Template voor een multiculturele wereld?
Brief
Over
de heerlijke wereld
Die
we bouwen
Brugge,
16 september 2013
Geachte
heer Dirk De Ceulaer,
![]() |
Heropende openbare Bibliotheek aan het Muntplein te Brussel, waar heel wat nieuwe medeburgers komen. |
U
zal ze ook wel gezien hebben, die kinderen die namens zichzelf en hun ouders
aangeven dat een terugkeer naar Afghanistan voor hen geen optie is. Mevrouw de
Block heeft het er lastig mee, spreekt van emotionele chantage, dat het
allemaal georganiseerd is, maar die mensen gebruiken de middelen die hen ter
beschikking staan en de kinderen spreken behoorlijk onze taal. Een beter bewijs
van integratie en van wil erbij te horen, kan men zich moeilijk indenken.
Men
kan niemand verbieden de eigen boodschap met de best mogelijke middelen te
brengen en als mevrouw de staatssecretaris er problemen mee heeft, dan is dat
voor een liberaal, voor iemand die behoort tot een partij die voortdurend naar
de Verlichting verwijst zo niet een schande, want zij ontzegt kinderen én ouders hun recht
het geluk zelfstandig vorm tegeven, dan toch bedenkelijk, want ze begrijpt niet
dat mensen er dan toch iets van opsteken van het leven in onze samenleving. En
dan komt de kwaliteit van het onderwijs in het vizier.
De
weg die deze mensen gegaan zijn, verliep, wat de kinderen betreft via de school
en zij begrepen, minstens op dat moment, dat ze alles uit de kast moesten
halen. Iets anders dan een beetje kwelen voor junior- Eurosong want het gaat om
hun manier van leven, om hun pursuit for happiness, toch? Maar er is nog iets
anders aan de hand dat u over het hoofd lijkt te zien en dat heeft te maken met
het feit dat sinds de tijd van de kloosterscholen – inderdaad die nare
middeleeuwen -, maar ook in de periodes van grote emancipatorische bewegingen
kenmerkend is voor het proces van scholing, namelijk dat dit een normerend
proces was: er werd een Leitkultur aangereikt, waarvan de pupillen droomden
eraan deel te kunnen te hebben. De term werd gemunt door Basam Tibi, een Duitse
socioloog met een Arabische achtergrond, die vond dat het debat over
multiculturele samenleving wat hol uitpakte. Hij gaf zijn boek waarin hij dit
begrip aandroeg de titel mee: Europa ohne Kultur. Maar sindsdien werd de term
in de schoenen van rechts, via Frits Bolkestein geschoven, terwijl het aangeven
kan dat men zonder de minderheidsculturen te negeren, toch een
gemeenschappelijke sokkel kan aanreiken, of beter nog, een streefdoel aanbieden,
zonder dat men dit zomaar in een keer zou kunnen omschrijven. Maar zoals te
verwachten viel, was dat een van vermeende zwakke punten, terwijl een cultuur,
dus een ook Leitkultur ipso facto evolueert en bovendien kan men vaststellen
dat een samenleving niet denkbaar is zonder een basis van consensus en
overeenstemming. Het concept van de multiculturele samenleving gaat uit van een
helder begrip van de vigerende (autochtone) cultuur en van de noodzaak dat de
dragers daarvan een en ander zouden moeten opgeven. Mij ontgaat waarom men van
de ene groep zou aanvaarden dat ze hun aan inzichten onversneden mogen
vasthouden en tegelijk eisen van de meerderheid dat zij nu net concessies
zouden doen en dus hun eigen (vrijelijk) aanvaarde cultuur deels los te staan. Over
dat vrijelijke kan nog een discussie volgen, maar dat men ermee vertrouwd is en
er niet zonder goede redenen afstand van kan doen, lijkt voor velen evident.
Maar het gaat, in het geval van Vlaanderen uiteraard om een cultuur die
volkomen verweven is met de Verlichting, hoe katholiek sommigen die ook vinden.
Maar het gebruik van voorbehoedsmiddelen, het accepteren van euthanasie en het
homohuwelijk blijken dan toch redelijk aanvaard…
Het
is de paradox van het onderwijs, dat men mensen met soms zeer verschillende
achtergronden tot een bepaalde vorm van uniformiteit brengt, die echter, bij
het verder opgroeien en leven tot weer eigen invullingen aanleiding gaf. De
discussie over eenheidsworsten, kennen we al enkele decennia, maar de grens
tussen dwingende uniformiteit en een gelijk aanbod voor zeer onderscheiden
individuen, valt soms moeilijk, maar mensen doen er altijd wel hun ding mee, of
men dat wil of niet. In die zin kan men zich voorstellen dat assimilatie voor
velen die in de Europese cultuur ingeleid worden, wellicht lastige aspecten
heeft. Hannah Arendt heeft zich over dat probleem gebogen en meende dat
assimilatie om erbij te horen iets anders is dan het verwerven van die
“Leitkultur” als voorwaarde voor emancipatie en ontplooiing.
De
pleidooien voor multicultureel onderwijs hebben daarom dit nadeel dat men de
betekenis van het doorlopen van een scholingsproces niet als een fundamenteel
proces ziet. Julian Stryjkowski beschrijft hoe een Joodse Rebbe als leraar met
de Thora omgaat en een fout is elke afwijking van het model. Van ons onderwijs
kan men niet zeggen dat er geen ruimte zou zijn voor afwijkingen van welk model
dan ook, de bijbel incluis. Over het onderricht van de Evolutieleer of de
fundamentele krachten van de fysica kan men toch niet zomaar een concessie
doen? Men zegt bij voortduring hoe erg het is dat kinderen die uit gezinnen
komen met achtergronden in 178-1 landen het zo moeilijk hebben, maar men zegt
niet of slechts zeer weinig over leerlingen die het op school goed doen en
nadien nog beter. Want het is niet zo dat er een relatie is tussen de hoeveel
leerstof en wat de kinderen ermee doen, integendeel, hoe meer de leerlingen
kans krijgen diepgaande kennis te verwerken, hoe sterker ze blijken hun eigen
weg te gaan. Want men beweert vandaag gratuit dat het klassieke onderwijs een
zaak van gedachteloos recapituleren vergde, terwijl de vele uren Latijn,
Grieks, wiskunde en andere vakken een horizon aanbood. Maar goed, dertig jaar
geleden was het al niet meer in om ernstige literatuur te lezen. Inderdaad, de
bibliotheek die volgens de auteur Goethe klassiek zou heten. Wie nu grijnst en
denkt dat Goethe zelf die bibliotheek als een vaststaande galerij van namen zou
hebben gezien, vergist zich. Er kwamen auteurs bij, ook uit het eigen
taalgebied. Het resultaat was en is dat men leerde te houden van de taal. Zou
dat met het lezen van Humo of Flair nog wel lukken?
De
wereld is veranderd? Goddank, anders kon ik dit niet op mijn blog plaatsen, al
zit God daar voor weinig tussen, natuurlijk. Gisteren, 9 september kon men bij
Pauw & Witteman een directeur van een – particuliere – school horen
uitleggen dat lessen in zijn school niet meer gegeven werden met de pc erbij,
maar gewoon, de leraar adstrueert en de leerlingen noteren. Waarom? Omdat de
leerlingen die PC met internetverbinding niet gebruiken, of niet altijd
gebruiken te behoeve van de leergang. Maurits de Hond als de man die we kennen
als de verkoper van opiniepeilingen – waarbij we ons eerlang moeten buigen wat
hij nu eindelijk verkoopt – werkt met een Steve Jobsschool. Technologie voor
alles. Uiteraard is technologie ongemeen handig, maar het blijven instrumenten.
De
volgende stap, die van de vraag waarom de allochtoon minder zou presteren in
het onderwijs en niet tot het ASO zou doordringen, maar integendeel
bovenproportioneel zou falen in het onderwijs, kan men niet zomaar beantwoorden
met het afschaffen van het ASO – en dat was zeker in hoofde van sommige
beleidsmakers een belangrijke doelstelling. Het hangt ervan te weten wat men
wil onderzoeken en hoe men eraan remediëren wil. De pogingen om van het BSO
echt volwaardig vormend onderwijs te maken zijn altijd blijven in steken in
pogingen algemene vorming bij te brengen, maar iets minder dan in het ASO. De
kwestie is hoe men kinderen, jongeren die niet direct met abstracties en
moeilijke taaloefeningen denken bezig te kunnen zijn maar soms wel zeer
taalvaardig blijken, stap voor stap tot inzicht in hun mogelijkheden te
brengen. Als men geen norm heeft, zoals voorheen het Gymnasium, de humaniora,
dan kan men voor het ASO aan kinderen met alle mogelijke achtergronden geen
verhaal vertellen. Maar dat geldt ook voor het TSO en het BSO. Vergeten we niet
dat het niet om quizvragen gaat, wel om een verwerken van aangereikte kennis.
Het proefwerk laat zien hoe jongeren daarin slagen en soms lijkt daar het
probleem te zitten: jongeren krijgen faalangst als ze altijd denken alles uit
het hoofd te moeten leren. Geheugentrainingen hebben jongeren die Koranlessen
volgen bij mijn weten wel en daar is het recapituleren ongemeen wezenlijk.
De
godsdienst? Ach, de godsdienst. De godsdienst dus, zo achterlijk en verre van
onze cultuur. Maar, de positieve aspecten van het christendom, maar ook van de
Islam – inderdaad, Bagdad in de 9de eeuw, El Andaluz in de 11de
eeuw waren centra van hoge beschaving én van decadentie – belicht men niet. De
kritiek in retrospectief is soms wel eens grappig, want nog deze eeuw, enfin,
de 20ste eeuw, had je Georges Lemaitre die de hypothese opperde van
de oerknal en voordien al van het uitdijende heelal, maar je had dus in Europa
en zeker ten onzent een uitgebreid onderwijsnet waar mensen gevormd werden die
later – terecht kritiek zouden brengen… maar zonder die basisopleiding en
collegetijd was hen dat niet gelukt, redelijke argumenten in te brengen en dus
ook niet mee te denken met Einstein en Niels Bohr.
Laat
ons dus eens afstappen van de idee dat onderwijzend personeel zich moet
aanpassen aan de leerlingen, maar dat ze leerlingen dienen mee te nemen op een
weg naar vorming en groeiend inzicht. Zich niet aanpassen, maar wel met
toewijding de kinderen bejegenen, zoals het inderdaad, ooit het geval was. De
democratisering van het onderwijs vormt hier paradoxaal genoeg een obstakel,
omdat de massaliteit van de scholen, die de idee van een gemeenschap
ondergraaft, maar toch blijft men streven naar
grotere scholen, omwille van het betere management, maar niet ter wille van het
betere onderwijs.
Tot
slot nog deze gedachte, men neme ze met de nodige argwaan, maar wie gesprekken
wil voeren in een gezellige sfeer kan natuurlijk altijd over fietsen, voetbal,
den catch spreken, maar er zijn ook andere onderwerpen. Met een boek op de
trein levert soms een gesprek op, soms zelfs heel interessante gesprekken,
zoals de avond dat ik John Lukacs aan het lezen was en een jonge man mij
aanspraak waarom ik een boek over Hitler las. De discussie was best boeiend,
maar hij was bereid te luisteren naar mijn uitleg en vond dat het wel best een
boeiend werk zou zijn. Zelf leest hij, hoorde ik, graag Timmermans,
Boerenpsalm, want dichter kan hij niet bij Vlaanderen komen. Hij vond dat Vlaanderen
weinig deed om nieuwe medeburgers met de cultuur in contact te brengen, noch
met de schilderkunst, noch met de literatuur. Ik kon hem helaas niet
tegenspreken.
Wel
denk ik dat de wijze waarop de brede media al te sporadisch inspanningen doen om
auteurs en titels, niet enkel de hele beperkte canon, maar ook een breder
spectrum aan auteurs te brengen. Kan men het maken niet (meer) over Maria
Rosseels te spreken, die in Dood van een non beschreef wat het is zich te onderwerpen aan
een strenge en in een aantal opzichten vernederende leefregel te onderwerpen?
Of zelfs nog nauwelijks aandacht te besteden aan Clem Schouwenaers? Men vindt
blijkbaar dat enkele namen, dan nog niet hun werken, van belang zijn. Ook in
het onderwijs, waar het ook niet altijd zo goed ging, toen men leerlingen
bombardeerde met Jos Vandeloo of zijn spitsbroeder Ward Ruyslinck. Maar er
waren wel degelijk andere werken die men ter lezing kon aanbieden, in de hoop
dat de leerlingen het konden savoureren. Intussen ried ik hem toch maar
Houtekiet aan van Walschap.
Nu
de nieuwe bibliotheek open is gegaan op het Muntplein, merkte iemand op dat
bijvoorbeeld Stille Kracht van Louis Couperus ontbrak. Het is al pijnlijk dat
men in Vlaanderen nauwelijks enige aandacht aan die schrijver besteedt, die dan
nog eens goed bevriend was met Cyriel Buysse, dat men in Beersel het Herman
Teirlinckmuseum wil sluiten; het kijken over de muren, blijft men hardnekkig
weigeren. Want spreekt men dan over Stendhal, op mevrouw Beeckman na, maar veel
respons kwam er niet? Over Primo Levi? Over Wiliam Faulkner? Enfin, doet men
pogingen om jonge mensen in te voeren in de wereldliteratuur? Van Gilgamesj tot
“Er is wieder da!”? Geenszins en ook de brede media, de openbare omroep komt er
niet goed toe, ongemakkelijk als men geprangd zit tussen de gedachte dat het
niet elitair mag zijn en kosmopolitisch moet zijn. De zaak is dus dat we niet
over een cultuur kunnen spreken als er niet afdoende aandacht is voor de
artistieke traditie, voor de vormen en gedachten die schrijvers, denkers en
musici, beeldhouwers en schilders hebben nagelaten. De moeder en de drie
soldaten? Juist, geschreven door Ernest Claes, maar het valt op dat we die fijn
getekende schets niet zo vaak vermeld zien. Laten we dus wel wezen, willen we
die mensen integreren, dan moeten we ook iets te bieden hebben, meer dan een
reeks over Albert II of de Kampioenen.
Maar
goed, men pleit ervoor die mensen niet te overvoeren en onze elitaire cultuur
niet door de strot te rammen. Daar gaat het niet over, wel over de vraag wat we
van belang vinden wat doorgegeven wordt en waar ze iets mee aan kunnen. Hoe ze
dat zullen doen, zal wel blijken, maar nu al pakt het wel eens mooi uit.
Met
vriendelijke groet,
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten