bewondering voor het kunnen
Kleinbeeld
Open bedrijvendag
![]() |
Ook hier dus kan men er toe komen dat de aankleding van het Vlaams Parlement wel degelijk ergens vandaag komt. |
Wat maakt zo een bedrijf?
Design, industriële vormgeving, stijlvolle interieurelementen in
staallegeringen en dus is de kans groot dat men het wel eens ontmoeten zal.
Aangezien we vandaag te maken hebben met een economisch klimaat zegt men,
waarbij mensen de kat uit de boom lijken te kijken, vraagt een mens zich af hoe
zo een ondernemer tegen de zaken aankijkt. Wie zet er zijn schouders onder zo een onderneming?
Nu, bedrijven hebben al
evenzeer een eigen identiteit als personen, als de personen die er zich voor
uit de naad werken, want dat is het natuurlijk, omdat het niet door anderen zal
gemaakt worden. Nu ken ik de betrokken ondernemer wel zo een beetje en dat
maakt dat zo een gesprek eindelijk niet gevoerd hoeft te worden. Je hoort wel
eens hoe het gaat, maar tegelijk laat je gesprekken over zaken wel achterwege
als men samenkomt, want dan is het meestal tijd voor een glas wijn en goed
eten.
Toch denk ik dat we in de
publieke ruimte over ondernemers tegelijk een romantische idee koesteren en er
ook zelden toe komen te begrijpen wat dat wrochten allemaal kan meebrengen,
bijvoorbeeld beroepsfierheid en vreugde in
de arbeid. Een onderneming die designoplossingen brengt en die vaak voyant
aanwezig zijn in het dagelijkse leven en terwijl we er niet altijd echt
aandacht aan besteden. Lavabo’s? Hoezo, zou men er echt aandacht aan besteden?
In feite gaat het om interesse voor hoe onze wereld er uitziet.
Nog recent bezocht ik de
tentoonstelling van Henry Van de Velde en vroeg ik mij naderhand af waarom wij
over architectuur en vorming zo een uitgesproken meningen ventileren, maar als
we resultaten zien van vormgeving, zowel voor massaproducten als voor meer
unieke stukken, dan kijken we erover heen, omdat we de voorzieningen waaraan ze
vorm geven toch maar over het hoofd zien.
Maar ondernemers krijgen in
deze tijd niet zomaar aandacht, ondanks inspanningen van Unizo en andere
organisaties. Het ondernemen zelf zien we graag als iets romantisch, als een
zaak van durven, van kansen zien, zelden van rustig werken, oplossingen geven
aan onverwachte problemen en tegelijk beseffen dat het bedrijf morgen ook nog
een bestaansreden heeft. Maar dat kan maar als de klanten voor wie men
oplossingen bedenkt zich in die oplossingen herkennen. En eerlijk is eerlijk,
dat geldt voor nagenoeg elke vorm van ondernemerschap. De zaak is immers dat je
vaak al heel goed ingevoerd dient te zijn in een bepaalde branche om er mogelijkheden
te zien en een mogelijkheid een echt levenswerk van te maken. Het romantische
van de eenzame zoeker die aan de tekentafel een oplossing bedenkt vinden we
fijn, de vermeende keiharde zakenman die de hoogste marges weet te bedingen of
de beste marktplaats te bezetten, vinden
we vooral eng. Intussen beseffen we niet dat zo een ondernemer met een hele
administratie in orde moet zijn.
Natuurlijk toont zo een
ondernemer u zijn boekhouding niet en nog minder de fiscale stukken, maar in
feite is die kant van de zaak er niet minder op geworden, soms begint de
papierwinkel zelfs belastend te werken. Vooral omdat de regelgeving zo vaak en
zo snel verandert en tegelijk de bedrijfsvoering bemoeilijkt, zouden politici
er zich meer bewust van horen te zijn dat men niet zomaar elk seizoen nieuwe
regels kan uitvaardigen. Maar, zegt men mij, ze frauderen allemaal, toch? Hoe zou dat kunnen? En waarom maakt men geen
onderscheid meer tussen grote bedrijven met een hele staf juristen achter de
hand en een anoniem aandeelhouderschap en precies de kleinere bedrijven zonder
of met slechts een beperkt aantal medewerkers als personeel en ook het echte
eigen risico?
De relance zal misschien komen
van enkele maatregelen over de loonkost, want dat blijkt niet altijd te sporen
met de economische realiteit. Aan de andere kant, deze ondernemer, maar ook
andere die ik in lengte van jaren mocht ontmoeten leggen meer in hun zaak dan
een investering. Hun kennis en vaardigheden zitten erin en zonder de
metafysische tour op te gaan, hun ziel. En finaal, de arbeidsvreugde van zo een
ondernemer, als een project slaagt, werkt toch aanstekelijk.
Daarom denk ik dat zo een Open
bedrijvendag wel zinvol is, maar dat het tegelijk verre van ons blijft als we
niet proberen te zien wat deze mensen doen, scheppen. Natuurlijk, hoor ik
iemand al zeggen, design, dat is ontwerpen, maar een beenhouwer? Ach, ook die
krijgt een flinke dosis genoegen als hij of zij eens een nieuw eenpansgerecht
voor de traiteurszaak weet te ontwikkelen. Het gaat om kwaliteit van de
producten, om goede relaties van vertrouwen met klanten en een eeuwige
wederkeer.
In een tijd van pandemische
ADHD op de werkvloer is dat misschien nog het meest bizarre, dat ondernemers er
echt in slagen lange tijd binnen een bepaald segment van specialisatie en
arbeidsdeling toch hun creatieve ding te doen. Daar kunnen geen
relancemaatregelen tegen op. Of beter, men kan die passie voor innovatie echt
niet decreteren vanuit een parlement. Want dan dreigt het papierwerk uit de
hand te lopen en verliest zo een ondernemer
de moed. Maar er moeten resultaten komen? Natuurlijk, maar die komen er
misschien vooral als men mensen met kennis van zaken en hart voor hun zaak laat
doen. Laat hen maar en laat ze hun eigen gang maar gaan, want ze hebben het
altijd zo gedaan.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten