Het schitterend geschenk
Reflecties
Kunnen
we denken
Of
denkt iets in ons
Discussies over neurologie, evolutionaire psychologie blijven aan de gang. Is Doctor Dick Swaab een nieuwe Faust? |
Lisa Appignanesi heeft het in haar boek over de
vorderingen van de neurowetenschappers. En kijk, in een artikel in De Standaard
komt Dick Swaab vertellen dat de wetenschappen in de filosofie zijn
gepenetreerd. Hij stelt vast dat de neurowetenschappers, de biologen en vooral
de evolutionair psychologen de stapstenen hebben ontdekt van ons menselijk
handelen, als individu en als groep. Mevrouw Appignanesi zou me geen ongelijk
geven als ik bij de stelligheid van dit artikel vraagtekens zet.
Zij zal niet ontkennen dat de groepen apen die
men nu nog ziet, ergens aan de Kaap, veel gedragingen vertonen die wellicht de
eerste mensen ook vertoonden, maar sindsdien is er heel wat veranderd. Ook
meent zij dat neurologen voor hun beurt spreken als zij vinden dat wij ons
brein zijn en daaruit afleiden dat we volledig gedetermineerd zijn, want ons
brein functioneert voorspelbaar en toch handelen we vaak onvoorspelbaar. Het
systeem blijft maar aan de praat door de aanvoer van zuurstof, via het bloed en
dat bloed kan maar rondgepompt worden als we goed eten en drinken en als we
goede lucht ademen. Maar die processen gebeuren vanzelf, zonder dat we er ons
bewust zijn. Tenzij we gaan mediteren natuurlijk. En wat de voeding betreft,
daar kunnen we kiezen en alhoewel men die keuzes vaak nogal onbelangrijk acht,
kan het inderdaad van belang zijn de keuze van het menu bewust te kiezen,
fastfood of gezond, afwisselend, met groenten en zo meer. Het is van belang,
denk ik te begrijpen dat we inderdaad ons brein zijn, maar dat het bizar zou
zijn om er opnieuw een cartesiaans theater van te maken.
Verheugd als we zijn over het feit dat we het
leven kunnen proeven, bedroefd om wat het soms aan narigheid brengt, weten we,
kunnen we weten dat we soms door onze emoties op sleeptouw genomen worden. De
een houdt van de bedaagde rust van het bestaan, anderen willen elke keer weer
op een Montagne russe, een roetsjbaan omdat ze zonder de gevoelens, de heftige
gevoelens niet meer denken te leven.
Endorfines en andere afscheidingen, hormonen en zo zijn er debet aan.
Maar eens verloren in de liefde, eist de dagorde toch weer haar rechten op en
komen sommigen met lege handen thuis.
Lisa Appignanesi meent dat de neurologen die zo
over het brein spreken als Dick Swaab blijkt te doen, waarbij hij aanneemt dat
op een dag alles helder zal worden, dat dit in feite de wezenlijke complexiteit
van het brein en de nog moeilijker te vatten interacties met het lichaam
onderschat. Maar ook en misschien nog belangrijker, zij meent dat dit tekort doen
is aan de mens zelf.
Overigens, na lezing van het boek merken we met
nog grotere verbazing op dat Lisa Appignanesi een mensbeeld voorlegt, waar nog
wel iets voor te zeggen valt. Nadenkend over de vraag waarom we elkaar, mensen
onder elkaar zowel gelukkig kunnen maken als ongelukkig, ziet men vanzelf de
wezenlijke onbepaaldheid van ons handelen. Er zijn culturele regels,
verhoudingen die we geinterioriseerd krijgen, maar die altijd nog wisselend
succes opleveren in het dagelijkse leven. Het valt op dat we van de ander
perfectie lijken te verwachten en dat de ideale relatie altijd weer berust op
de idee dat de ander zal zijn zoals gedroomd, maar dan begint het grote werk
natuurlijk.
Even opvallend is verder dat we dat wel weten,
dat de ander niet altijd is zoals verwacht, nadat de eerste blindheid
opgehelderd is, na de eerste ruzies dus. Dan komt de vraag om door te gaan of
niet. Het blijkt maar weer dat mensen in hun dagelijkse leven eindelijk niet zo
heel veel geven om redeneringen die op papier mooi klinken. Toch stelt het ons in
staat te begrijpen wat we doen. Men spreekt uiteraard over de vele
echtscheidingen, probeert al eens aan te tonen dat het geen gevolgen heeft voor
de kinderen maar vooral, zoals Lisa Appignanesi laat verstaan is het goed dat
die echtscheiding bestaat maar dat wie een keer een huwelijk opbreekt kans
loopt in een volgende relatie ook niet de voldoening te (blijven) vinden die
men beweert te zoeken. Ik denk, maar het kan een vergissing zijn, dat we hier
met veel aspecten van ons persoonlijke handelen en de interactie met anderen te
maken hebben waar we niet altijd een goed zicht op hebben. Van belang is dus,
denk ik, dat we enige zelfkennis opbouwen. Maar of dat alleen kennis van de
werking van het brein zou wezen?
Men slaagt er nog steeds niet de link tussen
het functionerende brein en het bewustzijn helder te maken en dan nog kan men
zich afvragen waartoe die kennis zou leiden. Tot betere zelfbeheersing? Of tot
beheersing door een derde instantie, een superego, dat ons sturen zal, via
breinmanipulatie? Moeten we dat wel willen? Wat zullen we winnen? Natuurlijk,
onze gevoelens laten zich sturen, binnen de context van de samenleving, maar er
zijn grenzen, want men dient elkaar te ontmoeten, met dient een zekere kijk op
het leven te delen, al blijkt men daar vaak overheen te kijken in eerste
instantie.
Maar het punt is natuurlijk hoe men naar de
dingen kijkt. Appignanesi kijkt om te begrijpen, Swaab wil meer, hij wil als
een nieuwe Faust banen in de hersenen gaat controleren en de mens voorspelbaar
maken. Alleen het juiste gedrag stimuleren. Natuurlijk dient men leed te
voorkomen, maar is het wel ethisch het transhumanisme, het belangrijkste
avontuur van de mens zover te drijven dat we niet meer zouden voelen, dat onze
driften en onze verlangens volkomen onder controle zouden zijn?
Nog eens, wat we wensen als het betere leven is
niet zo helder als men zou willen. Het leven als een avontuur? Moeilijk te
zeggen, want voor de een is het dat en voor de ander is het leven een zaak van
goed voorspelbare patronen. En ons brein raakt van slag als we de zaken niet
meer overzien. Het komt me voor dat neurobiologie in dienst staat van een
mensbeeld, dat zacht gezegd van betwijfelbare kwaliteit is.
Het valt op dat deze discussie niet altijd met
open vizier gevoerd wordt. Natuurlijk ben ik ook geïnteresseerd in wat het
brein doet en hoe het functioneert, ben ik gefascineerd door de complexiteit
van dat universum onder het schedeldak, maar tegelijk is die interesse wellicht
minder gericht op het verbeteren van wat op zich goed is. Zou men inderdaad kunnen
voorspellen dat deze of gene op latere leeftijd ALS zou ontwikkelen, of MS of
andere hersenaandoeningen, dan kijken we graag naar de vorderingen van de
neurowetenschappen. Dan is het uitermate interessant en van levensbelang er
alles aan te doen zover mogelijk te gaan in het voorkomen of tegengaan. De
kwestie blijft evenwel of men accepteert dat behoudens wat ons aan ziekte kan
overkomen, grotere ingrepen in het brein nodig of wenselijke zijn. Levensgroot blijft
dan of we ook niet het goede, het onverwacht verheugende uitsluiten?
En hier speelt op dat het brein wel veel kan
berekenen, maar dat wellustige gevoelens ons echt ook iets brengen. Dat is geen
dilemma noch een paradox. Het is gewoon het leven, iets waar wetenschappers die
volkomen gefocust op hun onderzoek blijkbaar geen oog meer voor hebben. Maar
hier betreden we andere paden, die van het leven als kunst.
Bart Haers
Een anoniem persoon plaatste een reactie, zoals anonieme reagenten plegen te doen alles behalve vriendelijk maar ook allerminst interessant. ALs men het met het werk van Dick Swaab niet eens is, deugt men niet. Ten eerste, neurologisch onderzoek is uitermate boeiend en interessant. Ten tweede, het is interessant zo dat we moeite hebben met een volstrekt determinisme van de menselijke natuur, want dat zou betekenen dat mensen doen wat ze doen zonder dat ze daar enige vat op zouden hebben. Machtsmisbruik, moorden en verkrachten, onderdrukken, allemaal volstrekt normaal en niemand moet u nog terecht wijzen. Het verbaast me altijd weer en steeds meer dat 43 jaar na de vrolijke lente van '68 mensen zo bezig zijn de onvoorspelbaarheid van de mens af te wijzen, terwijl dat altijd wel bron geweest is van bijzondere verwezenlijkingen en helaas ook van ellende. En eerlijk, mocht hier enige samenhang met het katholicisme uit spreken, dan heb ik daar geen last mee. Het gaat inderdaad om wereldbeelden. En nog iets, een vrouw van 65 kan toch wel iets zinnigs te vertellen hebben over het genoegen van de liefde? Is het niet verbazingwekkend dat mensen, vijftigers zoals Gilbert Roox - enfin daar ga ik vanuit, bevooroordeeld als ik ben over de namen en de sociale en generationele contexten van de naamgeving - dat hen verwijten. Ook oudere mensen kunnen nog zeer sensitief door het leven gaan. En ja, dan doen al die verbindingen in het brein er even niet meer toe. En dus, ja, de wetenschap is uitermate belangrijk, nee, niet alles moet men wetenschappelijk willen plaatsen. Maar ja, de strijd tussen psychoanalyse en Johan Braeckman, Maarten Boudry c.s. ligt nog vers in het geheugen.
BeantwoordenVerwijderen