De plicht van de oppositie overwegend
Brief
John Crombez
over besparingen en
mild beleid
![]() |
Plenaire zaal van het Vlaams Parlement |
Brugge, 12 augustus 2014
Geacht heer fraudebestrijder,
ik zag u op het scherm (Canvas
Ter Zake 11 augustus 2014) en hoorde hoe u wilde aantonen dat de regering haar
begrotingsoefening nu al openbaar moet maken om de toenemende onrust weg te
nemen. Goed geprobeerd, maar mij overtuigd u niet, want u bent zelf als een van
de woordvoerders van de oppositie natuurlijk druk doende die onrust aan te
wakkeren.
Sommigen zullen dit weer zien
als een stukje propaganda voor de N-VA en daar kan ik maar moeilijk afwijzend
op reageren. Wel wil ik u uitleggen waarom mensen vandaag misschien minder
onrustig zijn over de voorgenomen beleidsveranderingen dan over het feit dat er
zovele jaren met gulle hand leuke dingen voor de mensen zijn uitgestrooid,
terwijl, denk ik, mensen voelen dat behouden wat we hebben wel eens op een
catastrofe kan eindigen. Immers, meldt de krant vandaag niet dat werkeloosheid
dezer dagen een mannenzaak geworden zou zijn. Tevens stelt men vast dat het
midden- en kleinbedrijf de jacht op fraude en de ongemeen zware belastingen
maar niets vinden, zonder dat ze daarom zelf dure accountants in dienst kunnen
nemen om de fiscaliteit te optimaliseren; ook de administratieve druk mag er zijn, of
zou er beter niet zijn.
Sinds 1999 heeft de Vlaamse
regering fluitend door het park kunnen wandelen, heeft men allerlei noden met
gulle hand kunnen lenigen, maar tegelijk beschikte de Vlaamse overheid niet
over fiscale bevoegdheden om in plaats van subsidies aan bedrijven eerder via fiscale
maatregelen ademruimte te gunnen. Want dat zegde u gisteren en ik moet zeggen,
zoveel hypocrisie had ik wel van de keizer van Oostende durven vrezen,
uwerzijds klonk het alsof er nooit nog iets te verwachten zal zijn van nieuwe
generaties linkse politici. U beheerst het oppositiespel goed, enfin, u weet
met zorg die argumenten aan te dragen die u helpen de onrust over het
vooropgestelde beleid aan te wakkeren. Maar of dit voor de samenleving en de
individuele burgers een goede zaak zou zijn, niet in te zetten op heroverweging
van allocaties na te denken, valt nog te bezien.
U en uw medestanders zeggen
dat u streeft naar rechtvaardigheid. waarvan u de criteria aan heeft gelegd en
waarmee u dit beleid wil waarderen en dus, als het moet, de regering onder druk
zetten. Maar niemand kan tegen rechtvaardigheid wezen, wist ook de Leuvense
rector Rik Torfs te melden in "De lof der lankmoedigheid", maar er is
meer, het doel een rechtvaardige samenleving op te bouwen is in het verleden al
wel eens vaker op de klippen van de menselijke zwakheden en blindheid te
pletter gelopen. Er zit in uw discours nog een andere angel, die ik maar niet
belicht zie in het publieke debat: u wil voor iedereen goed doen, u wil mensen
helpen via de instituties, terwijl u daartoe die instituties macht moet geven
die het individuele beleven van de dingen zwaar onder druk zet.
De verhoging van de kosten van
kinderopvang? De verlaging van de kinderbijslag? De verhoging van het
inschrijvingsgeld aan de universiteiten en hogescholen, die nog ver onder het
niveau van de buurlanden zou blijven ...
het kan voor elkeen inderdaad
pijnlijk aankomen, maar tegelijk, uw partij heeft met veel gevoel voor drama uw
bijdrage geleverd aan een staatshervorming die misschien wel het hoogst
haalbare mag geweest zijn in uw visie, de vraag blijft of de drie traditionele
partijen nog wel enig zicht hadden op het geheel. En het ware vindt men, aldus Hegel pas in het
geheel. Het is een probleem voor partijen dat als ze van de meerderheid naar de
oppositie verhuizen dat ze dan vaak met de nagelaten stukken blijven zitten,
daar kan niemand onderuit en Paars heeft geprobeerd dat ten tijde van de eerste
regering Verhofstadt te hanteren om de tsjeven op hun nummer te zetten, maar het bleek algauw een vrij bot wapen, dat
vooral de hand kwetste die het vasthield. Oppositie voeren is de taak van de
oppositie zegt men, omdat iedereen de gedachte wel kan delen. Maar misschien
moet er alleen maar oppositie gevoerd worden als het men het echt fundamenteel
oneens zou zijn met de uitvoerende macht.
Het is een kwestie die ik al
vaker heb betracht uit te klaren: hoe kan men in een democratie, in een
parlementair systeem de schijn wekken dat alles altijd op het spel staat? En
evengoed waarom dat het geval is, moeten we bekijken. De eerste kwestie komt
mij steeds meer ongemakkelijk voor, zowel voor de politici als voor de
commentatoren en in de eerste plaats voor de burgers: de noodtoestand blijft
altijd van kracht en telkens weer moet men mobiliseren, want anders gaat het
gegarandeerd fout.
Tene quod bene? Het heeft geen
naam en in feite weegt zwaar door dat politici hun dagelijkse bete brood met
beleg verantwoord willen zien. Liefst ook nog eens meetbaar, terwijl het toch
voldoende zou moeten zijn dat de samenleving als geheel voorspoedig blijkt en
dat mensen individueel de zaken ook redelijk rooskleurig kunnen inzien. Maar
goed, na de crisis van 2008, waar onder meer Dexia onderuit ging en daarbij
gaan linkse mensen niet vrijuit, zij die er hun organisaties of
overheidsinstellingen als het Gemeentekrediet bij betrokken hadden, niet vrijuit.
Een deel van deze bemerking kan men linken aan wijsheid achteraf, maar het is
gemakkelijk te zeuren over de anderen die neoliberaal zouden denken en intussen
zelf wel meedansen voor het altaar van de Verdienste en het casinokapitalisme.
Tene quod bene! voor politici,
zeker in de oppositie is er maar weinig dat men als gewoon goed kan waarderen.
Om zich niet irrelevant te voelen, te moeten presenteren voor het publiek doen volksvertegenwoordigers
er veel aan om telkens weer met nieuwe ideetjes uit te pakken, maar tegelijk
vergeet men dat wat een verbetering lijkt, in de praktijk de zaken hopeloos
compliceert. Het pleidooi in de krant voor meer inclusief onderwijs (DS zaterdag
9 augustus) en het laten verwateren van het exclusief onderwijs, dat men als
een inbreuk op de mensenrechten blijkt te beschouwen, laat zien hoe ver men kan
gaan in het nastreven van rechtvaardigheid, zodat men hoogst onrechtvaardige
toestanden kan bewerkstelligen. Men heeft niet het recht dunkt mij de vele
instellingen die met bijzondere zorg kinderen met een handicap - mooier kan men
het niet maken, want "kinderen met een leerachterstand" suggereert
dat men hen ten allen tijde kan bijspijkeren" terwijl dat soms alleen kan
wanneer men kinderen uit het gewone circuit haalt - die in de jaren zestig en
zeventig werden opgebouwd, afbouwen, lijkt mij a) een kwestie van gebrek aan
respect voor het personeel dat gedurende jaren met grote inzet en liefde voor
die kinderen de scholen hebben opgezet en draaiende gehouden; b) een uiting van
gebrek aan inzicht in de bijzondere zorg die kinderen nodig hebben die voorheen in de
gewone school achterop raakten en tot veertien rondliepen om vervolgens kleine
jobkes te doen, als het al ging en c) gaat het niet op rechtvaardigheid,
mensenrechten in een bepaalde richting te vertalen zonder oog te hebben voor de
omstandigheden, de casuïstiek. Toch heeft men er een ideologische issue van
gemaakt en politiseert men het dossier, zodat de kinderen die zorgen nodig
hebben een bijzondere onderwijsvorm ontzegt. Wie zegt dat het beter is voor die
kinderen en voor de kinderen die regulier onderwijs wel aankunnen, vergeet
zoveel storende details in overweging te nemen, dat de discussie over inclusief
versus exclusief onderwijs echt wel politiek gebruikt kan worden en daar, mijn
waarde heer Crombez schieten de partijen, nu eens in de meerderheid - en soms
zeer lang - en dan weer in de oppositie vaak tekort: het politiseren van problemen
duwt een goede oplossing soms verder af.
Moet u dan met de vingers
zitten draaien als de regering aan het werk is? Daar gaat het niet om, maar de
stemmingmakerij waar u zich nu aan bezondigt laat de burgers niet toe, niet
afdoende denk ik, de opzet van de regering goed te overwegen. U kan het ook
niet laten de sfeer wat te verzieken, want u weet net zo goed als iedereen dat
er de laatste jaren nogal laks bestuurd is. 15 jaar hebben we bijvoorbeeld in
het onderwijsbeleid met een voortvarendheid te maken gehad, die niet meer ging
om de vraag hoe we kinderen op een periode van 12 jaar - sommigen willen die
vorming al aanvangen net na het spenen van de baby, zelfs al beginnen voor de
geboorte, want het kind moet perfect zijn - klaar kunnen stomen voor een
werkzaam, maatschappelijk en persoonlijk leven waar ze zich wel bij bevinden,
maar om iedereen gelijk aan de eindmeet te brengen, waarbij de persoonlijke
ervaringen van de leerlingen en hun welbevinden in naam van de rechtvaardigheid
ondergeschikt worden gemaakt en bovendien ook nog eens een keertje ge-instru-men-ta-li-seerd
zodat leerplezier in het onderwijs, maar ook adstructievreugde van geen tel
meer zijn.
Ach, zelfs over de mobiliteit
bent u erin geslaagd de discussie over openbaar vervoer, over de aanleg van een
nieuw complex onder de Schelde bij de metropool een overgepolitiseerd dossier
te maken, terwijl de partij de eerste tien, twaalf jaar dat men aan het dossier
werkte zelf mee verantwoordelijk was op gemeentelijk en Vlaams niveau voor de
voortgang. Maar uw partij zwichtte voor enkele burgeractivisten, zoals men nu
meeloopt met ringlanders die zich alleen om de uitstoot van fijn stof
bekommeren, zonder andere facetten in de overwegingen mee te nemen. U vraagt
zich nu af waarom uw partij op een bijzonder laag niveau stagneert. Weest niet
bevreesd, de PVDA in Nederland moet nog eens voorbij de kiezer passeren en dan
zou uw positie nog wel eens riant kunnen blijken. Laten we vooral zwijgen over
de toekomst van François Hollande en zijn partij, die bij elke volte face
verder aan vertrouwen bij de eigen achterban en bij de min of meer neutrale
burgers verliest. Hoewel, kunnen burgers nog wel afzijdig, neutraal blijven?
Denis Payre vond in Frankrijk
al snel een aantal medeburgers die dit voortdurende op elkaar inhakken van
meerderheid en oppositie moe zijn en hopen dat ze een beweging kunnen opezetten
die burgers ertoe kan bewegen zelf het politieke gebeuren mee te gaan
aansturen. Zelf steun ik dat bourgeois project, maar tegelijk merk ik dat
journalisten nog wel enige tijd meewarig zullen doen over het gebrek aan
relevantie, aan aanhang bij de burgers en er dus ook niet over zullen
berichten. Dan kan u naar eigen goeddunken uw berichten in de pers krijgen en
doen alsof u de regering kan dwingen tot enige verantwoording. Tegelijk bent u
op deze manier blind voor de termijnen: de regering zal pas met Prinsjesdag,
bij de opening van de nieuwe zittijd de begroting als zodanig presenteren en
als burger kan ik daarmee leven, want we houden toch niet van maatwerk, wel?
Intussen - heerlijk genre, dat
schrijven van brieven, want je kan altijd nog een velletje toevoegen, als de
nood ertoe noopt - las ik in de krant, avondeditie dat de regering ernstige
antwoorden moet geven op uw vragen en vooral cijfers. Als burger laat ik de
regie van het beleid aan de regering, aan wie ik mijn vertrouwen heb gegeven.
Toch denk ik dat ik van u als oppositie vragen moet stellen. Alleen, niet nu,
want er is iets anders aan de orde: 1°) de regering, de Vlaamse wordt
geconfronteerd met zeer snel wijzigende omstandigheden. Mocht u nu vragen aan
de Vlaamse regering om humanitaire hulp te organiseren voor de Jezidi en
christenen van allerlei voor ons bijna vergeten obediënties in Irak, dan zou ik
uw vraag zeer toejuichen, maar hier gaat u te ver, want er is nog geen beslist
beleid of minstens de modaliteiten van de uitvoering van het regeringsbeleid
zijn nog altijd niet vastgelegd. 2°) als burgers verwachten wij van de politiek
dat het debat over de begroting grondig gevoerd wordt, maar de afgelopen dertig
jaar is het me altijd weer opgevallen dat maar weinig parlementsleden echt
bezig zijn met de begrotingspolitiek, maar daarvoor vallen verschoningsgronden aan
te voeren: het is hopeloos ingewikkeld en men kan er maar weinig echte crediets
bij de eigen partijvoorzitter voor halen, want geen journalist ligt er wakker
van. 3°) u bent duidelijk ook een aanhanger van de fatale staat: de staat mag
geen enkele onvolkomenheid in de wet- en regelgeving laten liggen om te
voorkomen dat er ooit ongelukken gebeuren. Maar nu, helaas zal u betreuren dat
u in 2003 de kernuitstap heeft gestemd, maar nu blijkt dat we misschien
stroompannes zullen beleven deze winter met als gevolg middenklassegezinnen
ergens in Dentergem of Alveringem die zonder verwarming, zonder televisie
zullen zitten en dus een Ter Zake zullen moeten missen waar u nog maar eens de
fouten van de regering zal aanklagen. Of anders, tja, zal u het misschien moeten
uitleggen aan de burgers aldaar. En daar bovenop, politici vergeten wel eens
dat het nuttig kan zijn gezamenlijk tot belangrijke initiatieven te besluiten,
over minderheid en meerderheid heen. Soms gebeurt dat inderdaad, maar te vaak
is de polarisatie en politisering ervan een gemakkelijker positie. Over Louis
Tobback en de TGV zullen we het maar even niet hebben.
met de verschuldigde achting
voor uw ambt,
Vale,
Bart Haers
zoveelste nva pamfletje
BeantwoordenVerwijderenOf u leest niet, of u meent dat het niet mogelijk is na te denken over de werking van de democratie. ik heb in de afgelopen tijd al vaker over de wijze waarop de oppositie functioneert nagedacht en toen zat de SP-a nog in de Vlaamse Regering. Procedures in de politiek zijn belangrijk maar afwegingen maken over de wijze waarop partijen oppositie voeren. Dus, ja, ik heb sympathie voor N-VA maar dat maakt het niet onmogelijk om na te denken over democratie. Maar goed, ik vermoed dat u Denis Payre en "Nous Citoyens" niet kent.
Verwijderen