Journalisten met lef
Reflectie
De
agenda van de Journalist
Waar een journalist
voor staat
![]() |
Werd Malala Yousefzai gepusht door journalisten of wist zij hen goed in te zetten? |
Het Vlaams-Nederlands cultuurhuis De Buren
nodigt ons uit voor een discussie over de wijze waarop journalist hun visie in
hun berichtgeving laten doorklinken of net niet. Een hoogst interessante vraag,
want journalisten die geen agenda hebben, geen intellectuele drive hebben, zijn
misschien ook niet wenselijk. Anders is het als journalisten menen dat hun
benadering van de dingen vanzelfsprekend zijn, zoals zij die brengen. Dat hun
visie de mainstream vertolkt of minstens de beste benadering van deze wereld.
Een suggestie van alwetendheid? Ik denk dat het vooral de onderliggende visie
is die men vanzelfsprekend acht. Het geval Malala blijft mij integreren en
daarom ook vraag ik mij of die journalist die dat Pakistaanse meisje niet enkel
stimuleerde maar haar promotie verzorgde zich wel voor de kop moet slaan. Hij
en anderen wilden ook dat meisjes onderwijs krijgen en alle kansen,
mogelijkheden krijgen. Dat hij daarvoor dat meisje inzette, betekent denk ik
niet dat hij haar gebruikte. Bovendien, zal de vraag zijn of zij niet ook zelf
die opdracht voor zichzelf zat.
Maar toch is het nuttig dit verhaal af te
zetten tegen een andere casus van journalistiek, met name de behandeling van de
positie van Francois Hollande dezer dagen want daar valt wel iets op af te dingen.
En een derde geval dat onze kritiek, onderzoekszin wekt is het pleidooi van
Marc Reynebeau tegen een boekenprogramma. Hoe kan ik Malala in een stuk
opvoeren met Reynebeau? Het is te sprekend, beide gevallen…
Een heldin dankzij de media?
Mag een journalist iemand pushen waarbij de
betrokkene de kans loopt tegen een kogel aan te botsen? Het is een vraag die
men niet zomaar kan beantwoorden, want het verhaal gaat natuurlijk over die
persoon, Malala, die verwikkeld is in een strijd, in haar thuisland en met
anderen tegen opvattingen omtrent het goede leven, de lui dus die vinden dat
een strenge interpretatie van de Islam en de Koran, de Sharia de enige juiste
is. Meisjes en vrouwen? Ach, die zijn goed voor het huishouden en om kinderen
te baren, maar dat botst dan weer met het belang dat we hechten aan ontvoogding
van personen.
Haar missie was al de hare, denk ik, voor ze
door de journalisten in de storm werd gedropt. En jawel, iedereen weet dat het
gebruik van geweld tegen vrouwen, tegen kinderen en al zeker niet als het erom
gaat dat ze vechten voor hun rechten. Mensen weten dat we het niet over alles
eens kunnen zijn, maar opvoeding en vorming aan kinderen ontzeggen, op grond
van hun geslacht kan men uiteraard als een vreemde opvatting afwijzen. Daarbij
moeten we ook beseffen dat inzichten op dat punt ook bij ons niet zomaar ingang
vonden. Net als de discussie over de slavernij, kinderarbeid en emancipatie,
want ze botsten met heersende opvattingen en taboes. De strijd om de toegang te
garanderen voor alle kinderen tot onderwijs werd in België een duur bevochten
politieke soap, die pas in 1914 met een wet beslecht, die pas in 1919 ook
werkelijk uitvoering kreeg. Let wel, de bezwaren van mensen als Charles Woeste
getuigden van een duister paternalisme, waar zijn tegenstanders blijkbaar maar
moeilijk vat op kregen. De conservatieve houding van de man belette niet dat de
koning Woeste tot graaf verhief, het feit dat hij ook pleitte tegen de
verdediging van het land en de neutraliteit, vormde ook geen beletsel. Het verhaal
van dat meisje spreekt mensen aan, maar blijkt ook mensen tot geweld tegen haar
op te zetten, wat meteen haar gelijk bewijst. Het verhaal van Malala is er een
dat groter werd dan de journalisten hadden kunnen bevroeden, maar dat betekent
nog niet dat die journalist zich nu zorgen moet maken. Het is natuurlijk nu aan
ieder die er de mogelijkheid toe heeft haar en anderen die haar steunen in
Pakistan, bij te staan en ervoor te zorgen dat haar boodschap blijft klinken.
Daar tegenover staan mensen die haar veroordelen
en zelfs menen het recht hebben haar het zwijgen te moeten opleggen, om hun
wereld in stand te houden, of beter, mogelijk te maken. In die zin vormt het
optreden van dat meisje, dat gisteren de Sacharov Vrijheidsprijs van het
Europese parlement kreeg, een welkome verademing, maar het spoort aardig met
wat enkele jonge knapen, Afghanen doen. Het is duidelijk dat we het ene wel
toejuichen en in het andere geval vooral afstand willen bewaren. Hier spelen de
media een belangwekkende rol, want ik heb de indruk dat DS vandaag minder aan
die prijs hecht dan aan de gewone politique politicienne, terwijl men ook over
het gesteggel rond de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) moet
spreken. Terecht, maar helemaal zuiver op de graad is het niet.
De Val van Hollande
Deze week was er in de Franse media heel wat te
doen over de vele protestbewegingen in Frankrijk, waarbij het opviel dat het
middenveld de controle of beter, de stimulerende en temperende rol spelen die
hen zijn toevertrouwd. Burgers behartigen hun belangen anders, via de sociale
media, maar hebben blijkbaar ook geen vertrouwen meer in het middenveld.
Intussen verliest het politieke aan vertrouwen
en betrouwbaarheid, wat niet enkel tot uitdrukking komt in het verlies aan
vertrouwen in François Hollande die een nooit gekend dieptepunt in de
opiniepeilingen voor lief moet nemen en het valt op dat journalisten met hun
speculaties en prognoses steeds weer het gras voor zijn voeten wegmaaien. Maar
de oorzaken van dat verlies aan vertrouwen, daar valt moeilijker de vinger op
te leggen. Natuurlijk is er het probleem van de toenemende belastingen op
bedrijven en de middenklasse. Maar er is ook de vaststelling dat Hollande
probeert te scoren door zich strak op te stellen in de onderhandelingen met
Iran over het nucleaire programma van dat land.
Het geeft te denken dat de politiek, noch
Rechts noch Links de betekenis van die evolutie niet ziet: we weten dat
politiek bedrijven in deze tijden bijzonder moeilijk is, omdat we gewoon zijn
geraakt aan het verhaal van een politiek die op alles antwoorden lijkt te
kunnen geven, terwijl de verhoudingen tussen politici en burgers net door de
vraag naar de eigen rol onder hoogspanning komen te staan. Daarover moet toch
wel even nagedacht worden, niet?
Journalisten maken zich daar wel vaker schuldig
aan, dat ze van politici antwoorden willen op vragen die zich nog niet stellen
of die te maken hebben met interne kwesties van partijen, maar zelfs van een
regering. Men wil vandaag al een oplossing voor vragen die zich pas morgen
zullen stellen. Dat betekent dat men als politicus soms scherp uit de hoek moet
komen, waarna het voorstel gewoon gefileerd wordt. Tegelijk houden journalisten
niet echt van het handwerk van de politiek, waarbij politici in alle rust
proberen de gang van zaken te bestieren. Er is een overkill aan berichten. Wil
ik dan geen info? Ik weet het niet zeker of ik al die info wil en of ik niet
soms andere info wil.
Neem de discussie over de fiscaliteit: Men wil
die eerlijk en billijk, maar het hangt ook van de belastingbetaler af of het zo
ervaren wordt. Wie 75% belastingen voor hoge inkomsten oplegt en meent dat zo
de Vox populi gesust zal worden, vergeet dat de belastingplichtigen ook kunnen
reageren. Omgekeerd is het zo, dat in ons land sommigen er beter aan ontkomen
dan anderen en die sommigen, dat zijn net de hoge inkomens, omdat die allerlei
vormen van optimalisatie kunnen hanteren. De val van Hollande is meer dan een
vertrouwensbreuk ten aanzien van de president, het blijkt ook een
vertrouwensbreuk tussen publiek en de overheid. Want die lijkt hen geen verhaal
meer te geven tegen onrecht, ervaren door burgers.
Tegen een boekenprogramma
Marc Reynebeau bevestigde het nog eens in zijn
opiniestuk over boekenprogramma’s op de VRT, want hij vindt dat de openbare
omroep, dat tv geen goed medium is. Ach wat, op Nederland komen boeken
regelmatig aan bod, maar dus ook literatuur. Intussen krijgen we in Vlaanderen
wat literatuur betreft wel te maken met een zekere verschraling. De reacties op
de novelle “Op Zee” van Toine Heijmans waren verdeeld, maar de kwaliteiten van
het boek waren voor sommigen nu net de zwakten ervan. Nu ja, een zeereis en
allerlei complicaties in het gemoed van de enige echt handelende figuur is voor
sommigen natuurlijk een beetje weinig. Dat er over dat boek meer gezegd kan
worden dan in de meeste negatieve reacties te bemerken viel, was voor mij
alweer een aanwijzing dat er in de brede media wel wat misverstanden tussen
recensenten en lezers.
Dat blijkt ook uit het stuk van Reynebeau die
vindt dat spreken over boeken op televisie niet kan. Pivot met “Apostrophes”,
Marcel Reich Ranicki en nu dus La grande librairie, of Boeken van VPRO, het geeft
aan dat het wel kan, maar de kijker zal al vooraf op zulke programma’s kicken,
toch? Die verwacht geen losse uitspraken over meesterwerken. Al kan het
natuurlijk interessant zijn nog eens over Willem Elsschot of Zot Polleke te
spreken met de biograaf. Sprekende hoofden? Is dat niet altijd het geval, als
mensen elkaar ontmoeten? Ik denk dat de scènografie van die programma’s juist
toelaat over interessante werken een goed gesprek te hebben. En neen, het hoeft
niet altijd recente literatuur sensu stricto te gaan, het kan over
wetenschappelijke of goede essays gaan, zodat de voorraad sprekende hoofden niet zo beperkt is, als Reynebeau
laat verstaan.
Ik waag mij dan ook aan de veronderstelling dat
Reynebeau, die ooit zelf met Prof, Dr. Erik Defoort een poging ondernam over
boeken een programma te maken en het was niet slecht, maar werd in de andere
media vrij genadeloos afgeschoten. Nu, als er geen cultuur bestaat van goede
gesprekken over filosofie, geschiedenis, economie… wetenschappen, dan zal men
dat ook niet overbrengen. Toch blijken boeken van Herman Pleij en andere
auteurs wel degelijk te verkopen. En worden ze ook gelezen? Vaker dan niet,
denk ik.
Hoe lossen we dat op, dat misverstand dat een
boekenprogramma spectaculair of flitsend zou moeten uitpakken? Reynebeau lijkt
van televisie geen grote verwachtingen te koesteren, maar ook blijkt het dat
voor hem de focus zeer eng te liggen. Over kookboeken spreken, moet kunnen,
over werken in verband met de hangende kwesties over het goede leven, zou de televisie
toch een rol kunnen opnemen, zeker de openbare omroep. Maar ja, de media voeren
onderling een nogal scherpe strijd. En die wordt dan met allerlei drogredenen
gevoerd. Corelio – Mediahuis – is betrokken partij bij de Vijver, een
vennootschap die zich met Vier en VIJF engageert. Tja, dan wordt een open debat
over de rol van de openbare omroep lastig.
Al bij al blijft het de vraag waarom Marc
Reynebeau nu de kwestie van een boekenprogramma, d.i. twee stoelen, een
gastheer en een wisselend gezelschap van auteurs, zowel van literaire werken als
van essays en bijvoorbeeld poëzie, op scherp zet, maar het lijkt er sterk op
dat hij pleit tegen de literatuur en lectuur van consumptieve aard, behandeld
bij Café Corsari wel de moeite acht.
De agenda
Ik denk dat journalisten best een eigen agenda
kunnen voeren, mits ze dat niet verbergen of de indruk wekken dat buiten hun
leer geen heil te vinden zou wezen. Consumenten zijn lezers van boeken of
luistervrienden, kijkbuisvrienden niet zomaar. Zij kijken naar wat hen zint,
dat klopt, maar smaken verschillen, ze luisteren graag naar Joos als die
spreekt over Laurence Sterne. Het is allemaal niet zo moeilijk, de
journalistiek zet zijn bakens uit, lezers, toehoorders hebben de hunne, maar
zijn absoluut niet passief bij het ontvangen, tenzij als het om het wel en wee
van hupse meiden gaat die vooral zichzelf showen. Maar daarvoor moet het andere
niet laten.
En dan, mag een journalist niet proberen het
verhaal van de alfabetisering van jonge meisjes in Pakistan te berde te
brengen. Elkeen heeft er dan een mening over, maar Malala stond gisteren in het
Europees Parlement en de informatie, haar toespraak was niet zo prominent in
het nieuws als toen ze voor UN sprak. Dat spreekt ook boekdelen.
Journalisten kunnen hun agenda voeren, maar
moeten dat ook explicieter maken, of anders aanvaarden dat ze weggezet worden
als links dan wel conservatief. Nu, de Frankfurter Algemeine is niet voor alle
domeinen even informatief, maar dan zijn er toch andere media en bronnen.
Reynebeau wijst ons met zijn opinie op een andere kwestie, want groter kan het
verschil niet zijn dan zijn Pakistaanse collega, die zich voor alfabetisering
in de Swatvallei inzet. Dat engagement getuigt van een intellectuele drang iets
te betekenen in de samenleving. Anderen kiezen voor het afstandelijke
relativeren van wat voor mensen van belang kan zijn. Inzet mag, zoals Zola het
voordeed, maar vooral linkse journalisten verwijzen naar “J’accuse” terwijl het
helemaal niet gezegd is, dat links vandaag nog eenzelfde aandrang hebben een
zaak op te nemen… of het moest het stimuleren zijn van de overheid nog meer
greep op de samenleving te verwerven. Vrijheid mag, veiligheid moet.
Veiligheid, behalve voor jonge migranten die terug naar oorlogsgebied gestuurd
worden. En de veiligheid van meisjes in die vallei? Ach, dat lijkt onze zaak
niet meer te wezen.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten