Over Waarden en Normen


Reflectie

Dwaallichtjes dezer dagen
Worstelen met waarden en normen

Friedrich Nietzsche blijft inspireren als
het om de vraag gaat hoe we aan onze
kleinburgerlijke opinies kunnen ontkomen.
Joep Dohmen schetste al een pad, maar
een artikel in NRC maakt duidelijk dat
we nog niet klaar zijn met normen
en waarden. 
In de discussie over de ondergang van het CDA en het onvermogen van de CD&V om in de steden grond aan de voet te herwinnen, valt er veel te zeggen voor de analyse dat de partij het verhaal over normen en waarden  heeft laten varen. De klemtoon kwam bij Maxim Verhaeghe te liggen op sociaal-economische issues en er werd, zo lezen we in NRC vergeten dat die benadering een specifieke eigen boodschap op de klippen liet lopen. Misschien was hier de kwestie van de derde weg  ook aan het werk.

Maar waar heeft men het dan over, als men over normen & waarden gaat discussiëren. Ook Joep Dohmen neemt in zijn brief aan een middelmatige man afstand van het discours, of liever, hij meent dat met die slogan weinig te beginnen valt. Inderdaad kan men er niet onderuit als men begint over normen en waarden die termen ook invulling te geven en alvast te benoemen. Want anders zou men met enige kwade wil kunnen zeggen dat ook sommige partijen in duistere tijden, de bende van Hitler en zelfs de tijd onder Brezjnew gekenmerkt werden door een stug pleidooi voor normen en waarden. Jacques van Doorn meent namelijk dat onder Hitler in Duitsland de dictatuur van de NSDAP kon werken omdat velen zich geroepen voelden zich achter de partij te scharen en zich vooral met Hitler verbonden te weten. Men wilde zich, zo stelt hij, zeer overtuigd inzetten en de wensen van de Führer voorkomen. Men zal hieruit niet afleiden dat voor van Doorn het regime geen dictatuur was, maar wel dat het gedragen werd door een aanzienlijk deel van de bevolking.

Er waren lieden zoals Kurt von Hammerstein-Equor of Hans en Sophie Scholl die wel degelijk weigerden, de ene als generaal-inspecteur en de andere jongeren die in hun jeugd lid waren geworden van de Hitlerjugend respectievelijk de Bund Deutsche Mädel en er zelfs als leider waren opgetreden mee te gaan met de corrumpering van de samenleving. Maar uiteindelijk werden zij uit de rijen van de Hitlerjugend en zo verdreven. Men kan de traktaten van de groep die Weiβe Rose  best lezen als een pleidooi voor democratische en voor burgerlijke waarden. Begrijpelijk dat sommigen er niet van houden, ondanks de tragische heldenmoed van deze mensen.

Want wie vragen had bij het bestel kon zich natuurlijk niet meer vrijwillig inzetten voor het algemeen belang binnen dat systeem. Dat von Hammerstein zich van een bepaalde morele opdracht bewust werd, kwam tot uiting in de geslaagde pogingen aan Moskou een en ander te laten doorkomen van informatie. Dat zijn dochter hier op eigen houtje handelde dan wel op zijn steun kon rekenen is niet geheel duidelijk. Dat hij als voormalig actieve officier van de generale Staf van de Reichswehr, vaak in Rusland nieuwe wapens had getest en het leger had getraind, maakte dat hij bekend was met Russische officieren. Maar we weten dat officieren onder Stalin in 1936 en volgende jaren werden weg gevaagd.

Over Inge Scholl, haar boekje en de dood van haar broer Hans en zus Sofie zijn we ook goed ingelicht, al krijgt het zelden veel aandacht. Men meent dat zij als burgerlijke oppositie tegen het nazisme niet echt representatief waren voor wat er in Duitsland gaande was. Dat een eenvoudige pedel van de universiteit het nodig achtte de Gestapo te verwittigen van hun euveldaad en zo hun dood mee mogelijk maakte, maakt deel uit van dat complexe verhaal van een volk dat zich na 1919 in de steek gelaten voelde. Maar zoals Joachim Fest nog op de valreep kon vertellen had ook hij bewust beleefd hoe zijn vader weigerde lid te worden van de NSDAP en na een beroepsverbod met vrouw en kinderen een heel moeilijke tijd heeft meegemaakt. Ook hier lag een keuze ten grondslag die men altijd als een uiting kan zien van het hechten aan zekere waarden. Progressief of conservatief? Dat valt nog te bezien.

Moeten we het dan nog hebben over Clemens August Graf von Galen, de bisschop van Munster die er een zaak van maakte Hitler van diens plannen tot euthanasie van daklozen en gehandicapten af te brengen – nadat er eerst 100.000 waren gedeporteerd. Dirk Verhofstadt heeft gewezen op de afzijdige houding van Paus Pius XII die zich niet voldoende zou ingezet hebben om Joden te redden van de uitroeiing. Maar volgens andere historici was de paus verontrust geworden over de negatieve gevolgen van zijn prediking en brieven tegen de praktijken van het nazisme ten aanzien van Joden. In Nederland zou men ertoe besloten hebben tot christenen gedoopte Joden toch te vervolgen, terwijl die voordien niet op de lijsten waren gezet. Het dilemma blijkt voor Verhofstadt niet zo zwaar te hebben gewogen, maar toch zouden in Nederland meer slachtoffers vallen dan in ons land. Na de oorlog heeft de samenleving de aderlating van talent en inzet wel gevoeld. En vandaag? Volgens sommigen heeft Europa een zekere culturele dynamiek verloren.

Waar het ons om te doen is? Niet zozeer dat we nog maar eens de kwestie van de Holocaust ter sprake willen brengen, wat soms kan uitlopen op gratuite verontwaardiging. De zaak is wel dat toen mensen niet zomaar over waarden en normen konden spreken, maar dienden te handelen: hun integriteit stond op het spel. Men mag overigens niet vergeten dat Duitsland voor 1914 de gevolgen van de Kulturkampf en dus de strijd tegen de katholieke kerk kende en dat anderzijds, zoals ook Van Doorn aanstipt de SPD er niet in slaagde mensen, in de eerste plaats de eigen parlementaire fractie te overtuigen tegen de oorlogsverklaring, tegen de oorlogshysterie te stemmen. Zoals in Frankrijk waar na de moord op Jaurès de oorlogskredieten met steun van links werden gestemd, kon ook in Duitsland de partij niet verhinderen dat de eigen achterban, de arbeiders mee gingen betogen aan de Wilhelmstrasse (Het Auswärtiges Amt) en onder de Brandenburger Tor voor de oorlog.

Dat we vandaag nog steeds niet goed weg weten met de gebeurtenissen van toen, dat wil zeggen dat we niet begrijpen dat men bereid was voor oorlog te betogen, zal wel weinig mensen die in 1981 en 1983 mee gingen betogen tegen de raketten mogelijk hebben geleken. Dat diezelfde mensen de gedachte vreemd was dat in Rusland mensen niet ten volle over hun leven konden beschikken, komt ons in wezen nog vreemder voor. Vandaag reikt het Europees Parlement telkenjare een Sacharov-prijs uit, genoemd naar de Russische atoomgeleerde die finaal weigerde het programma nog verder te ondersteunen. Amnestie International steunde in de jaren van de rakettenbeweging volop Russische dissidenten en dissidenten in de satellietstaten van de USSR. Veel mensen die de vredesbeweging steunden, kwamen ook op tegen de wederrechtelijke behandeling door de Russische autoriteiten van recalcitrante figuren. Ik heb daar altijd een opmerkelijke tegenstelling in gezien. Was ik dan voor het plaatsen van raketten? Liep ik met sticker of pin rond waarop ik fier zou vertellen: liever een raket in mijn tuin dan een rus in mijn keuken? Geenszins, want ik had de indruk dat de opzet van de regeringen van de NAVO erin bestond te proberen de Russen tot nucleaire ontwapening te brengen. De vredesbeweging was in mijn ogen niet naïef maar ik kon mij wel vinden in het zogenaamde dubbelbesluit, waarbij de NAVO besloot onderhandelingen te openen en als stok achter de deur te besluiten tot het plaatsen van middellange afstandsraketten. Dat in 1982 Joeri Andropov het had overgenomen van Breznjew en dat velen van de vredesbeweging dweepten met Solidarnosc was me ook niet ontgaan. Het bleek allemaal verwarrend, tot in 1985 Gorbatsjov aan de macht kwam en vervolgens het vastgeroeste bewind ging omvormen. Van een tragisch figuur gesproken. Tragisch omdat hij door zijn keuze voor een nieuw beleid in Rusland en voor erkenning van de verwachtingen op een beter leven van de Russen de poten onder zijn eigen troon heeft weg gezaagd.

Net deze ervaring met een toenemende verwarring, die zich in 2001 in een merkwaardige variant liet herhalen, na de aanval op de Twin Towers in New York en de erop volgende faliekant mislukte oorlogen van de VS en bondgenoten in Irak en Afghanistan, bracht me er al vroeg toe discussies over partijkeuze wat af te remmen. De waarden van de ene partij en de normen van de andere, bijvoorbeeld ook in de discussie over zure regen bleken altijd weer slechts een gedeelte van het verhaal te vertellen. Wat men diende te doen om zure regen ofte acid Rain te voorkomen, lijkt verrassend goed op men vandaag meent te moeten ondernemen om de klimaatverandering tegen te gaan. Dat er vele facetten aan het debat toen en nog een beetje nu vast zaten, heeft me niet verbaasd, wel dat velen de korte versie voldoende vonden om in actie te komen.

Het belang van dit alles voor onze reflectie over waarden en normen bestaat erin dat ik mij afvraag of we het kunnen vermijden dat we normen & waarden als politiek issue afwijzen en tegelijk klagen over uit de klauw lopende gedrag van mensen, jongeren, ouderen, veertigers in hun BMW en nog zo wat van die dingen. Normen? Waarden? Normen is datgene waarover een (elitaire) consensus bestaat van wat men passend gedrag kan noemen: zo heurt het. Waarden is datgene wat we collectief of als samenleving als belangrijk achten, na te streven houdingen en nobele doelen. Nu zal men met mij opmerken dat er nogal wat partijen te vinden zijn die er specifieke waarden op na houden, want liberalen en socialisten delen doorgaans vrijzinnige waarden, terwijl katholieken er vooral een ethiek van zorg, verwoord in het personalisme en rentmeesterschap op na houden. Beide systemen zijn niet echt contradictorisch, laat staan dat ze elkaar uitsluiten. Maar toch lijkt men over het hoofd te zien dat zij wat de centrale waarden, vrijheid, gelijkheid en broederschap betreft elkaar weinig ontlopen, terwijl bij de realisatie van die waarden de zaak al complexer wordt en als men bijvoorbeeld veiligheid in het geding brengt, men helemaal alle kanten oprent. Of moeten we dan echt dat gedoe met overlast blijven accepteren? Jongeren die op een veldje spelen, voetbal of basket? Dat maakt teveel lawaai. Het kan zijn dat we ons vergissen, zegt men, maar we mogen geen overlast aanvaarden. Waar is de tijd dat het strand onder de kasseien van de Steenstraat of de Veldstraat lag? Het zal wel nooit zo expliciet geweest zijn, maar nu gaat men toch zeer ver in het anticiperen van de burger en diens lage pijngrens als het om de sensoriële overbelasting gaat.

Het gaat om de idee dat mensen, meer dan iemand in de jaren zestig of zeventig had durven vermoeden, om de gedachte dat men van mensen heel concreet een gedrag kan eisen dat we voor het gemak fatsoenlijk noemen. Misschien gaat het niet om fatsoen of zelfs niet om fatsoensnormen, maar om wat we willen van anderen, dat ze onze gemoedsrust niet verstoren. Het leven mag niet te moeilijk worden, maar we verdragen vooral niet dat we zelf in onze rustig zelfbewustzijn  dan wel in onze zelfvoldaanheid gestoord worden.

Een aangename zomerdag in de tuin en een vliegtuigje komt overvliegen, een, twee, zelfs tot vijf keer toe. Het geluid is bekend dus een mens geeft er zich geen rekenschap van, maar na de derde of vierde keer dat hetzelfde tuig overvliegt met een irriterend motorgeluid, waardoor we de muziek uit de woonkamer niet meer horen, dat irriteert. Alleen? Wie zal men over dit soort overlast aanspreken? Als het neerstort kan je nog een schadeclaim indienen, maar een rondhangend pleziervliegtuig, dat past toch niet, wel?

Trekken we nu de zaak op flessen? Zou dit een vorm van ressentiment zijn? Ik weet het niet, maar uiteindelijk moet het vliegtuig toch voldoende gehad hebben van het vliegen over een industriedorp, want het verdween weer in het blauw. Alleen, een beetje van de rustige middag in de tuin was weg. Of er een complot aan vast zou hangen was zelfs niet het punt, het was de vaststelling dat zo een vliegtuig rondjes kan draaien terwijl mensen in hun tuin willen zitten.

Overlast is geen waarde, overlast afwijzen ligt vrij voor de hand, maar waar het over gaat, blijkt vaak voorwerp van discussie. Een groep motorrijders die passeren in de straat en ergens beginnen stationair te draaien, dat is verre van aangenaam, maar men kan niet zomaar vragen dat ze opkrassen. Het gaat overigens niet zelden om een gevoel van macht dat de groep rijders heeft.

In die zin is overlast niet iets dat mensen overkomt, maar wat mensen elkaar aandoen. De overheid kan Gemeentelijke administratieve sancties uitschrijven, maar op enig moment zal blijken dat dit de zaak niet vooruit helpt. Mensen zullen integendeel verder hun ergernis voelen groeien, nu ook over de overheid. De reden is dat we geen gedeeld idee meer hebben van hoe we ons in de openbare ruimte gedragen. Op een bus een muziekje opzetten, dat andere reizigers kan storen? Hoe reageert een mens? In een plantsoen de boel op stelten zetten? Sommigen vinden het overlast, maar als leerlingen over de middag er hun broodjes komen nuttigen, kan men er dan zoveel lawaai over maken? Is het niet okay dat ze niet op café zitten maar rustig keuvelend en af en toe eens gierend van het lachen rondlopen? De idee? Kinderen mogen niet laten merken dat ze er zijn, de trommels bij het openen van de vergadering van de Chiro, KSA of Scouts? Moet men dat verbieden? Dat kan toch niet onfatsoenlijk heten?

In die zin kan men dan ook de discussie over normen en waarden niet voeren, want dan gaat men mensen en personen op bepaald onwelvoeglijke wijze in het keurslijf dwingen. Het bevreemdt me dat velen dat gedoe niet strijdig achten met de wet en de idee van de rechtsstaat. Normen en waarden bespreekbaar houden hoeft niet te leiden tot een voortdurend aanspreken van mensen op hun gedrag. Die kwestie kan men dus alleen maar behandelen als men niet telkens zegt de helaasheid der dingen een leuke film te vinden – het boek is al een tijdje uit de herinnering verdwenen – en tegelijk te beweren dat de zaak van belang is, namelijk dat mensen zich gedragen zoals van hen verwacht kan worden.

In die optiek heeft men het niet over normen en waarden, wel over het uitoefenen van macht over mensen. Macht die niet gelegitimeerd kan worden, maar die wel gelegitimeerd is door het systeem waarin politici en journalisten elkaar opjutten, c.q. de elitaire consensus. De idee van vrijheid hoeft niet uit te lopen op bandeloosheid, maar bandeloosheid is niet iets wat je dagelijks ziet in de stad.

Gegeven de gedachte dat alles volgens bepaalde patronen moet verlopen en mensen wel mogen en moeten consumeren, ziet men tegelijk dat vele politici en burgers menen dat men tegelijk moet zingen voor het klimaat. Gegeven de gedachte dat toerisme goed is voor de welvaart moet men de jongeren ook aanmoedigen op reis te gaan naar een resort op Cuba, waar men rustig zichzelf kan laten gaan. Dat het toerisme ook moeilijk te rijmen valt met duurzaamheid, ondanks de pogingen daartoe, blijft een gedachte die men wel eens als verkoopsargument hanteert, maar die men niet handhaaft.

Normen en waarden gelden dan als dwaallichtjes die men volgen wil, maar vaste grond vindt men niet onder de voeten. Men begeeft zich op drijfzand, meent dat mensen kunnen doen wat ze willen, maar niet zoals ze dat willen. Het is dat spanningsveld dat we vandaag telkens weer zien opduiken. Mag die Odell het bedrijf Ford Genk sluiten? Vanuit economisch oogpunt zijn er goede redenen, maar vanuit sociaal opzicht is het voor de regio geen geschenk. Toch merkt men dat de economische logica die men Odell verwijt maar al te graag laat gelden voor de eigen aandelen. Ford, de grote Henri Ford – die sympathie had voor A. Hitler – heeft ondanks problematische uitspraken over Joden wel degelijk de gedachte geformuleerd dat goed betaalde werkkrachten tevreden werknemers zijn die hun eigen levensstijl kunnen aanmeten. Aan de heer Walter Pauli te zien was de uniformiteit in Bilzen anno 1972 behoorlijk groot. Maar tevreden was men natuurlijk wel. Laten we niet vergeten dat die industrie voor Limburg was wat bijvoorbeeld Sidmar in het Gentse was toen de tekstielindustrie ging tanen. Bedrijfsmatig kan een beslissing correct lijken, maar in wezen had men de idee dat een bedrijf het eeuwige bestaan kan hebben, behalve als het mis gaat.

Nadenken over normen en waarden leidt gauw genoeg naar eenvoudige inzichten, die wel goed klinken, maar niet werkelijk worden als die discussie niet ook wortelt in de overtuigingen van mensen. Drones gebruiken om vijanden in de oorlog uit te schakelen in plaats van marines of seals, het klinkt goed, maar de oorlog wordt dan iets waar de doder niet meer weet wat hij of zij aanricht. Moeten we daarom aanvaarden dat het leger steeds meer automatisch gestuurde wapensystemen heeft, of minstens van op afstand gestuurde moordmachines? Ook hier lijkt de logica een positief antwoord te brengen, maar het blijft de vraag of men zo een oorlog kan winnen. De Amerikanen en Britten werden in 1944 met vreugde ontvangen op het Europese vasteland, maar in Irak konden de Amerikanen en hun bondgenoten maar moeilijk de harten winnen. De reden? De Britten en de Amerikanen werden als bevrijders beschouwd en de mensen wilden opnieuw de vrijheid en het eigen (politieke) leven verder zetten.

Logica noch rationalisering kunnen op alles een adequaat antwoord bieden. Toch kregen we, nadat de tien geboden, de zeven werken van barmhartigheid en de acht zaligheden uit het zicht verdwenen een ander waardenstelsel voorgeschoteld, dat op zich vrijer leek, maar dat, nu we de zaak aandachtig bekijken, heel stringent is. Sommigen noemen het politieke correctheid, maar men kan het ook een poging noemen de samenleving onder controle te brengen. Nog eens, wat men overlast noemt, wat men als overlast wil bestrijden lijkt veel weg te hebben van het discours van de kleinburgers een halve eeuw geleden. Dat jongeren uit de betere kringen in de wijnkelder van papa een paar flessen cognac of whisky mee schoepten en in een ksa-lokaal soldaat maakten, zal wel niemand verbazen, net als het feit dat er met explosiefjes werd geëxperimenteerd. Er was sociale controle, er waren grenzen, maar er was niet die heilloze aandrang om elk storend geluid weg te werken of het verbod dat mensen op een bank hun broodje zouden nuttigen.

En bovendien, die nieuwe waarden en normen zijn vaak vooral doelgericht en houden weinig rekening met de realiteit waarin mensen leven. Het gaat erom dat we gezond moeten zijn, moeten bijdragen aan het systeem van sociale zekerheid en wat al niet meer. De kostprijs van depressie berekenen? Fijn, maar dan moet men ook eens kijken wat bij veel mensen psychische klachten veroorzaakt. Als we het over waarden willen hebben, als we ons buigen over normen, dan zal dat verhaal om het lijf moeten hebben dan musts en do’nts. Neem gewoon de klacht van de koepel van NGO’s in ontwikkelingssamenwerking. Het doel is nobel, de mensen in achtergebleven gebieden de kans te geven meer welvaart op te bouwen. Een deel van de actuele problemen is te wijten aan het feit dat de welvarende landen soms zeer nefaste regimes in stand hielden. Maar een deel van de problemen ligt besloten in het project van de ontwikkelingssamenwerking zelf: de gezondheid bevorderen, kinder- en kraambedsterfte inperken, daar kan niemand iets op tegen hebben. Maar sommige landen kenden zo een demografische boom dat het land, de landbouw en de natuur ontwricht werden en worden. Men kan terecht regeringen een en ander aanwrijven terwijl men dan het probleem over het hoofd ziet dat men tussen de verbeteringen in het medische aanbod en de economische hulpmiddelen geen bindteken heeft gevonden. De armoede van velen is dus niet enkel een gevolg van nefast beleid, maar ook van ngo’s die hun nobele doelen niet koppelden aan wat Amartya Sen en Martha Nussbaum dachten te zien als belangrijk, het bevorderen van de waardigheid van personen door middel van de capabilities-benadering. Het systeem van microkrediet kan op dat vlak soelaas bieden, net als aandacht voor de menschen, een Jiddische term voor personen die men waardering toekent. Dat kan nog volgens die benadering, als men hen maar de kans geeft zich te vormen, via scholing, werk- en gespreksgroepen.

Volgens een analyse heeft het Nederlandse CDA veel verloren omdat ze het discours van waarden en normen heeft laten varen. Aan de andere kant zien we dat in de discussie van jongeren die hierheen kwamen zonder papieren en die hier vijf jaar of meer verbleven plots een uitwijzingsbevel werd gegeven. Die kinderen zijn als jongvolwassenen volkomen ontvreemd en hebben geen of nauwelijks nog kennis van hun thuisomgeving, omdat ze niet zijn meegegroeid, maar hier een andere weg zijn gegaan. Waarden en normen? Men kan het niet abstract houden of bij abstracties blijven staan, anders blijven het dwaallichtjes. Kan men het dan echt niet hebben over rechtvaardig handelen, in plaats van rechtvaardigheid, billijkheid, respect en zelfbewustzijn? Individu als zodanig en ook als deel van de massasamenleving? Het vraagt dus om verder onderzoek.

Bart Haers



Reacties

Populaire posts