Waarom Thierry Baudet ontspoort
Brief
Het
verhaal van de Unie
Robert Schuman die met Jean Monnet de basis legde voor samenwerking in Europa. Ook John Meynard Keynes en Hannah Arendt waren er ook al mee bezig, voor WO II. |
Conservatieven willen vooruit, mijn beste
Baudet, maar niet ten koste van alles. U leeft mee van de polarisering en soms
lijkt het alsof uw argumenten
onweerlegbaar zijn, tenzij je een ander paradigma voorstaat. Het was dan ook
gek te zien hoe je in discussie met Bart
Staes argumenten voor de voeten gegooid kreeg, die te maken met de
globalisering van de wereld. Want u zegt dat de nationale staten terug de regie
in handen moeten krijgen, terwijl u wel een globalistische opvatting werd
aangewreven, namelijk dat u voor een neoliberale visie staat. Het was even
onduidelijk en toch vroeg mevrouw Cools noch aan u noch aan Staes, MEP, of u
beiden niet een verrassende knik hebben in jullie visie, want u pleit voor
herstel van de nationale staat, Staes is voor grote openheid en tegen
nationalisme. Maar hij is tegen het neoliberalisme en de volkomen vrijmaking
van de markten, terwijl u op dat vlak eindelijk zeer onduidelijk bent: De
nationale staat moet alles in de hand houden, maar de markt moet vrij zijn,
over de grenzen heen. Ik begrijp zo een
benadering niet.
U weigert het feit in overweging te nemen dat
de EU gebaseerd is op vrijwillige deelname en dat dit ook impliceert dat men
hetgeen afgesproken werd ook aanvaardt, het zogenaamde Acquis Communautaire
oftewel het Gemeenschapsrecht. De moeilijkheid is dat dit niet voldoende onder
de aandacht komt. De kwestie hoe men dat
kan duidelijk maken, ziet men op Nederland 2 in De slag om Brussel dat vele facetten van het Europese beleid en
functioneren op tafel legt.
Wie beslist en wie de macht heeft in Europa is
zo een vraag waar we geen duidelijk op
antwoord zullen krijgen. De parlementen en lidstaten hebben veel mogelijkheden
om beleid in Brussel tegen te gaan, terwijl politici in het thuisland er vaak
dingen aan toeschrijven die hen toekomen. Richtlijnen en andere Europese
wetgeving zou niet democratisch tot stand komen, heet het, want uitgedokterd in
de kantoren van de commissie. Maar
zonder een decisieve goedkeuring van de tafel van de regeringsleiders gebeurt
er niets en ook het parlement kan tussenkomen. Omgekeerd, als men het beleid
van open grenzen in Europa heeft goedgekeurd, was er niemand die daar in 1986
bezwaar tegen maakte en u, geachte heer Baudet maakt nu veel lawaai over het
verdrag van Maastricht. Helemaal ongelijk heeft u niet de draagwijdte ervan te
willen onderzoeken, want die beleidskeuzes dateren uit een tijd toen Europa nog
perfect overzichtelijk was, met 11 lidstaten en het UK dat altijd wel goed de
regelgeving volgt, maar altijd tegenspartelt als er consensus over te voeren
beleid bestaat. Dat de Eenheidsakte gevolgd zou worden door een nieuw verdrag
van Maastricht, waarover vooral de geschilpunten belicht werden, zoals ik mij
herinner van zowel Franse als Nederlandse nieuws- en duidingprogramma’s, mag
niet beletten dat juist dat verdrag laat zien welke weg de Unie sinds 1950
gevolgd is. Het probleem van de verdere eenmaking was en is dat als men bepaalde
stappen zet, het geheel een grotere integratie gaat vertonen. De juridische
integratie binnen de instellingen van de Raad van Regeringsleiders en
staatshoofden heeft finaal geleid tot een grotere stabiliteit voor de unie,
ondanks de onvermijdelijk harde discussies bij tijd en wijle, maar dat blijkt u
ten enenmale te ontgaan. Het is niet in al te schematische verhaaltjes dat u uw
gelijk over Europa zal voorop kunnen stellen.
Waar u het gelijk aan uw kant kan hebben is dat
van de nationale identiteit. De tegenstanders, zoals Daniël Cohn-Bendit en
vooral Guy Verhofstadt, menen dat elk regionaal of nationaal
identiteitsdiscours vanzelfsprekend leiden moet tot de Holocaust. Willen we
niets afdoen aan de gruwelijkheid van de Endlösung, de Holocaust, dan moeten we
toch beseffen dat wreedheid ook op andere manieren bedreven kan worden. We
denken aan de wijze waarop in Ierland in de negentiende eeuw de bevolking
gedecimeerd werd door het mislukken van de aardappeloogsten van 1845 en de
volgende jaren, waarbij kwam dat de grondeigenaren de boeren die hun pacht niet
konden betalen wegjoegen en naar de Nieuwe Wereld of Australië lieten
vertrekken. Ook werden boter en andere landbouwproducten nog rustig uitgevoerd.
Of moeten we dan spreken van de geschiedenis van Oekraïne, het beleg van
Petersburg. Bestuurders doen niet zomaar wat nodig is. Wie de mening is toegedaan
dat bestuurders vanzelf goed zitten, zal te laat merken dat er problemen zijn
of kunnen komen. Maar aan de andere kant is het even nutteloos om in dit geval
de Europese overheid met alle fouten te beladen. Want in Griekenland was er sprake van jarenlang
wanbeleid, waarbij grote spelers ook nu nog zeggen dat ze geen belastingen
zullen betalen, zoals de kerk en de reders. Maar werkelijk iedereen probeerde
er een slaatje uit te slaan, met tegemoetkomingen voor handicaps die men niet
heeft.
Het probleem is niet het Europese lidmaatschap
van Griekenland, maar een vorm van sociaal beleid dat een plundering mogelijk
maakte door alle lagen van de bevolking. En Spanje? Dat de crisis acuut kon
worden ligt ook aan de regeringen die gedurende decennia de bouwbedrijven en
bankiers de vrije hand hebben gegeven. Maar als je weinig inkomen hebt, moet je
dan per se een huis kopen? Of werd het hen bijna opgedrongen? Nu is het wel zo
dat gedurende drie, vier jaar de regering geen antwoorden had en vooral niet
durfde te geven, omdat de regering bang was voor de volgende verkiezingen, die
ze dan ook glansrijk verloor. Maar vervolgens geven sommigen Rajoy nu van alles
de schuld.
In die zin zou men kunnen zeggen dat de EU voor
sommige regeringen een soort garantie op schadeloosstelling leek te worden. Wie
roept dat de EU streng was tegen landen in problemen, moet begrijpen dat anders
het IMF had moeten ingrijpen en dan had de EU ook geen programma gehad. Het
punt is namelijk dat de regering in Athene soeverein blijft voor het binnenlandse
beleid, maar dat ze wel de aanwijzingen dient te volgen. Onlangs hoorde ik hoe
Argentinië nog steeds aan de sukkel is, economisch en dus ook heeft men nog
niet echt een oplossing voor de monetaire politiek, omdat de president wel
enigszins kon stabiliseren en zo de munt uit het slop halen, maar er was iets
gekraakt in het Argentijnse bestel, waardoor de economische motor maar niet op
gang kwam. De dictatuur van Videla en het populisme van Carlos Menem hebben het vertrouwen in de staat
zwaar geschaad.
Argentinië was en is een behoorlijk groot land,
dat op geen enkele manier voldoende cohesie heeft verworven. Het is een kritiek
die men moeilijk niet onder ogen kan nemen als het om Europa gaat. Zou het echt
gaan om de vraag hoe we allemaal achter Europa zouden staan, zonder kritiek?
Dat kan de bedoeling niet zijn, want in een democratisch bestel is het mogelijk
kritiek te hebben op concreet beleid of de wijze waarop beleid op langere
termijn kan evolueren. Maar in een democratie aanvaardt men de spelregels van
de geldende grondwet.
Oeps, dat kan dus niet, spreken over een
grondwet in Europa. Alleen landen, soevereine staten hebben een grondwet en dus
moet ik maar niet beginnen zeuren over een Grondwet. Net omdat sommige
enthousiastelingen er iets te luid over riepen, over de grondwet en omdat in
Nederland op enig moment de werking van de goedkeuring bij referendum eisten en
verwierpen, niet van de grondwet maar van het verdrag kan men alleen maar
betreuren. Ook al omdat men bepaalde eigenheden die men deelde en deelt van de
Finse Golf tot aan de Atlantische kusten van Spanje en Portugal en tot Malta.
Waarom kan u niet begrijpen dat we een aantal zaken met al die 27 lidstaten en
dus de burgers van die lidstaten kunnen doen? Er zit een ongemakkelijk odeur
van provincialisme in uw verhaal. Oh nee, zult u mij tegenwerpen, ik vind wel dat staten samen kunnen werken voor
sommige zaken en voor andere dus niet. U zal vertellen dat we inderdaad een
aantal waarden en inzichten delen, enfin in Noordwest-Europa, maar dat die
Grieken of Italianen toch niet onze waarden en wijze van leven delen? Ik
begrijp het al, u meent dat elke Nederlander een noeste werker en spaarder is,
zoals de Duitsers en de Oostenrijkers? Dat kan wel wezen, maar die waren niet
altijd vriendjes, denk ik zo. Dat is wat u ontbeert in uw visie, namelijk dat u
er graten in ziet dat men in Europa niet altijd zomaar tot een eensgezinde
visie komt en dat stoort u.
Een interessant liberaal als de heer Hendrik
Witteveen had een andere kijk op Europa: hij bouwde aan Europa. Hij wist de
belangen van den Haag staande te houden in Brussel, tegen de andere partners
in. Gezegd moet dat dit de ware geest, die nauwer met Holland en de Republiek
verweven is, dan u zich lijkt te willen indenken. Het gaat er namelijk om dat
de Unie van Utrecht (23 januari 1579) alleen een verdrag was tussen Noordelijke
provincies en delen van Vlaanderen, waaronder Gent, Brugge en Het Brugse Vrije,
terwijl delen van Brabant niet konden toetreden, werd het in de beginjaren door
onder meer Oldenbarnevelt gezien als een stichtingsvergadering van de
Republiek. Gewoonten en machtsverhoudingen zorgden, zoals ten tijde van Johan
De Witt voor wie het voor het zeggen had in de Staten-Generaal. De roep om een
Stadhouder? Dat veranderde in feite weinig aan de grote lijnen van de politiek,
behalve dan dat van tijd de Arminianen of Rekkelijken terzijde geschoven werd.
Het feit dat Europa 27, weldra 28 leden telt is voor sommigen blijkbaar geen
leuke gedachte maar hoe zou men in die unie, waar een aantal belangen evident
gemeenschappelijk zijn, omtrent grondstoffen, internationale handel, dan zal
men, met Adam Smith toch minstens zorgen voor open grenzen. U bent misschien
conservatief, maar eindelijk bent u een mercantilist. Nu ben ik het eens dat
men de dumpingprijzen van producten uit Azië misschien passend moet belasten,
maar er is, naast de EU dus ook het IMF, de G20 en verder nog de Wereld
Handelsorganisatie. Zal u dat ook allemaal terugschroeven?
U kon het goed zeggen vrijdag 23 november en op sommige standpunten kan ik u
wel volgen. Maar opvallender is dat u er zich geen rekenschap van geeft dat als
Nederland zich terugtrekken zou uit de Unie, dat u dan misschien meteen ook uit
andere organisaties voor internationale samenwerking zou mogen vertrekken. U
zal het in eerste instantie niet deren, toch? Maar als u merkt dat uw nieuwe
gulden zoals de haring niet braden wil, want ja, die haring moet u vissen in de
Noordelijke Noordzee en andere Hollandse producten, zoals lampen, zijn door de
EU op het lijstje van archeologisch materiaal gezet, wat zal u dan vertellen?.
Nu zijn er dus geen ouderwetse gloeilampen meer. Of het goed is voor het milieu
dan wel voor de bedrijven die plots een enorme vraag naar nieuwe spaarlampen en
vervolgens Led-lampen kennen want we willen onze donkere holen helder
verlichten.
U zal begrijpen dat ik wel concreet beleid van
de Unie wel eens tegen het licht wil houden, maar dat ik het verspilde energie
vindt om terug over de bestaansreden van de EU te gaan twisten. Alle lidstaten
hebben dit met volle kennis en bereidheid gedaan. Ik denk dus dat we vooral
over het beleid en over aspecten van de machtsverhoudingen binnen de unie
moeten spreken. Hoe kan men vermijden dat enkele grote spelers alles bepalen,
bijvoorbeeld door alles tegen te houden. Het budget van de EU is eindelijk niet
zo hoog, maar moet uiteraard zonder veel tirlantijntjes en overbodige kosten
besteed worden. Maar de EU heeft terecht Erasmus – het programma dat studenten
laat studeren in andere lidstaten van de EU - ingevoerd. Nu blijkt dat door de
financiële bekommernissen studenten niet betaald zouden worden hoewel er een
akkoord gegeven is voor het project. Of is het Erasmus-programma ook zo een
overbodige onderneming?
Nee, laten we de discussie voeren zoals het
hoort en wie probeert de klok terug te draaien, tja, is een reactionair. In dat
geval is het duidelijk dat u geen conservatief mag heten, want een ware
conservatief, zoals Thorbecke houdt zich niet bezig met het onmogelijke
bestrijden van verbintenissen. Nu ja, revolutionairen willen ook de bestaande
orde vernietigen. Met andere woorden, als conservatief voel ik mij niet zo
thuis in uw gezelschap. Ik denk dat u een paar staties gemist heeft. Voor het
overige mag u gerust blijven strijden voor een einde van de Unie, maar ik denk,
dat u daarmee in het waarlijk verheven gezelschap van Geert Wilders zal
achterblijven. Want Europa, dat is niet per se een verlies voor de Noordelijke
landen. En daarom vraag ik mij af waarom journalisten u zo graag opvoeren.
Jaloersheid? Neen, ik denk dat het eerder een zaak van afkeuring is. U mag
zeggen wat u meent, maar van journalisten verwacht ik niet dat ze zozeer hun
oor laten hangen naar populistische uitspraken over Europa. Het beleid
veranderen? Daarover hoort het debat te gaan. Over het einde van de Unie kan
men niet goed spreken, tenzij als leerling tovenaars. Nu goed, wellicht waren
de mensen die de Unie op touw zetten, zoals Jean Monnet en Robert Schuman ook
wel… maar kom, wie twee oorlogen meegemaakt heeft, weet waarover het gaat. Niet
dat we een oorlogje wensen, wel integendeel, maar uwer visie ontbeert het
vermogen na te denken over waarom sinds 1950 die constructie mogelijk is gebleken.
Bart Haers
MEP: Member of the European Parlement
Reacties
Een reactie posten