Levenskunst vs egotrippen
Brief
Aan een bezorgde dame
over zelfzorg en levenskunst
Brugge, 22 april 2014
Mevrouw,
Het valt dus ook u op dat rondom u mensen het noorden
bijster zijn, zonder dat ze er zelf erg in hebben. Zij aanvaarden de eisen die
aan hen gesteld worden, maar vergeten daarbij wel eens wat ze zelf voor ogen
hebben. Zelfs hun ontspanning, zo heet het, moet aan normen beantwoorden,
sociale en culturele, maar van autonomie is er geen sprake.
U meende zelfs dat u zichzelf niet van dat verhaal afzijdig
kan houden, ook u bent betrokken bij die stresserende levenswijze, maar u bent
er zich net zo goed van bewust dat er mogelijkheden bestaan om er niet enkel
mee om te gaan, maar tegelijk, denk ik, hebben we geen oplossingen, alleen
methodes. Het gaat over voelen wie we zijn en hoe we met anderen omgaan, maar
ook om weten en begrijpen. Alleen valt op dat bij vele discussies over hoe we
zouden kunnen leven, we vooral het rationele en het cognitieve op de voorgrond
schuiven. Intussen krijgen we massa's informatie over wat we mogen eten,
drinken, hoe we moeten scheiden en vergeten we dat er ondanks al die kennis
misschien reden is om wat meer ontspannen ermee om te gaan.
De moeilijkheid is niet dat er onderzoek gebeurt, maar dat
we er niet altijd het verhaal van begrijpen of herinneren. Neem nu de discussie
over gezonde voeding, waar sommigen met grootschalige Harvardstudies zwaaien,
maar die niet direct sporen met de heel wezenlijke ervaring dat we ouder
worden, veel ouder dan een eeuw geleden het geval was. Voeding vormt een
element, het verminderen van zeer zware arbeid voor steeds meer mensen, waardoor
een aantal beroepsziekten hier verdwenen, omdat de arbeid, dus de productie
zelf verdween, soms omdat men de productie in andere landen ging plaatsen, maar
ook omdat sommige producten of bedrijfstakken gewoon verdwenen. Tegelijk
vernemen we dat wie spelt teelt dankzij het gedoe over broodgraan gouden zaken
doet. Het moet kunnen, maar het is wel wat bizar, want broodgraan, tarwe is al
vroeg spelt gaan vervangen. Overigens dertig jaar geleden was men zeer boekweit
toegedaan...
De gebouwen in onze historische steden zagen er rond 1975 zwart
geblakerd uit, omdat, zoals in Gent tot in het centrum, tot in het
Gravenkasteel textielfabrieken en dus stoommachines werkten, wat kolenstook
vergde en derhalve nogal wat grof stof de lucht in moet hebben gejaagd.
Sindsdien is ook de kolenstook in huizen achterwege geraakt en kozen mensen
voor aardgas. Bijgevolg moet men toch wel vaststellen dat op dat terrein de
luchtvervuiling in bijna 40 jaar wel zeer verbeterd is. Ook op andere terreinen
zien we mogelijkheden zegeningen te tellen en de moderne tijd echt wel gunstig
te achten. Maar, het blijft voor veel mensen alsof ze steeds moeten zwoegen,
aanmodderen en op andere manieren tegen de bierkaai vechten; de informatie over
wat we nodig hebben aan voedsel, of niet echt 150 jaar oud zouden kunnen worden
en hoe we dat kunnen bereiken. Maar hoezeer u ook van het leven houdt, u lijkt
al evenmin de gedachte genegen dat u zichzelf zou overleven. De reden is dat
het misschien fysisch denkbaar is Methusalem naar de kroon te steken, maar dat
bijbelse leeftijden niet per se aardig zijn, als men er zich niet op kan
instellen. Het eindige is onze biotoop en daar hoeven we volgens mensen als
Kris Verburgh die met een voedselzandloper de media weet te charmeren, niet bij neer te leggen, maar misschien ziet
hij over het hoofd dat er dezer dagen mensen zijn die dat heel lange leven echt
niet hopen voor zichzelf.
Nu we dat punt hebben afgedaan, zou het kunnen dat veel
andere vragen en vooral verzuchtingen gewoon van de baan zijn, maar dat valt dan
weer tegen, zelfs op mentaal vlak worden ons raadgevingen om de oren
geslingerd, van bridge spelen tot Sudoku's invullen. Best leuk, maar je kan
evengoed proberen een geheugenpaleis binnen te stappen, dat wil zeggen aan de
hand van verhalen complexe werkelijkheden te vatten en te onthouden. Dankzij
Wikipedia kunnen we ons een hoop herinneren, maar soms denk ik dat we de juiste
trefwoorden maar niet vinden. Over het algemeen werken browsers immers maar zo
goed als we zelf toegang hebben tot beschikbare kennis. Het moet er dus eerst
in, voor het eruit kan komen, de vragen, de interesse en dus ook de
nieuwsgierigheid.
Maar net kennis wordt vaak gesegmenteerd in nuttige en niet
nuttige kennis. Vragen komen niet vanzelf opdoemen, maar liggen in het leven
besloten, maar vandaag, vertelde iemand mij, kan een meisje van twaalf zelfs
geen tijd meer krijgen om... te verlangen naar liefde en een goed leven want
hoe het worden kan, weet ze al sinds de kleuterklas, al gaat dat dan nog over
plassertjes en andere instrumenten, maar de persoonlijke ontwikkeling krijgt
geen kans, als de informatie er komt voor er vraag naar er is. Dat lijkt
volslagen in te gaan tegen mijn pleidooien voor beter onderwijs, maar men
vergist zich, want die levensvragen, de hele ontwikkeling heeft tijd nodig en
de landerige, egocentrische tiener weet niet dat hij of zij 10 jaar later plots
een dynamische ondernemer of een plichtbewuste arts.
Besluiteloosheid duldt men dezer dagen niet, maar ook
overdreven ambitie zorgt soms voor problemen, voor de omgeving, waardoor we in
feite voortdurend gedwongen worden of lijken te worden ons te corrigeren. Ik
weet niet met zekerheid of experten in psychisch welzijn er goed aan doen hun
kennis zo te poneren dat die altijd en voor iedereen in alle omstandigheden
gelden. De vraag is dan niet absurd of ik ook niet ergens op de een of andere
manier als een expert ter zake zou optreden, maar dat ben ik niet, al ben ik
een groot liefhebber van het leven, hou ik ook van velen om mij heen. Maar
tegelijk is het een opdracht, zoals Michel Foucault betoogde in zijn lezingen
voor het Collège de France in 1983 over de moed tot waarheid dat zelfzorg er
een groot en belangrijk facet van vormde. Waarheid zeggen betekende dan dat men
in gegeven omstandigheden dingen kon en kan zeggen die ertoe doen, maar die de
eigen positie ook kwetsbaar maken kan, de eigen persoon.
Nu vinden we wel dat mensen zich kwetsbaar moeten durven te
tonen, maar tegelijk worden mensen die op fouten, op vergissingen of gewoon een
kleine dwaling betrapt worden soms onverwacht hard het bos in gestuurd en weg
uit de wereld van de weldenkende mensen. Zeker in het persoonlijke leven en in
de omgang met anderen kan men natuurlijk enig egocentrisme niet vermijden,
zelfs ijdelheid hoeft niet per se afgestraft te worden door derden, mar wat wel
het geval lijkt, zoals in de vele discussies over overlast merken we dat mensen
de noden van derden niet als afdoende verontschuldiging meer accepteren. Het is
mooi en soms aandoenlijk mensen te zien rijden op hun bakfiets, waarin ze nu
hun bloedjes veilig neerzetten. Maar soms maken ze het gebruik van het voetpad
moeilijk, waarop dan weer andere mensen gaan kijven. Overlast is er in vele
vormen en het merkwaardige is dat we er vooral zelf het centrum van lijken te
zijn; hoe zou dat toch komen, want er zijn zoveel anderen die het zou kunnen
overkomen. De enige verklaring is natuurlijk dat we ondanks alle gedoe over
empathie niet goed weten wat de andere doet, denkt en overweegt en waarom dat
voor anderen dan weer lastig kan zijn.
De overvloed aan mensen, zoals Marli Huijer schrijft in haar
boek over discipline, laat onverlet dat we er eindelijk niet graag mee
geconfronteerd worden. We willen niet weten hoe Henk en Ingrid het stellen en
vast zullen ze het wel verkeerd aanpakken, terwijl ze misschien nagenoeg
dezelfde voorkeuren koesteren die ons nauw aan het hart liggen. Maar zij noch
wij spreken elkaar in principe, volgens ons principe aan. De anonieme mens kan
zich veel veroorloven, maar we blijven niet anoniem, anderen blijven niet
anoniem, maar waarom zouden we onmiddellijk tot afkeer geneigd zijn?
Het helpt evenwel niet te moraliseren voor anderen, maar
misschien is het wel nodig dat we van tijd over een ethische houding durven te
spreken. Morele onverschilligheid kan ook impliceren dat we de werkelijkheid
omtrent onszelf en anderen niet accepteren, die groeiende afhankelijkheid in
een steeds complexer netwerk, waarin mensen hun verantwoordelijkheden in wetten
gieten en dan verwonderd zijn dat er geen ridders, gentlemen of lieve,
behulpzame dames meer zijn.
Juridisering betekent dat we alle verhoudingen onder de vorm
van contracten opvatten, maar vergeten dat de ruimte voor het informele ook
best van belang is. Tegelijk zien we hoe men voortdurend alle rechten,
negatieve en vooral positieve vooral voor iedereen gelijk willen schakelen, ook
als zou blijken dat aan het einde van de rit iedereen er bekaaid afkomt.
In die zin kan ik maar beter proberen niet de suggestie te
wekken dat er een beter vroeger was en een slechter of lastiger heden. De
vragen die we vandaag op de tafel krijgen als individu en als samenleving, maar
op tussenliggende niveaus zijn die evenzeer behoorlijk complex, maar vooral de
snelheid waarmee informatie op ons afkomt, kan ons vermogen tot handelen
schaden of ons angstig te verlammen. Niet alle informatie kan men ook als van
gewicht beschouwen, zoals nieuws uit de strafzakenwereld, waar het nieuws soms
weer op het niveau van de vliegende bladen zit, de tijd toen marktzangers met
lange liederen op de markt stonden en nadien hun tekst verkochten. Hoewel
nadenken over misdaad én straf best een boeiende aangelegenheid is, omdat het
ons ook tot het betere kan inspireren, is het leuren met duistere verhalen zo
overdadig dat het hinderen zal; verhalen over de verdorven natuur van mensen,
over hebzucht en over jaloezie, over drift en gebrek aan zelfbeheersing, maar
altijd weer over mensen die niet meer dwalen maar iets onherstelbaars
verrichten, vormen de kern van de zogenaamde spannende boeken. Er worden
vandaag weinig romans geschreven, waarin iemand doorheen een crisis gaat en een
katharsis beleeft en misschien is dat wel een vorm van onverschilligheid of van
psychische zelfzucht: zie eens hoe goed ik alles op orde hebben, niet enkel
materieel, maar ook in mijn gedrag en handelen.
Een jongensdroom waarmaken, heeft te maken met het
verrichten van een exploot in de sport of de techniek, veel minder, lijkt het,
als het om het vinden gaat van andere benaderingen voor kwesties die velen
aanbelangen. Niemand hoeft voor mij gelovig te zijn of de woorden van pausen of
filosofen ernstig te nemen, maar wat we dan wel weer merken is dat sommige
mensen er bijzonder veel moeite mee hebben dat als het verleden al een boeltje
was, dat het heden nog steeds zo een boeltje te zien geeft.
Kortom, mevrouw, er zijn mogelijkheden om ons leven zo in te
richten dat we van tijd tot tijd stilte inbouwen of, naar goede gewoonte bij
mensen die een wekelijkse rustdag n ere houden, waar we ons niet met werken of
arbeid inlaten, maar ons richten op handelen. De opdeling komt van Hannah
Arendt, maar komt ons belangwekkend voor omdat het toelaat die ene dag van rust
te besteden aan het herstel van wonden, bij onszelf en bij anderen, aan het
herstel van kwetsuren die onze verhouding tot anderen en tot onszelf heeft
opgeleverd. Vele auteurs, zoals Joep Dohmen, Coen Simon, maar ook Tinneke
Beeckman, Joke Hermsen, René Gude speuren in hun onderzoek en betoog naar
manieren om die immense druk die het (morele) perfectionisme ons oplegt niet
enkel te verlichten, maar er ook filosofisch en praktisch mee om te gaan. Veel
vrouwen in het lijstje en het is alles behalve exhaustief, maar misschien heeft
het ermee te maken dat filosofen die zich zeer op een wetenschappelijke
benadering richten, waarbij men meer aandacht heeft over hoe het zou moeten
zijn, over principes, terwijl het contingente geen betekenis kan hebben. Er
zijn er die menen dat filosofie van zin verstoken is, naarmate onze
wetenschappelijke kennis toeneemt, wat zou impliceren dat zingeving overbodig
is. Misschien moeten we hier te rade gaan bij Max Weber, die vond dat de
wetenschappelijke kennis kan leiden tot onttovering, als men het bereik van die
kennis ook naar andere domeinen gaat oprekken, waar het contingente net groot
belang heeft. Schuld en verantwoordelijkheid hebben volgens Jan Verplaetse geen
betekenis, omdat we nu, op grond van wat neurowetenschappers hebben bevonden,
namelijk dat ons brein zo zou werken dat we er zelf geen vat op zouden hebben.
Dat de menselijke conditie nu net gebaseerd is op het feit dat ons brein tot
zoveel in staat is, van het meest gruwelijke tot het onvoorstelbaar angelieke
ontgaat hem, Jan Verplaetse blijkbaar. Over vrijheid, verantwoordelijkheid en
zelfs bewustzijn hoeven we niet meer te tobben. En laat nu net datgene zijn dat
ons kan toelaten af en toe eens de boel de boel te laten.
Ik hoop, mevrouw, dat we het er nog eens over kunnen hebben,
maar laten we niet vergeten die momenten te koesteren dat we eens niet bezig
zijn met presteren, succes, perfectionisme, maar gewoon, nunc stans, de boel de
boel laten wezen. Waarna we met frisse overmoed weer aan de slag gaan. Alles
hebben we hier niet te berde gebracht, maar het zal u niet vreemd voorkomen,
dat we een verhaal van autonomie willen brengen, goed wetende dat we ook niet
blind mogen zijn voor wat ons door allerlei autoriteiten wordt aangepraat, maar
tegelijk en tot slot, dat we niet alleen leven en ook niet voor onszelf. Laten
we het echt gezellig proberen te maken, niet? Want levenskunst betrachten is
wel persoonlijk en individueel, maar hoe melig het ook mag klinken, zonder al
die anderen is er geen zak aan, blijft het egotrippen.
Bart Haers
PS over het informele en het belang ervan moeten we toch nog
verder denken, maar dat verneemt u in een andere brief wel.
Reacties
Een reactie posten