Belangen politieke duels ons echt aan?
Reflecties
Haat en minachting in de politiek
Geen
nieuws onder de zon?
Michel Rocard in 1981, minister van het plan, dat door de andere regeringsleden werd genegeerd... met stilzwijgende toestemming van de President. |
Televisie kan best instructief
wezen, als het goed gemaakt is en dat is het geval met de reeks “Duels”, waarin
politieke loopbanen bekeken worden, in het geval de uitzending van 3 april 2014
op Frankrijk 5, de strijd gedurende jaren tussen François Mitterand en Michel
Rocard, kan dat zeer verhelderend blijken. Het ging vanwege Mitterand om
minachting, vanwege Rocard om haat… maar was er ook inhoudelijk een en ander
aan de hand?
Het probleem voor Rocard was dat
hij in een relatief kleine groep binnen de grote familie van socialistische en sociaaldemocratische
partijen die Frankrijk rijk was, begonnen was en dat hij bovendien niet alle
uitgangspunten deelde die het socialisme aldaar onderschreef. Met enig dédain
keek Mitterand naar hem en zijn groep want voor de latere president was Rocard geen
socialist maar een sociaaldemocraat en dat bleek niet goed te werken. Nu, een
ander probleem dat evenzeer aan de orde was en bleef, was net dat al die
groepen en partijen die na 1974 – en pas in 1981 lukte dat - samen in zee
gingen om rechts uit Matignon en het Elysée te verjagen even zoveel
mannetjesputters opleverde die elkaar de duivel konden en zouden aandoen.
Wie de Franse politiek
enigszins volgt en bovendien de geschiedenis van de Franse socialisten iet of
wat volgt, weet dat congressen voor de partij momenten zijn waarop reputaties
gemaakt en vooral gebroken worden. Meestal, zo bleek was het vooral nuttig de
juiste allianties te sluiten en zich niet teveel om inhoudelijke argumenten te
bekommeren. Wie met Franse ondernemers spreek over de periode 1981 -1983 zal
merken hoe onzalig de periode was, maar Pierre Maurois en Mitterand wilden a)
nationalisaties en b) de middenklasse uitroken. Het eerste is nadien redelijk
stevig terug geschroefd, maar de schade die de regering van Pierre Maurois had
aangericht, zou nog blijven hangen, want zelfs bescheiden fortuinen zagen zich genoodzaakt hun activiteiten te stoppen. En de
banken werden genationaliseerd maar nadien bleek dat onzalig. Tot in de periode
Sarkozy zorgde dat voor problemen, want de denationaliseerding leidde voor de
banken tot complexe operaties en er ging wel wat smeergeld over en weer, zoals
bleek toen men mevrouw Lagarde probeerde mee te nemen in een juridisch dispuut.
Wat er daarvan geworden is? Moeilijk te zeggen. Maar men kon in de uitzending
vernemen dat Mitterand Bernard Tapie had
uitgezonden, bij de Europese verkiezingen van 1994 om Rocard een goede score te
ontnemen. In 1995 zou Jospin dan tegen Chirac uitkomen. Et alors? Het doel was
Rocard buiten de kandidatuur voor het presidentschap te houden.
De vraag is of het
strategische en tactische vernuft van François Mitterand Frankrijk ten goede is
gekomen en hoe Rocard betracht heeft een rol te spelen, zowel in de Franse
politiek als Europees, maar daarbij, anders dan Mitterand steeds laat vermoeden
dat de zaak voor hem belangrijker is dan zijn eigen profijt. Natuurlijk gaf ook
Michel Rocard wel blijk van ijdelheid, maar tegelijk was bij hem het doel niet
a priori de baas te zijn. Want dan wel? Even nog over de ijdelheid, want geen
mens gelooft dat een politicus niet ambieert aan de knoppen te zitten en dan
nog het liefst zo hoog mogelijk. Wilfried Martens was jarenlang de risée van
links Vlaanderen geweest en de grote vijand van Louis Tobback, maar tegelijk
zag men een hoop mensen en vooral mediamensen een haast rituele omkering
beleven: alle afkeer en fouten die men hem had aangewreven, liet men nu (voor
even) varen. Voor mij en anderen was Martens met zijn generatie mee
verantwoordelijk voor het wanbeleid van de late jaren 1970, maar tegelijk begon
hij 1982 op een nieuwe leest met andere partijen. Martens was ook ijdel? Wel,
dat is het probleem van een politicus met een (hoog) mandaat: hoe kan hij
waardig zijn of haar ambt dragen en tegelijk begrijpen dat zijn of haar positie
tijdelijk is. Tegelijk, er zullen genoeg mensen in de omgeving zijn die
verhinderen dat een politicus zijn hoge positie
moet accepteren en vorm geven. Het punt is dan, stellen wij burgers wel eens
vast, dat politici vergeten dat hun rol in de samenleving belangrijk mag en
moet heten, maar dat hun rol er in een democratie niet in kan bestaan de baas
te spelen, laat staan zich te gedragen alsof de hoge positie die men bekleedt
hen rechtens toekomt. Rocard was zich ervan bewust dat hij die hoge ambten
mocht en kon nastreven, maar hij diende ze dan ook te verwerven, François
Mitterand vond dat de macht en het gezag van het Elysée hem rechtens toekwam.
Heeft Mitterand niet de “Très
grande Bibliothéque” gebouwd? Juist en goed, moderne gebouwen hebben wel eens
onder kinderziekten te lijden, maar toch, als zelfs Fransen – die Mitterand
goed gezind waren – nu menen dat het concept van de Site Mitterand misschien
niet zo gelukkig is geweest, moet men begrijpen dat Mitterand als een Farao een
eigen stempel wilde drukken. Ook Pompidou voor hem en Chirac later hadden zo
hun follietjes die met preoccupaties omtrent de nalatenschap te maken hadden.
Dat kan men de president Mitterand misschien niet euvel duiden. En de
herinrichting van de cour du Louvre met de piramide van Pei? Naar men onlangs
wist te vertellen was het de maîtresse van de president die er zich zou hebben
mee ingelaten en voor ingezet. Het ging om inzet van publieke middelen voor een
van de meest bezochte musea ter wereld, waarbij de entree aanmerkelijk werd
verbeterd. Maar laten we wel wezen, dit is zoals de bouw van een paleis door de
koningen van weleer: dat mocht wat kosten en economisch was het niet zonder
zin, maar het had soms wel een gunstige invloed op de omgeving van zo een
paleis, zowel als we het over Blois, Fontainebleau of Versailles hebben, maar
het gaat niet om werkelijk economisch beleid.
Huilden de Franse burgers
werkelijk toen de heer François Mitterand stierf? Niet allemaal, maar ook
binnen de partij was niet iedereen evenzeer getroffen door het verlies. Ineens
bleek ook Mitterand best vervangbaar. Het probleem met die benadering van een
politicus is dat men haastig nalaat te kijken naar zijn of haar rol in het
politieke en maatschappelijke leven. Maar als men het doet zal men nog goede
meetinstrumenten nodig hebben en een voorafgaande vraag onderzoeken? Hoeveel
moeten we verwachten van politici in een mature samenleving? Hoeveel dienen zij
te sturen en te regelen en hoeveel regelgeving, c.q. handhaving dienen zij te
voorzien?
De documentaire over het
decennia aanslepende duel tussen Michel Rocard en François Mitterand liet in
elk geval begrijpen dat niet elke politici zich van die problematiek bewust
blijkt, meer nog, dat een politicus nooit genoeg dienstijver aan de dag kan
leggen, terwijl wie de ontwikkelingen van de afgelopen veertig jaar,
demografisch, cultureel en politiek van naderbij onderzoekt, zal merken dat
vele politici zich een idee gevormd hadden van de samenleving, zoals ze die
gekend hadden in hun jeugd en op basis
daarvan een veranderingstraject hadden ontworpen. Mitterand was al actief
tijdens het interbellum, hing een beweging als de Action Française aan en werd
vervolgens socialist. Tijdens en na de oorlog stond hij tegenover Charles de
Gaulle en voerde hij een bij wijlen hardvochtig beleid, zoals in Algerije. Toch
zal men zich afvragen hoe het zat, want veel informatie over de gang van zaken
in Algerije voor 1958 valt er niet gemakkelijk te vinden. Nu goed, als president was hij verantwoordelijk
voor de Force de Frappe – of is het de farce de frappe? – waarbij hij een schip
van Green Peace liet zinken in de haven van Auckland, Nieuw-Zeeland in 1985. Pas
in 2006 stond vast dat de president zelf de toestemming had gegeven voor de
aanslag.
Maar wat met het beleid dat de
samenleving ten goede moest komen? Twintig jaar na de dood van de president
moet men zich werkelijk eens afvragen of het beleid onder zijn leiding
werkelijk indrukwekkend was? Inzake onderwijs heeft men, zeggen Fransen, veel
verloren. Industrieel heeft men lange tijd een zeker etatisme aangehangen,
waarbij men zelfs mercantilistische trucs niet schuwde. Mitterand had hier veel
meer aandacht voor dan Rocard, die vond dat ondernemers ook hun rol konden en
wilden vervullen. Nu in Frankrijk de grote fortuinen zwaar belast worden en
tegelijk een aantal industriële sectoren en grote, iconische bedrijven als
Peugeot in de vernieling gereden lijken te worden, zien we vanwege de overheid
en de politici vooral ideologische antwoorden.
Het probleem dat zich in de
documentaire stelde was dat men voortdurend bezig was macht ten koste van de
andere te verwerven, maar wat met die macht aangevangen zou worden of kunnen
worden, was geen belangrijk issue. Het ging dan ook om twee staatslieden uit
dezelfde partij, maar die er verschillende inzichten op na hielden, maar ook en
vooral hun eigen rol in de politiek en de samenleving helemaal anders
concipieerden: het verschil tussen Robbespierre en het Comité du Salut Publique
versus de Girondijnen? Socialisme versus sociaal-democratie, dat zal wel minder
schokkerend klinken. Maar bekijken we de periode waarin Michel Rocard actief
was en zich inliet met de publieke zaak, dan kan men vaststellen dat de
pogingen om het centralisme opnieuw verder door te drijven en de particuliere
sector ondergeschikt te maken aan het collectief, dan zal men in Rocard minder
vinden van de arrogantie van de macht en van de overmoed van politici om de
samenleving te leiden.
Het blijft ook vandaag
opvallend dat we die strijd tussen centrale controle en particulier ondernemerschap
blijven miskennen en vooral de verdienste van het laatste onderschatten.
Betekent dit automatisch een keuze voor neoliberalisme? Geenszins, omdat het
neoliberalisme geen controle meer toestaat op wat al dan niet de samenleving
schadelijk kan blijken. Moet men onderwijs aan de particuliere markt overlaten?
Of zal men het onderwijs, met de zwakke leerkrachten die we volgens sommige
verantwoordelijken hebben, stevig onder controle houden? Het Franse onderwijs,
behoudens een paar niches levert jongeren lang niet meer de kansen, waar een
Boris Cyrulnik op kon rekenen. Zelfs Prime Minster David Cameron sprak er niet
zo lang geleden schande over dat het Engelse onderwijs nog nauwelijks zorgde voor
sociale promotie en dat in de regering en het parlement bijna alleen mensen uit
scholen als Eton of universiteiten als Oxford en Cambridge de weg vonden. Tony Judt heeft die opmerking al
gemaakt in 2010 maar zelfs socialistisch geïnspireerde media vonden het in
wezen hinderlijk. “Ill fares the Land”, een van zijn laatste publicaties was en
blijft voor bij een belangwekkende analyse over hoe politici er last mee hebben
de staat te veel en burgers en groepen te weinig ruimte voor initiatief te
laten. Michel Rocard zal het
waarschijnlijk hebben kunnen waarderen, dat boek van Tony Judt. En toch, in de
documentaire bleef een inhoudelijk debat, of bleef aandacht voor de
verschillende inzichten van beide protagonisten achterwege. Maar is het een
keuze die we kunnen accepteren, dan zou
het ons wel boeien wat er op die befaamde grote congressen van Reims of Rennes
en andere steden al dan niet te berde was gebracht.
Slotsom
De strijd tussen Mitterand en
Rocard was wellicht schadelijk voor Frankrijk, liet ook geen ruimte voor een
inhoudelijk debat. Le Prince Mitterand duldde geen concurrentie, maar verkoos
onderdanige jaknikkers, hovelingen als minister Dumas die weinig tegen Monsieur
le Président zou inbrengen. Rocard was ongetwijfeld ook geen heilige, maar zijn
inzichten hadden het voordeel dat hij als sociaal-democraat dichter stond bij
het Rijnlandmodel en Europa echt steunde. Mitterand heeft de Euro afgedwongen
van Kohl? Misschien, maar Mitterand heeft nooit aanvaard dat andere lidstaten
van de Unie Parijs zouden kunnen isoleren als het echt in de fout ging. Al
sinds 1992 vraag ik mij af waarom Bonn, later Berlijn en Parijs in de kwesties
die speelden in Kroatië, Bosnië, Albanië en Kosovo geen afstand hebben kunnen
doen van de strijd die voor 1913 al op de Balkan had gewoed. Alleen, men heeft
steeds de (geheime) diplomatie haar werk laten doen. Kohl? Die steunde, zegde
men, de Kroaten? Maar Parijs en Belgrado, dat bleef altijd wel heel erg op de
achtergrond.
We wijken weer af en toch,
Rocard heeft zich ook over die facetten van de Franse politiek uitgelaten, maar
er was maar een man die kon beslissen en dat was… François Mitterand. Men kan
dus, hoop ik, eindelijk eens besluiten al die donkere bladzijden beter te
lezen. Ten gronde is het niet zozeer de vraag of men van een politicus een
hoogstaande moraal moet verwachten, maar wel of hij/zij in het democratische
systeem goed functioneerde. Mitterand heeft al te vaak geen openheid gegeven
over zijn argumenten, waarom hij dingen deed en naliet. Maar vooral, als het om
de binnenlandse Franse politiek ging, heeft hij vaker dan nodig zijn eigen
strategische overwegingen het nut van het algemeen terzijde laten duwen.
Rocard zegde na de dood van
Mitterand, met een redelijke afstand in de tijd, 3 jaar, dat Mitterand geen fatsoenlijk man was (verschenen in Le
Point 1998):
Mon vrai problème, c'était que
Mitterrand n'était pas un honnête homme. (...)"
Het is wel wat natuurlijk,
maar toch, na het zien van de documentaire bleek dat niet enkel lastig voor
Rocard als politicus en als persoon, maar ook voor de Franse/Europese
samenleving. Hoe autonoom, vraagt een mens zich af, waren al die journalisten
die in katzwijm vielen als de grote prins, de Macchiavelli van de IVde en van de
Vde Republiek eens aan raadselachtige uitspraak deed “Ni… Ni… “Ni Nationalisation,
ni Privatisation…! Maar hoe zou hij dan Frankrijk vertrouwen geven en de
ondernemers steunen, de investeringen bevorderen? Nu niet en morgen niet. Al
die adoratie heeft de Fransen én Europa welvaart gekost. En toch blijft men
maar bij de oude verheerlijkende frasen, alsof men hem nog steeds moet te
vriend houden.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten