Hoe mensen het verzinnen: de Bijbel
Dezer
Dagen
Lezingen
van de Bijbel
Wat
ermee aan te vangen
De bijbel kan men op vele
manieren lezen, maar sinds men aantoonde dat de bijbel een compositie vormt van
vele teksten, sinds men de auteurs als mensen is gaan zien, verdween voor velen
de waarde ervan. Sommigen willen het boek desondanks nog steeds lezen als was
de tekst de adem van God zelve. Maar de teksten ontstonden en hadden vanaf
minstens 300 BC eerst voor de Joodse religie betekenis om vervolgens, vanaf
ongeveer 100 PC steeds meer anderen te vatten en in christelijke kerken
institutioneel verankerd te worden. Maar zijn die teksten nu waar en waarom zou
dat van belang moeten zijn?
Zaterdagavond, bovenzaal van
Brasserie het Vosken, zelf genoemd dus naar een iconisch verhaal uit de eigen
middeleeuwen, sprak Eddy Daniels over de Bijbel als mythe. Het publiek was
behoorlijk en de interesse groot, maar vooral sprak de spreker op meeslepend. Want hij kon telkens weer zijwegen
inslaan om finaal toch bij de gestelde doelen te komen. Het deed terugdenken
aan de tijden van de oude Fondsen, waar enigszins geinstrueerden anderen iets
kwamen bijbrengen en waar dan een discussie kon ontstaan. Wie de organisatie
verzorgde? De Ronde Tafel, maar verder weet ik er niets over te melden en
voorlopig is dat goed zo, al vind ik het wel een mooi initiatief.
Spreken over de bijbel als
mythe, na al dat onderzoek dat al een aantal eeuwen op gang was gekomen, onder
meer door Spinoza, maar ook de Bollandisten hadden al behoorlijk wat
instrumenten voor tekstkritiek op punt gesteld, dat voorlopig niet op de bijbel
werd losgelaten, al kan men ook bij Erasmus, die de bijbel uit het Grieks
vertaalde, merken dat hij bepaalde elementen nogal bizar moet hebben gevonden.
Binnen de kerk was, zoals Eddy Daniels aangaf de lectuur van de bijbel een zaak
van ingewijden, wat in 1910 door paus Pius X in 1908, omwille van het feit dat
deze Paus de bijbellezing op grond van moderne filologische en
wetenschappelijke praktijken als bedreigend zag voor de gelovigen en voor de
kerk. Het antimodernisme speelt in discussies over het geloof nog altijd een
opmerkelijke en vaak zelfs bizarre rol. Maar toch kwam er reeds veertig jaar
later, in 1943 een nieuwe encycliek, van Pius XII die het antimodernisme binnen
de kerk en vooral in verband met de lectuur van de bijbel fors afzwakte. Zegde
Daniels: plots werden de wetenschappelijk geschoolde katholieke lezers van de
bijbel een voorhoede in de exegese en zou de kerk zo wel eens het noorden
verliezen.
Nu, over de
fundamentalistische lezing wilde de heer Daniels het niet hebben, wel over
andere benaderingen, de minimalistische, die stelt dat als een element in een
verhaal, over het verhaal van Lot's vrouw, die in een zoutzuil was veranderd,
niet klopt dan kan men het verhaal afschrijven. Maar ook de authenticiteit
speelt een rol: schrijven anderen, bijvoorbeeld in Gilgamesj of andere
tradities over de zondvloed, dan kan het ook niet echt zo gebeurd zijn.
Uiteraard blijft er na verloop van het onderzoek nog weinig authentiek en
waarachtig over van de bijbel en zal men gemakkelijk kunnen bewijzen dat een God
met al die ingrepen in het dagelijkse leven, een puur verzinsel is.
Nu, voor sommigen is daarmee
de zaak bekeken, klaar en moet men er niet meer over zeuren, want verzinsels en
nonsens, daar doen zij niet aan. Maar mensen doen graag aan verzinsels, want
literatuur is altijd weer een vorm van verzinnen van dingen in een bepaalde
context. Heeft God gesproken in een brandend braambos? Of was Mozes een beetje
krankjorum, waarvan de symptomen kan afvinken in de DSM III, IV of weldra V?
Mensen kunnen altijd wel ergens geestelijke eigenschappen hebben, maar blijken daarom niet
zonder betekenis, of onze hele cultuur, vooral inzake levensbeschouwing,
literatuur, beeldende kunst is gewoon zonder grond. Maar met Tomas Sedlacek en
ook wel Klaas Landsman moet men vaststellen dat ook de wetenschappen gebruiken
maken van voorstellingswijzen die niet altijd op de werkelijkheid terug te
voeren zijn.
De minimalistische benadering
maakt het dus mogelijk de bijbel geheel onbetrouwbaar te noemen, de
maximalistische poogt dan weer de bijbel als bron van ware verhalen te redden,
maar ook dat geeft soms bizarre resultaten, omdat elke keer als men bewijs
heeft gevonden voor een bepaald wonder gebeuren, zoals het manna in de woestijn
of iets van die aard, zal men merken dat men wel heel op wetenschappelijk
gronden aanvaarden doet, waardoor het ook weer een dwaalweg wordt.
Eddy Daniels schotelde ons
vervolgens een forensische benadering voor, gebaseerd op de inzichten van een jezuïet,
die vond dat men de waarheidsvinding in een gerechterlijk onderzoek moet
overnemen, waarbij men behalve de materiële bewijzen en forensisch geverifieerde
denksporen de verhalen van getuigen gaat onderzoeken en wanneer er elementen in
zitten die aangebracht worden en bijvoorbeeld de spreker zelf incrimineren of
een derde die hij of zij willen beschermen, dan kan dat storende element een
weg openleggen naar betere inzichten.
Die Jezuïet, Herman H. Somers,
die blijkbaar drie doctoraten schreef, maar nooit docent werd, vond dat de
verschillende exegetische benaderingen van de bijbelteksten nogal wat kansen
lieten liggen om de werkelijkheid te onderkennen. Nu weten we dat mensen soms
gewoon verhalen vertellen op café of bij het diner, maar de meeste verhalen zal
men niet onthouden. Echter, als verhalen in een bepaalde context verteld
worden, dan krijgen ze wel degelijk een specifieke betekenis voor de toehoorder
en zal de toehoorder ook de verteller op de voet volgen om mogelijke fouten
tegen te gaan. De orale traditie van kennis en geschiedenissen gaan soms veel
langer mee dan men denkt, maar waarom dat zo is, hangt van omstandigheden af.
De Serviërs ontwikkelden voor hun irredentisme aan de vooravond van de
Balkanoorlogen (1911-1913) een verhalenschat, die ze putten uit de bekende
voorraad, maar tot in de oorlogen van 1990 bleef men die uitspelen. Hier is een
vermenging van orale traditie en geschreven verhalen, maar dat zal wel vaker
het geval geweest zijn.
Betekenen de verhalen over de
schepping ex nihilo, over Eva en de slang als ze niet waar kunnen zijn, dan ook
niets meer? Eddy Daniels werkte rond de betekenis van de mythe in de
geschiedenis en laat verstaan dat het van belang kan zijn te onderkennen dat de
reis van Abraham, de lotgevallen van Mozes en later de verhalen rond Christus
een historische kern van waarheid kunnen bezitten. Maar zoals hij uitgebreid
uitlegt, in 8 punten hoe men het ontstaan van al dan niet ware verhalen moet
begrijpen, waarbij dus ook het insluipen van onwelkome details omdat ze de
verteller of de held van de vertelling niet in een gunstig daglicht stellen,
dan kan men ook gaan vragen hoe men daar verder iets mee kan aanvangen.
David en Salomon blijken niet
zo een grote helden te zijn geweest, want in de bijbel staan voldoende
schurkenstreken vermeld. Historisch onderzoek over het Israël tussen ongeveer
1100 BC en 500 BC toont dat het land geen eenheid was, maar een welvarend
Noorden kende, Israël en een armoedig zuiden, Judea, waar Salomon en David
koning waren. Toen na de inval van de Assyriërs en de wegvoering van de elite,
boeren uit het Noorden erin slaagden het arme Judea toch te cultiveren,
ontstaat een discussie over de verhalen rond de koningen en zal men twee
verhalenlijnen bij elkaar voegen. Een met Jahweh, de herdersgod en een andere
met Elohim, die volgens de ene een voorloper zou geweest zijn van Jahweh,
terwijl anderen menen dat Elohim verbonden zou geweest zijn met de landbouw- en
stadscultuur in het Noorden. De profeten fulmineerden ook tegen de verering van
Baäl, die landbouwgod was.
Wie afgerekend heeft met de
religie en dan vooral het christendom achter zich heeft gelaten, heeft er
vooral geen belangstelling meer voor, maar onze cultuur is zo doordesemd van
bijbelse metaforen en vormen, dat men er wel eens moet naar teruggrijpen om
bepaalde inzichten die nog welig tieren, te begrijpen. Bijbelvastheid heeft men
in Vlaanderen nooit gekend en nu men de waarheid heeft erkend dat het sprookjes
zijn, kan men er best niet te veel meer mee bezig zijn, terwijl het misschien
wel een veelvormig zelfportret van het verschijnsel mens kan bieden. Als men
spreekt over verbeelde gemeenschap, verbeelde natie, dan kan het niet anders
dan dat er ook gronden voor zijn, verhalen, die men vertelt in bijzondere
omstandigheden.
Waarlijk waar, zo werd ons
geleerd, waren de verhalen die men in de lessen godsdienst gaf, maar men was in
de jaren 1970 al aardig ver gevorderd met het blootleggen van de
onmogelijkheden en tegelijk waren andere onderzoekers bezig sporen te vinden
die de waarheid van het verhaal konden schragen. De maagdelijkheid van Maria,
een onbegrijpelijk dogma, maar dat op zich fascinerend genoeg is, voerde de
spreker terug op de moeilijkheden die zwangerschappen buiten het huwelijk
konden opleveren, want overspel kende maar een straf, steniging. In de geslachtlijst
van David staan vier vrouwen vermeld, die in de voortzetting van de lijn
moesten voorzien, maar omdat er problemen waren, was het evident dat zomaar in
te schuiven zonder verdere uitleg. Tamar was er zo een van. Ook hier kwamen
gezanten van de heer tussenbeide, zoals in het verhaal van Maria zelf.
Gabriël zou betekenen dat zij
te doen had met de kracht van God en zo werd haar zwangerschap aan God
toegeschreven, maar het zou kunnen dat een zoon van de paranoïde Herodes bij
Maria was gegaan... Panterra, zo wordt dan gezegd, was een anagram van
Antipater en dan, tja, was Jezus een Romein geweest, of erger, een
collaborateur met de Romeinen. De gevaren van overspel, gewild of ongewild, de
moeilijkheid van een aanname door Jozef, het maakt dat het verhaal van de
onbevlekte ontvangenis een mooie uitweg bood. Alleen werden die verhalen pas
later geschreven, ten vroegste rond 70 na christus, toen de bevolking van
Israël met een opstand tegen de Romeinen werd geconfronteerd. Maar het verhaal
sluit dan toch weer aan bij een bijbelse traditie, waar vrouwen erin slagen de
regels van de patriarchale cultuur te overtreden zonder er de prijs van hun
leven voor te hoeven betalen.
Is het leerzaam zo een lezing
bij te wonen? In alle opzichten, ook al kijk ik misschien anders aan tegen het
begrip mythe en de omgang met verhalen in oude culturen en in de onze. Dat men
de Bijbel, met al die onmogelijke verhalen op hun waarheidsgehalte onderzoekt,
kan uiteraard geen kwaad, al heeft de kerk daar lang een stokje voor gestoken en
denken verschillende andere kerken daar nog steeds anders over. De moderniteit
impliceerde dat men in het spoor van Spinoza en anderen op zoek ging naar wat
waar is en wat niet. De reconstructie van dat verleden laat zien dat er veel is
dat de toets der kritiek niet kan doorstaan. Maar tegelijk laat Eddy Daniels
zien dat er vaak heel wat moeite werd gedaan om de werkelijkheid te
verdoezelen, als het om Abraham ging of Mozes in Egypte, de profeten en zoveel
meer, terwijl die inspanning in wezen een nieuwe realiteit schiepen, waar men
vrede mee nam. Dat Jahweh een herdersgod was en uiteindelijk toch in
landbouwculturen kon gedijen, kan ermee te maken hebben dat men veel van wat
niet paste terzijde heeft geschoven.
Maar dan? als de bijbel
inderdaad in hoge mate mythologisch is, een sprookje is, zoals sommigen zeggen,
dan blijft de vraag waarom die verhalen zo een taai leven kregen en of dat
altijd met de waarheid zelf te maken heeft. Dan komt aan de oppervlakte hoe
mensen hun eigen identiteit ontwikkelen en tegelijk hoe men met zingeving bezig
is geweest. Verklaringsmythen en verhalen die een bepaalde visie op de mens
uitdrukken, wat overigens ook net in verklaringsmythen aan de orde komt, hebben
in oude, premoderne culturen hun belang gehad. De vooruitgang van
wetenschappelijke inzichten en filosofische concepten hebben ons een bredere
kijk op mens en wereld geboden en toch merkt men dat mensen graag in verhalen
blijven geloven, als een houvast. Eddy Daniels heeft dit mooi verwerkt in zijn
uiteenzetting, maar de kwestie of we die mythologie als zodanig moeten afwijzen
als deel van het menselijke avontuur, blijft een open vraag. Dat God niet kan
bestaan, hoeft vandaag geen bewijskracht meer, maar dat mensen wel behoefte
hebben aan allerlei vormen van houvast, eventueel wetenschappelijke zekerheid,
moet ons wel bezig houden.
Wat mij nog het meeste boeit
in de verhalen van Abraham, David, Salomon of Jezus is dat zij telkens weer een
mensbeeld aanbieden dat veel minder moralistisch blijkt dan we vaak te horen
krijgen. Dat de verhalen vervelende details in zich dragen, verhoogt hun
aantrekkelijkheid, de waarachtigheid ervan wordt net bepaald door hun
constructie en omwille van hun gewijde aard, niet door God gewijd, maar door
het gebruik in geritualiseerde omstandigheden. Wie overigens voorbij gaat aan
het feit dat Jozef een "Technon" genoemd werd, een ambachtsman, maar
misschien wel een aannemer en zeker geen arme duts, kan met het verdere verhaal
van christus ook niet meer goed overweg. Achten we vandaag mensen die
genealogisch onderzoek een bizarre oude heren, voor Jezus van Nazareth
betekende zijn afstamming veel, want zo kon hij legitieme eisen op de troon van
Herodes laten gelden en Pilatus lijkt daar ook oren naar te hebben, want zo een
vazalkoning is goedkoper voor Rome dan een landvoogd. Want het Romeinse Rijk
die tijd naar verhouding weinig mannen onder de wapens, Israël was een van de
zones waar ze wel nodig waren, omdat het volk... omdat er veel opstanden waren,
terwijl dankzij Rome de welvaart in het gebied opmerkelijk steeg.
Of Jezus echt een
revolutionair was, valt te bezien, want hij gaf de keizer wat de keizer
toekwam. Maar tegenover het Joodse establishment was hij wel heftig gekant.
Hoeveel goud en andere zaken er in de tempel lagen, die vanuit het land zelf,
maar ook vanuit de diaspora werden aangevoerd en vanuit Mesopetamië, blijft
altijd nog een enorme hoeveelheid, maar daarover spreekt men niet zo gauw. En
toch weigert Jezus taks te betalen, de tiende heette dat in christelijke
tijden, aan de tempeldienaren, hij ranselde ook de handelaren uit de tempel en
vond dat men God zo geen offer hoefde te brengen. In die zin bestreed hij dus
wel de macht van de rabbijnen, rechters van het Sanhedrin en andere Joodse
instellingen. En misschien werd hij echt wel naar Lugdunum, Lyon gebracht...
De lezing vanwege Eddy Daniels was in elk
opzicht gevat en kan ons nog wel even inspireren. Niet omdat we domweg geloven
wat er in de Bijbel geschreven staat, maar omdat de confrontatie met feiten die
door andere bronnen of nieuw onderzoek gestaafd worden best veel vertellen over
waar wij mensen wel eens over tobben of beter nog, nadenken. Maar ook omdat
Bijbel, Christendom en Verlichting heel wat invloed hebben op ons leven nu.
Zelfs de vraag over de reden van de diaspora en de noodzaak van het
terugbrengen, heeft vandaag nog consequenties, alvast voor de staat Israël
zelf. Bijgevolg is het niet zonder zin met deze mythen bezig te zijn.
Men kan nu natuurlijk vinden
dat al die heerschappen die de bijbelse wereld bevolken en ook nog een paar
dames allemaal wel ergens dwalen, men kan ook vaststellen dat de redactie van
de Thora en dus van de bijbel, van de evangeliën allemaal prutswerk waren van
mensen, vooral van religieuze leiders met politieke aspiraties, maar dat alles
kan het alleen maar boeiender maken er aandachtig en omzichtig mee om te
springen: geschiedenis leert hoe mensen in extreme en andere omstandigheden
handelen.
Bart Haers
Dat Bart Haers aandacht besteedt aan deze onzin, het is hem gegund.
BeantwoordenVerwijderenHet heeft overigens geen enkele zin te reageren op deze onzin.want Bart Haers is moderator en zelfs eigenaar van deze blog. Derhalve heeft (of neemt) hij steeds het laatste woord. Bijgevolg neem ik niet eens de moeite nog te reageren op deze onzin.
Tot bewijs van het tegendeel dus. En om vast te stellen dat a) de heer Eddy Daniëls zelfs vanwege Skepp enige waardering kreeg en b) dat er ook andere baarlijke onzin verkondigd is geworden, nota bene onder de vlag van wetenschap en met het keurmerk van wetenschappelijkheid.
VerwijderenDie verhalen zijn ontstaan, zoals de ouden zeggen, propter imbecilitatem nostram. Het kan zijn dat verhaal van Abraham u niets zegt, maar daarom hoeft u nog niet met grote woorden af te komen. Er is ergere onzin dan dat, bijvoorbeeld het geloof dat we het eigen leven of dat van anderen helemaal zouden kunnen beheersen, laat staan dat we dat moeten willen. Maar goed, we geloven nu eenmaal in de vooruitgang, ook als die schadelijk uitpakt.
Wat jammer dat ik de lezing miste ... dat ging me door het hoofd toen ik deze tekst las. Als kleuter luisterde ik gefascineerd naar de verhalen over deze figuur. De kleuterjuf wist het zo boeiend te vertellen en de oude, sinds lang verdwenen didactische rolprenten prikkelden mijn verbeelding. Toch had ik het lastig met de vele mirakuleuse aannames in het Bijbelverhaal. In de lezing zoals hierboven beschreven wordt het verhaal als een geschiedenis des mensen waarin macht en intriges, menselijke kracht en zwakheden maar ook onvoorwaardelijke liefde (de moeder) aanwezig zijn. Het verschil tussen het Bijbelverhaal en de teksten gebruikt in de Joodse overlevering is net dat in het Bijbelverhaal de menselijke kanten van de Jezusfiguur zijn uitgewist. Hij wordt omringd door mensen maar zelf is hij de zoon van God die zijn leven geeft voor de mensen. Het is merkwaardig te zien hoe men in religieuze middens halstarrig vasthoudt aan dit gegeven terwijl een aanvulling met een historische Jezus dit oude zingevende tekstengeheel net veel boeiender en veel leerrijk zou maken vooral wat betreft inzichten in menselijke gedragingen. Onlangs zag ik - met jaren vertraging, toegegeven - "The last temptation of Christ", de ophefmakende film uit 1988 van Martin Scorsese naar het boek van Nikos Kazantzakis. (Jules Dassin verfilmde in 1957 Le Christ recrusifié, een fantastische sociale parabel Celui qui doit mourir). Het was middernacht voorbij maar de film boeide me ongemeen ondanks het soms esoterische karakter zoals in de scènes met de verlokkingen van Satan en natuurlijk het dilemma waarin de Engel hem een bestaan als mens aanreikt en de ultieme verlokking waarbij de oude man onder druk van de omgeving, de verwachtingen en het onbegrip alsnog zichzelf opofffert. Door zo sterk te focussen op de Jezusfiguur - overigens schitterend vertolkt door Willem Dafoe hetgeen me niet verbaasde want ik zag hem jaren geleden aan het werk met The Wooster Group - miste ik de historische situering van de figuur.
BeantwoordenVerwijderenMisschien voor een nieuwe film? Nathalie Jacobs
Zo kan je het gesprek dus ook voeren. Het probleem met het begrip "historische Jezus", maar in het algemeen met de historische aspecten van de bijbel was nu net het onderwerp van de spreker, Eddy Daniels, die aantoonde dat de historiciteit naspeurbaar is in "vervelende" elementen in het verhaal. Vervelend in die zin dat ze zelden flatterend zijn. Het instellen van de besnijdenis had immers te maken met een klein fysiologisch probleem bij Abraham. Door de voorhuid weg te nemen kon hij zijn zaad storten bij een vrouw, wat voorheen niet kon. Door dat alle mannen op te legen, kon hij zijn gezicht redden. Dat is de lezing van Eddy Daniels en kan wel overtuigen.
VerwijderenZoals je zegt, de menselijke kanten, de grootheid en de zwakheid wordt in de boeken van de bijbel op soms eigenaardige manier vertolkt. Maar goed, sommigen vinden dat onzin, maar net zo goed vinden ze Freud onzin of het werk van Paul Verhaeghe. Laten we dus maar rustig de discussie verderzetten met mensen die er belang aan hechten het menselijke beter te begrijpen.