Hoe Brits kan men zijn of het verhaal van Angelen en Saksen


Kleinbeeld

Gesprek met een Welshman 
in een Brugs café
Over Europa en de City

Barmouth Bridge, een houten spoorbrug en zicht op het
de riviermonding. Het is W.G. Sebald die me op dit hoekje
van de wereld attent maakte. 
Een mens komt al eens bijzonder volk tegen in de oude stad Brugge. In de sigarenwinkel van Gerry kan men nog steeds een goede sigaar en sigaretten consumeren, wat de kenners bij elkaar brengt. Graag ga ik er wel heen, om de kranten te lezen en een boek door te nemen. Soms is het druk en dan weer niet. Maar soms kom je er iemand tegen die een boek beter gaat bekijken. Met boeken maakt men vrienden, denk ik dan. In elk geval, het boek in kwestie, Hannah Arendt, Denken – Het leven van de geest – bleek voor een imposante man met grijze baard een aanleiding om mij aan te spreken. Tijd om te lezen kreeg ik niet, maar er kwam wel een boeiende babbel uit.

Over Hannah Arendt wist de man wel een en ander te vertellen, dat ze een bijzondere vrouw geweest was en dat haar inzichten bepaald scherp waren. Het is altijd boeiend als je merkt dat je eigen inzichten ook door anderen gedeeld worden, het moet toch niet altijd controversieel uitpakken. Maar hij vertelde verder over de moeilijke verhouding tussen de Britten en de Welshmen, de Schotten en de Noord-Ieren. Voor hem was en is de kloof dieper dan wij op het continent kunnen bevroeden. Ook bij andere gelegenheden kon ik vernemen dat de Britten voor de Welshmen niet echt goede vrienden zijn. De evolutie die Tony Blair heeft ingezet onder de noemer Devolution, waarbij de centrale staat bevoegdheden overdraagt aan deelstaatparlementen, werd in England zelf wel eens lastig bevonden, omdat England zelf geen eigen parlement heeft en het federale parlement, met Welshmen, Schotten en Noord-Ieren over de aangelegenheden van de Engelse samenleving moet beleid voeren en aansturen.

Voor de man uit Wales, die Hannah Arendt kent, was het klaar en duidelijk dat het UK niet zomaar uit Europa kan stappen, want dan zal Wales anders beslissen, enfin, dat hoopte hij. Het probleem voor Cameron en het probleem Cameron heeft een naam, de City. Het is ook een probleem voor de EU omdat alle bescherming die rond de City, de financiële sector in Londen opgebouwd wordt andere facetten van samenleving en economie in het gedrang blijkt te brengen. De andere kant van de medaille was dat Lady Tatcher alles op een diensteneconomie had gezet en voor Frank, de man met wie ik sprak, was en is dat nonsens. De hele industrie in Wales, van kolenmijnen en staalbedrijven is onderuit gegaan. Ik weet niet of het alleen aan het beleid van Tatcher lag, maar haar streven zal de industriële investeringen niet bevorderd hebben. De droom van double digits was voor investeerders een aanzet om de zaak van het financiële kapitalisme te kiezen in plaats van zelf iets te gaan produceren. Maar zelfs in de zogenaamde reële economie kan men vaststellen dat de ondernemers soms een onvoorstelbaar groot risico gaan nemen, in  de hoop er nog veel meer uit te halen. Het gaat om het verschijnsel van de exorbitante voorschotten aan auteurs, vaak bekende lui, prominenten die echter bij het publiek al uit de gratie zijn. Het zijn titels die met veel toeters en bellen worden gepresenteerd, maar waar weinig over gehoord wordt. Het gaat om het opvullen van de markt, maar niet om de lezer, de geïnteresseerde iets te bieden. Boeken voor de koffietafel lijken mooi, maar hebben doorgaans vooral veel plaatjes en wat praatjes en als het al interessant is, blijkt het niet altijd gemakkelijk te lezen. Boeken maken is een kunstambacht en het moet erom gaan  parfaites machines á lire aan de lezer aan te bieden. De vaststelling is dat uitgeverijen daar wel degelijk nog mee bezig zijn, maar in de mate dat een aantal zeer grote spelers op de markt zijn verschenen, zoals Berthelsmann, waarvan onder andere Random House een wel zeer grote poot is. Dat maakt dat het bedienen van een groot publiek zo belangrijk is geworden dat de kleine huizen wel provinciaal moeten lijken. In het boekenvak vormt dat een problematisch gegeven, zoals André Schiffrin schreef.

De globalisatie van de markt leidt tot oligopolies, waarbij het kleinschalige initiatief en de werkelijke creativiteit het onderspit delven tegen de global players. Neem de hele discussie over de supergiga varkensstallen in Roemenië, gesubsidieerd met Europees geld, maar uitgevoerd door een Amerikaans bedrijf. Alleen al de ecologische schade valt moeilijk te overzien, maar ook de schade voor de lokale boeren, die net de collectivisatie van voorheen te boven waren gekomen, kwamen nu tegenover een andere vorm van collectivisatie te staan. Nu zijn ze geen eigenaar van de productiemiddelen, wel van de gevolgen. De Welshman tegenover mij beaamde dat en vond dat hij wel voor particulier initiatief zijnde niet kon volgen wat men de logica van de markt noemt. Er is namelijk niet een eenduidige logica. De grote vissen eten de kleine vissen? Dat is geen marktlogica maar Plautus, Asinaria, dat is Hobbes, maar Hobbes zegde ook, daarbij zo te zien Seneca volgend dat de mens voor de mens inderdaad een wolf kan wezen, maar ook een god, of minstens een res sacra, waarbij sommigen dan weer enige moeite zullen hebben met dat woordje res, dat zaak betekent. De bedenking van de man komt mij nog steeds interessant voort omdat we ad primum steeds vergeten dat Hobbes meer zegde dan alleen dat de mens voor de andere een doortrapte wolf kan wezen, maar ook een god, of minstens een zeer te respecteren wezen. Dat hij er aan toevoegde dat de wolfachtige aard vooral in collectieve contexten aan de orde komt, c.q. tussen steden en dat er welwillender verhoudingen onder mensen bestaan mag ook in het economische dispuut niet ontbreken, denk ik nu.

Met dat alles was me nog maar eens duidelijk gemaakt dat Tatcher veel van de levenskracht van de Engelse economie gefnuikt heeft. Ook Cameron lijkt, zo vernam ik, weinig oog te hebben voor andere sectoren dan precies de Londense city. De financiële markten hebben hun belang, maar als je Joris Luyendijk leest, dan merk je dat er een eigen cultuur ontwikkeld is, die wellicht er mee toe bijdraagt dat de bankiers voor de buitenwereld geen waardering meer kunnen opbrengen... en precies zich vaak als wolven tegenover elkaar gedragen.  

Bovendien bleek volgens mijn zegsman ook nog eens dat Londen niet echt meer deel lijkt uit te maken van good old England, maar een staat in de staat is geworden, waarvoor het verschijnen van een figuur als Boris Johnson wel eens illustratief zou kunnen zijn. De kritiek op zijn figuur – onder meer buitenechtelijke relaties, waar een mens toch niet meer over kan vallen – verhindert wel eens te zien hoe Londen inderdaad soms los lijkt te komen van de rest van het land.

Hoofdsteden hebben natuurlijk wel vaker iets van een vreemd lichaam, dat niet helemaal bij het land hoort. Oostenrijk en Wenen, dat loopt ook niet altijd zo vlot en de kritiek van de Amerikanen op Washington is vanouds die van de buitenstaander op de inner circle – hoewel precies in de VSA de administratie en zeker de top verandert met de president. Natuurlijk de leden van het Huis en de Senaat blijven doorgaans langer en ook de lobby wordt steevast bevolkt door dezelfde mensen. Het is die vaststelling, dat toppolitici geregeld veranderen terwijl de omgeving blijft, vooral de lobbyisten, zoals die lui van de wapenclub, die de kritiek op de politiek wind onder de vleugels geeft.

Nu had mijn zegsman nog iets anders op de lever liggen, met name de afkeer van de Angelsaksen, de veroveraars van de Britse eilanden en de verdrijving van de Kelten naar Wales. Het is een oud zeer in Europa, waar de centralisatie door Groot-staten zoals Frankrijk en het UK ertoe hebben bijgedragen dat sommige delen van de bevolking zich niet welgekomen voelden of goed in hun thuisland… Dat betekent dat er vervreemding optreedt en dat werd in de negentiende eeuw toen de druk van de centrale overheid groter werd, ook sterker in de verf gezet. De moderniteit heeft zowel de globalisering op gang gebracht, eerst binnen landen, dan continenten en vervolgens mondiaal, maar ook het reflecteren over het eigen verhaal was een gevolg van de verlichting, kwam pertinent op de voorgrond tijdens de Romantiek en dat werd naderhand dan weer als onduldbaar weg gezet.  

Het punt is dus dat de kijk op de eigen leefwereld, of men nu in Wales leeft of in andere regio’s maar we vragen ons af hoe we de globale wereld kunnen ervaren en tegelijk die lokale samenleving niet over het hoofd zien. Als we zouden mogen afgaan op de  betrokkenheid die de media suggereren bij wat er in het UK gebeurt, dan beperkt het zich vaak tot de royals en andere sterren. Van het werkelijke leven van mensen komen we lang niet alles aan de weet, maar het theatrale wekt de indruk dat het ertoe doet en dan zijn velen blij toeschouwer te mogen zijn. Hoe het dan wel moet? Bezoeken en gesprekken, zoals in dat café, dat sigarenhuis in Brugge, maken duidelijk dat mensen kunnen spreken met elkaar, niet per se over de trivia, al mag dat ook. Het ging dus over dat laatste werk van Hannah Arendt, The life of the mind. In de huidige sfeer van ideologische scherpslijperij én dito onverschilligheid, kan het gesprek over dit boek wel heel wat inzicht bieden. De man vond dat haar visie op het individu als basis, maar wel met sterke banden met anderen wel eens belangrijker kan blijven dan ideologische strovuurtjes. Net de eenduidige kijk van Tatcher op de Britse economie, waarbij ze de zware industrie afbrak om van de vakbonden af te zijn, maar zo ook een hele boel banen op de tocht zette, lang niet altijd bij verlieslatende bedrijven, vond hij een argument om zo een niet-ideologische visie ernstig te nemen, want wat doen mensen als ze geen job meer vinden?

De kwestie valt niet eenvoudig in deze of gene zin te beantwoorden, maar wel is het zo dat het concept van de vrije markt in de loop van de jaren bijna in het tegendeel is uitgedraaid, gelegitimeerd door wetten overigens. Waarom heeft men een bedrijf als Ikea nodig? Omdat de lokale meubelmaker te duur is, klinkt het, maar of dat klopt blijft nog maar de vraag. Ikea kon groeien en kende succes, daar bestaat weinig twijfel over, maar de vraag is of dat dan niet ten koste gaat van andere bedrijven. Goed, we waren het erover eens dat de cataloog telkenjare mooi oogt, maar toen ik hem vertelde dat we hier nog andere meubelzaken hebben zoals ’t Kasteelken die een andere smaak aanspreken, was hij wel verwonderd.

Ik denk dat men de economie en de kennis van de econometrie – hoezeer ik ook bewondering heb voor econometrie, het systematisch onderzoeken van scenario’s op macroniveau – te zeer als een systeem van wetmatigheden is gaan zien, waarbij men de actoren, mensen weet te reduceren tot cloonen van het ene model. Mensen ontberen dan elke individualiteit, maar dat is net het debat. We spraken over die onmogelijkheid om iedereen tot een model te herleiden, waarbij dat bijvoorbeeld in economisch opzicht tot de bizarre uitspraak moet leiden dat A succes heeft omdat hij/zij succesvol is. Voor B geldt dit niet. Ook in de kunsten geldt dat sommigen super-mega-gigasterren worden, een statuut waar weinigen op kunnen bogen, maar wel Micheal Jackson en wee degene die niet van zijn kunstjes moet hebben. Of van Madonna dan wel Lady Gaga… Alleen, denk ik dan, konden John Lennon of Brel, misschien ook Albert Einstein – als icoon dan – aan die status beantwoorden. Volkomen arbitrair is het niet, wel een puur persoonlijke optie. Zo had ik ook Leonard Bernstein voor ogen, maar goed, het moet niet te gek worden. Dus zwijgen we verder over Messie.

De verdienste van die superhelden, die in de media worden uitgesmeerd, maakt journalisten en anderen behoorlijk blind voor kleine smetten – de grote smetten worden als wapenfeit van de journalist boven tafel gehaald – zodat sommige van die lieden uiteindelijk helemaal uitgespeld te kijk staan. Maar wat hun bijdrage aan de samenleving is? Die gekke pasjes? Nooit John Cleese op slappe benen zien lopen, allicht. Het gaat nergens meer om of over, het is een cultuur van consumeren, zelfs als men al lang overvoldaan onderuit is gezakt. En dan komt men terug uit bij Ikea en andere bedrijven die bijna een hele markt voor zich hebben weten te veroveren. De merken van ontwerpers verdwijnen, alleen H&M of Zara blijven over.

Nadenken over economisch handelen zal dus anders moeten, beter doordacht en minder uitgaan van het geloof dat big beautifull is – maar ook het omgekeerde is geen zekerheid. Alleen, de groten mogen niet als olifanten door de porseleinenkast dat een economisch weefsel is, struinen. Wel is het zo dat de keuze van de klant net zo goed meespeelt. De ambitie om te groeien kan ik niemand ontzeggen, dacht ik naderhand, maar hoe die groei het bedrijf zelf niet onderuit haalt, is een goede tweede. Daarom is dat discussiëren over succes van bedrijven een heikele zaak, want als een bedrijf ondergaat door snelle groei, wat houdt men dan over? Juist, aandeelbewijzen die niets meer waard zijn.

Het gesprek met de Welshman bracht me ertoe opnieuw die kwestie van de devolutie in het UK te bekijken, want het is toch erg dat het niemand lijkt te deren dat Londen zich gedraagt als een staat in de staat, terwijl de rest van het land uitkijkt over de ruïnes van een schitterend industrieel verleden. Hoe kan men de zaken opnieuw op gang krijgen? Wales verloor haar mijnbouw, staalindustrie en lokale ambachten. Natuurlijk kan alles in lageloonlanden goedkoper geproduceerd worden. Maar doet men daarmee iets voor de mensen in Wales of Yorkshire? Niet dus, maar als ik politici als Tatcher hoor, dan hoeft dat ook niet. Zijn zij harteloos? Niet in het minst hoor ik menige lezer al zeggen en toch, als men mensen geen uitzicht geeft op een waardig bestaan, hoe zal men hen dan overtuigen dat ze hun leven in handen moeten nemen. Dat geldt natuurlijk ook voor prinsen op overtal.

De samenleving menselijker willen maken, zegt men is niet in een vloek en zucht geregeld, maar de kwestie is of er tussen de visie van Tatcher en die van John Rawls echt niet iets anders te vinden is dan de derde weg. Steenkolen verbranden is vandaag geen goed idee, want dat zou teveel CO2  uitstoten, maar mits die opgevangen wordt… Er zijn mogelijkheden, zoals ondergrondse vergassing. Maar de technieken hebben altijd ook weer hun keerzijde en dat is iets wat men in eerst in rekening moet proberen te brengen, waarbij dan nog niet duidelijk is of het helemaal klopt. Die onzekerheid zal men in het huidige politieke debat niet pikken, maar is er een alternatief? Maar die onzekerheid belet mensen niet stellig positie te nemen voor iets, ook al weten ze dat hun keuze fout zal uitpakken voor anderen. De hele discussie over onderwijshervormingen, waarover mijn Welshe zegsman niet echt te spreken was, laat zien hoe bedenkelijk ideologisch gestuurde wetenschappelijke kennis wel kan zijn. Men kan veel onderzoeken en men kan dingen zo onderzoeken dat het resultaat aan de verwachtingen beantwoordt. Dat is wat dat in Nederland gebeurde, maar men zegt vandaag onvoldoende wat men zal doen om nieuwe fraude, onderzoeksfraude te voorkomen en niemand kan garanderen of die fraude er niet is. Dat doet het wetenschappelijk onderzoek geen goed, maar ook de samenleving heeft er last van als correlaties onderkend worden die moeilijk strikt genomen een verklaring of een causale relatie kunnen hebben. Toch lezen we telkens over mensen die ongelukkig zijn en daarom aan de fles lebberen of aan buien van vraatzucht leiden, dan wel mensen die succes hebben want ze leven gezond of volgens strikte regels. Maar goed, het succes kan voorbij gaan of de obesitas kan moeilijk weg te werken zijn, maar het geluk komt toch, wat dan. Causaliteiten in de sociale wetenschappen lijken alsmaar moeilijker stand te houden, ook al omdat wat men theorie noemt in wezen een nog onbewezen hypothese moet heten. Links en rechts hebben de afgelopen decennia met halfslachtig onderzoek hun theses vooropgesteld en vaak is men dan nog vergeten dat er onbedoelde neveneffecten kunnen optreden.

Het gesprek had niet de ondertoon van doemdenken, hoogstens over Tatcher, maar wel dat de wijze waarop we vandaag naar de dingen kijken, nogal kortzichtig lijkt en wat politici, maar ook mediamensen betreft al te doelgericht. Doelen nastreven, daar is niets mis mee, maar voor de media gaat het om kijkcijfers en oplages en die wil men bereiken, ten koste maar al te vaak van de wezenlijke opdracht: een goede en goed leesbare krant brengen. Of een goed gesprek op de radio, zoals Werner Trio weer deed op zaterdag 15 december, op Klara, over de kwestie hoe we en of we de klimaatveranderingen nog in de hand hebben dan wel of we af zouden stevenen op zeer dramatische veranderen en waarom de politiek hier niet mee wil, enfin mondiaal niet mee wil. Nu zien we overigens de negatieve balans, maar wat als de woestijnen weer zouden gaan bloeien? Onmogelijk is het niet, maar eerst moet er voldoende neerslag zijn. De paradox is dus dat we weten dat veranderingen nu bezien vanuit de idee dat het maar negatief kan zijn, zoals de noodzaak 45 miljoen mensen te herhuisvesten omdat hun woongebied in de delta van de Ganges zal overstromen. Maar men begrijpt dat zo een gigantische populatie niet zomaar verplaatst kan worden. Mensen trekken nu wel al weg, maar zijn niet altijd welkom omdat stad en land vol lopen. En omdat een cultuur in gevaar kan komen, als en indien, zal men best die aanpassingen aanvatten, zoals bijvoorbeeld werken aan betere kennis van vruchtbaarheidstechnieken. Het is dat soort bedenkingen dat in een debat over ofwel overbevolking van de aarde, waar het om criteria gaat van wat nodig is om de mensheid te voeden – niet te vergeten ook dat materiële vervulling van behoeften niet alles dekt – dan wel in het debat over duurzaamheid waar ook voldoende onbekenden aan de orde kunnen komen.

Gesprekken alsdat  met die Welshman, Frank als ik het wel heb, kunnen op een zeker ogenblik een inzicht doen rijpen dat er voorheen niet was of minstens slechts lag te wachten om aangeboord te worden. Ik denk te mogen onthouden dat niet alle Britten Engelsen zijn, maar eventueel Welshmen of Schotten kunnen blijken te zijn. De man had ooit nog bij Hannah Arendt les gevolgd en in elk geval haar werk onderzocht en hij vond dat Londen en vooral de City een te groot gewicht hebben in de Engelse politiek. Cameron heeft te nauwe banden met de City overigens om werkelijk iets anders in gedachten te hebben dan de financiële sector. Akkoord, die is belangrijk, maar zonder andere economische sectoren redt good old England het niet. Daarover zal men stevig moeten nadenken en vooral, eerst en vooral handelen. De toestand, zo leerde ik, is donker voor het UK en ook voor Wales. Waarom heeft het land dan een Prins? Om de honneurs waar te nemen. Al probeert Charles vandaag beter te doen.

Bart Haers    




Reacties

Populaire posts