Kan ik mij, niet vrij zijnde tot iets engageren?


Relfectie

Schuld, verantwoordelijkheid?
Verouderde begrippen
Veranderend inzicht

De eed op de kaatsbaan, Serment du jeu de paume
op 20 juni 1789 was een belangrijk moment in de
ontwikkeling van het burgerlijk optreden in de regering
van het land. Het was een zaak van vrijheid, gelijkheid
en broederschap. Wie ontkent dat daar geen vrije wil in
het geding geweest zou zijn, zal veel moeite hebben
om het uit te leggen.  
Dezer dagen komt de vraag weer aan de orde, of we eindelijk wel verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor onze euveldaden. In het geval van Anders Breivik stelt de filosoof Jan Verplaetse vast dat we niet over toerekeningsvatbaarheid moeten zeuren, zelfs niet over de schuldvraag want dat past niet meer gezien de vorderingen van de neurologie. Dat veranderende inzichten in de neurologie nieuwe visies over de mens met zich brengen, staat als een paal boven water. Maar hoe hard en onbetwijfelbaar zijn die inzichten? Hoe kunnen ze invloed hebben op het mensbeeld en op de oorzakelijke verbanden tussen handelen en verantwoordelijkheid, over vrije wil?

Voor zover we het kunnen zien zijn er een aantal neurobiologen en filosofen de mening toegedaan dat voldoende duidelijk is dat de mens niets beslist maar dat het brein is dat beslist. Zoals onder anderen Bert Keizer en Lisa Appignanesi aangeven is deze benadering nog niet zo zeker en ook andere neurologen laten zien dat het brein complexer is dan men stellen zou dat de mens niet vrij is omdat het brein beslist buiten de wil van de mens om. Men gaat daarbij uit van zeer beperkte proefopstellingen, zoals de bekende vraag hoe het zit met het buigen van de vinger, die voor we het doen in de hersenen zou zijn beslist. Maar wat als iemand een tik heeft de vingers te kraken, iets wat iedereen kent? Blijkbaar heeft men niet gekeken hoe het verschil in elkaar zit tussen automatisch kraken van de vingers en het bewust buigen van de vinger.

Maar het gaat finaal om de moeilijke en nog niet afdoende opgeloste vraag hoe uit de materie, ons brein, een bewustzijn kan ontspruiten. Dat we kunnen reflecteren op wat we doen, desnoods weinig verantwoorde daden kunnen rationaliseren of toegeven dat we er niet bij hadden nagedacht, mag toch ook een indicatie zijn dat we over sommige dingen wel eens denken. Het hele spel van de huwelijkstrouw en –bedrog laat overigens zien hoe goed we daartoe toegerust zijn, tot op zekere hoogte, waar we de kracht van de andere partij niet meer of onvoldoende ingeschat hebben.

Het blijft moeilijk om te ontkennen dat we niet weten waarom we sommige dingen doen, waarom we ons blootstellen aan zelfbedrog bijvoorbeeld of waarom we graag anderen iets presenteren dat niet aan de werkelijkheid beantwoord. Vulgus vult decipi? En tegelijk wil men graag geloven dat mensen onderhouden willen worden, met smeuïge verhaaltjes. We aanvaarden geen agressieve bejegening, maar kijken er raar van op als anderen ons laten weten hoe agressief we wel zijn.

Maar ja, zal Jan Verplaetse ons laten weten, we hebben er geen idee van dat dit allemaal in ons brein gebeurt en dat we daar eindelijk geen vat op hebben. Serotonine, endorfine aanmaken… dat wisten ons voorouders niet, maar ze wisten vaak en ontegensprekelijk hoe ze een gelukzalig gevoel dienden te bereiken. Het blijft opvallend, denk ik, dat we gelukkig zijn kunnen zonder kennis van de neurologie, maar dat als we het weten, van die endorfine en serotonine dan nog zien we wel uit naar situaties die ons een gelukzalig gevoel geven, want dat is waar we ons bewust van zijn.

De kwestie is, zegt men dan dat bijvoorbeeld de agressie die voortkomt uit afgunst en de mogelijkheid die agressie ook uit te werken enig soelaas kan bieden, wie er dan ook het slachtoffer is. Maar wat Jan Verplaetse moeilijk zal kunnen verklaren is hoe we aannemelijk kunnen maken dat die agressie niet hoeft te worden botgevierd. Met andere woorden, als het wel gebeurt, dat iemand zijn of haar partner hardhandig aanpakt en zich moet verantwoorden voor de rechter?  Dan kan men de handelende persoon toch niet verschonen, stellen dat hij niet weet wat hij doet, of zij? Dat het in het systeem zou zitten? Welk mensbeeld spreekt hier dan uit? En hoe moeten we dan tegen opvoeding aankijken? Of tegen wat men wel wat graag denigrerend waarden noemt?

De verdediging van een doctoraal proefschrift over de risicofactoren bij de evolutie van MS aan de VUB leerde me althans dat de ontwikkeling van deze aandoening zeer onvoorspelbaar verloopt, dat men een fasebenadering heeft die in 18 stappen aangeven hoe het zelfstandig handelen ondermijnt komt. Maar hoe overzichtelijk het ook mag ogen, de periode waarin het verloop zich aandient, maar ook hoe de volgende fasen zich aandienen, het blijft moeilijk om daar een helder beeld van te krijgen. Niet omdat het aan onderzoek zou ontbreken, maar het blijkt bijzonder moeilijk om de evolutie goed in beeld te brengen. Mogen we daar een en ander uit afleiden voor het gezonde brein? Het blijkt dat het gaat over niet meer goed functionerende verbindingen. Dus, het volmaakte brein, is dat denkbaar? Heeft dat ook nut?

We komen er dus toe vast te stellen dat de premisse van Jan Verplaetse dat we voldoende weten over het brein opdat we kunnen stellen dat we ons mensbeeld dienen te wijzigen, want we weten nu, wetenschappelijk bevestigd dat de mens en het brein niet hetzelfde zijn. Het brein stuurt de mens, maar wie stuurt dat brein? Ik weet dat sommige lezers nu wel zullen zuchten dat ik toch niet in staat ben te begrijpen wat er in de neurologie gaande is. Minstens is er discussie over de resultaten van Victor Lamme, Dick Swaab en anderen over de wijze waarop ze menen het bewustzijn te kunnen afschrijven als iets dat in de hersenen te vinden zou wezen. Maar goed, gesteld dat hun hypothese op grondig onderzoek berust, wat sommige andere onderzoekers zich afvragen, want het verhaal van het buigen van de vinger lijkt niet helemaal zuiver op de graat, dan nog moet men zich afvragen waarom mensen, zijzelf in staat zich de vragen te stellen, want hier spelen natuurlijke aandriften niet meer mee.

En dan komt de vraag: Welk mensbeeld wil men vooruitschuiven? Wat kan die mens over zichzelf weten en over anderen? Hoe kan die mens zich ontwikkelen tot een gewaardeerd mens of tot een agressief wezen? Het zijn die vragen die in het werk van Verplaetse, voor zover we het kunnen zien, niet aan de orde komen. Hersentraining kan helpen, maar de hele filosofie van Plato, Kant en Wittgenstein wordt dan totaal zinledig, want ze hebben geen betrekking meer op de denkende, voelende, wetende mens, zodat slechts overblijft… een wezen dat door het brein aangestuurd wordt en dat brein, tja, dat moet toch iets aangedragen worden want een kind, uitzonderingen niet te na gesproken, kan toch niet onmiddellijk ruimtelijk inzicht ten toon spreiden of enige empathie aan de dag leggen, tenzij met de moeder misschien, of geleidelijk met meer mensen. Maar een mens groeit door ervaringen en leert van ervaringen, met anderen, met voorwerpen, met smaken. Het komt me voor dat dit alles in het andere mensbeeld niet zozeer van belang is.

Finaal komen we toch tot de vraag wat de heer Verplaetse doet met de vrijheid? Hij meent dus dat de vrije wil niet bestaat, maar de consequenties daarvan zijn moeilijk te overzien. Want mochten we inderdaad niet vrij zijn, wat bepaalt dan individueel gedrag, waar moeten we de oorzaken van collectief gedrag zoeken? Dat het brein jantje aanstuurt als hij pruimen gaat plukken, als eieren zo groot, schoon zijn vader ’t hem verbood, ligt voor de hand, maar hoe? Hij ziet pruimen hangen, ziet een ladder en weet hoe lekker zo een donkere pruim wel kan zijn. Die kwestie is van de baan, hij neemt de ladder, laat hem bijna vallen en slaagt erin die bij de pruimerlaar te plaatsen en vervolgen klimt hij op de ladder, plukt een paar pruimen en laat zich, zoals jongens doen, naar beneden glijden. Beneden staat boer Herman hem op te wachten, vraag wat Jantje met de pruimen zal doen, geeft hem de raad mee niet meer in de boomgaard te komen en neemt de pruimen, op een na af. Jantje zet het op een lopen en struikelt over een draad en valt in de sloot, dan rijmt het op groot, maar goed, al die handelingen, daar is het brein behulpzaam bij het observaren, evalueren en milde bestraffing, vanwege boer Herman en schrik in hoofde van Jantje. Jantje komt moddernat thuis en moeder geeft hem een schrobbering, waarna zijn vader hem nog eens laat horen dat het niet mag. Boer Herman wil zijn pruimen verkopen en dus mag Jantje die niet stelen. Voor straf, stel ik voor, mag Jantje zonder verdere vergoeding helpen de pruimen, peren en appelen te oogsten bij boer Herman. Zo ging het in het leven? En nu? Nu doen wijze ouders niet anders, maar toch, sommige ouders kunnen hun woede  niet altijd intomen, als er iets met zoon- of dochterlief zou gebeuren, maar misschien ligt het wel aan dat ze zich er geen rekenschap voor afleggen, zelfs niet aan zichzelf en ook niet over het feit hoeveel schade ze hun kind eventueel kunnen aandoen.

Men kan alleen maar vaststellen dat het de moeite waard is na te denken over de gevolgen van wetenschappelijk onderzoek. Wel zijn we onder de indruk van de stelligheid waarmee Jan Verplaetse ons aanmaant een nieuw mensbeeld te accepteren. Want, laten we wel wezen, we willen toch niet gerekend worden tot die mensen die de moderniteit niet aanvaarden. Wel, we malen er niet om, want het gaat niet over modern of niet, wel of en hoe de bevindingen van neurologie inderdaad een impact hebben op hoe we het bewustzijn moeten begrijpen. Als zou blijken dat het bewustzijn er niet toe zou strekken dat we weloverwogen keuzes kunnen maken in belangrijke kwesties, voor onszelf, maar ook voor anderen, dan kan het ertoe leiden, dat we de idee van de vrijheid en de vrije wil anders gaan bekijken. Hoe kunnen we dan bijvoorbeeld wetens en willens een contract tekenen, met de intentie vrijwillig ons aan de afspraken te houden? Of een eed? Kortom, er is meer aan de hand als we de idee opgeven dat mensen vrijwillig beslissingen kunnen nemen.

Bart Haers 

Reacties

  1. Een mooie, zinvolle, betekenisvolle, belangrijke bezinning. Een van de grondoorzaken van de verwarring, lijkt me dat de opstellingen in wetenschappelijk onderzoek inderdaad meestal zeer simpel zijn, en zeer er in het hier en nu gericht. Terwijl wij niet goed genoeg kunnen beseffen dat de groei van de geest van een mens, een werk van lange adem is, dat nooit ophoudt, en dat (dus) pas zijn beslag, zijn bekroning krijgt in het perspectief van de lengte van een mensenleven. Daarom ook zijn de verhalen in de Bijbel zo anders dan wat we vandaag in de krant van de waan van de dag en in wetenschappelijke (positief-wetenschappelijke, zoals de neurologie) verslagen lezen. De bijbelverhalen spreken over het verloop van een mensenleven. Hun tijdsbeleving is anders. Bovendien lijkt mij het paradigmaprobleem van vandaag, dat Jan Verplatse zo scherp aanbrengt, ook zijn wortels et hebben in een typisch industrieel tijdperk, dat de (betaalde!) daad vereerd, in een dansende dadendrang, terwijl wat echt belangrijk is, zich eerder bevindt in de sfeer van de opvoeding van een kind, van een mens, door de ouders, de familieleden, de vrienden en de schoolmensen: dat gaat over miljoenen kleine stapjes. Zoals een kind zijn moedertaal leert van de moeder, doorheen honderdduizenden kleine levensacts, zo vormen wij ook ons geweten, in de omgang met de ouders en de leraren, hoe jonger hoe belangrijker de vorming. Het is pas veel later, als de kern van dat menselijke geweten is gelegd, dat wij dat geweten kunnen gaan uitbouwen met ethische stelsels, zoals het christelijk geloof of de humanistische traditie. De rol van de moeder (en vergelijkbare figuren) wordt vandaag, in een salaris-maatschappij, schromelijk onderschat. En zo kom je uit bij absurde denkkastelen als het niet bestaan van de vrije wil in de mens.

    Stefaan Hublou Solfrian, historicus en ervaringsdeskundige

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Stefaan,ik ken je betrokkenheid bij de bijbel en ik blijf vinden dat men het boek niet zomaar terzijde kan schuiven omdat er tal van kwesties in behandeld worden die vandaag in het particuliere leven van belang kunnen zijn. Maar tegelijk is de discussie over wat wetenschappelijk is vandaag wel zeer eng geworden. Meten is weten? Misschien maar kan het zijn dat men soms de verkeerde dingen meet? En finaal komen we bij de vraag uit wie we kunnen zijn en dan is Nietzsche niet ver weg, worden wie je bent. Maar goed, de weg die men volgen kan dient men te vinden en zonder de nabije mensen, ouders, onderwijzers (m/v) en anderen lukt het niet altijd die weg te vinden.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Indien de reactie van de heer Hublou een (negatieve) kritiek is op de uitgangspunten van het hedendaags wetenschappelijk (neurologisch) onderzoek, dan is deze in alle opzichten, bijzonder pover, niet met argumenten onderbouwd, en grotendeels naast de kwestie en hoogstens te herleiden tot een individuele, religieus gekleurde bedenking. Niets meer.
    Vooral de laatste zin is grappig: “En zo kom je uit bij absurde denkkastelen als het niet bestaan van de vrije wil in de mens”. Alsof dit logisch zou voortvloeien uit de er vorenstaande schrijfsels die in het geheel niet en ook nergens ingaan op de stellingen van de heer Verplaetse. Wat naast de kwestie leuteren kost niet veel. Maar een onderbouwde kritiek leveren is een paar ander mouwen. Waarom de bedenkingen van Verplaetse absurde denkkastelen zouden zijn wordt in ieder geval nergens aangetoond. Voor zover mij bekend is het onderwerp dat de heer Verplaetse behandelt alvast niet de cultuurhistorische betekenis van de bijbel.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Het lijkt me weer een kwestie van definities. Wat noemt men een vrije wil? Als men ervan uitgaat, dat deze wil onder geen invloed staat, dan is het overdreven. Maar totale gedetermineerdheid is ook overdreven. Want een mens kan altijd zijn/haar eigen keuze maken. Alleen een automaat/machine kan het niet, trouwens...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Inderdaad, het scherp stellen van definities is al een heel eind vooruit, maar ik denk, dat het gepast omgaan met die definities en het gebouw van het begrip optrekken is een belangrijke tweede.
      In die zin is het zinloos te stellen dat het geen zin heeft om de cultuur en het samenleven, onder andere middels cultus en religie zomaar af te doen als onbelangrijkk. Wat betreft de kritiek op Verplaetse, onder andere Stefaan Hublou heeft mij nog niet zo lang geleden laten weten dat de mens volledig getermineerd zou zijn. Belangrijker is dat men de visie van de heer Jan Veplaetse alleen maar van kritiek kan dienen als men de uitgangspunten en de methode van de filosoof goed ziet. Nu is dat het voorrecht van filosofen als Spinoza, Kant, Foucault dat zij ten gepaste tijde hun methode en uitgangspunten laten kennen. Het zou mij bijzonder interesseren als iemand eens door ging denken op de inzichten van Julien Offray de la Mettrie. Maar goed, u aanvaardt - veronderstelling de kritiek van Bert Keizer aan het adres van Dick Swaab en Victor Lamme ook al niet...

      Verwijderen
  5. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Ik denk ook dat de Bijbel te maken heeft met het antropologische gegeven dat mensen zich van de wereld een idee wilden vormen. Het was jaren geleden dat ik Etienne Vermeersch over de traditie van de Jesu Christi-forschung heb horen spreken. Die onderzoeken hebben voor het denken zeer veel opgeleverd, zeker in de faculteit van de Letten en wijsbegeerte. Maar het is inderdaad zo, zoals Spinoza vaststelde, dat we van God niet veel zinnigs kunnen zeggen en al helemaal niet over zijn ingrijpen in de wereld. Wel denk ik dat kerkvaders en andere theologen door hun reflecteren op deze teksten soms wel tot zinnige inzichten kwamen. Maar het staat vandaag eenieder vrij dat mysterie te omhelzen of niet. De macht van kerken en clerici is vandaag zo zwaar geslonken - in Europa - dat hen aanvallen geen vorm van moed kan heten.
    Tegelijk kan men blijkbaar moeilijk om met de kritiek aan het wetenschappelijke bedrijf... maar is het niet juist de verdienste van het humanisme dat het ook het wetenschappelijke bedrijf ernstig neemt en dus kritisch bejegend in plaats van met een ja en amen de zaak te onderschrijven.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts