(On-)Vrijheid van antivaxers

 


Dezer Dagen

 

 


(On-)vrijheid

onder vuur

 


Hannah Arendt in 1933. Voor ze wegvluchtte
uit Duitsland, zat ze even opgesloten in 
een gevangenis op last van de Gestapo. De
grenzen van wat kon en mocht waren
duidelijk. In Frankrijk
werd ze in september 1939
opgesloten als mogelijk gevaar ten gunste
van de invallende nazitroepen. Men gaat
dan vanzelf twijfelen aan het gezond 
verstand van politici, rechters en 
ambtenaren. 

Het mag duidelijk zijn dat het conflict over een algemene vaccinatieplicht heftige reacties opwekt waar de voorstanders de antivaxxers aanpakken vanwege gebrek aan redelijkheid en omgekeerd die voorstanders onder het gazon geveegd worden omdat ze zogenaamd leeghoofdig meelopen zonder zelf na te denken. Maar hoe functioneert vrijheid dan en wanneer komen we in onvrijheid terecht?

 

Vrijheid is een hoog goed, maar de aanpak van de vierde golf van de coronapandemie in ons land laat zien dat we niet altijd hetzelfde begrijpen als vrijheid. Men kan vrij onderzoek alleen maar bepleiten, maar leken die zich in complexe aangelegenheden als zo een pandemie met meer dan 26.000 doden – dan blijken nog eens een aantal patiënten niet geholpen te worden voor andere aandoeningen zoals kanker – kunnen niet met afdoende zekerheid tot besluiten komen over wat er te doen staat. Zonder tijdige operatie kan levensverwachting van kankerpatiënten gevoelig afnemen, waarbij men dan het terminale ziekteproces niet in rekening brengt. Het gaat dus niet  enkel om corona, maar om de druk op de gezondheidszorg waardoor men patiënten niet zonder meer kan genezen. Dan wordt het debat over vrijheid wel grimmig.

 

De zaak is dat we niet zonder meer over vrijheid kunnen spreken, laat staan dat mijn vrijheid niet ingeperkt zou mogen worden. Maar zelfs de utilistische benadering waarbij mijn vrijheid eindigt waar die van anderen in het geding komt, kan niet volkomen de draagwijdte raken. Geen schade aanrichten is een goed begin, maar hoe kunnen we anders een bloeiende, welvarende samenleving worden, dan door ook belangen te erkennen die iemand deelt met anderen. De harde kern van betogers in Rotterdam of Brussel hanteren de vrijheid ook nog eens als argument om zich uit te leven in geweld.

 

Het vigerende mensbeeld gaat uit van een concept van de samenleving als een som van atomaire individuen, waarbij men meent dat elkeen voor zichzelf moet opkomen. In zekere mate moeten we dat ook niet afwijzen, maar het is maar een deel van het verhaal want we zijn geen atomen, al zouden zogenaamde neoliberale marketeers dat graag willen doen geloven. Merkwaardig is dat zij zich beroepen op het sociaal contract zoals Hobbes, Rousseau, Rawls dat in verschillende toonaarden hebben voorgesteld. Overigens leiden die voorstellingen er ook toe dat de overheid gerechtigd zou zijn strakke disciplinering op de sporen te zetten, want men moet ook de Volonté génerale in rekening brengen, waarbij de meerderheid beslist wat goed is voor die meerderheid, is goed (genoeg) voor iedereen, zonder recht op weerwoord, laat staan protest. In een open samenleving kan de Algemene Volkswil nooit de individuele inzichten verstikken, al helemaal niet bestraffen met verblijf in strafkampen, zoals in totalitaire regimes het geval was. Nu heeft het communisme in Sovjet-Rusland zich niet kunnen beroepen de meerderheid te vertegenwoordigen, want zelfs binnen de communistische partij – in ballingschap – was Lenin de leider van de bolsjewieken, de minderheidsgroep, die al snel de mensjewieken, de meerderheid wist uit te dagen en van de macht te verdrijven.

 

Het valt overigens moeilijk te kennen dat de Nazi’s, hoewel ze in 1932 hooguit 32 % van de stemmen haalde, er wel in slaagde via referenda de bevolking ervan te overtuigen dat ze de verlangens van de meerderheid vertolkten. De kwestie zou na WO II Duitsland veel gedoe kosten om zich te rekenschap te geven van die massale steun en hoe moeilijk het was zich te verzetten tegen het nazisme. Dat het vervolgens nog eens twintig, dertig jaar kostte om tot het inzicht te komen wat de Endlösung ook voor de daders en de dadergroep had betekend, mag een lange tijd lijken, in feite heeft de Duitse samenleving vrijwillig die introspectie aangevat en ingezien wat er gebeurd is, zoals Suzanne Neiman heeft ontdekt. In die zin is het wel bijzonder cynisch dat mensen die zich verzetten tegen mondmasker en vaccinatie een “Jodenster” kiezen als symbool voor hun uitsluiting, die ze zelf kiezen, terwijl joodse medeburgers – ook zij die zich al lang en breed hadden geassimileerd en juist zij – niet konden kiezen voor een stempel.

 

Kritische bejegening van de wetenschap is van belang, ook inzake geneeskunde, maar we weten niet altijd hoe medicijnen werken. In die zin berichtten kranten, radio, televisie terecht over de ontwikkeling van een vaccin, vaccins tegen covid19 en het ging verbazend snel. Maar net die snelheid van handelen bracht mensen ertoe de zaak te wantrouwen, omdat het te snel gelukt was, terwijl het om nieuwe technologie ging, betreffende mRNA, die door een klein bedrijf was ontwikkeld. Voor mij lijkt het ook abracadabra, maar dat zegt meer over mijn onwetendheid dan over de verwezenlijking zelf. Is men vrij kritisch te wezen, worden we er zelfs toe uitgenodigd, dan is het nog altijd goed te beseffen dat men niet zomaar dingen kan vatten waar men leek in is. Vaak lijkt kritiek dan ook een alibi om zich niet grondig te beraden. Het maakt het ook moeilijk staande te      houden dat men vrij is te oordelen omtrent de vaccinatie en waartoe die dient of wat de mogelijke schade zou kunnen zijn. Begrijpe wie kan, maar uiteraard is het boeiend te zien dat gele hesjes, Vlaams Belang en autonomen samen te zien betogen, maar de gemeenschappelijke vijand is belangrijker dan de aard van de bondgenoten.

 

Overigens roept de vaststelling dat men zich verzet tegen beleid dat behoorlijk gedragen wordt door de bevolking, zo te zien geen vragen op. Men voelt zich immers beter dan de domme meelopers. Vrijheid betekent dat er geen autoriteit is die ons kan knevelen. Zou het wel zo verstandig zijn, in deze aangelegenheid, het terugdringen van het virus door de circulatie ervan te kortsluiten, de maatregelen elk op zich af te wegen, terwijl het opzet alleen resultaat kan afwerpen als iedereen mee wil werken aan het terugdringen van de viruscirculatie en dat roept weerstand op. Niemand wordt graag in zijn of haar bewegingsvrijheid beknot, net omdat het zo glashelder maakt wat het betekent als een autoriteit ons verplicht in ons kot te blijven en uitstappen, laat staan vriendschaps- en familiebezoek sterk afraadt, zelfs verbiedt, zoals tijdens de eerste lockdown. Vooral wie zich zorgen maakten om familieleden die aan de ouderenzorg zijn toevertrouwd, vond die beperking stuitend, maar het waren de fuifnummers die de meeste aandacht trokken door de coronaregels ostentatief naast zich neer te leggen. Het schiep onzekerheid over wat de overheid vermag en rechters schrokken er niet voor terug de coronaregels niet grondwettelijk of wettelijk in orde te achten. Het is net zo goed van belang te begrijpen dat velen de wetten en regels weliswaar niet naar de letter respecteerden, maar wel begrepen dat ze zich op afstand dienen te houden en mensen niet in gevaar mogen brengen. Zo eenvoudig was het niet, bleek al te vaak, omdat de veiligheidsmaatregelen na de eerste lockdown niet verder gingen dan het strikt noodzakelijke en enige rekkelijkheid dus moeilijk te verantwoorden leek.

 

Peter Bieri ontwikkelde in zijn essay “het handwerk van de vrijheid” een visie op het persoonlijke aspect van vrijheid, waarbij we onder ogen krijgen dat zonder een ontwikkeld zelfbeeld en een goed begrip van we willen, onmiddellijk en op termijn, ook leren dat die vrijheid om te beginnen impliceert dat dit ook engagement kan zijn, vrijheid een hol begrip blijft. Wie van alles wil en er niets aan doet, komt nergens, want zonder vaardigheden, zonder kennis van zaken kunnen we dromen van een goed leven, maar we komen er niet toe er de basis voor te leggen. Hannah Arendt en ook Alicja Gescinska hebben ons verder meegenomen op het pad van een vrijheid die we kunnen ervaren ondanks maatschappelijke druk en indien we ook de kansen krijgen om vaardigheden op te doen, talen leren, leren lezen op een hoger niveau, zeg maar en een eigen bijdrage te leveren. Hier komt de vrijheid in een ander perspectief te staan, omdat voor Arendt en Gescinska de vrijheid ook te maken heeft met de relatie tot anderen. Gescinska brengt dan ook de discussie te berde die Isaiah Berlin aansneed over positieve vrijheden en of het wel goed zou zijn voor de samenleving als de overheid er te veel de hand in zou hebben, wat Gescinska ertoe brengt dat de inrichting van behoorlijk onderwijs, om maar meteen een belangrijke positieve vrijheid te noemen, een positieve bijdrage van de overheid kan heten, vooral als iedereen er toegang toe heeft.

 

Voor Arendt komt vrijheid mee tot stand als men in de ruimte die ons tot anderen verhoudt de dialoog start. Vrijheid staat niet los van het politieke, maar in de beste der werelden gaan vrijheid en het politieke samen. Net de totalitaire regimes, communisme en autoritarisme, nazisme voorop, laten zien dat mensen onvrijheid wel degelijk ervaren terwijl wij ondanks de gewetensdwang die wij telkens weer opmerken de grenzen van onze vrijheid niet altijd vatten. Maar mensen steunden mee het Naziregime, omdat de ellende die ze achter de rug hadden hen weinig had anders opgeleverd dan miserie. Bovendien had de SPD te veel afstand genomen tot de leefwereld van de arbeiders en bedienden, die kwaliteit van werk nu net wel wisten te waarderen en zich in een gezonde dosis nationalisme wel konden vinden.  De leugens over Versailles, zegt men vaak, had hen ertoe gebracht Hitler te steunen, maar er waren tussen 1918 en 1932 wel vergissingen begaan, zoals het neerslaan door de SPD-regering van betogingen in Berlijn en andere steden met de hulp van Vrijkorpsen, er was ook de Franco-Belgische bezetting geweest van de Ruhr, de hyperinflatie en inderdaad ook een Putsch door Hitler in 1923. Er waren ook succesvolle herzieningen geweest van de herstelbetalingen, maar voor veel Duitsers die na een aanvankelijk hernemen van de economische groei, die na de beurscrash van 1929 loon en werk verloren, was het allemaal te veel. Vrijheid? Natuurlijk, maar brood op de plank en een zinvol leven, ook dat.

 

Gescinska legt de nadruk op de kansen die geboden worden, want mag men geen belemmeringen opwerpen tegen mensen die een controversiële mening willen uiten, dan moet er ook nog een publiek zijn dat kan lezen en mee kan debatteren. Om te lezen moet men over boeken beschikken, daarom is een goed uitgebouwd bibliotheeknetwerk van belang, waar overigens in het boekenbestand niet alleen wat à la mode is, wordt aangeboden. Vrijheid met andere woorden realiseert men niet enkel met grondwettelijke bepalingen, met negatieve vrijheden, maar men dient mensen ook alle kansen te geven om zich te bekwamen. Daarom kan men de onderwijshervormingen maar beter ook afwegen aan de vraag of men mensen nog in staat stelt zich de nodige kennis eigen te maken om autonoom te denken, zoals Immanuel Kant dat zag.

 

In die zin overigens wordt duidelijk dat de protesten tegen mondmaskers en CST bizar genoeg een afwijzing van vrijheid moeten heten, net omdat ze ondanks het verplichte karakter wel toelaten een aantal dingen te ondernemen die we graag zorgeloos doen. De vrijheid ligt dan in de mogelijkheid van alles te ondernemen, niet in de vraag of de overheid maatregelen oplegt die erger kunnen voorkomen, niet mag nemen, in naam van de (on)vrijheid. In die zin biedt de coronavaccinatie meer vrijheid, maar het is geen rijk, zoals een politicus het noemde, wel een omstandigheid. De foute voorstelling van zaken en de voortdurende verspreiding van verdachtmakingen aan het adres van het beleid en de ontwikkeling van de vaccins – zoals ook met 4G en 5G in de telecommunicatie het geval is – zorgt ervoor dat mensen hun angst verder ontwikkelen en geloven dat de bestuurlijke en financiële elites zonder meer onbetrouwbaar zijn. Men moet machthebbers niet voetstoots vertrouwen, maar tegelijk werkt het ook niet als men die machthebbers zonder meer wantrouwt en verdenkt van zaken als pedofilie of andere niet te bewijzen misdaden. Het punt is dat dit wantrouwen uitdrukking geeft aan een gevoel van machteloosheid tegenover de omstandigheden, want als puntje bij paaltje komt, komen mensen niet zo gauw met ministers of volksvertegenwoordigers in contact als er problemen zijn, maar met ambtenaren en controleurs, gerechtsdeurwaarders of het gerecht, terwijl ze menen te goeder trouw te handelen. De onvrijheid, waarover Immanuel Kant het had, kwam voort uit een financiële afhankelijkheid van de ene burger tegenover de andere, wat hem of haar onvrij zou maken – in die zin werd ook de ondergeschiktheid van vrouwen op financieel vlak aangegrepen om hen geen politieke rechten te geven en ook geen toegang tot het onderwijs, wat dus op een cirkelredenering lijkt – zodat hun stem of uitspraken altijd die van een derde zou zijn, degene van wie ze afhankelijk zijn.

 

Vrijheid kan men, kan men vaak genoeg lezen, niet grijpen noch vatbaar maken, maar het is als abstractum wel de drager van een democratisch bestel. Anders dan gelijkheid kan men zichzelf wel vrij weten, ondanks lastige omstandigheden, omdat men altijd nog keuzes maken kan, hoewel niet alle keuzes echt aan vrijheid te relateren vallen. Twijfelen tussen Gran Canaria en de Turkse Riviera, het is geen echt verschil, alleen hoogstens een zaak van exclusiviteit (dus niet) of kostprijs en eventueel interesse voor het ommeland. Maar men kan vrijheid wel linken aan wat Arendt op zeker moment belangrijk is gaan vinden, met name de nataliteit, de geboorlijkheid van mensen. Waar filosofen doorgaans met de dood bezig zijn en de betekenis die sterfelijkheid geeft aan het leven. We kunnen immers altijd iets nieuws beginnen, iets nieuws aanpakken en ook in haar werk “Vita activa” laat Arendt zien dat het aanvang nemen met iets voor haar de kern vormt van de menselijke conditie. Net omdat sterven nu eenmaal deel is van het leven, zoals we het kennen, kan men er beter niet te veel diepzinnige verhalen omheen spinnen. Of zoals de oude Noormannen wisten, die brallend en grollend naar het Walhalla trokken, omdat ze wisten dat niet de dood een nederlaag was, maar de wijze waarop men streed en dan geldt dat men hoe dan ook eens moet sneven, liefst groots en meeslepend. Daarom is nadenken over het begin, dat we zelf niet in handen hebben, hoe we zelf kunnen starten, naar het voorbeeld van Giacomo Casanova, van groter belang. Mogen leven, hechten we er nog belang aan?

 

Maar vrijheid komt niet enkel met verantwoordelijkheid, zoals vaak wordt aangenomen, of toch niet in die abstracte formulering. In discussies over vrijheid komt de politiek uiteraard ook aan de orde, maar sinds Aristoteles weten we dat men de mens niet kan wegzetten als eenzaat, want die wist al dat mensen het alleen niet redden, zonder hulp van en uitwisseling met anderen in een gemeenschap. Zoals Athene en andere soevereine stadstaten de vrijheid definieerden in termen van vrijgeboren zijn en in staat voor zichzelf te zorgen, met de hulp van slaven, waarbij vrouwen op enkele uitzonderingen, zoals Xantippe, de vrouw van Socrates na, volkomen aan ons zicht ontsnappen, net omdat ze ook niet al vrij werden beschouwd. Maar de stadstaat was uiteraard maar soeverein als ze vrij was en niet onderworpen aan een andere stadstaat, zoals Athene stadstaten tot vazal had gemaakt, of van een vorst. De strijd om autonomie en soevereiniteit van de Griekse steden in Klein-Azië tegen de vorsten van Babylonië of Perzië met als culminatiepunt de invallen van Xerxes en Darius werd doorheen de latere geschiedenis weliswaar herleid tot de oorlogen met Athene en Sparta in de eerste instantie, terwijl Milete en andere steden voortdurend met die opdringerige buren te maken hadden. Vergelijkbaar overigens was het voor onder meer de Italiaanse en Vlaamse steden cruciaal dat ze op de een of andere manier aan het gezag van soezereinen zoals de graven van Vlaanderen konden ontsnappen en daar tijdens de dertiende en veertiende eeuw wel in slaagden.

 

Het gezag van een overheid is maar een bedreiging van de vrijheid wanneer er wetten en regels ontbreken over verantwoording en uitvoering op grond van consensus (binnen de elite) want het is door goede wetgeving dat men vrijheid kan garanderen en daar mangelt het wel eens aan. De discussie over staatsmacht en de betekenis ervan voor de vrijheid van burgers heeft de discussie over marktmacht van grote bedrijven onder de radar gehouden, terwijl daar toch ook een en ander over te vermelden valt. De mediabedrijven hebben overal in de “Vrije” wereld de kleine spelers eruit gedreven en beperken de toegang tot kennis. Klagen over complotdenkers en het debat niet aangaan over toegang tot gevalideerde kennis, dat wil zeggen, kennis die door de filters van academische publicaties zijn gegaan, met peer reviews als kroon op het werk, lijkt mij hypocriet. Kranten, radio-omroepen en televisiebedrijven, zowel de klassieke omroepen als streamingdiensten hebben een grote greep op wat mensen kunnen verwerven aan inzichten en vaak is de idee dat men de goegemeente al eens mag uitdagen niet aan de orde. Hoewel, de komst van de Woke-beweging, die we uiteraard hinderlijk vinden, daagt velen onder ons uit om toch weer na te denken over de kolonisatie en de gevolgen voor deze generaties. Maar bizar is dat men alleen naar de woke people gaat kijken en andere kritische geluiden laat vallen. Over Tervuren valt veel te zeggen, het Museum voor Midden-Afrika, over de erfenis van de koloniale periode kan men echter niet alleen de politiek laten oordelen maar er kan geen sprake zijn van een redelijke en toegankelijke informatiestroom zijn als men zich ertoe beperkt – zoals ik dat enkele decennialang heb gehoord – dat de kolonisatie een follie was van een koning met geldingsdrang. Er is een Europese concurrentieslag gevoerd over grondstoffen, waarbij men vaak niet wist wat er allemaal mogelijk was. Dat er openlijk racisme in het spel was, kan men ter sprake brengen, maar men kan dat niet beperken tot België en de initiatiefnemer, Leopold II. Over zoiets als de Boerenoorlog, de strijd van de Britten om territoria te verwerven van Alexandrië tot Kaap de Goede Hoop horen we ook bedroevend weinig. Ondanks de nationalistische inslag van de kolonisatiegeschiedschrijving had men wel degelijk al lang pogingen kunnen opzetten tot een geschiedschrijving van de kolonisatie in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Daarbij mogen we ook Polynesië en de Stille oceaan niet te vergeten. Men is vrij om kennis te verwerven, maar moet er wel de instrumenten toe hebben en zoals wel vaker blijkt, komen academici wel met interessante dan wel beklijvende inzichten aanzetten, dan zullen de media er graag een slaatje uit slaan, dat bij verre na de inzichten van de academicus v/m weergeeft. Vrijheid inroepen is dan wel mooi, men moet ook de inspanningen doen zich in te lezen en in te werken om tot een idee te komen. Oordelen zonder voldoende kennis kan altijd, maar men kan in praatprogramma’s niet beweren dat mensen onvoldoende kennis hebben maar er zelf als openbare omroep niet toe bijdragen.

 

Tot slot kunnen we alleen maar vaststellen dat wie zich beroept op persoonlijke vrijheid om zich niet te laten vaccineren, ontgaat het dat vrijheid niet kan leiden tot veronachtzaming van verantwoordelijkheid tegenover anderen, maar ook dat men niemand kortzichtigheid kan verwijten als men onvoldoende op pertinente en minder pertinente vragen ingaat. Nu is het natuurlijk wel zo dat wie wetens en willens de beschikbare kennis negeert en zich van coronamaatregelen geen moer aantrekt, zich niet kan beroepen op vrijheid van mening of wat dan ook. Mocht men mij ervan willen verdenken te gezagsgetrouw op te treden, dan kan ik mededelen dat ik het gebruik van ANPR-camera’s voor onder meer trajectcontroles verwerpelijk vindt. Wil men na een misdaad mensen opsporen dan kan men wellicht wel beelden gebruiken, maar het algemene gebruik door overheden van camera’s, zelfs voor crowd control, zijn een inbreuk op het basisprincipe dat sinds de Magna Charta ingang heeft gevonden, te weten dat er redenen en bewijzen nodig zijn om iemand op te sporen en ter verantwoording te roepen. Met andere woorden, de overheid mag niemand zonder goede redenen, vermeld in de wetgeving, aanspreken en ter verantwoording roepen.

 

De vrijheden zijn kostbaar en vaak pas na veel strijd verworven. Maar de huidige pandemie laat zien dat zich beroepen op vrijheden altijd wel kan, maar lang niet altijd de toets der kritiek kan doorstaan. Vrijheid betekent dat men niet belemmert wordt in het doen wat men wil, plant, maar als dat anderen in het gedrang brengt en hun plannen dwarsboomt, dan gaat het fout. Hebben we evenwel niet geleerd dat het leven een strijd is en dat wie niet sterk is, slim moet wezen? De discussie over vrijheid zal vooralsnog niet afgesloten worden, maar toch is het wenselijk dat we het debat meer publiek voeren en tegelijk de staat en bedrijven wijzen op hun onterecht de vrijheid van burgers beperkende keuzes. Vaccinatie tegen Covid19 en varianten beperkt niemand in geen enkel opzicht.

 

Bart Haers  

 

 

 

 


Reacties

Populaire posts