grenzen verkennen en erkennen, over wederzijdse bejegening
Brief
Over levenskunst en
individualisme
Brugge,
2 december 2017
Adelheid,
De affaires van vrijpostige mannen en erger,
heren die personen met wie ze geachte worden samen te werken, al dan niet een
hiërarchische arbeidsverhouding hebben, kregen afgelopen maanden wel een erg
grote omvang en bovendien, er bleken instituten te wankelen. Filosofen,
sociologen, antropologen, togologen hebben er de mond van vol en het lijkt er
zelfs op dat sommigen, ook dames, vermoeid wegkijken als het onderwerp te
sprake komt. Sommige dames zeggen het klaar en duidelijk, zich omhoog poepen is
praktijk en wie erover zeurt, is een blauwkous.
Heleen De Bruyn was deze ochtend op de radio
(Klara, Trio) en sprak met een oudere prof… over hoe de ontwikkeling van de
mens als soort tot nieuwe seksuele verhoudingen aanleiding heeft gegeven, nota
bene over de vervrouwelijking van de man en diens dilemma competitief te blijven.
Het was een mooi gesprek, waarbij boeiende antropologische inzichten aan bod
kwamen. Het doet me denken aan een bijzonder boek van Peter Sloterdijk, Het
Schelling Project, waarin hij en enkele andere onderzoekers een project willen
opzetten over het belang van het vrouwelijke orgasme en hoe dat fysiologisch in
elkaar zit. Recensenten vonden het gevalletje maar niets, omdat het om het
verhaal van oude mensen gaat, dat de klassieke humanistische briefwisseling via
email wordt gevoerd en omdat de seksuele vernieuwing van menselijke seksualiteit
hen, de recensenten ontsnapte. Daarmee bewezen ze zomaar dat het boek van
Sloterdijk wel degelijk van belang moet heten, want hoe goed vrouwen ook hun
eigen verlangens kunnen onderzoeken en optimaliseren, de fysiologische en
hormonale huishouding blijkt nog steeds beperkt door een gebrek aan onderzoek,
wetenschappelijk onderzoek. Het gaat dan uiteraard over hoe vrouwen via het
beroeren van de clitoris tot een orgasme kunnen komen. Zoals je me eens zegde,
als je het beleven mag, dan doet de wetenschappelijke uitleg niet, terwijl
anderzijds een beter inzicht in de bedrading en de biochemie het wonder op zich
niet te niet zou doen, maar vrouwen met een beperkt libido wellicht kan helpen.
Het blijft dus opvallend dat mensen zeggen
voor veel of alles open te staan en tegelijk een gesprek over hoe het werkt,
niet zozeer fysiologisch, maar vooral als beleving zo moeilijk onder woorden te
brengen valt. Literatoren proberen het soms te beschrijven, waarbij ze zich
bedienen van adjectieven en bijwoorden, hyperbolen en metaforen, die dan door critici
afgedaan worden als oude rommel en verschaald bier. Slechte seksscènes? Pornografische
verhalen uit de achttiende eeuw waren het beste waar men het mee had te doen,
waarbij sommige tot het literaire erfgoed gingen behoren. Je toonde me eens hoe
je, toen je enkele weken intern was op school, een vriendin een bedspijl wat
had opgetut, zodat ze er zich kon overgeven aan een verborgen genoegen. Je
hebt, vertelde je me blozend ook van het instrument gebruik gemaakt en daarna,
ook na je internaatsweken, had je een intieme relatie met haar. Toch vonden
geen jullie beiden dat jullie lesbiennes zijn en jullie dachten er niet aan
zich te outen. Maar de liefde met een vrouw vond je wel bevredigend. Toen was
het lastig om zich te outen, uit de kast te komen, maar dat is, schreef je me
nog onlangs, maakt het nu zoveel moeilijker, je doet dingen met iemand, die privaat
horen te zijn, maar in de strijd om rechten te verwerven werd de seksuele
geaardheid een identiteit, die je niet mag verraden.
Het blijft wonderlijk hoe seksualiteit in de
publieke sfeer als wapen, chantagemiddel en schandpaal dient om tegenstanders
af te maken. We veroordelen, denken journalisten, mannen die er een buitenechtelijke
verhouding op na houden, homoseksueel of heteroseksueel, niet schuwen, terwijl
we tegelijk over dat alles geacht worden breeddenkend er geen issue meer in te
zien. Die paradox heeft te maken met vormen van moraal, die op zich betekenis
zouden kunnen hebben, als maatschappelijke verhoudingen en de verhoudingen
tussen mannen en vrouwen niet geëvolueerd waren. Hoe dat in het werk is gegaan,
kan men herleiden tot de inzichten van de Verlichting, maar behalve enkele figuren
als Voltaire en Belle van Zuylen, was er maar weinig animo om mannen en vrouwen
gelijk voor de wet te achten. De beroemde “Verklaring van de rechten van de
mens en de burger” die de Conventie afkondigde in 1789, al had het nog wat
voeten in de aarde om de 17 artikelen door Louis XVI erkend en ondertekend te
zien worden, gaat dus werkelijk over de man.
Olympe de Gouges, geboren 1743 en
terechtgesteld in 1793, tijdens de Terreur, zou in 1791 een “Déclaration des
droits de la feme et des citoyennes” schrijven, maar pas in 1985 publiceerde Benoîte
Groult de volledige tekst. Het was natuurlijk wel zo dat mannen en vrouwen
onder elkaar, als ze dat wilden tot goede verstandhouding en wederzijds respect
konden komen, maar het lot van Déclaration van Olympe de Gouges en over het
algemeen de onwil vrouwen persoonlijke en politieke rechten te geven tijdens de
negentiende eeuw, blijft mij verwonderen. De verklaring is vrij duidelijk,
mannen wilden macht behouden, vrouwen zochten en vonden manieren om aan de
patriarchale macht te ontkomen, maar juridische zekerheid gaf dat niet. De
gelijkberechtiging zorgde voor een lange strijd en nu lijkt er weer meer dan
een spaak in de raderen gestoken te worden. De oorzaak? Laten we zeggen een
samenkomen van verschillende lijnen, zoals het identitaire verhaal, waarbij
Europeanen zich bedreigd voelen in hun waarden, waar ze niet altijd naar
handelen en moslims een vorm van morele superioriteit ten toon lijken te
spreiden, maar zich tegelijk bedreigd weten want ze worden afgewezen. Wie in
Europa de diversiteit bepleit, lijkt vrede te hebben met enkele terugslagen op
het vlak van emancipatie van vrouwen. Tegelijk menen vrouwen dat mannen hen
meer moeten respecteren – waarop dan weer andere feministen menen dat ze het
spel met de mannen maar moeten spelen met hun eigen middelen en dus flirterig
gedrag aan kunnen wenden om dingen gedaan te krijgen, zonder dat ze voor slet
gehouden willen worden. Natuurlijk, het oordeel van de ander kunnen ze wel sneu
vinden, het is er wel, hoe hypocriet ook.
Want het is toch bizar dat je een vrouw, die
zich tegen je aan komt schurken, omdat je zo bijzonder bent, knap, geestig en goed
van de tongriem gesneden, zegt ze telkens weer, tot ze verkregen heeft wat ze
wou, want dat moet ze ergens anders iets weten te verkrijgen, denk je dan,
terwijl je toch zelf ook enig genoegen mocht smaken, als het goed was. Het gaat
eventueel, zoals je me onlangs nog meedeelde, dat je seks best als iets
persoonlijk kan zien, als de ander er niets mee te maken heeft, kan je beter
met jezelf aan de slag gaan. Je was boos op mij, omdat ik een avond had verpest
door te zeuren over professionele armoedebestrijders. Ik was onthutst, tot ik
inzag dat je mijn inzichten wel kon onderschrijven, maar dat je over andere
kwesties had willen spreken. Toen ik je dat toegaf, vertelde je dat je gewoon
even een avond op de bank had willen zitten en praten over boeken, gedichten,
eventueel wat vrijen, maar niet zo een onderwerp, waar jezelf ook je bedenkingen
over had. Ik stond op het punt huiswaarts te gaan, want ik mocht de trein niet
missen en toch, zat ik even later opnieuw op de bank en kwam het gesprek op het
misverstand, hoe jij de avond had verwacht en hoe ik met enkele kwesties aan
was komen zeulen waar je anders ook wel
over had willen zeuren, maar niet dan, op die avond.
Op mijn gsm had ik een gedichtje gezocht, dat
ik je had verstuurd en waarvan je eerst zegde dat je het niet gelezen had, maar
dan toegaf dat je dat had gezegd omdat je boos was. Ik ben de volgende ochtend
blij gezind je drempel overgestapt en ik was nog niet bij de tramhalte of ik
kreeg een lief sms’je. We hebben het er
dan ook nog over gehad in het Warandepark, bij een lunch. Dat heeft m’n kijk op
hoe we elkaar bejegenen, jij en ik in het bijzonder, maar mensen in het algemeen,
wel verder gebracht, want we aanvaarden nu wel dat we ons kunnen mispakken aan elkaar.
Nu, het gaat om jou, het gaat om mij en verder weten we niet wat andere mensen
met elkaar uithalen, terwijl je terecht vaststelde dat je wel degelijke
gelukkige stellen kent, die elkaar vooral stimuleren en elkaar al eens op de
proef stellen.
Toch valt het me altijd wel op dat jij, niet
zo heel verschillend van wat ik erover denk, meent dat je geluk op zich niet
kan nastreven, najagen, maar dat het komt als je ten volle leeft en je inzet en
dat sluit ook in de omgang met anderen. Neen, we moeten niet lief zijn voor
iedereen, vriendelijk blijven is al mooi voor mensen die we toevallig
tegenkomen en hoogstens professioneel of toevallig ontmoeten, waarna er al dan
niets kan beginnen. Maar veel mensen, het meisje aan de kassa in het warenhuis
of bij de bakker, de dokter in haar kabinet of de politieagent bij een
omgewaaide boom op de weg, zien we toch wel eens terug en dan spelen eerdere
(gunstige?) ervaringen mee in de wederzijds bejegening. Het valt op dat we niet
altijd gediend zijn van onvoorziene omstandigheden, zoals een storm die een
boom laat omwaaien, terwijl dat gewoon een omstandigheid is. Je kan wel
discussiëren of men altijd weer wegen moet afzetten omdat men een
wielerwedstrijd wil houden, waardoor je om moet rijden of gewoon verloren
rijdt. Toch weet je dat ook jonge renners een kans moeten krijgen om hun kansen
te krijgen en misschien een topper te worden en anders een verdienstelijke
amateur naast het uitoefenen van een ander beroep. Mensen kunnen ook blij zijn
er gewoon bij te zijn en dat jong geweld aan te mogen moedigen. Het is dus een
spel van belangen, waarvan we niet altijd kunnen vergen dat ons eigen gemak
gediend wordt, wat betekent dat ik wel kan vinden dat die kermiskoers mij
irriteert en privaat kan ik er wel eens over zeuren, maar tegelijk moet ik
aanvaarden dat het nu eenmaal nodig is, dat er zo een bescheiden gebeurtenissen
opgezet worden. Een zwemwedstrijd in open water kan voor een eigenaar van een
rivierplezierboot vervelend zijn omdat hij het rak niet op mag varen…
Het is van belang dat we begrijpen dat we
onder vrijheid niet enkel begrijpen dat ik mag doen wat ik wil, zolang ik de
ander niet schaadt. Ook hoef ik dus niets te pikken wat mijn vrijheid beperkt
of mij raakt in mijn integriteit. Het gaat er dan op lijken dat ik niet pik dat
mijn buurvrouw een winterbarbecue organiseert terwijl ik net stilte om heen wil
en beide wensen zijn even legitiem en toch sluiten ze elkaar uit. Zij kan mij
verwittigen en laten weten dat ze gasten zal ontvangen en dat het een paar uur
erg levendig aan toe kan gaan. Dan kan ik vaststellen dat ik beter een paar uur
de hort kan opgaan en eventueel zelf iets leuks organiseren. Ze kan me ook uitnodigen,
maar dat zou wel erg verstrekkend zijn want op een verplichting lijken.
Het feit dat mensen hun eigen grenzen niet
kennen en nog minder de grenzen van anderen erkennen willen, respecteren, kan
men moeilijk ontkennen. Hoe je bereikt dat mensen daar fijngevoeliger in worden
is een hele moeilijke, maar toch, we moeten erkennen dat wat we zelf niet
willen ook anderen niet aandoen. De categorische imperatief? Juist en die is
minder eenvoudig dan we zouden denken, omdat het abstract geformuleerd, niet
altijd doordringt wat er nu bedoeld wordt. Of jij het even helder meent te
weten, zegde je me onlangs, tot ik je vertelde hoe je niet graag meeging naar
een tuinfeest in de home waar mijn broer leefde. Ik nam je dat niet kwalijk,
omdat ik het er zelf niet zo gemakkelijk mee had; jij vond dat ik je daar niets
over mocht zeggen. Toch kon je goed omgaan met hem. Ik denk dat het een van die
vele momenten is waarop mensen zichzelf leren kennen en andere: jij vond dat ik
je niet uitnodigde maar zo graag wilde dat het dwang werd. Ik had dat evengoed
niet door en bleef volharden dat ik niets gedwongen had.
Kortom, het gaat niet alleen over
seksualiteit, of over intieme gebaren, die belangrijk genoeg zijn, maar om een
omgaan met elkaar en tegelijk een hoog idee zouden moeten hebben van onze
omgang met anderen, de meest nabije maar ook wildvreemde mensen die je ergens
even ontmoet en dan weer vergeet. Een avondfeest met dames in prachtige jurken
en mooi gekapt, lokt andere reacties uit dan een drink op de Grote Markt op
nieuwjaar. Zeker als je gaat dansen, een slow of een rock ’n rolldeuntje krijgt
om op te dansen. Het is niet anders en dat vraagt niet veel uitleg. Toch zien
we dat mensen zelfs dat nog niet zo goed begrijpen, wat alleen maar kan omdat,
tja, we ons eigen welbevinden zo hoog inschatten en verlangen naar het ultieme.
Juist bij dansen blijkt, bij paardansen natuurlijk hoe je samen net veel verder
komt en inderdaad, tijdens de dans wordt het wel intiem, soms zeer intiem.
Zoals jij dan zegt, het was leuk en straks nog een keertje, maar laat me nu
even ademen. Waarvan akte.
Hebben we regels nodig om ons goed te
gedragen? Die vraag hebben we al vaker besproken en we delen de mening dat je
dat zelf moet aanvoelen, weten wat kan en niet, al loop je dan misschien eens
tegen een vriendelijk nee aan. Leefregels voor het mensenpark? Peter Sloterdijk
schreef erover, mistig natuurlijk volgens sommigen, maar hij laat zien dat we doorheen
onze domesticatie en zelf-temming niet mogen vergeten dat het huiselijke
humanisme krachten onvermeld laat die we hoe dan ook in ons meedragen. Aan de
ene kant kunnen we ons richten op de biotechnologie en andere steeds verder
gaande instrumenten, algoritmen zeg maar, waaraan we ook grenzen zullen moeten
stellen, zelfs als ze arbitrair zouden lijken, terwijl we aan de andere kant
van onszelf noch van anderen mogen verwachten dat onze verlangens, driften ons niet
op sleeptouw zouden kunnen nemen. Meer nog, als jij je een gezellig avondje met
mij bereidt, dan zou je al heel bedenkelijk weinig van mij moeten afweten dat
ik je niet in een cour d’amour zou willen meevoeren, toch? Nu, dat weet je en
in plaats van een cour d’amour belastte ik je dan nog eens met gezeur… Uiteindelijk
werd het toch nog aangenaam en was ik van wat lastige gal bevrijd, waarvoor
mijn dank natuurlijk.
Bart
Reacties
Een reactie posten