Over het waarderen van het diletto

Kritiek

Mensen en de nieuwe ingenieurs
van de ziel
naar aanleiding van een radiogesprek (Trio 4 januari)

De laatst overgebleven onderneming
in Delft waar met toedoen van enkele
ondernemers het oude ambacht behouden
blijft, omdat, aldus John Fentener van
Vlissingen, niet elke investering alleen
maar op winst gericht kan zijn. Behouden
van iets waardevols blijkt ook een
goede investering. Tegen de geest
van de tijd? Net wat u zegt. 
Alleen al om aan te geven dat goede radio wel degelijk aanzetten kan tot reflectie, kritiek wil ik dit schrijven. Een ontevreden Socrates? Een verzadigd varken? Zijn dat de alternatieven? Misschien, maar het gaat erom vast te stellen dat we niet goed weten, vrees ik, hoever we met regelgeving en normering te ver kunnen gaan.

Walter Pauli en Peter Venmans waren de gasten en de eerste kent iedereen als een gedreven journalist die de kans tot reflecteren zelden laat voorbij gaan, de andere is iets minder bekend, maar als classicus en Mill-kenner, vertrouwd dus met het denken van John Stuart Mill, de man die het utilitarisme een filosofische basis gaf, niet geheel te negeren. Men ziet het, er valt in Vlaanderen meer te vernemen dan his masters voice, de stem van het orakel, van de leidende intellectueel.

Wat me opviel was dat enkele van mijn issues in dit programma aan de orde kwamen, zoals over de dwanggedachten over een lang en gelukkig leven, maar ook over autonomie sprak men. De vraag hoe het grote met het dagelijkse verweven kan raken en niet te vergeten of politici er goed aan doen voor elk probleem een oplossing te willen bedenken. Paul Frissen gaf aan, in het essay “De Fatale Staat” dat politici hiermee zelf wellicht dilemma’s scheppen en paradoxen voortbrengen die ze net willen vermijden.

Het ging over de vraag of we onze veiligheid moeten garanderen door vrijheid op te geven, maar terecht kan men stellen dat in deze hoek van Europa de veiligheid wel goed georganiseerd is, soms zelfs overdreven. Goed, er zijn vormen van overlast, dat wil zeggen dat we ons gehinderd voelen door het gedrag van anderen. Maar als ik vorige week naar een familiefeest trok in Brabant, dan merkte ik dat de autowegen die kerstavond overvol zaten. Wij waren op weg naar familie, waarom zouden anderen dat niet doen. De implicatie was en is dat we steeds verder verspreid wonen. Willen we dus samen de dis delen, dan moeten we op weg. Het rijgedrag was wel opvallend agressief bij momenten, gezien de overvloedig vallende regen zorgde dat voor extra stress. Maar de vraag is of de politie hier veel aan veranderen zal. Men kan zeuren over een noodzakelijke mentaliteitswijziging, maar mensen kiezen al dan niet bewust hoe ze in het leven staan, waarbij ze zichzelf, behoorlijk nombrilistisch, centraal stellen.  Hoor je dan zo een ondernemer als John Fentener van Vlissingen die een bloeiend bedrijf heeft in de luchtvaart en reissector, maar die er veel eer in legt zowel jonge starters te ondersteunen als, heel verrassend, bedrijven in leven tracht te houden die zonder meer ambachtelijk zijn, zoals de Koninklijke Porceleine Fles, waar het aloude porseleinschilderen met redelijk succes – in termen van voortbestaan -  beoefend wordt en zelfs nieuwe medewerkers vinden kan. Maar ook zorgt de man er mee voor dat familiebedrijven voldoende financiële ondersteuning krijgen, als banken te terughoudend zijn.

Het debat over ondernemerschap blijft vaak beperkt tot enkele hoofdlijnen, maar men vergeet dan dat bedrijven geen absolute zekerheid van succes kennen, soms moeilijke periodes kennen. Als de ondernemer John Fentener van Vlissingen de regering heeft kunnen overtuigen ook fondsen vrij te maken, die niet als subsidie gehanteerd worden, waarom zou dat ten onzent niet kunnen? Allicht zijn er wel ondernemers die zich daarmee inlaten, maar de ondernemer, tenzij de uitzonderlijk succesvolle of de fraudeur, krijgen zelden een opendoekje in de media.

Nu wilden we het hebben over dat programma van Werner Trio en diens gesprek met Walter Pauli en Peter Venmans, waarin men allerlei zaken besprak die mijn aandacht wegdroegen. Maar tussendoor komen er andere zaken voorbij. Het is niet zonder belang dit te melden, niet om de vermeende rommeligheid van stukken als deze te verontschuldigen, wel omdat ik denk dat we ons tegenover beroepsactiviteit in allerlei vormen altijd gedragen alsof professionalisme evident is. De bemoeienis van de Nederlandse ondernemer met oude ambachten lijkt me net exemplarisch voor de wijze waarop we ook in de wereld kunnen staan: het nut van zoiets ligt niet per se in investeren op korte termijn, maar net het oubollige dan wel het absoluut moderne een kans geven.

In het programma kwam aan bod dat men mensen op een nogal bizarre manier hun autonomie beperkt zagen en zien in grote levenskwesties, maar dat ze in kleine en dagelijkse aangelegenheden gemakkelijk met de vinger gewezen worden. We zouden autonoom moeten zijn op zoveel mogelijk terreinen, maar toch, vernam ik, wil men ons conformeren aan een (voorlopig) onuitgesproken model. Het is inderdaad zo dat de praktijken van NSA zorgwekkend zijn, voor bijna iedereen, maar dat tegelijk niemand er zeker van kan zijn dat andere overheden, dichter bij ons, behept zijn met de technologische verleiding en alle middelen inzetten, van camera’s in de stad tot slimme camera’s op de invalswegen… waardoor kleine vergissingen soms buitenproportioneel aangepakt kunnen worden.

Het komt me weer te binnen schieten, dat verhaal van de supersnelrechtzittingen in den Haag om mensen die zich tijdens de nieuwjaarsnacht misdragen hadden… superzwaar zouden gestraft worden. Nu goed, wie geweld pleegt tegen een agent van politie moet niet zeuren, maar de grap was dat de journaliste zegde dat in alle zaken die voorkwamen een zaak gemeenschappelijk was: drankgebruik, drankmisbruik. Nou moe, weken vooraf worden we met champagne, Cava, en andere suggestieve beelden van een conviviale nacht bij uitstek bedacht en als het feest er is, moet eenieder zich gedragen als een koorknaap. Gemeentelijke administratieve sancties of heeft u liever Supersnelrechtzittingen? Lood om oud ijzer. De proportionaliteit is zoek, maar ook, denk ik, de aandacht voor omstandigheden. Welke jongere is niet zo rond zeventien of achttien voor het eerst tot brakens toe ziek geweest van het verzette debiet? Een goede les zich wat te leren inhouden. Maar onze samenleving zal nooit meer verlost geraken van alcohol en de vraag is of dat wenselijk is.

In die zin kon ik beter Peter Venman begrijpen dan Walter Pauli, die ergens de indruk wekte een aantal zaken sterk in de verf te zetten, zoals NSA, maar tegelijk vond dat de overheid best ver mag en kan gaan met het uitvaardigen van oekazes, regelgeving en voortvarend te handelen als het op het handhaving aankomt. Ik denk dat de overheid omzichtig moet blijven, want anders wekt men bij burgers afkeer op, omdat deze zich miskend en geminacht vinden. Misschien spreek ik hier voor mezelf, maar de zo geroemde autonomie blijft een verworvenheid die zo over boord kan gaan, als de veiligheid in het gedrang komt. Maar zonder deviante gedachten, dromen en verwachtingen komt onze samenleving tot stilstand. Tomas Sedlacek wees er terecht op dat Adam Smith van de “Fabel van de bijen” – door een Nederlandse arts-filosoof die naar Londen was moeten vluchten uit Rotterdam geschreven omtrent 1700 - over private ondeugd en publieke weldaden een eigen lectuur had gemaakt om de betekenis van deugden in de samenleving te bepleiten. Maar men moet oog hebben voor de gedachte van Mandeville dat een samenleving van louter deugdzame mensen stilstaat, als deugdzaam begrijpt als een handelen volgens regels die iedereen als onwrikbaar beschouwd. In die zin heeft het weinig zin te zeuren over de Taliban en zelf dan maar elk afwijkend gedrag af te wijzen.

De ingenieurs van de ziel? Frank Westerman schreef erover en ik blijf het ook vandaag een belangwekkende gedachte vinden. Bovendien merkt men vaak dat zij de politics of fears met grote ijver beoefenen. Iedereen weet dat men niet zomaar aardgas moet verbranden, maar tegelijk worden aangespoord naar de uiterste grenzen van de aarde te reizen ter ontspanning, maar we willen, zullen en moeten veilig terug komen. Wie naar Jemen gaat weet dat er ernstige veiligheidsrisico’s zijn; wie doorheen Afrika van Alexandria naar Kaapstad wil reizen evenzeer. Moet het men het daarom nalaten? Neen, maar het is een eigen keuze met risico’s.

Ik denk dat we te zeer risicomijdend gedrag worden aangepraat en daardoor aan levenslust inboeten. En daar hoor ik Le Forestier weer zingen die met zijn lief de heuvels in trekt om allerlei bloemkroontjes te vlechten, of beter nog, Brel, die de Bourgeois voor varkens scheldt, wetende dat hijzelf ooit bourgeois zal worden. Dat is de spirit.


Bart Haers 

Reacties

Populaire posts