantie, voorspelbaarheid, onkreukbaar etc. Alleen blijkt hij dezer dagen op vele van die punten niet veel blijk van dienstijver te hebben gegeven.

Toch kan men hem op die rede, of dat televisiedebat niet afrekenen, want hij spreekt dan niet onder ede. Aan de andere kant, voor de burger is het van belang te weten wie er spreekt en wat er gezegd wordt. Kandidaten moeten teveel beloven, verkozen topfiguren moeten vervolgens vorm geven aan hun ambtseed en dan botsen de ideeën met de werkelijkheid. Dat mag geen probleem heet het, voor wie voldoende realisme aan de dag legt. Maar over welk soort realisme gaat het dan?

Aan een figuur als Vladimir Poetin kan men zien hoezeer de omstandigheden iemand aan de top kunnen brengen. Maar toch is dat niet het enige wat ons moet bezig houden. De man hoopt nog eens zeven jaar de Russische federatie te kunnen besturen en kreeg daarvoor vrij stevige steun. Het probleem van de oppositie heeft te maken met het gevoel dat men te veel het bestel wil controleren. Anderen vinden dan weer dat hij, Poetin, de Russische economie aan de praat gekregen heeft en de mensen zelfvertrouwen en vertrouwen heeft gegeven, wat zich uitdrukt in een opnieuw toenemen van het aantal geboorten en ook wel de stijging van de levensverwachting, nadat die dramatisch gedaald was na de val van Gorbatsjov. En toch, als iemand op een bijzondere manier zijn ambt vervulde, dan was het wel die Michaïl Gorbatsjov, al zijn we niet zeker wat het invullen betreft van zijn ambtseed als voorzitter van de communistische partij.


Nadenken over de ambtseed lijkt een veeleer theoretische oefening, maar het zwijgen erover maakt het moeilijk in te zien hoe politici en andere ambtsdragers hun functie, ambt vervullen. De zaak is dat de omstandigheden, ook als ze tegenzitten, zoals voor Poetin en op een andere manier voor Barak Obama een opportuniteit kunnen bieden. Daarbij denken we niet aan de shootings maar wel aan het feit dat de verdeelde Amerikaanse samenleving, waarbij de polarisatie de kloof alleen maar verder uitdiept, hem de kans geeft op een redelijke manier onredelijk of op een onredelijke manier redelijk uit de hoek te komen. Wat redelijk en onredelijk blijkt in ’s mans beleid? Dat is ook wat we maar kunnen onderzoeken als we beginpositie en positie op het moment van evaluatie voor ogen nemen. Het ergste van de crisis in de VS lijkt voorbij, maar de houding van de Amerikanen, als het over veiligheid gaat… lijkt er een van Help uzelf, zo helpe u God! Waardoor iedereen op kosten gejaagd wordt om toch maar een aanvalswapen te kunnen kopen. Maar wie heeft op de uitgaven voor politie en justitie gekort? Het blijft mij opvallen dat er een grotere interesse voor criminaliteit ontstaat als de economische omstandigheden veranderen, maar tegelijk weet ik dat toen dit land een groei kende de regering met rondtrekkende dievenbenden te maken had die ze niet echt hebben opgelost.

De omstandigheden? Die zijn altijd van tel, zoals het weer en men er niet altijd veel aan veranderen. Maar van politici en journalisten, hoge ambtenaren mag men verwachten dat de verschillende aspecten ervan onder ogen worden genomen. Een oplossing mag simpel lijken, maar de analyse moet minstens de complexiteit van de omstandigheden kunnen volgen en zien hoe ze niet tot een desaster maar tot een zeker succes kunnen voeren. Vormt dit niet de kern van politieke en bestuurlijke wijsheid. Maar net dat staat niet in de eed, tenzij heel vaag. Daarom is het nuttig over dat facet van het politieke gebeuren te kijken, het afleggen van de ambtseed door een gouverneur en door een herkozen president. De toekomst is niet alleen in de handen van die ene figuur, maar hoe die optreedt, kan anderen inspireren er het beste van te maken.

Bart Haers  

Reacties

Populaire posts