Europa verdient beter of waarom Ter Zake de mist in ging

Reflectie

Het mislukte debat
Europa verdient beter

Simone Veil, 16de voorzitter, eerste vrouw
in die functie, van het EU-parlement. Het
moeten niet altijd dezelfde iconen wezen. 
Het duurde even voor ik het doorhad dat Panorama een poging wilde doen over Europa in ernst te spreken, maar als je iemand van dezelfde partij uitnodigt als de grote roerganger inzake Europa, Guy Verhofstadt, dan weet men dat het lastig wordt. Ook het beeld van Europa, over appeltjes die te klein zijn of de vele ambtenaren, minder dan de FOD Financiën bij ons, wordt je wel kregelig. Maar misschien gaf  het artikel van Bart Sturtewagen, over de middelmaat die geen kansen meer zal krijgen,  vroegen we ons plots af wie vandaag de kansen krijgt. Een samenleving van perfecten, die elkaar coöpteren – ik verwijs hier naar een artikelenreeks van een paar jaar geleden tijdens de zomer in De Standaard, waarin gekroonde hoofden, gezalfde hoofden of hoe we het ook noemen, mannen en een enkele vrouw van verdienste jonge mensen kunnen aanduiden als de opvolgers voor morgen – lijkt me een dystopie. Mocht dit zeurderig overkomen of van ressentiment blijk geven, dan is dat maar zo, het schandaal is er niet minder om: het vrije oordeel over wat goed is en wat niet, blijft verstoord en bij gebrek aan behoorlijke kritiek, krijgt men een idee van voortreffelijkheid, waar niemand vragen bij lijkt te stellen.

Europa, sinds 1976 zit het in mijn systeem, toen ik iemand hoorde spreken over hoe Europa meer was dan een economisch dan wel politiek project. Wat het wel was, bleef me enigszins vaag, maar later kreeg het wel een eigen betekenis. In aanloop naar de verkiezingen van 1979, toen de eerste rechtstreekse verkiezingen voor Europa werden ingericht, werd dat al heel wat meer concreet. In de aanloop had ik wel voor het eerst de ervaring een academische zitting bij te wonen, volgens sommigen een vervelende gebeurtenis, maar vaak een goed middel om zich te informeren en anderen van inzichten te voorzien waar, als het goed is, ruimte ontstaat over het besprokene van gedachten te wisselen.

De zaak is dat Europa, hoe het ook gaat, voor ons, die er wonen en er in hetzelfde schuitje zitten, best zo goed mogelijk functioneert. Sommigen, zoals Guy Verhofstadt kijken naar het perfecte Europa, anderen kijken naar een minimaal Europa, waarbij alleen het economische van tel is. Laten we wel wezen, er is niet zoiets als een perfect Europa, maar binnen de mogelijkheden van het menselijke, kan men Europa tot een samenleving laten ontwikkelen, waarin mensen naar eigen inzicht het beste van zichzelf kunnen geven en soms wat minder ijver aan de dag mogen leggen maar van de weeromstuit misschien wel creatiever blijken.

De kritiek van Thierry Baudet en zelfs van Geert Mak bleef nazinderen, in die zin dat het zelfs niet ernstig meer klonk. Natuurlijk is het zaak niet te vergeten dat die grote structuren, die met de EU inherent ontstaan ook een tegenwicht nodig hebben. De oude natiestaten kunnen daarom een eigen rol blijven behouden of in ons land de deelstaten, maar toch, men zal betrokkenheid van burgers niet uit het oog verliezen. Een Europees burgerinitiatief vormt daarbij een goede uitweg, maar de zaak blijft veelduidiger en daarom was het programma Ter Zake een spijtige mislukking.    

De werkelijkheid die de EU is, met de verschillende tafels, met, op bepaalde momenten het onvermogen te weerstaan aan technologische verleiding is en blijft een werk van vallen en opstaan. De discussie waarbij Verhofstadt nog maar eens het beleid van de Raad aanviel en in enigszins mindere mate van de Commissie, laat zien dat hij, ondanks zijn ervaring van 8 jaar premierschap blijkbaar de dynamiek van dat beleidsorgaan niet goed onderkend heeft. Nu goed, toen Karel Degucht onze vriend Jan Peter Balkenende aanviel, was dat ook niet zo gunstig voor de samenwerking van de Benelux binnen Europa. Men kan niet altijd die oude kwesties op blijven rakelen, maar in het licht van de discussie over wat Europa is, zou kunnen betekenen voor ons burgers en waar we terecht vragen bij moeten  stellen, blijft het opvallend dat de oud-premier vergeet dat hij zelf mee de gebrekkige structuur heeft vorm gegeven, in Laken, Nice enz. De politieke unie zal echter moeilijk te bereiken blijven als men niet, zoals Tindemans bepleitte en Luuk van Middelaar stipuleerde een publiek voor Europa probeert te vinden. Zijn jeugdige gesprekspartner, voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad, leek vooral optisme, maar toen bleek hij ook nog eens een jonge liberaal... oh heerlijk toeval. 

Het probleem blijft dat we de samenleving en ons handelen blijven opdelen in facetten, waardoor we zelf de eenheid van gevolgen en (onbedoelde) neveneffecten niet altijd meer zien. Natuurlijk kan men, zoals Descartes het stelde de hele werkelijkheid, zoals die zich aan ons voordoet in een oogopslag overzien, want het is te complex en het is nagenoeg onmogelijk gevolgen, oorzaken, aanleidingen tot bepaalde gebeurtenissen te overzien. Het kan dus maar aanbevolen worden dat we de zaken goed bekijken en distincties  maken om evoluties en domeinen van handelen beter te bekijken, maar, aan het einde van de dag moeten we Hegel wellicht toch nageven dat alles met elkaar verweven blijkt, alleen, hoe dat dan werkt, blijft een onderwerp van reflectie. Tomas Sedlacek meent in zijn essay “De economie van goed en kwaad” dat het ethische en het economische niet zomaar gescheiden kunnen worden. Soms zijn we het ermee eens, als we het hebben over de verloning van bankiers, de uitbuiting binnen clans van Roma en soms al eens als we bepaalde goede doelen beter bekijken. Maar doorgaans vergeten voor het gemak  economisch handelen en de studie van de handelen, de economie als wetenschap uit elkaar te houden. Bovendien geloven we dat we economisch handelen van elkeen als rationeel beschouwen, ook al weten we dat niet iedereen even rationeel met zijn of haar mogelijkheden omgaat.

Het probleem met Europa ligt in het verlengde van deze vaststelling: Verhofstadt stelt dat nationalisme de EU als economisch en politiek project schade toebrengt, maar hij slaagt er niet Europa als een politieke eenheid aantrekkelijk te maken en verwacht alle heil van de juiste economische en financiële maatregelen. Waarom dat nu zou moeten? Laten we zeggen dat Thierry Baudet in die zin gelijk heeft dat zelfs in de EU-15, oftewel de oude lidstaten waar al langer een kosmopolitische wind waait die gekoppeld werd aan het migratiedebat én aan de EU, het nationalisme, patriottisme nog steeds gevoed werd en wordt zonder dat we er een vinger kunnen achter leggen waarom mensen met Oranje of La République, Italië of Spanje dwepen, want velen hebben geen of nauwelijks respect voor de politici die er de dienst uitmaken. Waar zit de denkfout? In dit opzicht niet bij Baudet, maar vooral bij mensen die Europa alleen maar zien als een politieke of een economisch verhaal.

Het Euroscepticisme, zegt zo een Verhofstadt dan, is irrationeel en blijft steken bij oude aannames, maar tegelijk kan men aantekenen bij de visie van Verhofstadt, dat mensen er vooralsnog geen geloof aan hechten. Het twistpunt is dat zowel Verhofstadt als de Eurosceptici menen te weten wat de mensen denken en vooral  zichzelf als een beter ingevoerde en dus als een moeilijk te betwisten autoriteit vooropstellen. Maar leven we dan niet in hoog geschoolde samenleving, een burgerlijke samenleving waar wel meer mensen minstens op deelgebieden beroepshalve en uit pure interesse behoorlijk betrokken en ingevoerd blijken? En zich ook als zodanig beschouwen. Alleen, men lijkt hen geen plaats te geven in het debat.

Mij staat nog het referendum van 20 september 1992 voor de geest waarin de Fransen uitgenodigd werden zich uit te spreken over het verdrag van Maastricht. Waren de Fransen eerst geneigd voor het verdrag te stemmen, dan bleek naderhand dat het front, of beter de fronten voor het neen, gemakkelijker mensen konden mobiliseren. Dat het debat met veel retorisch geweld werd gevoerd, mag niet verbazen, maar dat Maastricht mee zowel een intern Europese dynamiek verder zette, die de voorzitter van de Commissie Jacques Delors op de sporen had gezet, als het gevolg was van de vereniging van de beide Duitse staten, de voormalige BRD en de DDR tot een nieuwe BRD, waaruit onder meer de oprichting van de monetaire unie voortkwam, zodat Maastricht an sich voor niemand echt opzienbarend mocht heten. Alleen, in Frankrijk bleek men François Mitterand moe… zodat het Referendum uiteindelijk een binnenlands probleem werd. Thierry Baudet meent dat er opnieuw een referendum nodig is, om de Nederlanders, de Belgen… over de omvang en de bevoegdheden van de EU te stemmen. De vraag is niet of burgers juiste dan wel foute argumenten laten doorwegen, maar of men in het geweld van zo een debat nog wel helder kan zien waar het om gaat. Er zijn behoorlijk degelijke media nodig om het debat evenwichtig te voeren en burgers de argumenten à charge en à décharge te laten afwegen. Maar hier hebben experten als Hendrik Vos of Paul Goossens, om slechts die Euro-pausen in Vlaanderen te noemen al lang de keuze voor de gemakkelijke kritiek en de politiek als strijd op leven en dood gekozen, waarbij het project zelf op de achtergrond verdwijnt.

We mogen ons er niet toe laten verleiden het Europese debat over te laten aan hen die er zich mee vereenzelvigen of verzetten, waardoor de inbreng van Bent Van Looy op het oog goed gevonden was. Maar waarom zou een licentiaat klassieke talen zich iets gelegen laten liggen aan het woord van de verdienstelijke zanger Bent Van Looy? Niets ten nadele van de heer Van Looy, wel de wijze waarop men voortdurend BV’s oproept hun stem te laten horen.

Europa werd opgebouwd in een samenleving die de gevolgen van de Wereldoorlogen nog aan den lijve ondervonden had, die begreep dat oude politieke recepten niet meer werkten maar die ook – in de jaren vijftig – snel scholariseerden, maar ook gediend werd door nieuwe media, radio en televisie. Alles leek geopenbaard te zullen worden, niet enkel aan wie de betere bladen las, maar ook wie radio luisterde of vanaf 1953 in langzaam maar steeds sneller groeiende aantallen naar televisie keek. En, het moet gezegd, misschien waren de NIR en later de VRT enigszins paternalistisch, met programma’s als actueel of Panorama kon de luisteraar, respectievelijk de kijker vaak scherpe journalistieke analyses meekrijgen. Helaas, men is die media gaan hanteren, ook in hoofde van de openbare omroep, als platformen om de mensen te behagen. Is er een continuüm tussen het oude, enigszins paternalistische toontje van Jan Boon c.s. en het actuele populisme, dan heeft men blijkbaar weinig pogingen gedaan het optimale midden te vinden.

Europa, zegt men ook in het filmpje, dat zijn al die ambtenaren, dat zijn domweg detaillistische regels over de lengte en dikte van bananen en appeltjes… Deels had dat te maken met de vrijmaking van de markt. Om de Belgische chocolade te redden moest men de samenstelling van chocolade vastleggen, om te verhinderen dat minderwaardige chocolade de (succulente) Belgische uit de markt zou duwen. Wie zou dat al niet betreurd hebben? Maar belangrijker is dat men vergat in dat filmpje dat in 2010 de EU-Commissie mededeling deed via een definitief besluit dat men zou overgaan tot slimme regelgeving (Brussel 08-10-2010 – Comm(2010) 543 definitief) onder de titel: Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, De Raad, Het Europees Economisch en sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Slimme Regelgeving in de Europese Unie.

 Dit stuk van nauwelijks 13 bladzijden had men kunnen vermelden, minstens als een voorbeeld van de betere intenties en daarom wil ik u de conclusie niet onthouden:

Deze mededeling bevat een overzicht van de maatregelen die de Commissie wil nemen om de kwaliteit van de regelgeving te waarborgen in de hele beleidscyclus, vanaf het ontwerp tot aan de evaluatie en herziening van het beleid. Door een versnelling hoger te schakelen kan slimme regelgeving helpen de ambitieuze doelstellingen van de strategie Europa 2020 voor slimme, duurzame en inclusieve groei te bereiken. Slimme regelgeving is echter een gedeelde verantwoordelijkheid en het welslagen ervan zal afhangen van alle bij de beleidsformulering en -uitvoering betrokken instellingen en belanghebbenden die hun rol moeten spelen. In de tweede helft van 2012 zal de Commissie verslag uitbrengen over de uitvoering van de agenda voor slimme regelgeving.

Is er dan inderdaad in 2012 een verslag gekomen? In 2012, maar ook in 2013 is er evaluatie gekomen, onder meer het stuk Brussel 2.10.2013 COM(2013) 686 final met als titel: Versterking van de grondslagen voor slimme regelgeving – verbetering van de evaluatie. De mededeling gaat na hoe Europa met dat concept Slimme Regelgeving ook resultaten geboekt heeft en stelt vast dat er een grote, gedeelde verantwoordelijkheid bestaat: lidstaten, regio, parlement, de Raad van Staatshoofden en regeringsleiders kunnen dus niet zeuren over een exces aan regelgeving en voortdurend, op vraag van derden zoals lobbyisten of delen van de bevolking nieuwe regelgeving vragen. Ook dient men er zich rekenschap van te geven hoe het gaat met de implementatie. Enfin, men is er zich terdege van bewust dat Europa af diende te komen van het gemak waarmee men nieuwe regels invoerde. Een beetje bestuurlijke onthouding kon blijkbaar geen kwaad.

Het is maar een voorbeeld van wat aan de burgers voorbij is gegaan omdat de gehele kwestie van de excessieve regeldrift door de Commissie zelf werd aangegrepen om een koerswijziging in te slaan. Met alle respect voor onze journalisten, maar in het stukje over Europa als bestuurlijk apparaat, had dit niet misstaan.

Het misstaat niet altijd een facet van Europees in detail te bekijken, waar de Nederlandse Openbare omroep tot voor kort een mooi voorbeeld gaf: de slag om Europa, waarbij men kon vaststellen dat er heel wat kwesties zijn, van landbouw- tot innovatiebeleid die voor de makers aanleiding waren stelselmatig dieper in te gaan op wat Europa doet en hoe men dit doet. Kritisch was het wel, maar ook instructief en het liet zien dat de EU-pagina’s in de kranten vaak ernstige lacunes vertonen. De bouw van superstallen voor varkens in Roemenië waarbij lokale boeren – net als in het Sovjet-tijdperk onderhevig werden aan hogere instanties, zij het nu vanuit een marktlogica – uiteindelijk slachtoffer werden van dat beleid. Maar ook in het Europa van de 15 – oftewel het oude Europa – werd en wordt dat landbouwbeleid vaak aangeklaagd, door milieuactivisten, door landbouworganisaties en anderen, maar er is geen onderzoeksjournalistiek die de claims van die partijen, actoren, onderzoekt.

In die zin moet men dit (niet zo) eenmalige speciale programma van Ter Zake echt wel betreuren, want noch Verhofstadt, noch Baudet of Geert Mak gingen echt diep genoeg in detail of werden uitgedaagd daartoe, om ons, de kijker de kans te geven afwegingen voor of tegen a) de structuren en de besluitvormingsprocessen binnen de EU, b) de instellingen van de EU en vooral c) het gevoerde beleid en de resultaten van die besluitvorming te maken. Zonder gedegen informatie gaat het niet.

Tot slot nog eens iets over de hoofdsteden van de Europese lidstaten en de werking van de EU? Geert Wilders, Baudet, maar ook de Sociaal-democraten menen wel eens dat men teveel macht dient af te staan aan de EU en dus aan Brussel. In Duitsland, maar ook Nederland kent parlementaire controle; concreet laat enig zoeken zien hoe in de schoot van de Tweede Kamer der Staten-Generaal een Vaste Commissie Europese Zaken bestaat, waar enerzijds beleidsintenties die andere commissies aanbelangen aan hen worden bezorgd opdat voorgenomen besluitvorming tijdig tegen het licht van de Nederlandse werkelijkheid gehouden kan worden en waar de Vaste Commissie zelf de grote lijnen van de verdragen, de uitbreiding en de wijzigingen in de begrotingen behandeld worden. De regering wordt door deze commissie op de voet gevolgd en krijgt van hieruit aanwijzingen over wat kan en niet kan. Het slot van de introductietekst luidt:

Het regeringsbeleid over algemene ontwikkelingen in de Europese Unie (EU) wordt door de commissie voor Europese Zaken zelf gecontroleerd. Bijvoorbeeld bij een wijziging van het Europees Verdrag, de uitbreiding van de EU of een herziening van de EU-begroting. De Commissie heeft ook een belangrijke vertegenwoordigende rol. De Commissie is het aanspreekpunt voor commissies uit andere lidstaten van de Europese Unie en het Europese Parlement, over de Europese onderwerpen.

Het blijft verbazen dat in België de federale Kamer die zaken in de Commissie Buitenlandse zaken worden behandeld, naast kwesties als Congo, de vervolging van Christenen in Syrië. Het statuut van Turkije als kandidaat lid hoort er dan natuurlijk wel bij. De kwestie in het Vlaams Parlement is vergelijkbaar, want ook daar worden de zaken in een algemene Commissie Buitenlandse zaken behandeld. Wel heeft de Vlaamse Regering een Vlaams-Europees Verbindingsagentschap opgezet, om de coördinatie wat het Europese beleid vanuit Vlaanderen naar Europa en de gevolgen van Europees beleid voor Vlaanderen op te zoeken. Maar feit is ook dat er niet altijd veel animo bestaat bij de leden van het Vlaams Parlement om hun bevoegdheden op het interne forum ook op het Europese vlak ten volle uit te oefenen en de Vlaamse regering ernstig te volgen.

Neen, met 50 minuten per semester zal de VRT haar verantwoordelijkheid het publiek afdoende te instrueren als het over Europa gaat; gaat het over concreet beleid en over de grote debatten over uitbreiding, het verdrag en de begrotingen voldoende diepgaand te informeren is de noodzaak nog veel groter. De Europese parlementsleden worden vaak als uitbollende politici voorgesteld, maar als we niet weten wat zij doen, tja, dan is het moeilijk hen voor vol te aanzien. Maar om dat te kunnen waarderen, dames en heren van de pers, zal men er zich rekenschap van moeten geven dat de werking van het EU-Parlement, van de Commissie meer onder de aandacht moeten gebracht worden. Nu moet ook gezegd dat Villa Politica hieraan een voldoende toegevoegde waarde verleent, maar toch, ook dan is de politieke strijd soms belangrijker dan de discussie over het algemeen belang en de gevolgen van het Europese beleid, de discussie ook over de implementatie ook bij ons.

Conclusie moet dus zijn dat we aandachtig wilden kijken naar deze EU-special van ter Zake, maar dat we behoorlijk ontgoocheld achterbleven, omdat naar ons inzicht wezenlijke facetten niet aan bod kwamen. Kwam het programma over als een pamflet tegen Europa, zoals Marc Vanfraechem op zijn blog “Victa placet mihi Causa” schreef? Helaas moeten we hem volgen, gedeeltelijk toch, want het optreden van Verhofstadt was toch maar een deel, wat efemeer in het gehele opzet. Maar dat men tegenover hem een jonge liberaal zette, was wel van het goede teveel al ben ik niet geheel zeker of die jongeman wel een liberaal mag heten: hoe liberaal immers is de Open VLD dezer dagen? Europa kan ook over de generaties verbinden, want als de oudere, vergrijsde leden van de Brugmankringen hun verhaal doen aan hun kinderen en vooral kleinkinderen, zouden die wel eens geprikkeld kunnen worden de zaak opnieuw op te nemen: politiek handelen hoeft niet altijd te verlopen via partijpolitiek, via machtspolitiek, ook reflectie mag een plaats krijgen. Ter Zake is een vlaggenschip van Canvas en de Openbare omroep, waardoor de aanpak des meer aandacht verdient.  

Bart Haers


Reacties

Populaire posts