Het gebroken brilletje
Kleinbeeld
Een
zonnebril in de nek
![]() |
Een exclusieve zonnebril van 39 €, zo van het net geplukt. |
Enige
tijd geleden had ik met enkele mensen een wandeling gemaakt door de stad en op
zeker moment kwamen we op de site van Oud Sint-Jan terecht waar een mooi terras
bij het water uitnodigend op ons wachtte. Vlug vonden we een tafel en de ober
bracht ons de kaarten. Een glas wijn kon voor mij volstaan, voor de anderen ook.
Terwijl we zaten te praten viel mijn oog op een man, die een zonnebril niet op
zijn voorhoofd had staan, maar hem in de nek had gezet en ik vond het wat
aanstellerig.
Nu
weet ik al langer dat een bril gevaarlijk kan zijn voor zonnebrand op de neus
en ik vraag me wel eens af waarom mensen een zonnebril als een soort diadeem
gebruiken. Ik weet het, 't en zijn mijn zaken niet, maar ik vraag me toch maar
af, hoe en waarom we die assessoires zo opzichtig bij de hand willen hebben. Schijnt
de zon, dan zet je zonnebril op de neus en wil je met open vizier praten, dan
stop je de bril weg. Maar neen, dan zetten mensen die op het voorhoofd, maar
ook dat kan zonnebrand veroorzaken en dus zijn er slimme mensen die hun
zonnebril dan maar in de nek zetten.
Vreemd
blijft het, maar of het aanstellerig is, weet ik niet meer zo zeker, want het
is tegelijk een handige oplossing om er zeker van te zijn de bril niet uit het
oog te verliezen als men opstaat en vertrekt. Stopt men die met een oor in het
hemmetje of de polo, dan wel in het borstzakje dan kan het een onveilig gevoel
geven. In de nek dus maar.
Maar
vreemd blijft het zicht wel natuurlijk en het geeft iets opzettelijks aan het
gebaar, want men dat met overleg doen en dus valt zo een reactie dat het
aanstellerig is, niet te vermijden. Een dame met lang donker haar zag het even
later dan ik en kon zich niet inhouden, kreeg wat we dan maar de slappe lach noemen
zodat ons gesprek over de betekenis van Memlinc, de schilderkunst in ons
bestaan even stokte. Ook de andere dame en een heer merkten het beeld nu en
begrepen haar lachlust. Zelf vond ik het nu weer genant, want de man keek naar
ons en nam vervolgens, ietwat overhaast zijn bril bij het oor, zodat het
afbrak. Beduusd zat hij ernaar te kijken.
Zijn
tafelgenote probeerde hem te kalmeren, maar hij werd duidelijk boos. Om verdere
hommeles te voorkomen, ging ik naar de dame en verontschuldigde me voor de ophef,
die wij veroorzaakten; had ik maar rekening gehouden met de mogelijkheid dat de
man behalve ijdel ook nog eens jaloers kon zijn. Hij stond recht en schoot
tussen ons in. De dame duwde hem gedecideerd weg en zegde me dat ze dat soort
kleine ongemakken met haar Henk al gewoon was. Hij werd er alleen maar bozer
om. Ik keerde op mijn stappen terug en verplaatste mijn stoel zo dat ik de rest
van het gedoe niet meer zag, ook mijn gezelschap schikte zich derwijze dat we hen
niet meer moesten zien. Maar onze oren konden we niet dichtstoppen. Verbazing
en ergernis wisselden voortdurend, want die ijdele rekel kon het niet laten in
het grofste idioom van Rotterdam tegen ons te schreeuwen, verschillende keren
wilde hij nader komen. We vernamen dat het om een duur brilletje ging, zeker
zeshonderd euro en dat hij die zette waar hij wilde, desnoods waar de zon niet
scheen.
Na
een paar minuten nam de dame hem op sleeptouw en vervolgens hoorden we een
behoorlijk luide knal. In zijn woede had de man zijn wagen, die op de parking
achtergelaten was, tegen een ander voertuig geknald. Zij was, zo bleek toen we
gingen kijken, zelfs niet ingestapt. Hij had zijn woede gekoeld. Voor een
brilletje. Hoe het verder ging? Geen idee, want het was een verstoring van ons
vreedzame gesprek dat we met een fles wijn weer op gang wilden brengen, over woede.
Kan woede iemand inpalmen, zonder dat
anderen er de dynamiek van zien, laat staan begrijpen, dan valt er geen land
meer te bezeilen met die persoon. Een dure bril kopen om iemand te zijn, het
kan, maar als het dan misgaat? Woede komt niet uit het moment, maar het moment
kan een ontlading teweeg brengen, die voor buitenstaanders buitenproportioneel
moet heten.
Het
gezelschap was niet te beroerd te aanvaarden dat we zijn agressie niet konden
begrijpen, omdat we er de achtergronden niet van kenden, konden we ook niet
goed oordelen. Hoe hij de zaak met de tegenpartij en de
verzekeringsmaatschappij zou regelen, was verder zijn zaak. Maar het besef,
denk ik, dat we soms onwetend, ongewild een woedeaanval veroorzaken, die grote
gevolgen kan hebben, bleef knagen. Oh ja, zelfbeheersing, kunnen we dat nog
opbrengen? Mijn donkerharige gezellin vertelde dat zijzelf wel eens onredelijk
kwaad kan worden om kleinigheden en ook ik mag me daar niet vrij van achten.
Het leven brengt nu eenmaal, soms, een stapeling van ervaringen mee die ons
gestel geleidelijk opvangen kan, maar die meer blijven hangen dan we denken.
Dan kan zo een gebroken brilletje een detonator worden.
Zelfbeheersing,
zeker op openbare plaatsen is dan wel gewenst. Maar ook, zoeken we nog wel
gelegenheden waar we onze woede op een andere manier kwijt kunnen? Aangezien we
nooit weten of er niet zo een moment zich voordoen kan, is het aangewezen denk
ik dan, dat we die ballast af en toe kunnen afwentelen. Maar waar? Hoe? Op een
verlaten landweg eens goed gaan schreeuwen, kan helpen, sporten, zeggen
sommigen, zich inspannen voor iets... maar hoe dan ook, het vormt denk ik,
terugdenkend aan het beeld van de man met zijn brilletje in de nek, een
onmogelijk te voorziene complicatie: onze lachlust kunnen we ook niet altijd
beheersen en zo leven we, meer dan we denken, in een potentieel kruitvat. Maar
net dat is geen nieuws. Berichten over uit de hand lopende verkeersagressie, we
krijgen ze vaker dan we denken, maar of er nog veel meer over gezegd wordt dat
het onaanvaardbaar is, blijft maar de vraag. Het mag niet, maar het gebeurt,
valt voor en hoe we ermee omspringen, blijft ook altijd nog de vraag. Gelukkig
zien we dat het gebeuren op zo een terras doorgaans vreedzaam verloopt, maar
dat vinden we dan ook weer maar normaal. Ach, goed leven kan moeilijk zijn.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten