Democratie op wankele bodem

 



Reflectie

 

 

Democratie lezen

Het dagelijkse en de reflectie

In de studeerkamer

 


Donald Loose. Democratie op wankele bodem. Over de politiek en het politieke. Boom Filosofie 2021. 416 pp 29,90 €


Het is geen gewoonte een boek onder de aandacht te brengen dat men nog niet helemaal gelezen heeft, maar in deze denk ik dat u me deze faux pas na lezing wel zal vergeven. We leven in een op het oog lastige tijd, al zeker voor de instellingen, maar meer nog voor de burgers, die wat verweest toekijken hoe besluitvorming tot stand komt of op het oog heel democratisch, op straat, met zwarte vlaggen en andere uiterlijke tekenen van afkeuring wordt aangevochten. Het aantal breuklijnen valt niet meer bij te houden, de aanvechtingen om politici respectievelijk burgers voor idioten te horen houden en burgers die politie voor zakkenvullers houden, het is dagelijkse kost, maar klopt niet voldoende om te vatten wat er gaande is.

 

Daniel Loose brengt in een uitgebreid essay “Democratie op wankele bodem” de vraag weer op tafel of we echt zo gauw mogelijk af zouden moeten van de democratische organisatie van de samenleving zoals we die kennen. Er zijn zwakke punten lezen we bij Loose, maar met Churchill houdt hij ons ook voor dat andere systemen nog minder deugen. Alleen is dan de vraag, hoe we dat moeten begrijpen. Gaat het om liberalisme dat zich beriep op een tomeloze globalisering van de economie, dan kan men bedenken dat die ons gedurende een paar decennia welvaart heeft gebracht, al lijkt het erop dat we enkele problemen hebben verdonkermaand, zoals de milieuvervuiling, die we bij het slopen van schepen aan Bangladesh hebben overgelaten aan arme sloebers, waar dan weer naast andere neveneffecten de Sundrabans, beter bekend als het mangrovewoud aan de monding van de Ganges bedreigd worden, want er zijn de dammen op de rivier die de aanvoer van zoet water beperken, er is ook de (illegale) houtkap en er zijn dus op de stranden de schepen die stranden en vervolgens gesloopt worden, zonder oog te hebben voor veiligheid van de soms jonge slopertjes, de milieugevolgen ook en dus zal men daar iets moeten aan doen, maar nationale instituties in het westen kunnen proberen de sloopkosten alsnog te verhalen op de scheepseigenaren, maar die zijn dan vaak al geen eigenaar meer. Het is vorm van globalisering die we maar beter onder ogen kunnen zien, want we zullen met Deloose misschien tot de vaststelling komen dat er nog weinig rest van de politieke en economische soevereiniteit, al lopen politici daar graag hoog mee op.

 

Een ander pregnante kwestie blijkt de uitbouw van een wagenpark op elektriciteit, want om de batterijen – een Tesla is volgens kenners een batterij op wielen, succesverhaal dus – te produceren heeft men lithium nodig, waarvoor de mijnen in handen zouden zijn van China of die China koste het wat kost in handen wil krijgen. Maar de exploitatie is ook nog eens een zware belasting voor het milieu, zodat de ecologische balans van een elektrische auto wel eens minder gunstig blijkt dan we tot nog toe zouden hebben aangenomen – waarbij de marketingjongens en ecologische bewegingen elkaar perfect vinden. Of ik slimmer ben, weet ik niet, maar soms kan men in de brede media wel berichten vinden, die ertoe aanzetten de ecologische balans beter af te weten, de plussen en minnen beter in kaart te brengen. Edoch, politiek leek dat een lastige bedoening, want het zou hebben kunnen impliceren dat er niet direct een voordeel aan elektrische wagens, een elektrisch wagenpark te verkiezen boven fossiele wagens. Politiek valt zo een genuanceerd verhaal moeilijker te vertellen, zeker als men volop bezig is met een campagne om CO2-uitstoot zeer te beperken.

 

Niccolo Machiavelli zat ook met de probleem toen hij nadacht over de toekomst van zijn Firenze, maar hij begreep dat Firenze weinig vermocht als er geen grotere eenheid zou komen binnen Italië om de buitenlandse interventies, onder meer van Lodewijk XII van Frankrijk, de Paus en de Habsburgers die er ook hun belangen trachtten te vestigen en verzekeren, te beletten de belangen van de Italianen te verstoren; condottiere en lokale vroedschappen bleken (uiteraard) vatbaar voor corruptie en verraad. Machiavelli heeft meer dan anderen voor hem de tegenstelling tussen volk en elite gethematiseerd, maar bij hem krijgt noch het volk, dat wispelturig heet te zijn en onbeslist, noch de elite, die de eigen (clan-)belangen vooropstelt de voorkeur, omdat ze beide er nu eenmaal zijn en elkaar voortdurend bedilzuchtig de macht trachten te ontfutselen. Maar ze zijn wel aan elkaar gebonden, niet enkel sociaal – al is de kloof diep genoeg en onoverbrugbaar – maar er is de stad, in het blikveld van Machiavelli finaal Italië, dat ertoe leidt dat i Grandi en Il Populo elkaar wel kunnen beduvelen, willen ze succesvol hun belangen behartigen, dan is er een derde partij of actor nodig, de wet, om te verhinderen dat ze elkaar vernietigen en daarmee ook vitale onderdelen van de staat.

 

Het is van belang voor ons dat we meer oog krijgen voor dit machtsspel, omdat de macht van volk de elite kan verjagen en dat schept economische problemen, terwijl de elite de macht gunnen ertoe kan leiden dat het volk ontevreden wordt en wanneer de kans zich voordoet, de macht ook zullen proberen te grijpen. Met dat alles zien we dat we de actuele episodes van machtspolitiek optreden beter moeten lezen, want net omdat we de macht zelf als thema hebben uitgerangeerd en dat blijven doen, zoals David van Reybroeck in zijn pleidooi voor een radendemocratie, kan  men niet goed meer zien wie voor wat verantwoordelijk gehouden moet worden. Deliberatief tot besluiten komen, zo meent de historicus kan verhinderen dat belangen ongezien gediend worden, of beter, zonder tegenspraak. Gelote burgers krijgen de kans zich mee in te lezen in een probleem en door overleg en uitwisseling van inzichten tot antwoorden te komen. Hoe belangrijk zo een overleg kan zijn, de vraag is of we het machtsspel echt kunnen uitschakelen en vooral of de besluitvorming uitvoering kan krijgen als men niet weet waar de macht zich bevindt die de besluiten kan bekrachtigen. Het parlement zal toch niet zomaar exogene besluitvorming voetstoots aannemen?

 

Ik spreek van een Radendemocratie, waar Van Reybroeck veel goede argumenten voor in het geding brengt, omdat net in dat fenomeen dat in se anarchistisch ageerde, om uitgeschakeld te worden, zoals in München in 1920 of door de Bolsjewieken werden overgenomen, want Sovjet is nu eenmaal het Russische woord voor Raad. In het anarchistische concept school de zwakte want de Raden leken wel gedragen, ze konden als puntje bij paaltje kwam, geen vuist maken om hun positie te vrijwaren. Maar wat ze ook niet konden bewerkstelligen was de vaststelling dat de macht hen ook toeviel, opgedragen door de stad, gemeente of staat, samenleving. Legitimiteit is uiteraard belangrijk voor wie macht uitoefent en doorheen die macht mensen bepaalde regels wil opleggen. Machiavelli had al ervaren dat legitimiteit er in vele soorten en gewichten is, maar dat alleen de beschikbare machtsmiddelen een bestuurswissel duurzaamheid konden verlenen en net vond hij aberrant. Na Savoranola en de Republiek, waar Niccolo Machiavelli met veel genoegen en fierheid zijn diensten kon bewijzen, zeg 20 jaar kwamen de Medici’s terug, Onderzoekend lezen van de ouden, Livius, Tacitus  en anderen, bracht hem ertoe na te denken over de vraag hoe de strijd om macht zo autodestructief kon en kan uitdraaien. Donald Loose brengt ons opnieuw bij de les, want hij legt een nieuw fundament voor het denken over de duurzaamheid van het democratische bestel, wetende dat de bodem altijd eerder op veen lijkt dan op meer stevige grondsoorten. Maar die wankele bodem zegt in se niets over de voordelen en baten die de democratie in petto heeft. Het boek nodigt uit tot een kritische lezing, want er worden veel discussies gevoerd over de zwakte van de democratische politieke orde, terwijl men de inherente kracht van democratische samenleving bewust over het hoofd ziet.

 

Net omdat we voortdurend menen te moeten meelopen in nieuwscycli, waarbij een uitspraak van een dikke groente, een toonaangevende figuur zo u wil, geldt als een hemelschokkend evenement, waarbij dan afhankelijk van wat volgt tussen 24 uur en 72 uur op gereageerd wordt door God en Klein Pierke, zonder dat we naderhand kunnen vaststellen of er nu iets veranderd is aan de situatie, behalve dan dat onze dikke prei wat minder dan wel net meer aanzien heeft verworven, maken die nieuwscycli onwezenlijk maar ook vaak schadelijk voor het debat en behandeling van belangrijke kwesties. Donald Loose vermeld ook de invloed van het Postmodernisme, dat de weg zou hebben vrijgemaakt voor populisme, maar het zou nuttig zijn als we ons herinnerden dat het Postmodernisme in de Humane Wetenschappen inderdaad tot een sterk relativisme aanleiding heeft gegeven, maar dat auteurs als Umberto Eco maar uiteraard ook iemand als Michel Foucault de toon hebben gezet, waarbij men zich wel kan afvragen of Foucault ’s onderzoek naar disciplinering, onder meer in Surveiller et Punir wel alleen ironische afstandelijkheid heeft opgeleverd, want het ging over het onderzoek naar de autoriteit van machtsinstituties zoals de school, de politie, de gevangenis en in die zin kon en kan men de inbreng van Michel Foucault waarderen als een bijdrage aan de wijze waarop instituties in een democratie beter zouden functioneren. Net omdat de evidentie waarmee machthebbers de hen toegemeten macht hanteren, liefst zonder tegenspraak, opposanten vanzelf terroristen noemend, hoe legitiem die opposanten hun rol ook opnemen, was die kritiek noodzakelijk doch niet zaligmakend. Alleen, zo zou men dezer dagen moeten aandragen, kan men ook de opposant niet als vanzelfsprekend democratisch gelegitimeerd moeten appreciëren. Maar had  Machiavelli al niet betoogd met goede argumenten dat de oppositie deel is van het bestel en dus als zodanig gelegitimeerd, doch wat die oppositie zegt is niet noodzakelijk zinvol in het conflict dat draait om de vraag wie de macht legitiem bezitten mag. Het opvallende namelijk is dat in vele benadering er vaak geen derde positie mogelijk is, naast die van de machthebber en degene die hem of haar de macht afhandig wil maken. Net daarom kan men de macht niet zomaar neerleggen bij een partij, die dan de staat incarneren zou, want sowieso komt er tegenmacht op gang en die kan de macht ook weer veroveren. Claude Lefort komt daarom met de gedachte dat we de democratie als een hoger, immanent gegeven zien, die bestaat, middels wetten, spelregels en andere middelen waar macht en tegenmacht deel aan hebben.

 

Het zal u duizelen, want de speltheorie met twee spelers is al moeilijk genoeg, maar als er dan nog eens een derde komt kijken, die niet mee heult met de macht noch de oppositie zonder meer ondersteunt, dan kan men zich afvragen hoe die, eenmaal de macht verworven hebbende, kan opereren. Men zou dan denken dat de oude tegenstanders elkaar dan vinden en dat er toch weer maar twee spelers overblijven. Alleen en op dat vlak komt het goed uit dat Claude Lefort de weg naar de macht beschrijft als een doelloos iets, want de macht zelf in een democratie is een lege plek. In een democratisch bestel behoort de macht aan niemand, maar ook is het zo dat in een democratie iedereen medeverantwoordelijk is. Hoe kan iets dat van niets of niemand is, de macht dus, zo gegeerd zijn?

 

Claude Lefort en steunend op diens argumentatie ook Donald Loose brengen ons van bij het begin bij de les, democratie is meer dan de helft plus 1, maar dat gebeurt niet door ons te vertellen dat dit eraan ligt dat de macht zomaar voor het grijpen ligt. De Brexit laat zien hoe een groepje burgers, gedurende decennia kunnen aan beuken tegen een project waar een groot deel van de bevolking direct en vooral indirect voordeel heeft, omdat het lidmaatschap van de EU nu eenmaal geen optelsom van voordeeltjes mag heten, zoals je dat hebt met lidkaarten van sommige winkelketens waar je een lidkaart voor nodig had of hebt. De invloed van dat lidmaatschap bij de EU, geeft toegang tot een grote markt, met vrij verkeer van mensen, diensten en goederen en het valt zo te zien moeilijk te berekenen wat de baten ervan zijn voor de nieuwe lidstaten, sinds 2004. Bovendien is ook gebleken dat Europa, de EU meer is dan een handelsvereniging, want telkens weer blijken discussie over het formele functioneren en de besluitvorming de interne samenwerking te versterken. Daar, in Polen en Hongarije, maar ook Slovenië wil men de burgers doen geloven dat de EU en de rechters van het Europese Hof en van het Hof voor de mensenrechten in Straatsburg de soevereiniteit aantasten, maar lid worden van de EU betekent dat men ook de jurisdictie van Luxemburg aanvaardt, zoals België al decennia bewijst, want veel veroordelingen blijven gewoon hangen, zonder dat het land er iets aan verhelpen wil of kan.

 

De diatriben van Kaszynski en Victor Orban stimuleren hun medestanders met ambities om het verhaal handen en voeten te geven. De beleidsopties voor de regeringspartij PiS worden evenwel niet echt beperkt, net omdat dankzij het lidmaatschap van de EU de economie de laatste decennia kon groeien en bloeien als kool. De tegenstand binnen Polen tegen de ethisch conservatieve strapatsen van de regering en vooral het ondergraven van de onafhankelijke rechtbanken is er wel degelijk en krijgt de laatste maanden munitie vanwege de regering, die volhardt, net omdat ze de beloften moeten waarmaken. Die escalatie  verdient onze aandacht, omdat de commentaren vanuit “het Westen” niet altijd de verwachte bijval krijgen bij de burgers, net omdat de persvrijheid, met behulp van economische hefbomen ondergraven is geworden.

 

Het laat zien wat wie opgelet heeft de afgelopen veertig jaar al lang hoort te weten, namelijk dat de grove schendingen van mensenrechten gemakkelijker te stoppen blijken van buitenaf, maar zodra regimes zoals in Rusland en Myanmar laten zien, slaagt men erin, zeker tegenover de bevolking lang de schijn van wettelijkheid op te houden. Soedan laat zien, al is het proces nog volop aan de gang, dat burgers in eigen boezem de kracht kunnen vinden om zich te verzetten. Maar, zo lezen we bij Loose, die opstand kan niet vanzelf tot iets goeds leiden, omdat “het volk” niet echt weet welke kant men op moet. Maar met Machiavelli weten we intussen dat de elite het wel weet voor zichzelf, maar al evenmin voor het gemenebest.

 

We hebben dus nog heel wat te lezen, maar ik hoop hiermee uw interesse te wekken voor deze reflecties en analyses van politiek denken. Want stoelen we de democratie op wankele bodem, het politieke biedt eens erkend als het domein waarin de politiek zich voltrekt en de spelletjes hun beslag krijgen of net niet, een steviger bodem waarop actoren hun inbreng kunnen doen. Het verschil tussen de politiek en het politieke kan men het best opvatten als het verschil tussen de zwemwedstrijd en het zwembad waarin die plaats heeft. De twijfels van politici in hun studeerkamer zullen we niet zo gauw kennen, de zelfzekerheid over hun standpunten daarentegen kan ons niet ontgaan, terwijl het vaak onduidelijk is welke criteria burgers hanteren om dat publieke optreden te duiden en hoe er betekenis aan gegeven wordt. Net omdat de macht in een democratie een lege plek is, waar vele actoren zo dicht mogelijk bij trachten te komen, zonder die plek te bereiken laat staan in te nemen.

 

Het zal u duidelijk zijn dat we met deze aanzet tot een gesprek met Donald Loose nauwelijks recht kunnen doen aan diens benadering van wat democratie met zich brengt. De verbeelde werkelijkheid dan wel de verbeelding opbrengend openblijven voor de werkelijkheid, wetende dat men nooit waardenvrij inzicht kan krijgen op die werkelijkheid. Lezen dat voor Lefort en voor Loose dat een ideologie die feit en interpretatie gelijkstelt, behoorlijk bedreigend is voor de democratie, laat zien dat de burger(s) zelf ook mee in dat zwembad baden en niet objectief tot besluiten komen. Het zal dus best nog een boeiend leesavontuur worden en al is het nog te vroeg om tot een oordeel te komen, dat is ook niet het punt, want het is zaak de weg te volgen die ons voorgelegd wordt en waarbij na Lefort en Machiavelli, waarbij een kritiek van het liberalisme en neoliberalisme verlichtingsfilosofen en anderen aan bod komen, om de kwesties die het functioneren van de democratie bepalen toe te lichten, uit te lichten en van een kader te voorzien.

 

Vorige week verwekte de publicatie van “Reset” geschreven door politicoloog Marc Elchardus nogal wat storm, omdat zijn visie op migratie niet echt spoort met wat men dan in de zogenaamde linkse kerk voor juist houdt, als dogma koestert, heet het. Maar het is precies dat wat Donald Loose ook weer op tafel brengt, de idee dat aanhorigheid aan een ideologie vanzelfsprekend een aanhanger of partijganger meteen noopt alle dogma’s voetstoots aan te nemen. Het debat wordt er niet eenvoudiger op, net omdat politiek praxis is, geen theorie. Anderzijds kijk ik uit naar de manier waarop Donald Loose ons met het omgaan met ideologische retoriek zal confronteren, want net daar zit de crux van wat democratie is. Maar wil u niet wachten, dan hoop ik dat u het boek zelf in de boekhandel vindt of zoekt.

 

Bart Haers                                                           

Reacties

Populaire posts