De charme van illusieloze Liefde
Kleinbeeld
Kameraad, vriend
Isabelle de Charrière als een zelfbewuste persoon die voor goede vriendschap en stabiliteit koos en met allerlei mensen, onder meer Schotse filosofen correspondeerde. |
Het is toch raar als iemand zegt een exclusieve
relatie te willen of net niet. Het is dan maar zo denk ik, want tja, als die
exclusieve relatie, om het nog maar een keer zo te zeggen, er is, dan is
het eerst hoogtijd en dan komt de
ontgoocheling. Voor iedereen? Het hangt
er maar vanaf, zegde ik haar wat in de relatie van belang is? Oh, zegde ze, ik
wil me goed voelen. En ik: Maar de andere, je vriend of je vriendin? Ze
glimlachte, maar zei dat ze het hem of haar wel naar de zin wilde maken, maar
de investering moet renderen, zegde ze. Ik keek haar wat bevreemd aan, want het
is toch erg als men een relatie als een investering ziet. Ze antwoordde dat ze
heel veel tijd kon steken in iemand, eens ze haar oog op hem of haar laten
vallen – ze stak haar ruimhartigheid niet onder stoelen of banken – en dan
verlangde ze er wel een en ander voor terug.
Natuurlijk, dacht ze dat ze hoopte ooit een
onvoorwaardelijke liefde te kennen en ze glimlachte zuurzoet, want ze wist dat
ze zelf altijd voorwaarden aan de geliefde zou stellen. Ik vond het vervelend,
zegde ik haar, dat ze zo ongegeneerd veeleisend was van anderen, maar dat ze
meende dat ze zelf door de ander genomen moest worden zoals ze was. Ze keek me
nu wel heel verrast aan, want ze had nooit iets van dien aard vernomen. Haar
moeder en zus hadden haar gezegd dat ze vooral voor zichzelf moest zorgen. En
dat had ze ook gedaan. Dat ze dan eens ontgoocheld kon worden, had men haar
gezegd, moest ze niet schrikken of verrast zijn, dat hoorde zo. Nu kon ik het
niet inhouden, mijn lach, want ze leek er een zeer solipsistische opvatting van
de liefde op na te houden. Eindelijk was die
ander, man of vrouw, maar een dansende beer of een lief hondje dat naar
haar pijpen diende te dansen. Ze keek me aan, want ze bedacht dat ze wel graag
met mij vermocht te praten, maar dat ze op mij nooit haar zinnen gezet had. Ik
was, vertelde ze te onafhankelijk en te weinig geneigd concessies aan de liefde
te doen om in haar gading te vallen. Dus, concludeerde ik, ben ik misschien
best aaibaar, maar kan het zijn dat ik niet naar je pijpen zal dansen. Omdat je
dat weet, probeer je niets, al zal je nooit nalaten je decolleté extra
voordelig te presenteren.
Ze glimlachte en bewoog even haar hand naar
haar blouse, maar liet de hals heerlijk vrij. Ze vond dat ik voor haar meer een
kameraad was geworden, met wie ze wel eens wilde stoeien, maar die ze nooit als
een geliefde volgens haar eisen kon zien, want dan zou ze me moeten veranderen.
Ik vond dat wel een prettige gedachte maar zegde dat ik vroeger erg
gefrustreerd zou zijn geweest om zo een antwoord. En zij: natuurlijk zou ik
niet willen veranderen. Zou je nog zo spreken tegen mij of mij terecht wijzen
zoals laatst, toen je me zei dat ik iemand zwaar ontgoocheld had, een mooi
meisje dat ik het hoofd op hol had gebracht. Toen je dat zegde was ik woest,
want je het recht niet… maar naderhand, toen ik dat meisje weer zag, in een
boekhandel, heb ik met haar gepraat en het goed proberen te maken. Ze komt
overigens deze avond langs om te praten. Kom je niet ook? Ik zegde dat ik het
wel zou zien. Maar, zegde ze, ben je dan niet blij dat ik verantwoordelijk
gehandeld heb? Dat moet de toekomst uitwijzen, al kon ik haar
tegemoetkomendheid wel waarderen.
Mijns ondanks belde ik des avonds, na achten
aan en onthaalde ze me verblijd. Het meisje was er ook en we zaten te praten
over vriendschap en kameraadschap en waarom het allemaal altijd weer mis lijkt
te lopen. Toen ik toegekomen was, leek het meisje nog een gekwetst musje, maar
toen we het huis een paar uur later verlieten, was ze opmerkelijk opgemonterd,
hoewel de gastvrouw haar had duidelijk gemaakt dat het zo niet had gekund. Maar
daarbij had ze een soort schuldbekentenis gevoegd, als ze zou ze inderdaad te
gemakkelijk iemand uitkiezen en er alles aan doen om die te krijgen. Dat is
natuurlijk niet nieuw en het meisje dat literatuur had gestudeerd kwam zelf op
de proppen met Les Liaisons dangereuses en The unbearable lightness of being.
Ze had het ook over Casanova en Leporello, enfin, Don Juan. Voor elk van ons
was die literaire behandeling van het onderwerp een goede manier om zichzelf
telkens weer bloot te stellen, al kwam het er natuurlijk ook op aan dat met de
benaderingen ook de persoonlijke inzichten en gevoelens aan de orde kwamen.
Geweend is er die avond niet meer, tenzij van het lachen, want de gastvrouw kon
bepaalde stukjes uit Don Giovanni wel goed nazingen, maar af en toe paste ze de
teksten wel aan.
Aan het eind van de avond, toen we twee flessen
bubbels soldaat gemaakt hadden, was het de vriendschap waar we op dronken. En
de gecultiveerde gesprekken, zoals de beide dames ook in het geding brachten.
Toen ik over de grote vriendin van Voltaire sprak, over hun liefde, maar ook
hun intense vriendschap, ondanks het feit dat de liefde wel gedoofd was, want
dat was wat Voltaire had overgehouden.
Bij het afscheid van de gastvrouw werd
afgesproken eens per maand samen te komen en over dit soort dingen te spreken –
net belde ze om reeds volgende vrijdag samen te komen… we zien het wel – want
ze had in lang niet zo genoten van een gesprek. Het meisje dat ook mee
opstapte, al hoefde dat echt niet, was even blij verrast om de avond, maar
durfde blijkbaar niet opnieuw aan de slag met haar vriendin.
We moesten sowieso samen een eind oplopen en
dus stapten we rustig door de stille straatjes. Ze vertelde dat ze nooit
gedacht had verliefd te worden op die dame, maar hoe die haar gangen had
gevolgd en regelmatig had ontmoet om
uiteindelijk haar, hoe kon ze het beter zeggen, had verleid. Maar daarna, had
ze de indruk was ze tot steeds meer onderdanigheid aangezet geworden. Het was
niet gewelddadig, zelfs niet venijnig, maar heel zachtjes aan. En haar afgunst
werd wel eens op de proef gesteld, omdat ze erbij had moeten zijn toen de dame
in kwestie een andere vrouw of een man kuste, of meer. Ze vond het geen liefde
meer en toen ze nee zegde, niet meer verder wilde, kreeg ze de wind van voor.
Maar het was over. Ze vertelde over een paar orgietjes in het huis van de dame,
waar zij twee en nog vier of vijf dames elkaar alle genot hadden gegeven waar
ze zich toe in staat achtten en wat op zich wel aangenaam was, maar waar ze
niet van hield. Seks zo beleven, zegde dat meisje, kan ik niet. Of liever, ze
had het gedaan en had genoten, maar ze was er tegelijk niet mee opgezet. Ze
vroeg me of ik haar geen burgertrut vond, maar ik meen dat burgertrutten een
mythologisch wezen, een chimeara is, waarmee men meisjes tot grote
vrijgevigheid wil aanzetten. Als die dame zegt te handelen naar haar
goeddunken, soeverein en wel, dan had zij, vond ik, even goed de mogelijkheid
om haar wensen belangrijk te vinden.
Ze noemde me toen eerst bij mijn naam en dus
kon ik ook niet anders dan haar ook bij haar naam aan te spreken. Op het
pleintje bij het standbeeld van Jan van
Eyck stonden een paar banken en ze wilde
daar wel even zitten. Koud was het niet en alles was stil. De gevels spiegelden
in de rei en enkele sterren waren toch te zien. Kijkend naar het water en het beeld, kwam er een ander gesprek
op gang, maar ook nu wilde ze meer weten over mijn kijk op, tja, het leven.
Laure vond dat ik wat al te gereserveerd, zelfs geresigneerd tegen de dingen
aankeek en vooral tegen de liefde. Maar ik zegde haar dat ik wel best van het
gesprek kon genieten, zelf van de fijnste dingen van het leven, maar dat het
hoe dan ook moeilijk leek te worden een goede vertrouwensband op te bouwen.
Sommige gesprekken over de moeilijkste dingen lopen verrassend vlot en toen ik
haar bij tot bij haar deur had begeleid, wilde ze me nog binnen vragen, maar ik
zegde dat het wel eens kon, maar nu even niet. Ik wilde haar laten nagenieten
van de avond. Nu ze mijn gsm-nummer kende, liet ze evenwel niet na, toen ik net
thuis was gekomen, toch te berichten dat het een mooie avond was geweest.
Maar wat is het nu, waarom er tussen mensen
vriendschap of meer ontstaat. Bij sommigen gebeurt het blijkbaar vanzelf, bij
anderen is er dan weer van alles nodig. Bij sommigen komt de chemie zonder
heftigheid tot iets moois, bij anderen is er van alles aan de hand, niet in het
minst zitten we soms onszelf in de weg. Deze gedachten willen we eindelijk niet,
bedacht ik en zeker willen we niet weten van een liefde die niet alleen op eros
gericht is. Wel integendeel, we verheerlijken onze eigen avonturen in het land
van de liefde en vergeten bij voorkeur onze eigen kleine tekortkomingen als het
mis gaat. De liefde moet laaien, heet het en soms is dat subliem, maar soms
vergeet men zichzelf of merkt men dat de ander de zaak laat versjteren. Ach,
maar in de breuk en de rouw, het liefdesverdriet kan ook charme liggen, in de
melancholie en nostalgie ligt er veel, dat we koesteren.
In het verhaal van de liefde, zoals ook Lisa
Appignanesi schreef, ligt veel van wat we onszelf liever niet voorhouden. Nog
eens, het punt lijkt, zoals ook Laure zegde, dat we gezagsverhoudingen willen
in relaties, de meester(es) en de onderdanige. Franςoise-Mallet Joris schreef
er in “Le Rempart des Beguines” over en liet zien hoe het meisje tot vrouw werd
in de handen van een zeer bazige vrouw, maar dat het meisje uiteindelijk toch
haar eigen zelfbewustzijn daardoor leerde ontdekken. Relaties verlopen immers
al niet volgens een bepaald stramien, hoe graag we dat ook zouden hebben, maar
partners veranderen en dat blijkt voor de liefde, de passionele liefde nogal
dodelijk. De hemelse dauw blijft niet volstaan. Dat is volkswijsheid. Maar ten
gronde, denk ik, zal men toch eens terug moeten gaan kijken hoe de medische,
farmaceutische vooruitgang ons geholpen heeft, dan wel of het opnieuw tot vormen van onderdanigheid zou
leiden. En we weten dat Belle van Zuylen, maar zij niet alleen, vond dat ze
niet tot onderdanigheid geneigd of geschikt was. En hoeveel mensen kunnen als
Voltaire een vrouw in al haar rijkdom van persoonlijkheid, waarderen? Emilie
wist het te waarderen en toch blijft men haar en al die anderen die wel
degelijk naast de succesrijke mannen staan kunnen, juist wegdrukken…
Ach, de waardering voor verdienste is werkelijk
moeilijk. Maar hierover gaat het gesprek niet vaak genoeg, wat we bij de
volgende samenkomst wel eens moeten aanvangen.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten