Lezers eren dichters, met respect
Brief
aan
Thomas B.,
boekhandelaar te B
over de waardering voor
schrijvers
Brugge, 10 augustus 2014
Beste Thomas,
Een boekhandel is geen
broodjeszaak of wijnhandel, want graag slaan we ook bij de bakker of de
wijnsteker een praatje, maar in de boekhandel gaat het over iets bijzonders en
daar heeft het marktdenken wel een en ander aan veranderd, net als de wijze
waarop literatuur in de media komt, want u zal het met me eens zijn, er zijn
boeken die inderdaad wel lekker weglezen, maar verder niet veel om het lijf hebben.
Je vroeg me waarom we zo weinig waardering hebben voor auteurs, maar ik weet
niet of het zo zit, want sommige auteurs, beste Thomas, krijgen zoveel krediet
dat er nog nauwelijks verteerbare recensies over verschijnen. Een verteerbare
recensie is er een die het werk in kwestie op een eerlijke manier tegen het
licht houdt en bijvoorbeeld niet met de boodschap komt dat een ideeënroman te
veel... ideetjes bevat.
Nu goed, nog jong en onbesuisd
vond ik dat Harry Mulisch met het "Stenen Bruidsbed", met "twee
vrouwen" romans geschreven had, die er mochten wezen, maar ik was ook al
doende met Stendhal, Goethe en vooral Louis Couperus, maar evengoed, las ik nog
een aantal boekjes van Klaas Norel, en verder veel geschiedenis. Het ging dan
verder met Umberto Eco en anderen. Onlangs zegde iemand mij dat in Spanje
Saramago niet echt gewaardeerd wordt, want.. hij was natuurlijk links. Zelf
vond ik dat José Saramago met "De Stad der blinden" niet zijn beste
werk geschreven had, al had het wel iets dat ons moet bezighouden. Belangrijk
is zijn "Memoriaal van het klooster" en "het land van
opstand", maar goed, niet elke auteur is altijd op zijn best en niet elke
roman, elk essay slaagt even goed.
Voor we die verschillende
domeinen nog even bekijken, toch iets over wat ik waardering zou willen noemen,
passende waardering. Het betreft Bomans, wiens stukjes ik enige tijd verslond
als anderen, allicht en waarin luchtig met de fraaiste wendingen de kleine
dingen des levens gepresenteerd worden. Maar toen ik Bill Clifford had ontdekt
en vooral "Pieter Bas" begon ik te ontdekken wat schrijven nu kan
betekenen. Pieter Bas? Iedereen heeft het altijd over "Erik en het kleine
insectenboek", maar eerlijk, dat was nu niet mijn uitverkoren boek. Oh,
maar dat geldt ook voor "Le Petit Prince", hoewel ik er later wel de
finesse van heb leren zien.
Bomans dus, de man die al een
eind geleden gestorven is en toch voor velen nog een bron is van besmuikt
nagenieten, want iemand die Bomans kan genieten, dat kan dus niet echt een man
of vrouw van Letteren zijn. Maar er is geen columnist dezer dagen, denk ik, die
mij zozeer de taal heeft leren waarderen. Oh ja, er is ook nog Nicolas Beets,
Hildebrand, die met de camera obscura onze gevoeligheid voor taal en tekening
verder wist te verbreden. Het zijn natuurlijk allemaal dode zielen.
Onder de levende auteurs zijn
er ook wel die ik kan waarderen, maar het blijkt voor mij althans moeilijk om
zomaar een beate verering aan de dag te leggen. De interessantste auteurs zijn
daarom geen romanciers, en al helemaal niet de producenten van misdaadromans in
allerlei vormen en gewichten. al kan ik van de roman Blindgangers van Joke
Hermsen best goede leesherinneringen aandragen, want hoe herkenbaar de soms wat
clichématige figuren ook zijn, toch is dat schema, dat in wezen terug te voeren
is tot de scenografie van de Comedia dell'Arte, dan nog is het een roman van
deze tijd, waarin in de draak wordt gestoken met onze onoverdachte
positiebepalingen. Omdat we in deze of gene kringen rondstruinen, houden we er
die of die passende inzichten op na. Er zijn maar weinig mensen, zo laat
Hermsen weten, die uit dat schema durven te treden en wie het doet, tja, die
komt in woelig vaarwater terecht, zonder ergens toe te gaan behoren.
De boekhandelaar, u dus, moet
zich evenwel richten tot mensen die heel verschillende smaken hebben of denken
dat ze de laatste hype gelezen moeten hebben. Met meer geluk dan kennis was ik
de hype voor die ontstond in 1983-1984 over "De naam van de Roos" van
Umberto Eco, zodat ik het nog kon lezen voor er mensen lezingen over gingen
houden. Maar wat veel mensen, ook in het boekenvak, niet lijken te vatten is
dat boeken, eens gedrukt en uitgegeven een waarde hebben, als het goed is, die
de tijden kan doorstaan en dan kan het een heerlijke oefening zijn, te proberen
zich voor te stellen dat men op bezoek mag gaan in het landgoed dat Voltaire
bij Genève verder uitbouwde tot een ministaat. Of men vraagt zich af of het
leuk zou zijn in Brugge Dante Allighieri te ontmoeten. Boccacio kan er
overigens ook langs gekomen zijn, want Brugge was in de 13de en 14de een
centrum van handel en van cultuur en er werden, als ik het wel heb, lang ook
handschriften geproduceerd voor de markt.
Pietro Aretino? Sei gionrata,
waarin een moeder en een hoer met elkaar praten over de toekomst van haar
dochter en op het eind blijkt de conclusie dat wat ze ook doet, als bruid van
Maria, als echtgenote of als hoer, toch altijd een hoer zal moeten zijn.
Bepaald opwekkend is de gedachte niet, maar de uitwerking en soms verrassende
gedachtesprongen, kunnen wel bekoren. De gedachte dat een vrouw, voor de mannen
in de zestiende eeuw altijd beschikbaar moet zijn en dat die vrouwen daar best
goed in getraind worden, dat is ook een verhaal voor deze tijd, hoewel het wel
anders zit. Nu schreef een Russische auteur, Julia Voznesenskaja een roman
"Vrouwendecamarone" waarin ze de gebeurtenissen en gesprekken
transponeert van het landhuis naar een zaal voor kraamvrouwen in een Russisch
ziekenhuis. Ik vond het in de reeks regenboogpockets en vernam later dat het
een vrouwenboek was. Ach wat, uiteindelijk is het de lezer te doen vreemde,
andere gemoedsgesteldheden te betreden, op ontdekkingsreis te gaan in de menselijke
belevingswereld. En dus heb ik het boek gelezen, al ben ik er nu vooral veel
van vergeten. Maar zou dat donderen? Niet dus, sommige boeken hebben een
betekenis in een bepaalde tijd van het eigen leven, andere blijven echt hangen,
zoals "De Toverberg" van Thomas Mann. Ik ben nog niet zo heel veel
mensen tegengekomen die net als ik bepaalde scènes kunnen oproepen, zoals
Pieter Peperkorn bij de waterval en uiteraard Clawdia Chauchat die de glazen
deur van de eetzaal achter zich dicht laat vallen, maar ook vage herinneringen
oproept bij Hans Castorp... maar meestal vertelt men mij welwillend dat de
roman gaat over de tijd, terwijl men het ook een sublieme graftombe voor het
strijdend humanisme van kan noemen en een poging de opgeschorte tijd te
onderkennen.
Ach, boeken, er zijn er
talloze en sommige raken ons, andere blijven wat ze zijn, een pak bedrukt
papier. Niet iedereen hoeft dezelfde boeken te lezen, dezelfde auteurs te eren.
Maar in de republiek der letteren blijven de prinsen en de beunhazen wel
degelijk eeuwig leven, want sommige beunhazen blijken prinsen der letteren en
sommigen, die gehuldigd worden als prinsen, worden later verguisd als
beunhazen.
Neem nu Hubert Lampo. Een paar
jaar geleden mocht ik een Nederlandse kunstverzamelaar ontmoeten, die een
aantal werken had uitgeleend aan het Charlier Museum te Brussel en tijdens een
gesprek in een zaak in de Sint-Hubertusgalerij, ging het plots over Hubert
Lampo. nu wist ik dat in Knack op zeker ogenblik een artikel is verschenen,
maar ik kan het digitaal niet meer oproepen, waarin beschreven werd hoe op enig
ogenblik een aantal mensen uit de wereld der letteren Hubert Lampo als een
beunhaas hebben weggezet. De man vertelde hoe hij toch nog altijd bepaalde
stukken en romans van Lampo kan genieten. Maar Lampo is niet enkel de schrijver
van Joachim Stiller, hij was ook de Nederlandse vertaler van "bonjour
Tristesse", dat ik in het Frans had gelezen en dus pas naderhand ontdekte
ik dat. Meer nog, wie in biografieën van Teirlinck, Walschap, Elschot... gaat
graven, wie zich buigt over het literaire leven in Vlaanderen komt ook Lampo
tegen, die zijn rol in de humanistische vrijzinnigheid met grote inzet heeft
waargenomen en misschien was hij daarom zo alomtegenwoordig dat men hem
kaltgestelt heeft.
Ook Johan Daisne verdween van
de radar, terwijl het nu misschien goed zou zijn een vertaling van de Trap van
Steen en wolken of van "de man die zijn haar kort liet knippen" in
het Engels te vertalen en te hypen via de New York Times of de TLS. Ach wat, de
hype rond Sandor Marai, Gloed, is alweer lang overgewaaid en toch, meen ik te
mogen ontwaren enige vermoeidheid, is voor velen Marai alweer in de nevelen der
tijden verdwenen. Neen, Daisne, Lampo, Paul Delvaux, Clem Schouwenaers die ons
de charme van de armoe leerde kennen in De Seizoenen, Cresus ook, Maurice Giliams
op Elseneur, die moeten we zelf levendig houden. Maar hoe? Dat is een zaak van
de bewoners der Parnassus en auteurs lijken vooral concurrenten, al zijn er wel
eens momenten dat ze elkaar echt steunen. Maar neem nu Annelies Verbeke. Van
Slaap heb ik niet veel meegedragen, maar Vissen Redden vond ik echt wel de
moeite, zowel wat de inventie betreft als de uitwerking en de taal. Tirol
Inferno ken ik, maar door omstandigheden heb ik het nog niet kunnen lezen, of
liever, ik moet bekennen er nog geen prioriteit aan te hebben gegeven. Excuses
aan Annelies Verbeke, die ze hopelijk zal aanvaarden.
In wezen, denk ik, dat wij
lezers samen met de boekhandelaren, uitgevers, critici en recensenten onze, de
literatuur en de schrijvers moeten ondersteunen, niet door overdreven beaat hun
werk in de boekenkast te zetten, maar als het goed is ze te huldigen en anders
de welwillende kritiek niet te sparen. Maar er is iets loos in het landschap,
want sinds Claus "De Geruchten" presenteerde, merkte ik dat er een
hoop hypocrisie in het gebeuren zat. Claus kon en zou niet slecht schrijven,
maar bijvoorbeeld "Het jaar van de Kreeft" heeft mij nooit kunnen
bekoren, terwijl Jan Cremer of Jan Wolkers mij wel enige tijd bleven volgen.
Aan de andere kant, de mens Claus kon ik als avonturier wel waarderen, maar
soms was het toch wel een geniale praatjesmaker, maar een praatjesmaker bleef
het.
Nu goed, in de betere
boekhandel, Thomas, zie je niet die onderverdeling tussen fictie en non-fictie
niet, maar wordt een betere opdeling gebracht, want er zijn boeken die we
romans kunnen noemen, ook al is de vorm al een paar eeuwen lang telkens weer
dood verklaard. Anderen willen echt gebeurde verhalen lezen, want aan fictie
doen zij niet. Nog anderen willen alles weten over de liefde, lezen dan Lisa
Appignanesi, al vonden sommigen de dame te oud om nog van liefde te gewagen.
Anderen kunnen bij Ovidius terecht, die een zelfhulpboek voor de wanhopige
minnaar schreef, over hoe hij zich van de liefde kon verzekeren vanwege zijn
geliefde. Er zijn natuurlijk tal van moderne zelfhulpboeken die claimen de zoektocht
met 100 % zekerheid te kunnen afronden,
maar dat lijkt me geen spek voor mijn bek. En toch, ik zou het allemaal niet
willen afbranden. Boeken zullen hun weg wel vinden, toch.
Daarom, beste Thomas, er zijn
veel boeken, vele auteurs die onze interesse wekken en soms vergeten we er
eentje te lezen, soms ontgaat ons een pareltje, maar dan kunnen lezers en
boekhandelaars en lezers elkaar wel goede tips geven. Maar laten we vooral niet
vergeten dat bijvoorbeeld uitgeverijen als Boom, Clement en Pelckmans die
filosofisch werk uitbrengen ook best meer aandacht verdienen. Als sommige
journalisten en recensenten een voorliefde hebben voor wetenschappen, harde
wetenschappers, waarom zwijgen ze dan bijvoorbeeld over "het wereldbeeld
van de wetenschappen" dat Philip van Loocke. Nu goed, aangezien voor mij
de dode en levende dichters samen verblijf houden op de Parnassus, weet ik dat
nooit iedereen in de republiek zal ontmoeten, maar sommige ontmoetingen, kan ik
na veertig jaar lezen, zal ik me blijven heugen en hun namen, hun werk draag ik
mee. Anderen hebben andere voorkeuren, zoals het past in een republiek. Maar
respect voor de schrijver, hen niet uitmelken en te kijk zetten is een goed
begin om op uw vraag in te gaan. Want schrijvers verdienen vooral respect. En
als het goed is, grote waardering, maar toch geen beate, puberale verering.
Maar, omdat de vraag moeilijk
te beantwoorden valt, sluiten we er maar mee af. Hoe kunnen we auteurs beter
onze waardering laten kennen dan door hen te verdedigen als ze onterecht
aangepakt worden. Nu, dan denk ik aan een discussie over de Slaapwandelaars
waarbij iemand vond dat het boek, volgens een recensent in The Economist finaal
toch moest besluiten dat Duitsland hoe dan ook, alles in overweging genomen, de
morele schuld droeg van de Oorlog. Niet dat ik zijn werk tot het mijne moet
maken, maar wel wil ik zijn inspanningen om zeer divers archiefmateriaal, van
diplomatieke diensten, maar ook hoofdrolspelers die hier doorgaans buiten beeld
blijven, zoals ik tot in mijn verbazing in het werk van Karel van de Woestijne
uit 1914-1915 mocht ontdekken, dan moet ik dat wel in de groep gooien. Of moet
ik het nog hebben over de rare discussie tussen Lieve Joris en John Vandaele,
de journalist van MO*, die op een of andere wijze niet kon geloven dat zij,
Lieve Joris in ernst kon menen dat al die ontwikkelingshulp misschien niet zo
goed uitpakt als hij en zijn medestanders willen doen geloven. Dan, beste
Thomas, dan hadden we het allemaal wel beter begrepen. Maar net daarom is uw
vraag niet onterecht, in het debat klinken vele stemmen, maar sommige auteurs
krijgen zoveel weerklank dat anderen ongeveer het zwijgen wordt opgelegd. En
dan is men verbaasd dat de Nederlandstalige letteren voor lezers wel eens provinciaal
overkomt. Het beste paard krijgt nu eenmaal niet altijd de haver, toch? En dan
mogen we er ons voor inzetten. Ach, wanneer hoor ik nog eens iemand spreken
over "De Nazi en de Friseur", van Edgard Hilsenrath? Al te zelden, in
elk geval.
Vale,
Bart Haers
PS Mocht dit een oefening in
name dropping lijken, mijn andere bijdragen zullen hopelijk de lezer ervan
overtuiging dat ik wel iets te melden heb over het leven in de republiek der
letteren. Maar ook nog dit, al lijkt er soms een kloof tussen beide werelden,
de echte
en de literaire, de echte kan niet zonder
de letteren, maar de letteren kunnen ook niet zonder de realia. Maria Danneels
of het leefden dat we droomden? Juist ja, van de vergeten Maurice Roelandts. Maar
ook "el sueno de la rason produces monstruos". En de boekhandelaar
zorgt voor beide, voor de droom en de monsters.
Reacties
Een reactie posten