Over fake news: Deplorabes? Wie zijn dat?


Kritiek



Nieuwsbronnen en waarheid
Hoe zich wapenen tegen vals nieuws



Still uit de film "Good night, and good luck" van en met
George Clooney over hoe een journalist senator MCCarthy
ongeloofwaardig maakte. Het geloof in de bedreiging van
Amerika door een vijfde colonne van communisten was zo
groot dat iedereen van zijn goede trouw overtuigd was.
Tot men merkte dat McCarthy wel heel erg breed ging
en vele mensen aanpakte, zonder begin van bewijs. De
Amerikaanse intellectuele en creatieve elite werd aangepakt. 
Het onderwerp houdt velen bezig, zo te zien, want er gaat geen week voorbij of er wordt over gesproken en er wordt bedacht hoe het onnozele volk erdoor in de maling genomen wordt. Het gaat samen met de tendens, zoals Tinneke Beeckman vaststelt dat de brede media veel vertrouwen verloren hebben. Heeft ze een punt met het poneren van de betrouwbaarheid van het nieuws, dan wist Marc Sleen al in 1950, zelf werkzaam voor een krant, dat kranten durven te liegen alsof het gedrukt staat. Vreemde vaststelling, want kranten en wat gedrukt is, moet betrouwbaar zijn, behalve de Rode Vaan of Vooruit, zegde men dan. Kan men het vertrouwen herstellen in (kwaliteits-)kranten en -media? Hoe om te gaan met het verwijt van elitaire fora?

Wat doen lezers, luisteraars, kijkers met ongeloofwaardige berichten? Wanneer vinden we een bericht ongeloofwaardig en hoe evalueren de media die het bericht brengen? Het zijn vragen die de discussie over fake news verbreden en ook verantwoordelijkheid leggen bij de ontvangers van nieuwsberichten. De dood door zelfmoord van de voormalige minister en provinciegouverneur Steve Stevaert kreeg in de media bijna een hele dag aandacht, was geloofwaardig, maar zorgde ook, merkte ik later voor ongenoegen, want Stevaert was dan wel populair geweest, men vond de berichtgeving te hijgerig en voor de persoon van de overledene niet echt flatteus. Maar wat leerden die berichten, ongeveer elk uur op de radio? Dat de fiets en de overjas van de man waren gevonden, dat het zoeken was naar een motief en dat hij op de een of andere manier aan lagerwal was gesukkeld. Of de man goed politiek had bedreven en voor zijn kies- en doelbericht goed had bestuurd, werd uiteraard niet meer ter discussie gesteld.

Toen in Tsjernobyl, Oekraïne een kerncentrale ontplofte dan wel implodeerde, duurde het even voor we in het Westen lucht kregen van het ongeval. De autoriteiten in Moskou waren nog niet geoefend in wat Michaïl Gorbatsjov met Glasnost en Perestrojka voor ogen had staan. Echter, toen men eenmaal wist dat er ook radioactieve wolken waren ontsnapt en meedrijvend op luchtstromingen in het Westen konden doordringen, kregen we in nabuurlanden en te onzent tegenstrijdige berichten over het gevaar van die wolken. Wel of geen groenten uit eigen kweek. De toenmalige sterweerman, Armand Pien, zou jaren later verklaren dat hem ernstig was voorgehouden de mensen niet ongerust te maken. Het gevolg was dat waar hij op een gegeven moment probeerde uit te leggen dat de atoomwolk niet over ons zou trekken,  hij bepaalde weerfenomenen ging uitleggen, waarvan sommige niet geheel duidelijk werden, onrust opriep bij zijn toch wel trouwe kijkers – er was alleen de openbare omroep. De ministerraad had zich met de zaak bemoeid. Er was nog geen groot netwerk van PC’s met internet, zoals nu en telefoons stonden nog in de woonkamer of ergens anders te wachten op oproepen. Toch heb ik naderhand wel vaker vernomen hoe mensen de berichtgeving over de risico’s van bestraling niet betrouwbaar vonden. Aan het eind van zijn leven erkende de weerman publiek dat hij nuttige informatie had moeten verzwijgen en een uitleg geven die apert ongeloofwaardig klonk.


Het gaat altijd weer om zeer gevoelige informatie en vaak ook om manipulatie van de publieke opinie, zoals in de aanloop naar de oorlog tegen Sadam Hoesein. De verhalen over massavernietigingswapens waren wellicht noodzakelijk om een casus belli te creëren, maar het was toen al ongeloofwaardig. Er was tijdens de oorlog tussen Irak en Iran wel degelijk met chemische wapens gestreden, al moet dan ook daar weer een kanttekening geplaatst worden, want niet alle informatie was even betrouwbaar. De oorlog legitimeren met leugens en manipulatie is een oud verhaal, de Romeinen kenden er alle handgrepen van.

Het verhaal van Nepnieuws, zoals Tinneke Beeckman aangeeft, gaat dan over het feit dat trollen nieuws de wereld insturen dat noch verifieerbaar is noch blijkt de bron te traceren. Ook zijn de feiten soms van dien aard dat een zinnig mens er geen geloof aan kan hechten. De geschiedenis van de kelder onder een pizzatent in Washington waar een kinderporno- en kinderprostitutienetwerk zou gerund worden met medeweten en steun van Hillary Clinton, blijft te zot voor woorden. Toch waren er mensen die er geloof aan konden en wilden hechten. Het bericht was noch een hoax noch een kwakkel, het was moedwillige leugen. Een jonge man, met een koffer vol wapens reed naar Washington  en vond niets, gijzelde wel de gebruikers in de pizzatent en ook nadat gebleken was dat het verhaal volkomen verzonnen was, bleef men Clinton, de democraten en het eethuis verdacht maken. Juist, het doet denken aan de Roze Balletten en zelfs de wijze waarop een tijdschrift een bericht bracht over een notaris Y en diens kinderen. Ook daar was het niet meer een verzonnen verhaal met een doel, denkt men, vanwege de ex van de notaris.  

De discussie over de email-server van Clinton zit mij nog altijd niet lekker. Het ministerie van de Secretary of state, de buitenlandminister  is goed uitgerust en toch vond zij het nodig een eigen server te gebruiken. Nooit gehoord van spionage in Washington, denk ik dan. Het is merkwaardig dat de man die voortdurend roept, America First, tegelijk de beste vriend wil zijn van grootmachten, vooral Rusland, c.q. Poetin. Diezelfde man maakte met anderen gebruik van de informatie om Hillary te destabiliseren, terwijl de kwestie was en blijft, waarom zij voor mails een eigen server wilde gebruiken. Bovendien, denk ik, dat gezien de vorm waarin beleid tot stand komt, vele mails aan de minister via de officiële server moeten zijn gegaan. Men wilde haar onbetrouwbaarheid aanwrijven, maar iets meer dan de helft van de stemmen die in november 2016 werden uitgebracht, gingen naar haar. De verdeling van de stemmen en de voortdurende gerrymandering van kiesomschrijvingen hebben dus mee het resultaat bepaald. Toch was dat onder meer in de Vlaamse pers geen aanleiding tot een grondige reflectie, over de kwaliteit van de democratie, dat wil zeggen, de vele radertjes die het mogelijk maken dat burgers zich uitspreken over politiek en dat politici zich ook kunnen verantwoorden.

Een discussie over de rol van de pers in de democratie ging over van alles, maar over de vraag of de brede media er altijd in slagen bepaalde fenomenen grondig te bestuderen moet men toch wel bezorgd zijn. Het was het eerste jaar dat de Bondsdagverkiezingen in Duitsland zo lang in de hoofdpunten konden zitten voor de verkiezingen. Merkel is dan ook meer dan Kanselier, wat dan nog wel beschreven moet worden. Toch geldt ook daar dat enkele punten naar voor kwamen, de opkomst van AfD, de mogelijke nederlaag van de SPD en verder…? Ik denk dat de discussie over de opname van oorlogsvluchtelingen en de vaststelling dat daar neveneffecten aan waren die de orde van de samenleving in het gedrang brachten, niet helemaal goed in beeld is gekomen. Wir Schaffen Das? Zij heeft het gezegd, maar de context, de doelstellingen en de kwestie van het Palestijnse meisje dat het land zou moeten verlaten, kwam er niet meer door, zodat alleen dat bijzondere zinnetje bleef hangen.

Wetenschapsnieuws is ook zo een teer punt, waarbij men lange tijd graag uitpakte met “doorbraken”, zodat wetenschapsnieuws gereduceerd werd tot doorbraken, waarbij uw dienaar zich wel eens ging afvragen waar de doorbraak nu in bestaat of erger enige tijd later over dezelfde kwestie een nieuwe doorbraak gemeld wordt, in een ander laboratorium bevonden, zonder dat beide berichten aan elkaar gekoppeld worden. Nu valt het wel mee om dat zelf na te trekken.

Er waren en komen vaak berichten over overdreven gebruik van antidepressiva, over het al dan niet buiten protocol gebruiken van relatine, in Nederland Retalin. Trudy Dehue schreef zowel over de Depressie-epidemie en  over het diagnosticeren van ADHD, waarbij het voortdurende uitbreiden van het publiek dat aan ADHD zou leiden. Ook op andere slakken legde zij zout. Toch blijkt een programma als Hautekiet nog steeds ruimte te bieden aan geklaag over ongepast gedrag van anderen. Roken, slecht eten, overdreven perfectionisme, het passeert de revue, maar mensen blijven mensen en zijn dus niet perfect. Dat de producent van Relatine met de hulp van wetenschappers oneigenlijk gebruik stimuleert kwam en komt minder in het nieuws.

Tinneke Beeckman legt er terecht de nadruk op dat lezers, kijkers, luisteraars vertrouwen moeten kunnen hebben in de media, vooral in de gevestigde media, maar kranten van de Murdochgroep lieten al vaker blijken dat ze het publiek niet waardig bejegenen, ronduit leugens verkochten, niet in het minst over de Brexit. Toch heeft net het beoogde publiek het vertrouwen niet verloren. De lezers verheugen zich over het ongeluk dat mensen overkomt die ze niet in het hart dragen of gewoon mensen met pech, zoals sommige internetpublicaties graag laten zien. Edoch, ook in onze bladen, kwaliteitsbladen zie je nog altijd de winnaars, de verliezers en jawel, de verrassingen van de week de revue passeren. Vooral de verliezers blijken bij nader toezien niet altijd echt verliezers, maar toch, men zet mensen in een hokje. Ook de zelfbenoemde elite heeft er geen last mee mensen als verliezers te brandmerken, terwijl wellicht enig mededogen gepast ware. Hoe zou je nog enige redelijkheid aan de dag moeten leggen, als bladen laten zien wie de verliezer van de week is en dus alleen maar onze minachting verdienen zou?

Daar zit het probleem nu net, dat wij, Beeckman en anderen, geloven dat iedereen bereid is tot het redelijk denken, in de betekenis van rationeel, maar vooral, zoals Stephen Toulmin bedacht heeft, “reasonable”, wat betekent dat zij kunnen onderscheid maken tussen wat juist en fout is, niet enkele in feitelijke zin, naar de feiten dus, maar ook naar hun overtuiging, op grond van overwegingen van allerlei aard, voorkennis, ethische overwegingen ook. Mensen vertrouwen fake news en wantrouwen de gevestigde media, net omdat ze overtuigd zijn geraakt van de manipulatie door de gevestigde media. Het beoogde doel van trollen (en hun opdrachtgevers) wordt dus bereikt, wat er ons van zou moeten overtuigen dat het schelden over alternative facts en fake news niet zal helpen. Waarom Amerikaanse libertairen, Evangelicals en conservatieven de media zijn afschilderen als bron van kwaad? Omdat de elite hen zou vertellen dat solidariteit goed is, dat bloot mooi is en dat vrouwen rechten hebben. Dat alles voortdurend wegzetten als onzin gaat in de kleren zitten. Er is, zoals Beeckman in “Macht en Overmacht” beschrijft in de naweeën van Mei ’68, een wantrouwen gezaaid vanuit diezelfde elites over de gestelde lichamen, zoals dat dan heet, de gezagsstructuren werden autoritair bevonden en nefast voor de feestvreugde, vooral verdacht dus. Onder meer Michel Foucault heeft zich hier als een vaandeldrager van die kritische theorie laten kennen als een grondig denker. Er werd van zijn gedachten gebruik gemaakt en ze werden handig uitgevent om alle gezag te ondergraven, waarbij de kritiek slechts een richting uitging.

De vraag hoe we dan wel het broodnodige vertrouwen kunnen herstellen in de media, in de politieke instellingen, de academische wereld, kan niet onbeantwoord blijven. De kwestie evenwel is, dat het dezelfde figuren zouden zijn die moeten zeggen dat de universitaire elites, het journaille en politici wel betrouwbaar zijn, niet altijd als individuen, maar als bekleders van ambten in deze milieus en instellingen. Het gebeurde wel eens dat een politicus laatdunkend sprak over wetenschappers en soms kan men wel eens vragen stellen bij sociologisch onderzoek, omdat het vaak blijk geeft van een zekere eenzijdigheid. Het in vraag stellen hoeft evenwel niet te leiden tot een vertrouwensbreuk. Dat die er zo te zien wel gekomen is, blijft een moeilijk vraagstuk. Men zal dus niet zeuren over fake news maar de strekking ervan en de betekenis op redelijke gronden weerleggen zonder de believers “deplorables” te noemen. Hoe kan men respectloos sprekend respect proberen te verwerven?

In samenlevingen, vooral grote massasamenlevingen ziet men dat het inclusieve verhaal op allerlei weerstanden gaat botsen. Het staat me nog altijd bij dat een biografie over Ferdinand Domela Nieuwenhuis in Vlaanderen, De Standaard enkel vermeld werd in een artikel over een uit te reiken prijs, op de longlist, terwijl de biograaf, Jan Willem Stutje nu net voor een Gotha van de Europese socialistische familie aan het eind van de negentiende eeuw had gezorgd. Men kiest voor boekenbijlagen niet altijd voor wat werkelijk intellectuele betekenis heeft, zoals die biografie en tegelijk blijkt er weinig ruimte voor de discussie. Werk van Rudiger Safranski of Peter Sloterdijk? Ho maar, daar hebben mensen niets aan. Zelfs de elite kan men zo een aanpak niet vooruit. Natuurlijk verzinnen mensen nogal eens komplottheorieën, want ze beschikken over flarden informatie, terwijl niet altijd duidelijk is of de analyse in een ernstig blad, over hoe erg conservatief de Vlaming wel niet is, van beter allooi zou wezen.

Toch blijft de sfeer van anti-elitisme, verspreid door mensen die zelf tot die elite behoren, goede diploma’s hebben en best wel weten dat ook het gewone volk wel een idee heeft van wat van waarde is, kwetsbaar is. Elkaar “Deplorables” noemen of erger, maakt duidelijk dat visies niet meer gedeeld worden zodat er geen goed debat meer over mogelijk is. Hoe men dan het vertrouwen kan herstellen en mensen gaan inzien dat ze ook door de populistische pers en sirenezangen in de maling genomen worden en zonder meer bedrogen, moet men onderzoeken, niet of we die trollen kunnen tegenhouden. Aandacht voor de lezer, de luisteraar en hopen dat op school begrijpend lezen opnieuw kritisch lezen kan worden. De “Deplorables” zijn niet alleen maar willoze prooien van gewiekste oplichters, maar spelen graag hun deuntje mee. En ja, ook de elite neuriet niet alleen, maar zingt mee, uit volle borst dan wel besmuikt.


Bart Haers





Reacties

Populaire posts