Over Waarden en Normen
Reflectie
Dwaallichtjes dezer dagen
Worstelen
met waarden en normen
In de discussie over de
ondergang van het CDA en het onvermogen van de CD&V om in de steden grond
aan de voet te herwinnen, valt er veel te zeggen voor de analyse dat de partij
het verhaal over normen en waarden heeft laten varen. De klemtoon kwam bij Maxim
Verhaeghe te liggen op sociaal-economische issues en er werd, zo lezen we in
NRC vergeten dat die benadering een specifieke eigen boodschap op de klippen
liet lopen. Misschien was hier de kwestie van de derde weg ook aan het werk.
Maar waar heeft men het dan
over, als men over normen & waarden gaat discussiëren. Ook Joep Dohmen
neemt in zijn brief aan een middelmatige man afstand van het discours, of
liever, hij meent dat met die slogan weinig te beginnen valt. Inderdaad kan men
er niet onderuit als men begint over normen en waarden die termen ook invulling
te geven en alvast te benoemen. Want anders zou men met enige kwade wil kunnen
zeggen dat ook sommige partijen in duistere tijden, de bende van Hitler en
zelfs de tijd onder Brezjnew gekenmerkt werden door een stug pleidooi voor
normen en waarden. Jacques van Doorn meent namelijk dat onder Hitler in
Duitsland de dictatuur van de NSDAP kon werken omdat velen zich geroepen
voelden zich achter de partij te scharen en zich vooral met Hitler verbonden te
weten. Men wilde zich, zo stelt hij, zeer overtuigd inzetten en de wensen van
de Führer voorkomen. Men zal hieruit niet afleiden dat voor van Doorn het
regime geen dictatuur was, maar wel dat het gedragen werd door een aanzienlijk
deel van de bevolking.
Er waren lieden zoals Kurt von
Hammerstein-Equor of Hans en Sophie Scholl die wel degelijk weigerden, de ene
als generaal-inspecteur en de andere jongeren die in hun jeugd lid waren
geworden van de Hitlerjugend respectievelijk de Bund Deutsche Mädel en er zelfs
als leider waren opgetreden mee te gaan met de corrumpering van de samenleving.
Maar uiteindelijk werden zij uit de rijen van de Hitlerjugend en zo verdreven. Men
kan de traktaten van de groep die Weiβe
Rose best lezen als een pleidooi
voor democratische en voor burgerlijke waarden. Begrijpelijk dat sommigen er
niet van houden, ondanks de tragische heldenmoed van deze mensen.
Want wie vragen had bij het
bestel kon zich natuurlijk niet meer vrijwillig inzetten voor het algemeen
belang binnen dat systeem. Dat von Hammerstein zich van een bepaalde morele
opdracht bewust werd, kwam tot uiting in de geslaagde pogingen aan Moskou een
en ander te laten doorkomen van informatie. Dat zijn dochter hier op eigen
houtje handelde dan wel op zijn steun kon rekenen is niet geheel duidelijk. Dat
hij als voormalig actieve officier van de generale Staf van de Reichswehr, vaak
in Rusland nieuwe wapens had getest en het leger had getraind, maakte dat hij
bekend was met Russische officieren. Maar we weten dat officieren onder Stalin
in 1936 en volgende jaren werden weg gevaagd.
Over Inge Scholl, haar boekje
en de dood van haar broer Hans en zus Sofie zijn we ook goed ingelicht, al krijgt
het zelden veel aandacht. Men meent dat zij als burgerlijke oppositie tegen het
nazisme niet echt representatief waren voor wat er in Duitsland gaande was. Dat
een eenvoudige pedel van de universiteit het nodig achtte de Gestapo te verwittigen
van hun euveldaad en zo hun dood mee mogelijk maakte, maakt deel uit van dat
complexe verhaal van een volk dat zich na 1919 in de steek gelaten voelde. Maar
zoals Joachim Fest nog op de valreep kon vertellen had ook hij bewust beleefd
hoe zijn vader weigerde lid te worden van de NSDAP en na een beroepsverbod met
vrouw en kinderen een heel moeilijke tijd heeft meegemaakt. Ook hier lag een
keuze ten grondslag die men altijd als een uiting kan zien van het hechten aan
zekere waarden. Progressief of conservatief? Dat valt nog te bezien.
Moeten we het dan nog hebben
over Clemens August Graf von Galen, de bisschop van Munster die er een zaak van
maakte Hitler van diens plannen tot euthanasie van daklozen en gehandicapten af
te brengen – nadat er eerst 100.000 waren gedeporteerd. Dirk Verhofstadt heeft
gewezen op de afzijdige houding van Paus Pius XII die zich niet voldoende zou
ingezet hebben om Joden te redden van de uitroeiing. Maar volgens andere
historici was de paus verontrust geworden over de negatieve gevolgen van zijn
prediking en brieven tegen de praktijken van het nazisme ten aanzien van Joden.
In Nederland zou men ertoe besloten hebben tot christenen gedoopte Joden toch
te vervolgen, terwijl die voordien niet op de lijsten waren gezet. Het dilemma
blijkt voor Verhofstadt niet zo zwaar te hebben gewogen, maar toch zouden in
Nederland meer slachtoffers vallen dan in ons land. Na de oorlog heeft de
samenleving de aderlating van talent en inzet wel gevoeld. En vandaag? Volgens
sommigen heeft Europa een zekere culturele dynamiek verloren.
Waar het ons om te doen is?
Niet zozeer dat we nog maar eens de kwestie van de Holocaust ter sprake willen
brengen, wat soms kan uitlopen op gratuite verontwaardiging. De zaak is wel dat
toen mensen niet zomaar over waarden en normen konden spreken, maar dienden te
handelen: hun integriteit stond op het spel. Men mag overigens niet vergeten
dat Duitsland voor 1914 de gevolgen van de Kulturkampf en dus de strijd tegen
de katholieke kerk kende en dat anderzijds, zoals ook Van Doorn aanstipt de SPD
er niet in slaagde mensen, in de eerste plaats de eigen parlementaire fractie
te overtuigen tegen de oorlogsverklaring, tegen de oorlogshysterie te stemmen.
Zoals in Frankrijk waar na de moord op Jaurès de oorlogskredieten met steun van
links werden gestemd, kon ook in Duitsland de partij niet verhinderen dat de
eigen achterban, de arbeiders mee gingen betogen aan de Wilhelmstrasse (Het
Auswärtiges Amt) en onder de Brandenburger Tor voor de oorlog.
Dat we vandaag nog steeds niet
goed weg weten met de gebeurtenissen van toen, dat wil zeggen dat we niet
begrijpen dat men bereid was voor oorlog te betogen, zal wel weinig mensen die
in 1981 en 1983 mee gingen betogen tegen de raketten mogelijk hebben geleken.
Dat diezelfde mensen de gedachte vreemd was dat in Rusland mensen niet ten
volle over hun leven konden beschikken, komt ons in wezen nog vreemder voor.
Vandaag reikt het Europees Parlement telkenjare een Sacharov-prijs uit, genoemd
naar de Russische atoomgeleerde die finaal weigerde het programma nog verder te
ondersteunen. Amnestie International steunde in de jaren van de
rakettenbeweging volop Russische dissidenten en dissidenten in de satellietstaten
van de USSR. Veel mensen die de vredesbeweging steunden, kwamen ook op tegen de
wederrechtelijke behandeling door de Russische autoriteiten van recalcitrante
figuren. Ik heb daar altijd een opmerkelijke tegenstelling in gezien. Was ik
dan voor het plaatsen van raketten? Liep ik met sticker of pin rond waarop ik
fier zou vertellen: liever een raket in mijn tuin dan een rus in mijn keuken?
Geenszins, want ik had de indruk dat de opzet van de regeringen van de NAVO
erin bestond te proberen de Russen tot nucleaire ontwapening te brengen. De
vredesbeweging was in mijn ogen niet naïef maar ik kon mij wel vinden in het
zogenaamde dubbelbesluit, waarbij de NAVO besloot onderhandelingen te openen en
als stok achter de deur te besluiten tot het plaatsen van middellange
afstandsraketten. Dat in 1982 Joeri Andropov het had overgenomen van Breznjew
en dat velen van de vredesbeweging dweepten met Solidarnosc was me ook niet
ontgaan. Het bleek allemaal verwarrend, tot in 1985 Gorbatsjov aan de macht
kwam en vervolgens het vastgeroeste bewind ging omvormen. Van een tragisch
figuur gesproken. Tragisch omdat hij door zijn keuze voor een nieuw beleid in
Rusland en voor erkenning van de verwachtingen op een beter leven van de Russen
de poten onder zijn eigen troon heeft weg gezaagd.
Net deze ervaring met een
toenemende verwarring, die zich in 2001 in een merkwaardige variant liet
herhalen, na de aanval op de Twin Towers in New York en de erop volgende
faliekant mislukte oorlogen van de VS en bondgenoten in Irak en Afghanistan,
bracht me er al vroeg toe discussies over partijkeuze wat af te remmen. De
waarden van de ene partij en de normen van de andere, bijvoorbeeld ook in de
discussie over zure regen bleken altijd weer slechts een gedeelte van het
verhaal te vertellen. Wat men diende te doen om zure regen ofte acid Rain te
voorkomen, lijkt verrassend goed op men vandaag meent te moeten ondernemen om
de klimaatverandering tegen te gaan. Dat er vele facetten aan het debat toen en
nog een beetje nu vast zaten, heeft me niet verbaasd, wel dat velen de korte
versie voldoende vonden om in actie te komen.
Het belang van dit alles voor
onze reflectie over waarden en normen bestaat erin dat ik mij afvraag of we het
kunnen vermijden dat we normen &
waarden als politiek issue afwijzen en tegelijk klagen over uit de klauw
lopende gedrag van mensen, jongeren, ouderen, veertigers in hun BMW en nog zo
wat van die dingen. Normen? Waarden? Normen is datgene waarover een (elitaire)
consensus bestaat van wat men passend gedrag kan noemen: zo heurt het. Waarden is datgene wat we
collectief of als samenleving als belangrijk achten, na te streven houdingen en
nobele doelen. Nu zal men met mij opmerken dat er nogal wat partijen te vinden
zijn die er specifieke waarden op na houden, want liberalen en socialisten
delen doorgaans vrijzinnige waarden, terwijl katholieken er vooral een ethiek
van zorg, verwoord in het personalisme en rentmeesterschap op na houden. Beide
systemen zijn niet echt contradictorisch, laat staan dat ze elkaar uitsluiten.
Maar toch lijkt men over het hoofd te zien dat zij wat de centrale waarden,
vrijheid, gelijkheid en broederschap betreft elkaar weinig ontlopen, terwijl
bij de realisatie van die waarden de zaak al complexer wordt en als men
bijvoorbeeld veiligheid in het geding brengt, men helemaal alle kanten oprent.
Of moeten we dan echt dat gedoe met overlast blijven accepteren? Jongeren die
op een veldje spelen, voetbal of basket? Dat maakt teveel lawaai. Het kan zijn
dat we ons vergissen, zegt men, maar we mogen geen overlast aanvaarden. Waar is
de tijd dat het strand onder de kasseien van de Steenstraat of de Veldstraat
lag? Het zal wel nooit zo expliciet geweest zijn, maar nu gaat men toch zeer
ver in het anticiperen van de burger en diens lage pijngrens als het om de sensoriële
overbelasting gaat.
Het gaat om de idee dat
mensen, meer dan iemand in de jaren zestig of zeventig had durven vermoeden, om
de gedachte dat men van mensen heel concreet een gedrag kan eisen dat we voor
het gemak fatsoenlijk noemen. Misschien gaat het niet om fatsoen of zelfs niet
om fatsoensnormen, maar om wat we willen van anderen, dat ze onze gemoedsrust
niet verstoren. Het leven mag niet te moeilijk worden, maar we verdragen vooral
niet dat we zelf in onze rustig zelfbewustzijn dan wel in onze zelfvoldaanheid gestoord worden.
Een aangename zomerdag in de
tuin en een vliegtuigje komt overvliegen, een, twee, zelfs tot vijf keer toe.
Het geluid is bekend dus een mens geeft er zich geen rekenschap van, maar na de
derde of vierde keer dat hetzelfde tuig overvliegt met een irriterend
motorgeluid, waardoor we de muziek uit de woonkamer niet meer horen, dat
irriteert. Alleen? Wie zal men over dit soort overlast aanspreken? Als het
neerstort kan je nog een schadeclaim indienen, maar een rondhangend
pleziervliegtuig, dat past toch niet, wel?
Trekken we nu de zaak op
flessen? Zou dit een vorm van ressentiment zijn? Ik weet het niet, maar
uiteindelijk moet het vliegtuig toch voldoende gehad hebben van het vliegen
over een industriedorp, want het verdween weer in het blauw. Alleen, een beetje
van de rustige middag in de tuin was weg. Of er een complot aan vast zou hangen
was zelfs niet het punt, het was de vaststelling dat zo een vliegtuig rondjes
kan draaien terwijl mensen in hun tuin willen zitten.
Overlast is geen waarde,
overlast afwijzen ligt vrij voor de hand, maar waar het over gaat, blijkt vaak
voorwerp van discussie. Een groep motorrijders die passeren in de straat en
ergens beginnen stationair te draaien, dat is verre van aangenaam, maar men kan
niet zomaar vragen dat ze opkrassen. Het gaat overigens niet zelden om een
gevoel van macht dat de groep rijders heeft.
In die zin is overlast niet
iets dat mensen overkomt, maar wat mensen elkaar aandoen. De overheid kan
Gemeentelijke administratieve sancties uitschrijven, maar op enig moment zal blijken
dat dit de zaak niet vooruit helpt. Mensen zullen integendeel verder hun
ergernis voelen groeien, nu ook over de overheid. De reden is dat we geen
gedeeld idee meer hebben van hoe we ons in de openbare ruimte gedragen. Op een
bus een muziekje opzetten, dat andere reizigers kan storen? Hoe reageert een
mens? In een plantsoen de boel op stelten zetten? Sommigen vinden het overlast,
maar als leerlingen over de middag er hun broodjes komen nuttigen, kan men er
dan zoveel lawaai over maken? Is het niet okay dat ze niet op café zitten maar
rustig keuvelend en af en toe eens gierend van het lachen rondlopen? De idee? Kinderen
mogen niet laten merken dat ze er zijn, de trommels bij het openen van de
vergadering van de Chiro, KSA of Scouts? Moet men dat verbieden? Dat kan toch
niet onfatsoenlijk heten?
In die zin kan men dan ook de
discussie over normen en waarden niet
voeren, want dan gaat men mensen en personen op bepaald onwelvoeglijke wijze in
het keurslijf dwingen. Het bevreemdt me dat velen dat gedoe niet strijdig achten
met de wet en de idee van de rechtsstaat. Normen en waarden bespreekbaar houden
hoeft niet te leiden tot een voortdurend aanspreken van mensen op hun gedrag.
Die kwestie kan men dus alleen maar behandelen als men niet telkens zegt de helaasheid der dingen een leuke film te vinden – het
boek is al een tijdje uit de herinnering verdwenen – en tegelijk te beweren dat
de zaak van belang is, namelijk dat mensen zich gedragen zoals van hen verwacht
kan worden.
In die optiek heeft men het
niet over normen en waarden, wel over het uitoefenen van macht over mensen.
Macht die niet gelegitimeerd kan worden, maar die wel gelegitimeerd is door het
systeem waarin politici en journalisten elkaar opjutten, c.q. de elitaire
consensus. De idee van vrijheid hoeft niet uit te lopen op bandeloosheid, maar
bandeloosheid is niet iets wat je dagelijks ziet in de stad.
Gegeven de gedachte dat alles
volgens bepaalde patronen moet verlopen en mensen wel mogen en moeten
consumeren, ziet men tegelijk dat vele politici en burgers menen dat men
tegelijk moet zingen voor het klimaat. Gegeven de gedachte dat toerisme goed is
voor de welvaart moet men de jongeren ook aanmoedigen op reis te gaan naar een
resort op Cuba, waar men rustig zichzelf kan laten gaan. Dat het toerisme ook
moeilijk te rijmen valt met duurzaamheid, ondanks de pogingen daartoe, blijft
een gedachte die men wel eens als verkoopsargument hanteert, maar die men niet
handhaaft.
Normen en waarden gelden dan
als dwaallichtjes die men volgen wil, maar vaste grond vindt men niet onder de
voeten. Men begeeft zich op drijfzand, meent dat mensen kunnen doen wat ze
willen, maar niet zoals ze dat willen. Het is dat spanningsveld dat we vandaag
telkens weer zien opduiken. Mag die Odell het bedrijf Ford Genk sluiten? Vanuit
economisch oogpunt zijn er goede redenen, maar vanuit sociaal opzicht is het
voor de regio geen geschenk. Toch merkt men dat de economische logica die men
Odell verwijt maar al te graag laat gelden voor de eigen aandelen. Ford, de
grote Henri Ford – die sympathie had voor A. Hitler – heeft ondanks
problematische uitspraken over Joden wel degelijk de gedachte geformuleerd dat
goed betaalde werkkrachten tevreden werknemers zijn die hun eigen levensstijl
kunnen aanmeten. Aan de heer Walter Pauli te zien was de uniformiteit in Bilzen
anno 1972 behoorlijk groot. Maar tevreden was men natuurlijk wel. Laten we niet
vergeten dat die industrie voor Limburg was wat bijvoorbeeld Sidmar in het
Gentse was toen de tekstielindustrie ging tanen. Bedrijfsmatig kan een
beslissing correct lijken, maar in wezen had men de idee dat een bedrijf het
eeuwige bestaan kan hebben, behalve als het mis gaat.
Nadenken over normen en waarden leidt gauw genoeg naar
eenvoudige inzichten, die wel goed klinken, maar niet werkelijk worden als die
discussie niet ook wortelt in de overtuigingen van mensen. Drones gebruiken om
vijanden in de oorlog uit te schakelen in plaats van marines of seals, het
klinkt goed, maar de oorlog wordt dan iets waar de doder niet meer weet wat hij
of zij aanricht. Moeten we daarom aanvaarden dat het leger steeds meer
automatisch gestuurde wapensystemen heeft, of minstens van op afstand gestuurde
moordmachines? Ook hier lijkt de logica een positief antwoord te brengen, maar
het blijft de vraag of men zo een oorlog kan winnen. De Amerikanen en Britten
werden in 1944 met vreugde ontvangen op het Europese vasteland, maar in Irak
konden de Amerikanen en hun bondgenoten maar moeilijk de harten winnen. De
reden? De Britten en de Amerikanen werden als bevrijders beschouwd en de mensen
wilden opnieuw de vrijheid en het eigen (politieke) leven verder zetten.
Logica noch rationalisering
kunnen op alles een adequaat antwoord bieden. Toch kregen we, nadat de tien
geboden, de zeven werken van barmhartigheid en de acht zaligheden uit het zicht
verdwenen een ander waardenstelsel voorgeschoteld, dat op zich vrijer leek,
maar dat, nu we de zaak aandachtig bekijken, heel stringent is. Sommigen noemen
het politieke correctheid, maar men kan het ook een poging noemen de
samenleving onder controle te brengen. Nog eens, wat men overlast noemt, wat
men als overlast wil bestrijden lijkt veel weg te hebben van het discours van
de kleinburgers een halve eeuw geleden. Dat jongeren uit de betere kringen in
de wijnkelder van papa een paar flessen cognac of whisky mee schoepten en in
een ksa-lokaal soldaat maakten, zal wel niemand verbazen, net als het feit dat
er met explosiefjes werd geëxperimenteerd. Er was sociale controle, er waren grenzen,
maar er was niet die heilloze aandrang om elk storend geluid weg te werken of
het verbod dat mensen op een bank hun broodje zouden nuttigen.
En bovendien, die nieuwe
waarden en normen zijn vaak vooral doelgericht en houden weinig rekening met de
realiteit waarin mensen leven. Het gaat erom dat we gezond moeten zijn, moeten
bijdragen aan het systeem van sociale zekerheid en wat al niet meer. De
kostprijs van depressie berekenen? Fijn, maar dan moet men ook eens kijken wat
bij veel mensen psychische klachten veroorzaakt. Als we het over waarden willen
hebben, als we ons buigen over normen, dan zal dat verhaal om het lijf moeten
hebben dan musts en do’nts. Neem gewoon de klacht van de koepel van NGO’s in
ontwikkelingssamenwerking. Het doel is nobel, de mensen in achtergebleven
gebieden de kans te geven meer welvaart op te bouwen. Een deel van de actuele
problemen is te wijten aan het feit dat de welvarende landen soms zeer nefaste
regimes in stand hielden. Maar een deel van de problemen ligt besloten in het
project van de ontwikkelingssamenwerking zelf: de gezondheid bevorderen,
kinder- en kraambedsterfte inperken, daar kan niemand iets op tegen hebben.
Maar sommige landen kenden zo een demografische boom dat het land, de landbouw
en de natuur ontwricht werden en worden. Men kan terecht regeringen een en
ander aanwrijven terwijl men dan het probleem over het hoofd ziet dat men
tussen de verbeteringen in het medische aanbod en de economische hulpmiddelen geen
bindteken heeft gevonden. De armoede van velen is dus niet enkel een gevolg van
nefast beleid, maar ook van ngo’s die hun nobele doelen niet koppelden aan wat
Amartya Sen en Martha Nussbaum dachten te zien als belangrijk, het bevorderen
van de waardigheid van personen door middel van de capabilities-benadering. Het
systeem van microkrediet kan op dat vlak soelaas bieden, net als aandacht voor
de menschen, een Jiddische term voor personen die men waardering toekent. Dat
kan nog volgens die benadering, als men hen
maar de kans geeft zich te vormen, via scholing, werk- en gespreksgroepen.
Volgens een analyse heeft het
Nederlandse CDA veel verloren omdat ze het discours van waarden en normen heeft
laten varen. Aan de andere kant zien we dat in de discussie van jongeren die
hierheen kwamen zonder papieren en die hier vijf jaar of meer verbleven plots
een uitwijzingsbevel werd gegeven. Die kinderen zijn als jongvolwassenen
volkomen ontvreemd en hebben geen of nauwelijks nog kennis van hun
thuisomgeving, omdat ze niet zijn meegegroeid, maar hier een andere weg zijn
gegaan. Waarden en normen? Men kan het niet abstract houden of bij abstracties blijven
staan, anders blijven het dwaallichtjes. Kan men het dan echt niet hebben over
rechtvaardig handelen, in plaats van rechtvaardigheid, billijkheid, respect en
zelfbewustzijn? Individu als zodanig en ook als deel van de massasamenleving?
Het vraagt dus om verder onderzoek.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten