Hoe het nieuwe Europa begrijpen
Reflectie
Gescheiden
verhalen
Vergelijkbare
uitkomsten
Nu we moeten vaststellen dat we van de
geschiedenis van Roemenië, Polen of Tsjechië – voorheen Tsjecho-Slowakije –
voor ons maar zeer oppervlakkig bekend is, terwijl we sinds 2004 deel hebben aan
het wel en wee van de inwoners, c.q. de burgers van die landen. Er blijft, denk
ik, een groot probleem als het erom gaat
te begrijpen wat de mensen in die landen sinds het begin van WO I hebben
meegemaakt, want dat was op het oog altijd wel nog iets meer en harder om
dragen dan wat in het Westen aan de hand was. Wat dan wel? Verschuivende
grenzen, bestuursvormen die niet democratisch mogen heten en van 1947 af tot
1990 de schaduw van Moskou – maar hier moeten nuances bij overwogen worden. Met
dat alles zien we dat het bestuur van die landen en de ervaring ervan voor ons
hoogstens begrijpelijk kunnen worden als we de ervaringsdeskundigen zelf aan
het woord horen.
Het merkwaardige nu is dat we mensen die echt
wel iets te vertellen hadden of hebben, zoals Vaclav Havel en Joachim Gauck,
Gyorgy Konrad niet altijd graag beluisteren, al zal dat niet opgaan voor
Konrad. Mensen die niet vanzelf in de
media komen, hebben veel te vertellen, zoals een dame in Brugge, die take away
heeft, waar ze me wel eens vertelt hoe het leven was in de DDR. Dat het geen
doffe ellende was, maar de ellende zat in de onvrijheid. Toch lijkt het beeld helder,
want tja, er was een dictatuur van de partij en een reisverbod naar het Westen,
tenzij men door het regime uitgezonden werd. Hoe pijnlijk dat gebrek aan
vrijheid ook was, mobiliteit was voor 1914 in het gebied groot, met
uitzondering van alle landen die onder de Tsaar lagen, Polen en Baltische
staten waren onderhevig aan de restrictieve wetten. De nieuwe staten die na
1918 ontstonden, waaronder Tsjecho-Slowakije waren vrij ambitieus en hebben in
de loop van de 20 jaar tot de volgende oorlog een aantal zaken gerealiseerd, op
het vlak van democratie en het samenleven van volkeren dat onze aandacht wel
moet trekken. Madeleine Allbright was een politica in de VSA en secretary of
state onder Bill Clinton, die pas in die periode vernam dat haar ouders tot het
Joodse volk behoorden, maar er eindelijk niet meer aan deden. In Londen hebben
zich laten dopen, maar de auteur weet niet wat nu de echte toerdracht was. Haar
boek Praagse Lente vertelt vooral hoe Tsjecho-Slowakije nog onder
Franz-Jozef streefde naar een statuut, vergelijkbaar met Hongarije, hoe een
cultuurnationalisme zich ontwikkelde maar hoe Thomas G Masaryk dat
cultuurnationalisme zo vorm heeft gegeven dat ook anderen dan de Tsjechen hun
plaats vonden, zoals de Slowaken en uiteraard de Duitstaligen, die men als
Sudeten is gaan beschouwen. Blijkbaar waren niet allen bereid achter Konrad
Henlein en Hitler te staan en ook die zijn naar Londen getrokken in
ballingschap.
Het boek zullen we afzonderlijk bespreken,
omdat er wel heel wat stof tot nadenken in gevonden kan worden. Als we het over
de gescheiden en moeilijk te delen geschiedenis hebben, dan is dat om we
vandaag in Europa met enkele zware opdrachten staan, die men niet zomaar aan
ons burgers kan opleggen zonder zich van de vele facetten bewust te zijn. Het
lot van Griekenland, Portugal, Spanje en Italië krijgt heel wat aandacht, het
lot van Polen en Hongarije en andere landen blijft onbesproken. Het gaat wel
eens over Fidesz in Hongerije, wanneer daar zogenaamd ondemocratische maatregelen
vallen, maar dan is er geen uitleg, alleen verontwaardiging. Nu zijn die
voorstellen wel controversieel, maar als men er geen duidelijk zicht op krijgt
wegens gebrek aan deugdelijke informatie, tja, dan is die verontwaardiging
natuurlijk ook niet echt geloofwaardig. Aan de andere kant, wat vernemen we
over het beleid van de liberale regering van Tusk? Juist, ook daar ontbreekt
het uitleg, inzicht en concentreert men zich op de Polen die hier komen werken.
Roemenië, Bulgarije? Tja, ook daar schiet het niet op wat informatie betreft,
hoewel we onlangs mochten vernemen dat het land zich wil gaan profileren als
toeristische trekpleister. Waarom ook niet.
In wezen blijft datgene wat de verstandhouding
zou kunnen bevorderen onbesproken. Men kan altijd wel zeggen dat het erg was,
die dictatuur, de oorlog, de tijd van het communisme, maar dan komt de ervaring
van het bestel niet aan de orde. Van Fallada tot Eugen Ruge zien we een en
ander voor ons oog opdoemen. Bovendien blijkt ook dat zelfs hier, ten onzent,
mensen die de oorlog hebben meegemaakt niet altijd veel willen vertellen. Van
mijn vader weet ik dat hij tot 1943 op college zat en zo veilig was voor de
arbeidsdienst. Maar in 1943 kon hij niet naar de universiteit, kon hij ook niet
gewoon werken op het gemeentehuis, zoals even overwogen is. Hij is ondergedoken
omdat de burgemeester hem vertelde dat als hij zou werken voor de gemeente dit
als collaboratie zou beschouwd kunnen worden en de regering in ballingschap in
Londen had reeds besluitwetten
uitgevaardigd waarin collaboratie werd bestraft. Hoe men er weet van kreeg?
Naar de BBC luisteren allicht en doorzeggen. Maar uiteraard was het zo dat in
1943 de krijgskansen begonnen te keren, na de nederlaag van Rommel in Afrika en
na de overwinning van de Russen in Stalingrad. De bezetting betekende dus dat
men niet zomaar kon gaan en staan waar men wilde, de avondklok en dus ook
wegvoeren van mannen naar Duitsland om de oorlogsindustrie draaiende te houden.
Van zodra de Britten en Amerikanen begonnen met massale bombardementen van
verkeersknooppunten en bedrijven, kon men als weggevoerde maar hopen dat men
niet mee het slachtoffer zou worden. Daarom keerden vrijwilligers uiteindelijk
vaak ook niet terug omdat het goede eten en andere voordelen naarmate de oorlog
vorderde er minder op werd. We kunnen ons niet inbeelden wat het moet zijn in
een bezet land te leven, waar men zich moet verstoppen om niet naar Duitsland
te hoeven. Was dit een daad van verzet, dan zijn die onderduikers die niet
actief mee streden tegen de bezetter niet als zodanig erkend. Het geeft aan hoe
formalistisch men na de oorlog dacht, maar ook dat men de risico’s voor de
onderduikers niet goed snapte. Werden ze opgepakt dan riskeerden ze een statuut
van Nacht und Nebel-gevangene en dat betekende dat elk spoor van leven
vakkundig werd vernietigd. De personen die een onderduiker beschermden waren er
ook niet vanaf met een reprimande. Insa Meinen heeft op die vorm van verzet
gewezen en het bleek ook wat mijn vader ervan dacht, dat hij weigerde mee te
doen.
Het besef dat wij, de generatie van mijn broers
en zus aan dat gebeuren ontsnapt zijn net omdat de EU er kwam en omdat iedereen
wijs genoeg bleek de democratische instellingen en vrijheden niet in vraag te
stellen, verhindert wel vaker dan ik gedacht had de nodige empathie met wat ginds is voorgevallen. Partijen die zich
voor ter linker zijde extreem opstelden, zoals de Communisten en later Amada
bleken niet echt te hoeven rekenen op veel steun. De KPB van Louis van Geyt en Jef
Turf was na een eerste golf van populariteit in de late jaren 1940 – dankzij de
faam van het verzet – al vlug gereduceerd tot een kleine club. Amada kwam voort
uit de bewegingen in de jaren 1960 waarin een vernieuwd appel uitging van Cuba
en China. Frank Vandenbroucke was lid van zo een club. In Gent, in de jaren
1980 waren die clubjes alweer op de terugweg, maar ze waren wel aanwezig, de Marxistisch-leninistische
beweging. Maar wat ze betekenden? Misschien is het wel zo dat zij wel een
zekere intellectuele rigueur aan de dag legden, die andere studenten, of toch
zeer vele ontbeerden. Zelf zat ik wel in Sowege, maar dat was slechts een
slappe vorm van dat marxisme en uiteindelijk bleek het nauwelijks werkbaar,
althans in mijn herinnering. De reden was eindelijk dat de discussies zelfs
niet doctrinair waren en behalve een wandeling naar de Gentse hoerenbuurt… ik
overdrijf, maar toch, studenten gingen niet zo gemakkelijk meer in debat, op
enkele kleine clubjes na.
Het komt me voor dat we zo goed als niet
begrepen dat we als studenten bevoorrecht waren, dat we naar Parijs konden of
Berlijn als we dat wilden, maar in feite was het studeren niet meer een echt
engagement. De vrijheid was ons dierbaar, maar we gebruikten ze niet echt, denk
ik. Intussen was ik al eens naar Duitsland gegaan en had ik er al liften een
man ontmoet die mij vertelde over zijn ouderlijke huis in
Mecklenburg-Vorpommeren waar hij in 1944 met zijn familie vandaag gevlucht was.
Over de betekenis van het Nazisme wist hij te zeggen dat veel mensen na het
aanvankelijke enthousiasme al in ’37, ’38 spijt begonnen te krijgen, maar
slechts weinigen durfden dat ook te uiten. Zijn familie had als bestuurders van
een groot landbouwbedrijf de afwachtende houding aangenomen die de boeren wel
vaker kenmerkt, tot op zekere dag een vroegere stalknecht in de omgeving baas
begon te spelen. Dan was het uit met de pret, voor die jongeman. Zelf kon mijn
gastheer, want hij had mij uitgenodigd in zijn huis bij Hanau, waar ik een paar
dagen mocht toeven en met de echtgenote en dochter kennismaken, met die
stalknecht goed overweg en begon hij hem geleidelijk van de foute inzichten te
overtuigen. Op gymnasium, zo kreeg ik te horen, was het geleidelijk een slome
boel en om zich bezig te houden begon hij de boeken uit de bibliotheek te
lezen. Toen hij merkte dat er boeken verdwenen, begon hij ze zelf ook bij te
houden, onder meer van Martin Buber – een joods zionistisch filosoof – maar ook
van Nietzsche kon hij enkele boeken redden. In 1941 kon hij niet verder naar
school, omdat de gouwleider had besloten dat al die studentjes en vooral de
boeren maar beter in het leger konden. Zelf had hij geluk een aantal maanden in
het Westen, bij Straatsburg en vervolgens in Boulogne-sur-mer te moeten dienen
en toen de ramp in het Oosten duidelijk werd, werd hij secretaris van zijn
officier, die meestal in de buurt van de Wolfsschans verbleef. In 1944 is hij
luitenant en wordt hij naar het westen gestuurd om daar mee de Amerikanen en vooral
de Polen tegen te houden. Hij is zelfs niet meer in Boulogne geraakt, want de
tanks trokken, een keer het Normandisch schiereiland veroverd in razend snel tempo
door Frankrijk. In de Panne was hij gewond geraakt en om zich te kunnen laten
verzorgen had hij zijn uniform verwisseld voor burgerkleding die hij altijd bij
de hand had sinds de Nederlaag onafwendbaar leek. De arts die hem verzorgde
heeft hem aangeraden zich aan te geven bij de bevrijders en zo heeft hij dan
nog twee maanden in een ziekenhuis gelegen, bewaakt door een Britse soldaat.
Zijn wonde was niet erg geweest, maar de verzorging had even te wensen over
gelaten en toen was het gaan zweren. Hij heeft het overleefd, maar toch, hij
had ook gestorven kunnen zijn maar dat wilde hij niet.
Teruggaan naar Mecklenburg bleek al onmogelijk
en dus begon hij een nieuw leven in Beieren eerst en later in Hanau, bij
Waterstaat. Familie aan de overkant is hem komen bezoeken tot in de jaren 1955
maar daarna begonnen de bestuurders in Oost-Berlijn de zaak steeds meer te
bemoeilijken omdat er zovelen, al bij al zo een 300.000 naar het westen waren
gevlucht en dat was ook de reden waarom de muur gebouwd werd. In 1984 vertelde
hij mij dat hij dacht dat de verdeeldheid toch nog wel twintig jaar zou duren
maar ook hoopte hij dat de leiders van de SED hun strakke regime zouden
versoepelen. In 1990 heb ik die man nog eens ontmoet en bleek dat hij opgetogen
was dat de situatie zo snel veranderd was. Hij is er later nog in geslaagd het
oude boerenbedrijf opnieuw te verwerven en met een neef verder te zetten. Zijn
zoon was ingenieur geworden en bleef in Hessen, maar dat is de gang van zaken
zegde hij. Een saillant detail wist hij nog te melden: de stalknecht die nazi
geworden was, woonde in de boerderij als beheerder en als lid van de SED. Opportunisme,
zo vernam ik, was hen nooit vreemd, die mensen die in de NSDAP waren gestapt en
er leidende functies hadden opgenomen. Hoe of hij zo gauw in de SED een plaats
had gevonden? Een goed verhaal wellicht. Men heeft altijd gezegd dat het Oosten
wel had gedenazificeerd, terwijl Konrad Adenauer dat had nagelaten. Nu blijkt
dus dat men verhalen voor lief nam en gedreven nazi’s wel had aanvaard.
De geschiedenis van Oost-Europa begrijpen
betekent dat men probeert te vatten voor welke moeilijkheden de burgers
stonden. Van belang bijvoorbeeld is dat voor Praag of Riga Brussel soms wat
veel op Moskou kan lijken, een strakke bureaucratie en geen inspraak, maar
tegelijk moet men van Europa ook geen karikatuur maken: Brussel heeft maar zoveel
macht als de lidstaten Brussel geven en dan nog, je hebt drie instellingen of
drie tafels, die van de Commissie, die van het Parlement en die van de Raad van
Staatshoofden en regeringsleiders. Maar als het op besluitvorming aan komt, dan
merkt men dat Europa voor de journalisten
alleen van belang is voor zover die betrekking heeft op eigen land, of als het
echt te ver gaat, over wat er gaande is in Griekenland. De keren dat men toont hoe
erg de crisis in Spanje was voor Rajoy de regering ging leiden en sindsdien, is
wel opvallend. Nu is de man ook niet altijd bij machte snelle beslissingen te
nemen, maar toch, de doorwerking van de crisis kan men maar moeilijk aan de
zetelende regering toeschrijven. Dat het herstel langzaam zal gaan en
afhankelijk zal blijken van de bereidheid van ondernemers om opnieuw te
investeren, krijgt men ook niet gezegd. En dan is er de vraag hoe men de
problematiek van uithuiszettingen zal oplossen. 400.000 uithuiszettingen in
Madrid of heel Spanje, het is me niet duidelijk, komt ook omdat men een zeer
vlotte hypotheekregeling had uitgewerkt. Echter, wijl we over Spanje schrijven
en spreken, horen we niets over wat er Oostelijk van Berlijn en Wenen gaande
is. De wanhoop van de Spanjaarden kan men wel begrijpen, maar dan vergeten we
dat er in Spanje een eigen geschiedenis speelt, die men slechts sporadisch te
berde brengt, namelijk de dictatuur na een burgeroorlog, waardoor de
economische ontwikkeling en de sociale ontwikkelingen wel zeer traag zijn
verlopen, met achterstand voor de burgers voor gevolg. Ook daar zit dus een
eigen verhaal onder de problematiek.
Het zijn gescheiden verhalen en we hebben de
indruk dat ze een eigen logica hebben, dat de betrokkenen er een eigen
rationaliteit op na hielden, wat zelfs nu nog speelt, het monument voor de
gevallenen in Spanje een opvallende rol. In 2006 kwam er een wet Ley de la Memoria Histórica waarin gestipuleerd
werd dat namen van personen die onder de dictatuur prominent waren, niet meer
genoemd mochten worden in straatnamen en pleinen; het nationaal monument voor
de gevallenen is echter moeilijk te plaatsen omdat revolutionairen, die
katholiek waren ook in het herdenkingsmonument werden begraven. Maar deze wet
die door een linkse regering werd gestemd, heeft als nadeel dat men een stuk
geschiedenis wegveegt. Zoals Toback deed in Leuven dus, waar Foch stond voor de
inspanningen om het land en de stad te bevrijden. Dat het plein naar de eerste
rector van de KU Leuven, dat wil zeggen de eerste rector van de afgescheiden
Nederlandstalige katholieke universiteit, Piet de Somer, doet die dan wel
onrecht, Foch en de Bondgenotenlaan verwijzen naar de bevrijding na een lange
bezetting en uitermate destructief gedrag. De bibliotheek van de universiteit
werd herbouwd, maar in 1945 mocht men nog eens beginnen.
Het gaat er dus om dat we eindelijk gaan inzien
dat bijvoorbeeld die geschiedenis van Spanje of Portugal, dat in 1974 de
Anjerrevolutie kende, een geschiedenis hebben gekend die voor ons wel enig
zoekwerk vraagt. Tot op een zeker niveau kennen we het verhaal van die
Anjerrevolutie, maar hoe het zover kon komen en hoe het land in een eerste fase
een zeer linkse regering kende, maar vervolgens toch een stabiele democratie
werd, is al veel minder duidelijk. In die zin valt het op dat het
eurocommunisme als term en als fenomeen al helemaal uit de herinnering
verdwenen lijkt. Vooral in Italië is het communisme tot in de jaren 1970 behoorlijk
populair gebleven, met vele burgemeesters en ook veel parlementsleden. Pas in
de late jaren zeventig leek de wind er te keren en kwamen de communisten zelf
tot een reformistische opvatting, maar toen was het hele politieke landschap in
Italië al zo door en door rot, dat een grote kuis zich in 1994 aandiende,
helaas, zou men kunnen zeggen door de verkeerde veegborstel, il Cavaliere Silvio
Berlusconi; een voormalige charmezanger, die onder meer dankzij Bettino Craxi,
die zelf naar Tunesië was gevlucht. Op zich lijken dat maar feitjes, maar zoals
men de afgelopen 18 jaar kon zien, heeft Italië een last van corrupte elites te
dragen.
Hoe we dan moeten kijken naar de regeringen in
Praag, Warschau of Budapest? Velen lijken de mening toegedaan dat zij mogen
blij zijn tot de EU te behoren, maar toen George W Busch aan kwam zetten met
een rakettenschild en de West-Europese regeringen daar bijzonder sceptisch over
waren, stonden Praag en Warschau klaar om mee te doen. Zij beschouwden de
Amerikanen meer dan het Oude Europa
als de bevrijders van hun land, wat hen wel werd ingepeperd ook.
Het kan dus moeilijk anders dan dat we deze
verhalen trachten te begrijpen en vervolgens dat we in het politieke debat
binnen de EU die gevoeligheden ook ontzien. Maar zoals we eerder al stelden,
het gaat er niet om zomaar een soort eengemaakte historiografie te realiseren.
Wel is het van belang dat die onderscheiden geschiedenissen ook die aspecten
meebrengen over wat er gemeenschappelijk is en dat landen hun eigen verhaal
mogen en kunnen blijven brengen. Daarbij geloven we niet dat men mythes mag
promoveren tot geschiedenis. Maar er is voldoende materiaal al verzet om de
geschiedschrijving op goede gronden uit te werken en naar de noodzaak en de
mogelijkheden zich aandienen dieper graven.
Het boeiende van geschiedenis is nu net dat men vanuit een vrij oppervlakkig en
summier verhaal kan komen tot een tableau dat met een zeer rijk palet is
uitgewerkt. Het gaat dan niet om een werk van verbeelding, wel om het zeer ver
doordrijven van de analyses en ook in de synthese een mooi verhaal brengen op
grond van uitgebreide detailstudies. Waarom men daar in de brede pers weinig
belangstelling voor wenst op te roepen, blijft voor mij een raadsel. Want hoe
we anders draagvlak kunnen ontwikkelen voor een gemeenschappelijke toekomst,
blijft dan wel onbeantwoord.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten