Veilgiheid bij het grote scherm op het plein
Dezer Dagen
De val van
Ikaros
Over de zorgzaamheid van de overheid
Nu Brazilië 2014 nadert, het WK Voetbal, staan
de overheden klaar, enerzijds om ons te laten genieten in parken en op pleinen
van het samen volgen van matchen. Maar in één moeite zorgen ze ook voor de
grootst mogelijke veiligheidsmaatregelen opdat niemand een kleine teen zou
stoten laat staan dat we elkaar zouden durven te belagen, want de gasboetes
lonken. Camerabeveiliging, gescheiden toegangspoorten en wat al niet meer,
zodat er niemand nog geacht kan worden neutraal naar een match te gaan zien. We
zijn elkaars potentiële vijanden.
Natuurlijk hebben we tijden meegemaakt toen
supporters van teams elkaar te lijf gingen, eerst in het stadium, vervolgens
erbuiten en soms gewoon op een parkingplaats langs de autoweg. Moet kunnen?
Misschien niet, maar als men niet in de mogelijkheid van rellen voorziet en
geen veiligheidsdiensten bij de hand heeft, zal men naderhand door den volke
van plichtsverzuim verdacht worden. Spontaan pleizer kan potentieel gevaarlijk
zijn.
Nu mevrouw de minister van Binnenlandse zaken
haar oekaze heeft uitgevaardigd dat gemeentelijke overheden zich best van de
Gemeentelijke administratieve sancties bedienen om relschoppers, mochten die
opdagen, aan te pakken, moeten we ons toch de vraag stellen of en hoe zij
inzicht heeft in de ziel en het gedrag van voetbalsupporters. Want afgezien van
het feit dat er wel eens troebelen zijn, moet men toch ook vaststellen dat dit
dezer dagen terug tot een min of meer aanvaardbaar niveau gezakt is, tenzij men
meent dat zo een voetbalmatch in de sfeer van het Concertgebouw moet afgewerkt
worden. De tolerantie voor spreekkoren is fel afgenomen en de fantasie van die
mensen ook, maar toch, het is vreemd dat men bijvoorbeeld niet zoals in het UK
een traditie heeft kunnen ontwikkelen van massale samenzang. “We’ll never
surrender” of “You never walk alone”, toch?
Ooit heb ik op AA Gent in het oude Jules
Otten-stadium een paar matchen bijgewoond en ik vond dat best leuk, maar mijn
vrienden minder, want ik bleek tussen supporters van Anderlecht te staan, die
echter niet de bekende mauve shawls droegen.
Enfin, ik heb het over de verwachtingen van mensen die naar een groot
feest gaan, maar er de narigheid van afwijzen. En Marli Huijer laat zien hoe
verschillend Woodstock en Altamont konden uitpakken. Woodstock was een echt
feest, een zaak van liefde en genot, hoe groot de massa ook was. Altamont, een
jaar later, werd een desaster, omdat er veel mis liep. En verder onderzoekt de
auteur ook nog eens een geval van massaal ongenoegen, het verhaal van Haren,
waar een foute post een massa jongeren naar het dorp aanzoog in de hoop dat er
iets zou gebeuren en dat had dan weer gevolgen… Altamont was het in 1969 it de
hand gelopen festival - dat van San Francisco was verplaatst omdat plots de
Rolling Stones besloten dat een gratis optreden hen wel zou uitkomen. De
opdracht geven aan de Hell's Angels om voor de veiligheid in te staan was ook
nogal problematisch, maar toen blijkbaar niet zo bedenkelijk.
Marli Huijer legt uit dat massaspektakels iets
nieuws zijn, van deze tijd, waarbij een
groepsdynamiek naar geweld kan neigen omdat de samenkomende massa geen
uitgesproken en goed voorbereid doel heeft. Verder is duidelijk dat jongeren
vandaag graag naar woodstockfestivals gaan, maar het moet goed georganiseerd
wezen en er mag niets misgaan, niemand mag zich stoten aan een keitje. Wat is
het resultaat, dat men zich laat drijven in afzonderlijke vlakken en dat de
afstand tot de helden op het podium er alleen maar groter op wordt. Want
terwijl men voor de scène alles ordelijk wil laten verlopen, blijkt het back
stage wel eens uit de hand te lopen. De vreugde van het festijn dat Woodstock
moet zijn geweest – al zou ik het naar
gevonden hebben – verzinkt in het niets met al die voorzorgen, bijvoorbeeld tot
en met de organisatie van de voedselvoorziening, het drankdebiet en wat al niet
meer: de jongeren amuseren zich, maar besteden hun veiligheid uit aan de
overheid. Marli Huijer stelt zich daar vragen bij en wij volgen haar daarbij.
Met andere woorden, wij, niet enkel de jongeren zijn bereid ons te laten leiden
en ons te (laten) disciplineren met het oog op een veilige namiddag en nacht op
een festivalweide. Echter, de overheid zal nu, met het oog op de veiligheid
tijdens matchen van het nationale elftal alles in het werk stellen om
ongeregeldheden te voorkomen.
Juist, in Gent is het mis gegaan in 2010, toen
Turken en … tja, Belgen zeker, zich aan geweld te buiten zijn gegaan op de Kouter
in Gent. Als ik mij niet vergis is er toen ook een verantwoordelijke politieofficier
tot aftreden gedwongen. Want het had nooit mogen gebeuren. Juist, maar de idee
om op dat mooie plein in Gent een groot scherm te plaatsen, kwam ook van
diezelfde overheid en de media maakten er graag melding van. Het spontane
buurten van enkele decennia geleden wordt nu overgenomen door de overheid die
ons wil behagen. Mag ik mij afvragen of mensen die niet zo gek zijn van voetbal
niet hoorndol zouden worden van al die publieke festiviteiten? Of mensen die
liever niet naar massabijeenkomsten gaan? Die kunnen thuis zitten, of in een
hoekje met een boekje? De openbare ruimte wordt zo een instrument van
georganiseerde feestvreugde. Mag het? Tot op zekere hoogte wel, maar de
openbare ruimte is ook de plaats waar mensen elkaar spontaan kunnen ontmoeten
en met elkaar van gedachten wisselen. Of gewoon kijken en bekeken worden.
Huijer heeft een punt als ze erop wijst dat
massa’s zeer ongebreideld kunnen gedragen als het doel van de bijeenkomst niet
duidelijk is of als het wachten op iets, een verwachte gebeurtenis te lang
aansleept. Dan ontstaat er een dynamiek die tot geweld kan leiden, zoals in
Altamont het geval is geweest. Maar niemand, van de Stones, noch andere
betrokkenen heeft niemand ooit durven erkennen mee aan de basis te liggen van
het geweld, met een dode tot gevolg. Huijer laat zien dat de Stones niemand hebben
laten weten dat ze zelf de plaats gekozen hadden en de Hell’s Angels om de zaak
in goede banen te leiden. De veiligheid werd verzekerd maar niet iedereen was
even goed op de hoogte van protocollen en handelswijzen. En de toeschouwers
konden zo het podium op en… de Stones waren te laat.
Ik heb het verhaal van Altamont ergens aan het
einde van de jaren 1970 wel eens gelezen, maar zelfs naar aanleiding van de
mislukte love parade in Duisburg in 2010 was het ook weer raak, of liever, was
er nauwelijks een verwijzing naar Altamont te horen. Massabijeenkomsten, zoals
op de Heizel 1985 kunnen uit de hand lopen omdat er net te veel spanning op de
organisatie komt te staan. Het opvallende feit was dat de rellen begonnen voor
de match begon en het gevolg waren van een teveel aan voorzorgen; want om alle
eventualiteiten te kunnen blijven sturen waren de toeschouwers behoorlijk lang
op voorhand in hun box geladen en konden ze geen weg meer op. Men kan beweren
dat voorzorgsmaatregelen nodig zijn, maar als ze provocerend werken op een publiek,
een groep dan kan het goed uit de hand lopen en bijna telkens als
massabijeenkomsten uit de hand lopen, zal men de deelnemers gebrek aan
redelijkheid en gezond verstand verwijten zonder er zich rekenschap van te
geven dat het fout moest gaan, omdat men niet tijdig momenten van ontlading kon
voorzien, al was het maar een dame die het publiek wat gaat opzwepen en weer
afkoelen. Een "Nipplegate" of andere kleine gebeurtenissen die mensen
kan beroeren en vervolgens weer de tijd geeft om andere festiviteiten te
verbeiden.
We leven in een tijd van overvloed en in
dichtbevolkte gebieden, waardoor het kan gebeuren dat we plots onverwacht veel
medemensen zien opduiken, terwijl we juist op rust hoopten, wat stress kan
veroorzaken, zonder dat we ons geheel rekenschap geven van de overlast die we
elkaar bezorgen. De oplossing ligt niet in het opvoeren van de repressie of het
organiseren van de bewegingen van de toeristen; wel kan men op verschillende
plaatsen een extra aanbod inrichten en elders zeer strikt vasthouden aan de
natuurlijke omgeving, zodat de ene kiest voor het georganiseerde genot en
anderen liever met slechts een gezel of een paar maten in alle rust kunnen
genieten of nog: we weten dat mensen om verschillende redenen naar zo een
drukke plaatsen gaan en dan kan men wel die verschillen goed behandelen zodat
verschillende vormen van ontspanning elkaar niet hoeven te doorkruisen. In die
zin vind ik recensies en liefst zeer lovende voor een vakantieoord als Benidorm
uitstekend; het mag ook Blankenberge wezen.
De vraag is dus niet alleen of men zomaar
toerisme kan bevorderen, dan wel vormen van ontspanning kan aanbieden, maar
ervoor zorgen dat de verschillende voorkeuren aan bod kunnen komen, waarbij nu
opgemerkt mag worden dat men die verschillen vaak met financiële drempels wil sturen,
maar misschien gaat het erom welk soort genoegens mensen zoeken en hoe men dat
aanbod ruimtelijk kan spreiden. Maar goed, het blijft dus een kwestie van
persoonlijke voorkeuren en gedrag, zodat men zich men kan afvragen of men
confrontaties altijd kan vermijden en dan kan discipline helpen; voorwaarde is
dan wel dat we proberen de anderen niet te hinderen en te communiceren zonder
de andere te verplichten. In het verkeer zien we vaak dat auto's zeer traag
rijden terwijl ze iets zoeken, een huisnummer of een winkel, terwijl men maar
beter kan proberen te zoeken naar een parkeerplaats en dit niet al te traag.
Men mag dit raar vinden, maar de opgegeven snelheidsbeperkingen zijn dan wel
nuttig maar tegelijk kan men de stress soms van de gezichten lezen als
voertuigen al te traag vooruit komen.
Als de snelheidsbeperkingen op de zenuwen van
menigeen werken, dan kan roekeloos rijgedrag ook best hinderlijk zijn, maar de
paardenkracht onder de motorkap kan werkelijk overvloed heten en dus zal men
met elkaar een aangepast gebruik van die energie afspreken. Hier heeft evenwel
de wetgever van een gebrek aan discipline blijk gegeven, want de middelen om
snelheidsmetingen te doen zijn overvloedig en de molen van het gerecht mag
traag malen, de boetes worden geïnd. De
overheid weigert echter vertrouwen te stellen in burgers die in meerderheid
best weten waar men zich beter inhoudt en in welke mate; integendeel geeft de
hele verkeerswetgeving steeds meer blijk van het geloof dat alle burgers ten
allen tijde en - ten overvloede - in alle weersomstandigheden aan overdreven
snelheden in het verkeer zullen storten. De mensen die sneuvelen in het verkeer
mag men niet alleen niet negeren, men moet er net op letten dat het zo zelden
als mogelijk voorkomt, maar door alleen te werken met verbodsbepalingen,
draconische boetes en eindeloos veel meettoestellen, zal men wel veel kleine
overtreders betrappen, maar de man of vrouw met de zware voet, kan men alleen
tegenhouden als er een paar agenten in de buurt zijn. Heb ik het goed
uitgerekend, dan werden in Brugge op de ringweg in 2013 nog geen 8000
overtredingen vastgesteld en dat betekent per dag minder 23 overtredingen. De een
zal roepen dat het er 23 te veel zijn, terwijl men dan niet weet hoe ernstig de
overtredingen waren, zodat men werkelijk kan spreken van laksheid. En de vraag
hoeveel auto's er over die weg gaan gedurende een uur, een dag, dat zet het
cijfer in perspectief. Gebeuren er ongelukken? Helaas wel, maar ook dat aantal
blijft zeer beperkt. Daarom moeten we de teugels niet vieren, maar de overheid
kan nadenken over de alarmistische toon van verkeersveiligheidsdiensten. toch roepen de perfectionisten dat het teveel
is, maar om vier uur na de noen zal het moeilijk zijn de snelheidsbeperkingen
te overschrijden, terwijl het om 20:00 h best mogelijk iets sneller kan, zonder
er daarom een raceweg van te maken.
Velen zullen dit onnozel gezaag vinden, want
het gaat om de wet, maar toen een aantal jaar geleden vier studentes
geneeskunde van een landweg werden gereden door een dronken chauffeur, kon men
de ouders begrijpen die meer handhaving wensen, maar de chauffeur in kwestie
had men niet enkel op grond van verkeersovertredingen moeten en mogen
aanspreken, want hij had de regels van de voorzichtigheid overtreden en die
moeten zwaarder wegen dan de vaststellingen van een meetinstrument. Het gaat om
de vaststelling dat als men bepaalde normen objectiveert, het concrete ervaren
op de weg vanwege weggebruikers, burgers dus, negeert en dat wekt wrevel. Als
kranten commentaren plegen over het hoge aantal doden en te weinig oog hebben
voor de zeer vele zwaar gekwetsten met levenslange gevolgen, dan word ik
lastig, omdat het overleven met zware verwondingen pas echt onnodig lijden genoemd
kan worden. De overheid, vooral de wetgever heeft gekozen voor de simpele weg
van glasheldere regels, maar heeft vergeten dat de pakkans verhogen voor mensen
die ter goeder trouw veilig door het verkeer trachten te bewegen de zware
inbreuken niet per se verhindert. Eenvoudig is het niet altijd, maar de
verkeerswethandhaving loopt wel eens uit de hand, maar schiet toch ook tekort.
Die paradox komt zelden in beeld en het is daarover dat ook mevrouw Huijer
schreef in verband met de festivals van Woodstock en Altamont schrijft. Men kan
op een bepaald moment collectieve verdwazing niet tegengaan, zegt zij omdat de
groep nu net, zeker als de massa zonder specifiek doel is samen gekomen of
wanneer het verwachte gebeuren geen plaats dreigt te vinden, het gedrag van de
groep niet meer terug te voeren valt naar het individuele gedrag maar nu net
door de dynamiek van de groep en de densiteit van de opeen gedrongen massa gestuurd
wordt. Een persoon die dit vreest zal dus proberen uit de massa te stappen -
indien mogelijk - of gewoon vermijden in zo een collectief gebeuren terecht te
komen. Maar hoe het loopt, valt niet altijd te voorzien.
De overheid en overheidsinstellingen, zoals
het Belgisch Instituut voor de verkeersveiligheid en ook wel het Federaal
agentschap voor de voedselveiligheid hebben als taak op hun respectieve
domeinen mensen aan te sporen tot veilig gedrag. In het verkeer een heer te
wezen, die slogan is men al lang vergeten, maar wat kan de overheid doen om
mensen tot veiliger verkeersgedrag te brengen? Van die taak kwijt het instituut
zich voorbeeldig en in bepaalde opzichten te voorbeeldig, terwijl noch de
politieke overheid noch het instituut erin slaagt mensen echt - zegt men - tot
mentaliteitsveranderingen te brengen, maar tegelijk schrijft men dat iedereen
zich toch behoorlijk aan het verkeersreglement houdt. Het hangt er maar vanaf
vanuit welk perspectief men het gedrag bekijkt en hier zien we hoe sterk het
vigerende perfectionisme weegt op de evaluaties... Wat de werkzaamheid van het
FAVV, de voedselveiligheid aangaat, zal men niet zo vaak vernemen dat een
restaurant of taverne echt ongezond en onhygiënisch werkt, net omdat de
bezoekers zelf al eens verrast opstappen als blijkt dat de toiletten niet goed
onderhouden zijn. Tegelijk moet men zich afvragen of er aan het einde van de
rit nog wel zogenaamd democratische eetgelegenheden zullen overblijven en dat
kan, u hoort het al donderen, de convivialiteit in de samenleving tekort doen,
met weer andere neveneffecten tot gevolg..
De overheid beschikt evenwel over sterke
rechtsmiddelen, meent men, waarmee men de burgers wel in het gareel kan
dwingen; aangepast aan onze tijd en mores betekent dat uiteraard rationeel te
handelen is wat men van burgers verwachten. Alleen is de uitkomst van een goed
onderbouwde gedachtegang afhankelijk van de zaken die men in overweging neemt
dan wel negeert en laat men nu niet komen zeggen dat alle bewezen feiten van
belang zijn, want het gaat dus vooral om de pertinente feiten... In vele
discussies zien we dat men ons voorhoudt over de juiste feiten te beschikken,
maar inzake de dreigende pandemie met Mexicaanse griep is gebleken dat het
voorgestelde vaccin niet echt werkzaam is geweest. Een blaam voor de
griepcommissaris? Niet a priori, omdat de producent bepaalde minder gunstige
informatie niet hoefde bekend te maken. Het komt er dan op aan, beweert men
dan, te ontdekken waar de fouten zitten, maar misschien was de griep voor een
deel van de bevolking ook minder schadelijk. Wie kan daar als leek zinvolle
informatie over geven? Die vraag lijkt triviaal, maar wijst er vooral op dat betrokken
instanties, dus ook de producent van een griepvaccin goed en betrouwbaar dient
om te springen met onderzoeksdata. Of nog: hij mag zichzelf bedriegen, maar
informatie achterhouden die er is, daar bestaan woorden voor.
De overheid beschikt over machtsmiddelen om
geweld tegen te gaan onder de burgers en daar kunnen we ons alleen maar om
verheugen, maar de overheid, c.q. de politici kunnen ook ten allen tijde de
noodtoestand uitschrijven, om de orde te handhaven en de veiligheid van mensen
te verzekeren. Het monopolie op gebruik van geweld geeft burgers de zekerheid
niet zomaar lastig te worden gevallen, want de politie mag burgers niet zonder
goede redenen aanspreken of vervolgen. En toch hebben we de indruk dat dezer
dagen de lust van politici om nieuwe technologische middelen te hanteren om op
zich legitieme doelen te bereiken nauwelijks nog getemperd wordt. Een van de
redenen is dat politici zich afgerekend weten op grond van resultaten, maar de
afweging van de resultaten wordt doorgaans in een richting afgemeten. Men hoeft
geen libertariër of anarchist te wezen om te begrijpen dat het handhaven van de
orde aan de overheid is toevertrouwd maar dat die overheid dat dan ook grondig
moet doen, want van links tot rechts zijn er voldoende partijen die de gemeten criminaliteit
als maatstaf nemen - om die soms in overleg met de politiediensten in deze of
gene zin bij te sturen. Brussel zou dezer dagen een van de gewelddadigste
steden van Europa zijn, want daar heeft de UN statistieken over aangelegd en
dus kan men het cijfer van het aantal moorden en gevallen van doodslag precies
opmeten. Hoe en waar die moorden plaats vinden en wie daders en slachtoffers
zijn, blijft verder onbesproken. De zaak is dus dat we proberen aan te geven
dat men deze criminaliteit dient aan te pakken, maar dat men moet weten wie
erbij betrokken is. Zou men de cijfers van heel België, toch maar een stadstaat
van goed 10.000.000 inwoners leggen naast die van Brussel, hoe zou de balans
dan uitvallen? Niet alleen het feit dat er verschillende vormen van
criminaliteit bestaan in een samenleving, maar ook in welke mate de meeste
burgers door het leven gaan zonder ooit echt met geweld, laat staan moord met
voorbedachten rade geconfronteerd te worden in de omgeving, onder magen en
vrienden, zou een indicatie moet zijn voor de werkelijke onveiligheid. De
waarschijnlijkheid om vroeg of laat met geweld in aanraking te komen, hangt van
het beroep af, van de kwetsbaarheid of van de betrokkenheid bij milieus waar de
drempel tot het plegen van geweld lager is dan elders, maar men zou op die
manier de door de brede media met veel wellust uitgesmeerde gevallen van
zinloos en ander geweld kunnen counteren. Neen dus, we geloven niet dat we in
een heerlijke goede wereld leven... maar evenmin dat elk van ons altijd een mes
of een machinegeweer bij de hand heeft.
Er zijn vormen van onveiligheid, er is
onveilig gedrag, soms zelfs niet geheel tot het bewustzijn doordringend maar
ook zijn er jongeren die zoals in de roman van Burgess en verfilmd door Stanley
Kubrick, zoeken in het geweld te vinden wat leven betekent - het gaat inderdaad
om "a clockwork orange". Gestuurd door therapie kunnen zij het geweld
afzweren, zonder dat ze er finaal echt het geweld en de wreedheid aan geven,
want opgelegd. Het is dan ook een roman, waaraan een eigen ervaring van Burgess
ten grondslag lag, maar ook een bezinning op het geweld als middel om eigen
doelen te bereiken. Toch heeft men de film zelden anders gezien dan als een
verheerlijking van het geweld. En als we films zien over "Good Cops"
dan mogen we er zeker van zijn dat de formalismen van politiewerk grondig
worden afgeschreven, wegens onwerkbaar.
Het zijn alle overwegingen waarom we niet
zozeer het nodige politiewerk willen onderzoeken, maar ons afvragen of de
verstrekkende veiligheidsmaatregelen in onze steden wel terecht zijn en of op
die manier het goede leven niet op een weinig elegante manier in het gedrang
dreigt te komen, de mogelijkheid om zomaar iets te vieren, al dan niet in de
publieke ruimte. Niet elke jongere is van kwade wil, niet elk groepje in de
stad flanerend heeft kwaad in de zin en als het zo mocht zijn, dan zal men hen,
de boosdoeners toch aanpakken zodat ze van gedachten en inzichten veranderen,
liefst duurzamer maar ook zonder de manipulatie die Alex in het verhaal van
Burgess diende te ondergaan. Veiligheid is een groot goed, maar zal men
werkelijk elke vorm van overlast als een vorm van criminaliteit zien, zowel
vanwege jongeren of anderen, bijvoorbeeld wielertoeristen. Aan de andere kant,
iemand die tergend traag en zonder door obstakels gehinderd het achterop
komende verkeer hindert, zal men hem kunnen beschuldigen van roekeloos gedrag?
Niet dus, maar evengoed kan het voor vervelende situaties zorgen en toch, menen
welmenende mensen dat men dat dan wel voor lief nemen, want niemand lijdt er
schade onder. Maar ging het niet om tergend traag rijden, veel trager dan de
toegelaten snelheid? Juist en dat zullen burgers met elkaar moeten bespreken,
zonder al te veel ingrijpen van de overheid, want anders wordt het een proces
van goede wil en veel papierwerk en dat kan ook niet altijd veel oplossen.
Marli Huijer schreef over discipline in tijden
van overvloed, maar we merken dat haar verhaal in verband met overheidsoptreden
ook gesteld kan worden. We kunnen het dan wel hebben over geweldbeteugeling,
over het optreden van de fiscus of het vermogen van de overheid de noodtoestand
uit en in te roepen. De overheid en wie voor en namens de overheid handelt zal
dus ook beseffen dat zij - anders dan men graag voorhoudt - over een overdaad aan
machtsmiddelen kan beschikken, waarvan niet tenzij na goed overleg gebruik zal
maken. Het hoort zo dat er protocollen zijn, maar tegelijk is de toetsing
gewenst om bepaalde reflexen in verband met wel gericht handelen te behouden.
Anders dan men wel eens voorhoudt kunnen goede resultaten een nare
werkelijkheid verhullen, zoals in het geval van corrupte regimes wel eens onverwacht
heftig aan het licht komen. De regels voor het politieoptreden in onze dagen
zijn behoorlijk duidelijk en iedereen kan er zich iets bij indenken, dan toch
met dank aan een aantal politieseries, zodat men zich toch moet bedenken waarom
men dat optreden steeds meer wil aanscherpen. De wet van de verminderende
meeropbrengst? de Remmende voorsprong? Vooral de vraag of het een samenleving
helpt - als tegelijk het echte werk veronachtzaamd wordt, verdient onderzoek.
Ook hier merken we dat rechtvaardigheid nastreven wel eens anders kan
uitpakken.
En tot slot, neen, er is geen sluitend pakket
juiste ingrepen nodig, want anders dan bijvoorbeeld in Nederland, blijken
jongeren hier vooralsnog doorgaans rustiger met bier om te gaan en velen
beleven wel eens werkelijk een geval van dronkenschap, met hoofdpijn en alles,
maar zolang er niet echt mensen overlast van ondervinden, is er niet veel aan
de hand en meestal weet men naderhand het genieten in de hand te houden. Er is
sprake van alcoholisme, maar hoe zwaar dat weegt en hoeveel mensen betrokken
zijn, dient ook weer de politics of fear.
Of zou men toch moeten besluiten dat verdraagzaamheid een herinnering is aan
andere tijden. Helaas, daar moeten we ons dan toch over buigen.
Als overheden al hun middelen inzetten en
daarbij vooral burgers treffen die ter goede trouw handelen, verliest die
overheid geloofwaardigheid. Fiscale fraude, fraude in de sociale zekerheid, het
komt voor en de middelen om die te bestrijden zijn groter dan we wel eens
denken. Fraude niet bestraffen leidt tot rechtsonzekerheid, maar de overheid
blijkt dezer dagen vooral in staat kleine vergrijpen te vervolgen en te sanctioneren,
maar de grote dossiers blijken niet haalbaar. De vraag blijft hangen of de
overheid zich van alle machtsmiddelen mag bedienen en hoe kan men die
verantwoorden zal: de voorhanden zijnde middelen zijn ethisch neutraal, maar
juist het aanwenden ervan bepaald of ze goed uitwerken dan wel niet. Overheden
en hun agenten zijn zich daar onvoldoende van bewust en zorgen er zo mede voor
dat de overheid aan legitimiteit inboeten zal.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten