Harvardstudies en de voedselzandloper
Kritiek
Het wetenschappelijk argument
Over de waarheid van het goede leven
![]() |
ZO kan een ontbijttafel eruit zien, maar zo te zien is het een gruwel dezer dagen: spijtig, heel spijtig. (foto Carpe Diem, Wijngaardstraat te Brugge). |
De Voedselzandloper? Kris
Verburgh heet de man en niet zo lang geleden was hij te gast bij Pauw en
Witteman. Studies van Harvard moesten bewijzen dat hij het bij het rechte eind
had en heeft. Maar is het niet zo dat een studie waarin een aantal onderzoeken
samengebracht worden, een metastudie uitgaat van de correctheid van de
bestudeerde studies? En is het wel verantwoord, zo liet een andere specialist
voedingsleer, prof. dr. Martijn Katan weten, een element uit zo een studie te
halen? Hoe betrouwbaar is die benadering? Nu, als je het kan uitleggen, zal
geen leek er durven tegen in te gaan. Ik ben dus leek, maar toch, het
verkoopsucces van het boek roept wel vragen op.
Het onderzoek naar
voedingsgewoonten, de strijd tegen magerzucht én de strijd tegen obesitas,
tegen dodelijke obesitas moet ons wel bezig houden in het kader van een samenleving die de
kosten voor de gezondheidszorg wil beheersen. Maar meer nog omdat mensen best
steun vinden als ze met problemen af te rekenen hebben. Bovendien, waar Wily
Van der Steen in “Het Eiland Amoras” nog de strijd schetst tussen de vetten en
de mageren, waarbij de mageren de armen zijn, de 99 % en de Vetten de
machthebbers, zien we nu een ander beeld. Vetzucht was een immaterieel sociaal
kapitaal van de bezittende klasse. Ook anderen vertellen dat, zoals Balzac –
een eeuw vroeger – die de gourmand in beeld brengt.
Kris Verburgh verkoopt zijn
product goed, tot ergernis van de patissier en de bakker, maar waarom zouden we
erom malen. Kleine middenstanders moeten we toch niet in bescherming nemen.
Maar gaat het wel om die bakker om de hoek? Niet echt. Het gaat om de
opeenvolging van modetrends in de voedingsadviezen. Montignac heeft er goed mee
geboerd, maar ik herinner me dat een Franse arts me vertelde dat zijn
verkoopsargumenten wetenschappelijk twijfelachtig waren. Alleen, de media waren
gefascineerd en het publiek volgde. Ook Verburgh zal wel niet klagen, maar
telkens ik hem bezig zie of hoor, vraag ik me af of hij die studies kan
voorleggen die zijn hypothese schragen.
Laten we er geen doekjes om
winden, we lijden aan overvoeding en kunnen moeilijk afzien van de goede dingen
des levens, kunnen ons maar moeilijk matigen. Een externe autoriteit die ons
verteld hoe het wel kan, zullen we dan ook graag aanhoren. Maar of we daarmee
beter af zijn, blijft maar de vraag.
Als leek inzake geneeskunde en
voedingsleer zou ik me kunnen beperken tot een grinnikend schouderophalen, maar
er is die enorme druk op mensen om zich te conformeren. Goed, Bolleke uit de
roman van Cyriel Buysse gaat ten onder aan de “Druppels”, het glaasje genever.
Maar Hans Falada laat zien dat zijn Drinker, die de hele weg naar het einde,
het sanatorium aflegt en eindigt met het drinken van het sputum van
tbc-patiënten, heeft dan ook niets meer te hopen. Maar hij beheerst zijn
ondergang volkomen. Voor ons is dat onbegrijpelijk gedrag, maar Falada weet ons
ervan te overtuigen dat zijn held werkelijk goed staat met zichzelf, ook als alles
verloren is.
Dat is een diagnose van onze
samenleving, waar we voor elk gedrag de nodige rationalisaties kunnen
presenteren, zodat we ons niet schuldig kunnen of hoeven te voelen. Pas als we
zelf echt overtuigd raken van ons eigen foute handelen, zullen we het roer wenden
en koers zetten op een veilige haven. De vraag is of dat een goede benadering
is. Het schip terug laten keren, kan met een stoomschip of een motorschip
makkelijker dan met een zeilschip, maar altijd blijft er de vraag of men echt
kan terugkeren tot het punt waar de koers beter hadden kunnen uitzetten.
Helaas weten we dezer dagen
dat er satellieten zijn waar we onze koers op kunnen uitstippelen. Geen ruimte
voor een vergissing, geen moeilijkheid de juiste richting op het kompas te
vinden, maar als de satellietverbinding uitvalt, staan we met lege handen,
weten we niet meer hoe we onze positie kunnen berekenen, niet in breedtegraden
en al helemaal niet in lengtegraden. We raken het spoor bijster.
Het is op dit punt dat media
vaker dan we denken het eigen metier vergeten ernstig te nemen. Kris Verburgh
mag vertellen wat hij wil, als er nauwelijks gegronde tegenargumenten
aangebracht worden, laten we ons graag leiden, verleiden en soms misleiden.
Meent die dokter Verburgh het dan niet goed met ons, arme zondaars? Die vraag
valt moeilijk te beantwoorden, want we weten alleen dat hij telkens weer met
het wetenschappelijke argument aan komt dragen, sorry, met de autoriteit van
Harvard.
Behalve het feit dat hij het
Popperiaanse procedé feestelijk negeert dat men een theorie of zienswijze moet
zien te falsifiëren, laat hij na, meen ik, na te gaan of zijn benadering voor
ons, arme zondaars, wel de beste benadering is. Want als we niet meer weten wat
gezond is, als plots brood, dat behalve granen ook nog eens wat vetten bevat en
ons toelaat des morgens onze voorraad aan te vullen, zodat het brein zonder
haperen kan werken, en duidelijk wordt dat we daarzonder misschien niet meer
goed functioneren, denk ik dat zijn remedie een aspect goed aanpakt, maar blind
zou blijven voor ongewenste neveneffecten. Ik denk met enige heimwee terug aan
het feit dat mijn ouders ons 40 jaar geleden met een soort pap waarin granen,
rozijnen, dadels of vijgen en nog wel ingrediënten zaten, dat op zich niet
lekker oogde, maar met een schep lekkere confituur verteerbaar werd.
Wie de geschiedenis van
voedingspatronen wat kent, weet dat naarmate de voeding rijker werd en meer
gediversifieerd uitpakte, mensen langer leefden en sterker werden, zelfs
intelligenter. Tot de 18de eeuw was graan, veelal rogge en soms tarwe de grondstof, voor
velen de basisvoeding, soms in de vorm van gebakken of dubbel gebakken brood,
soms als een pap of anderszins bereid het hoofdvoedsel, met vlees, (gedroogde)
vis en bonen, erwten, pastinaak. Men ziet dat periodes dat de voedingspatronen
onder demografische druk beperkter worden, de levensverwachting gaat dalen,
maar ook de ontwikkeling van intelligente mensen stilvalt. Overigens blijkt dat
bij hongersnoden een cruciaal probleem te zijn: de ronde buikjes als gevolg van
hongeroedeem ziet er vreselijk uit, de vertraagde ontwikkeling van het brein
blijft onzichtbaar maar maakt het wel erger. Althans, dat is wat we konden
leren uit een cursus interculturele sociologie: niet de aanleg tot geestelijke
ontwikkeling, tot studie, maar domweg het feit dat langdurige hongersnood voor
personen en dus voor een gemeenschap tot achterstand aanleiding kan geven.
Vanaf de 18de eeuw
komt de aardappel in voege en zien we dat sommige streken in Europa een
onvoorstelbaar snelle bevolkingsgroei kennen. Het was niet de eerste keer, want
ook tijdens de 11de en 12de eeuw had men die groei
gekend, maar in de 18de eeuw was die groei in Vlaanderen bovenmatig.
Niet alle historici blijken het hierover eens, maar echte argumenten contra de
visie van Chris Vandenbroecke heb ik nog niet gezien. Overigens waren de
argumenten van die demograaf en economisch historicus rijker dan alleen gericht
op het uitbreiden van het voedselpatroon. En oh ja, Montignac wilde ons van de
aardappel afhelpen, door ons aan te raden vlees vooral met groenten als bonen
te gebruiken, wat in de Franse keuken overigens niet zo vreemd is.
Nog eens, waar komt de
wijsheid van Kris Verburgh vandaan? Ook als leek willen we de publicaties zien
waarop de brave man zich baseert, want al te vaak werden ons zaligmakende
diëten voorgeschoteld, waarvan bleek dat we er na drie maanden van baalden.
Wetenschappelijke argumenten kunnen nooit gezagsargumenten zijn, maar dat
lijken we dezer dagen vergeten.
Eva Jinek ging praten met
prof. Dr. Martijn Katan, voedingsdeskundige die wel meent dat men een aantal
zaken kan doen, maar diëten, zoals van Montignac en nu de voedselzandloper,
daar moet men toch omzichtig mee omspringen, vooral omdat bijna niemand in
staat blijkt – tenzij er stevige medische indicaties zijn – een dieet te
voeren. Natuurlijk is doctor Katan ook een academicus en dus, als men van kwade
wil is, uit op eigen profijt of minstens staat hij voor zijn eigen agenda.
Want, zo weten we toch, academici spreken altijd voor eigen winkel. Toch leek
het gesprek me geruststellend sereen en weten we dat de hoogleraar geen boek
geschreven heeft dat alle verkooprecords breekt. Toch niet zo goed? Of
misschien probeert hij net uit de storm te blijven, probeert hij net niet het
ultieme advies te geven, waarmee men, zoals men ook elders kan lezen hoogstens
drie maanden kan doende kan zijn.
Het gaat om gezondheid, zo
weten we, maar ook om de figuur die we de wereld willen tonen, strak en lenig,
zonder overtollig vet. Het gaat om een cultuur van het afgetrainde lichaam,
waarbij men hoe dan ook een zekere ascese beoefent, om ergens in de zomer tot
grootse prestaties op de fiets te komen of in de marathon, en andere
sportprestaties. Sporten als recreatie maar met een grote dosis
competitiviteit, zo blijkt, waarbij men zich niet wil laten kennen als een
loser. Dus wordt ook het dieet wel eens een kwestie van competitie. Gaat het om
mimetisme? Om het vinden van een activiteit waarmee in de flow kan blijven of
inderdaad, zoals een Braziliaans meisje in een reportage liet zien, het buikje
dat na de zwangerschap niet geheel verdwenen was, operatief te verwijderen,
enfin, strak te trekken.
Dieet is namelijk niet het
enige waar het om gaat en dus ontstaat een hele industrie van technieken en
middelen om er ten allen tijde patent uit te zien, waarbij dat minder dan
vroeger neerkomt op het cultiveren van een embonpoint. Uit vele verhalen kan men
horen hoe mensen met zichzelf in de knoei komen als hun lichaam zo gesculpteerd
blijkt als ze zouden willen zodat elke inspanning, ook inzake het dieet dat
geen resultaat oplevert het gemoed bedrukt. Want men kan natuurlijk niet om de
constitutie van een lichaam heen, waarbij de een mag eten wat hij of zij wil,
zonder aan te komen, terwijl de ander er maar niet aan moet denken een
oliebolletje te prikken of de kilo’s komen er al bij.
Men zal dus, vanwege
journalisten ook best waken over welke verhalen verteld worden en welke men als
iet of wat bizar afschildert. De voedselzandloper kwam, als ik het wel heb, als
een stevige correctie op de voedselpiramide. Want daar vergat men het brood en
graanproducten tijdig op de index van verboden stoffen te plaatsen. Laten we
wel wezen, het kan zijn dat brood met een dikke plak boter en jam niet zo
gezond is, maar een goed en stevig ontbijt kan mij wel bekoren als ik van plan
ben een stevige tocht te ondernemen, te voet, in het heuvelland of het lagere
bergland.
Men kan dus misschien wel
overwegen als men van plan is een zittende dag door te maken minder te eten,
minder suiker etc in te nemen, zodat men minder calorieën binnen krijgt en
finaal belet het toch niet nog een wandeling van een drie kwartier te doen,
kwestie van de beweging toch enigszins op een minimumpeil te houden. Ook zullen
we bij deze niet zo ver gaan af te zien van de gedachte dat sommige mensen echt
wel een dieet nodig hebben, omdat hun levensstijl gevaarlijke gevolgen heeft.
Maar een dokter kan hier de gevolgde weg en de te volgen weg beter aangeven.
Want dat is misschien nog het meest eigenaardige van de benaderingen van Michel
Montignac en Kris Verburgh, dat zij voor iedereen dezelfde correcties op hun
dagelijkse dieet voorop stellen, terwijl mensen qua metabolisme verschillen.
Zich beroepen op Harvard en andere studies, zonder daarover meer te vertellen,
laat staan de vindplaatsen ook in een gesprek min of meer te verduidelijken,
blijft een inroepen van een hulplijn.
Ter wille van de gezondheid,
van de juiste, dus strakke vormen, zien we overigens wel eens dat mensen zich vreemd gedragen en niet deelnemen aan de
algemene feestvreugde. Mocht het zijn dat hun verdere gezondheid ervan afhangt,
kan men dat nog accepteren, meer nog, zal men dat ondersteunen, ook al kent men
niet alle finesses. Maar als het gaat om een pose, waarbij men ook nog eens
toont een eerste gebruiker te zijn, zoals ik eens hoorde in een bistrot, waar
een damesclubje ontstelt reageerde toen een vriendin vertelde alle tarwebrood
te hebben afgezworen. Later vertelde iemand dat het precies vier weken geduurd
had, want toen was ze op bezoek gegaan in Frankrijk, waar ze zoals iedere
andere mens niet van het brood kon blijven. Ach, het vlees is zwak.
Net daarom gaat het: men legt
zichzelf zware eisen op, maar duidelijk is niet altijd waartoe men het doet. Nu,
ik heb niets tegen Kris Verburgh, gun hem zijn succes, maar wel denk ik dat
mediamensen best korter op de bal spelen en als zo iemand in hun programma met
een praatje waar een verkoper van tweedehands auto’s niet tegenop kan, erop
letten toch een paar geïnteresseerde doch ook gerichte vragen te stellen. Nu,
soms kan men genieten van welbespraakte lieden en van hun riedels, maar of men
daarom plots een adept moet worden, lijkt me wel overtrokken.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten