Koormuziek: traditie en vernieuwing

Kleinbeeld


Muzikale parels op de Bühne
Scarlatti in drievoud

Een koude kerk onder winterlucht
Muziek van het Spaanse hof,
Italiaans meesterschap
De klanken van het koor,
Het kleine ensemble
Kerkgezangen met zorg gebracht
De koude verkleumt niet
Koorgezang vervult het schip
Het hart verwarmt


Domenico Scarlatti, (Napels 1685 -
Madrid 1757) kende een lange loopbaan,
vanuit Napels, via Rome en eventueel
Firenze naar Lissabon en Madrid. Liet
veel klaviermuziek na en ook koormuziek,
op dat kerkdiensten niet te vervelend werden 
De Gentse Sint-Pauluskerk ligt in een kom, vlakbij het Sint-Pietersstation, werd gebouwd in 1930, toen de wijk Kortrijkse Steenweg -Citadelpark en Station, omdat de wijk sinds midden 19de eeuw werd uitgebouwd als nieuwe stadsuitleg, waar de kerk niet afwezig kon of mocht blijven. Eerst kwam er een houten kerk, later op terreinen van de zusters van het christelijk onderwijs. De kerk geeft een eclectische aanblik, neo-romaans, met byzantijnse elementen, Art-Deco ook, zodat het er aangenaam kan zijn, omwille van de sobere aanblik en aandacht voor de details.

Muziek, ach muziek, wat moet er mee? Vooral polyfone koorzang kan een mens meeslepen, al lijkt het allemaal niet zo vrolijk, die missen, een Salve Regina en een miserere. Jardin des voix blijft een koor waar zangers v/m zich blijkbaar goed bij voelen en waar het publiek altijd weer veel van verwacht, omdat ze in de loop der jaren heel wat interessante concerten brachten, met Jan Dismas Zelenka en Bach, Buxtehude ook, als ik het wel heb. De betekenis van koorzang, van het brengen van barok en andere muziek blijft in het debat over oude en klassieke muziek wel vaker over het hoofd gezien wordt. Nu ben ik geen aanhanger van lijstjes en canons en vind ik het uitverkiezen van de beste muziek altijd weer bizar, want wie kent genoeg van het repertorium om een andere dan emotionele keuze naar voor te schuiven. In de veelheid valt heel wat te ontdekken, ook na jaren omgang met die muziek. Brahms is ook zo een componist die koorzang hoog achtte, maar het blijft altijd weer onderbelicht. Gelukkig zijn er dan uitvoerders die het willen brengen en blijkt er ook een publiek te bestaan voor deze parels.

De familie Scarlatti, Palermo, bracht meerdere muzikanten voor onder wie Alessandro, Domenico en Francesco konden in dienst treden in belangrijke muziekkappelen van onder meer de onderkoning van Spanje in Napels, in Rome en in Lissabon, later Madrid. Domenico kennen we vooral van de sonates voor klavecimbel, later en nu vooral vertolkt op piano, maar dus ook onder meer kerkmuziek, koorzang. Toen ik zaterdag zat te luisteren kon ik aan de bekoring van de polyfonie niet ontkomen, waarbij de stemmen nu eens bijna fluisterend klonken om dan weer uit te barsten in een vreugdekoor. De missa di Madrid bracht de gedachte met zich dat het hofleven in die tijd wel echt mooi opgetuigd was, want de muziek voert ons mee in een veelvoud van klanken, van canons en andere bewegingen die het luisteren tot een genoegen maakt, zonder dat men zich over de tekst hoeft uit te laten. Hoeveel kan die muziek dan voor ons nog betekenen?

Misschien vinden we in de wijze waarop die muziek, van Scarlatti, Vivaldi en Bach leefde toen de uitvoeringspraktijk levend was een begin van een antwoord. Het ging om actuele muziek, waarbij het belang van traditie vocht met pogingen tot vernieuwingen, wat van elk optreden telkens weer voor enige ongerustheid zorgde, of beter gespannen verwachting. Gewoonte aan de ene kant, aan de andere kant pogingen tot vernieuwing en verrassing, het komt ons vandaag bijna als een verzuchting over. Toch blijft de muziek van de Scarlatti’s, zoals het Salve Regina voor ons een nieuwe ontdekking, waarbij ook de uitvoerders, de mensen van Jardin des voix ons bezorgd hebben wat in de muziek geboden wordt. Het kleine ensemble bracht ook het nodige aan klank, zodat we ons wel enigszins kunnen inleven in de tijd toen het geschreven werd.

Voor tijdgenoten was Madrid ver, denkt men dan, terwijl Rome en Napels als hofsteden wel druk gefrequenteerd werden. In Portugal en Spanje bracht Domenico Scarlatti enige vernieuwing, die blijkbaar door de opdrachtgevers werd gewaardeerd. Luisterend viel me de gedachte in dat we van Scarlatti, Domenico, wel iets weten, van tijd tot tijd iets van hen horen, zoals deze koormuziek, terwijl we het vooral niet goed vatten, wat deze muziekcultuur voor de tijdgenoten betekende. Er werden salarissen uitgekeerd, ook wel eretekenen en de versierselen ervan kwamen ook de kant van Domenico Scarlatti op. Maria Barbara de Bragança (1711 -1758) en haar echtgenoot Ferdinand VI werden kort gehouden en de ontwikkelingen van het koningshuis weerspiegelden de geleidelijke ondergang van het Spaanse rijk. Nieuwe zeevarende naties hadden Spanje – en Portugal – overvleugeld en waren beter in staat hun nieuwe territoria te beheren. Bovendien behelsden verdragen tussen Europese vorsten/staten steeds meer ook aanspraken op koloniale bezittingen van de verliezende partij. Dit lijkt weinig met het concert te maken te hebben, maar muziekcultuur laat zien hoe vorsten en steden overal in Europa veel geld veil hadden – nooit genoeg in de ogen van musici – om er een hofkapel op na te houden, ook bisschoppen en hoge edelen hadden zo hun eigen muzikale ontspanning. Dat draagt bij tot uitwisseling van musici doorheen Europa en het vormen van gezamenlijke muziekcultuur, met de nodige verschillen, steeds meer van persoonlijke aard. Farinelli kwam ook in Madrid terecht over en zou enigszins de loopbaan van Scarlatti gefnuikt hebben, maar zo weinig bronnen zijn er voor handen dat we er weinig mee aan kunnen.

De muziek van Domenico Scarlatti, de klavecimbelmuziek, zo kan men op Wikipedia lezen, vertolkte op bijzondere wijze de muziek die leefde in het Spanje van die tijd, vooral de volksmuziek. In de koormuziek voor kerkelijk gebruik lijkt dat minder aan de orde, toch zou het nuttig zijn ook die te bekijken, want in de lichtvoetigheid van de muziek, die we hoorden, kon men vermoeden dat ook wereldse muziek enige invloed had.

Tijdens de drink naderhand kwam het gesprek op zeker moment ook met een politicus op het belang van deze actuele cultuur, waar mensen gezamenlijk regelmatig musiceren, zingen in dit geval en dat dit zonder overheidssteun mogelijk blijkt. Sponsors zorgen voor de nodige middelen, maar gemakkelijk is het ook niet altijd, zeker als men meer complexe werken wil brengen. Voor politici zijn dit soort organisaties zoals Jardindesvoix, zoals Kalliope ook niet zo van belang, omdat mediamensen en critici er geen goed oog op hebben. Het belang ervan berust op de kwaliteit die desondanks gebracht wordt, dat wil zeggen, het gaat om mensen met een drukke agenda in het dagelijkse leven toch tijd nemen om regelmatig te repeteren en nieuw repertoire op te nemen. Vroeger, neen, beter was het niet, had de VRT wel degelijk aandacht voor deze repertoires, had de VRT nog een echt eigen koor en orkest, maar omdat het niet om kerntaken gaat…

Zaterdag dacht ik nog eens terug aan een avond in het kerkje van Bellem, bij Aalter, waar een ander koor kerstliederen zong. Bescheiden? In welk opzicht dan? Het blijft me vaak verwonderen dat zoveel koren in Vlaanderen met een eigen uitverkoren repertoire regelmatig het publiek uitnodigen ervan te genieten. Het komt me voor dat dit maatschappelijk wel betekenis moet hebben, terwijl men dat wellicht niet helemaal beleidsmatig hoeft te bekijken. Mensen houden van muziek, van verbeelding en dat komt tot uiting in allerlei vormen, zoals ook koren of intstrumentale ensembles. Sommige willen hoge toppen scheren inzake publieke belangstelling, andere willen zo goed mogelijk hun kunnen exploreren en anderen daarvan laten genieten.

De Scarlatti’s als verfijnde ambachtslui in dienst van vorsten, kardinalen, waren professioneel opgeleid en dat in allerlei vormen, toch gaf Alessandro Scarlatti wellicht zelf les aan zijn zonen, omdat hij zich beter in staat achtte het beste bij hen boven te halen. Voor het overige was een musicus in hope verplicht via het huis van een meester in de toonkunst voldoende kennis op te doen en zelf ook te excelleren als musicus. Intussen leefde de muziek in dorpen en steden, waarvan we nu soms wel nog sporen vinden. Nu is de opleiding in handen van het Deeltijdskunstonderwijs, kunsthumaniora’s en de conservatoria. Maar niet iedereen kiest voor een professionele loopbaan, wil wel nog het instrument spelen waaraan men al zoveel inspanningen heeft geleverd tijdens de jeugdjaren, maar toch voldoende om er genoegen aan te beleven.

Het verhaal van de muziek, van professionele uitvoerders en scheppers naast dat van (verdienstelijke) amateurs en de samenwerking tussen beroepsmensen en amateurs ontsnapt vaak aan de brede media, tenzij voor lokale publicaties. In de kwaliteitspers blijft men Oost-Indisch doof, omdat men alleen de grote namen vindt. Toch blijkt zo een avond voor de uitvoerders en het publiek doorgaans best een bron van welbevinden. Het maatschappelijke en het persoonlijke belang mag men niet onderschatten. Kans om iets van het leven te maken, naast al die andere facetten, daarom is zo een hernieuwde kennismaking met Scarlatti wel een moment om te koesteren, wat anderen er ook van vinden, de afwezigen dus.  

Bart Haers


Reacties

Populaire posts