De Buren een bres in de dijk

Reflectie

Het KCO* in een Studio
Nederland en cultuur

Dorian van der Brempt,

Het Vlaams-Nederlands Huis De Buren aan de
Leopoldstraat in Brussel, misschien een rots in de branding,
voor de cultuur, maar zeer zeker ook een bres
in de opgehoogde dijken van het Sigma-plan.
Plan sigma
staat dan voor een veiliger Vlaamse
Zelfgenoegzaamheid
onzer intellectuelen en cultuurpausen. 
De Wereld Drrraait Doorrrr! Het Koninklijk Concertgebouworkest in de studio, met Louis Andriessen en anderen en gewoon een klein uurtje muziek in de studio en uiteraard enkele memorabele beelden. Het vieren van dit orkest, het vieren van de 150ste verjaardag van Louis Couperus en het oprichten van een Superschool, met alles wat dat om het lijf heeft. Men begrijpt dat een Vlaming soms met enige afgunst naar de Nederlandse televisie kijkt, maar niet met de gedachte dat ze al dan niet een gidsland zijn, want er is veel gaande in het bevriende buurland, ook veel waar we beter niet afgunstig op zijn. Maar er is een verschil, hier bestaat er een grote collusie tussen politici en intellectuelen, in Nederland gaan cultuurproducenten en creatievelingen minder vertrouwelijk om met de overheid en de overheid kan rekenen op weerwerk als een beleid het netwerk zelf dreigt te ontmantelen.

Op 4 september vierde De Buren, het Vlaams-Nederlands Huis in Brussel de heropening van de gebouwen aan de Leopoldstraat en ik maakte de avondsessie mee. De academische zitting niet en achteraf vond ik dat een misser, want het valt me op dat er wel een en ander te zeggen valt over cultuur en de Nederlanden, zeker na de uitlating van Johan Simons dat de kunst boven de samenleving – en dus de cultuur zou staan – maar dat viel niet bij iedereen in goede aarde. Er valt iets te zeggen over die visie in die zin dat boven in zekere kringen als elitair begrepen wordt, maar misschien gaat over een positie buiten het gewoel zelf, van toeschouwer niet die niet objectief zijn kan, maar er wel iets van kan vinden. En dat is wat het Huis De Buren wel degelijk ook betrachtte. Heb ik dan een hekel aan het woord objectief als in “objectieve wetenschap”? Zijn er wel wetenschappen die zich met het handelen van de mens inlaten die men ook nog eens objectief kan noemen? Dat betekent dan weer niet dat die wetenschappen daarom zonder meer van zin verstoken zijn. Integendeel, het is nuttig er goed over na te denken en precies het huis van Vertrouwen, de Buren, Vlaams Nederlands Huis laat zien hoe daar wel degelijk aandacht aan besteed kan worden.

In Nederland zie je intussen spotjes over het wegsaneren van het derde kanaal en uiteindelijk over het verder opbreken van het publieke omroepbestel. Als je dan net die uitzending van De Wereld draait door dan weet je dat dit derde Nederlandse Net, - jawel, ook spuiten en slikken heeft daar een vaste plaats – wel degelijk van belang is. Het is een politiek debat over het aanbod en de concurrentie met de commerciële omroepen die hun gewicht laten gelden.

Nu kunnen we in ons landje natuurlijk niet veel klagen, want wij hebben Canvas en 1, waar de Kampioenen wellicht het beste programma mag heten. Enfin, het biedt niet meer en niet minder dan het aankondigt. Canvas? Geen toneel, klassieke muziek op onmogelijke uren. En dan is er “Alleen Elvis is voor altijd”, maar dat programma, waarin over “Post voor mevrouw Bromley” geen gesprek kon gevoerd worden met Stefan Brijs, terwijl zijn brouille met Jeroen Brouwers uitgebreid werd besproken. Cultuur, mijnheer de presentator, gaat over zaken, waar mensen hun schouders onder zetten.

Terug naar “Zomergasten”, waar Johan Simons en Beatrice de Graaf, Nelleke Noordervliet ook best interessante gesprekken voerden en waar vooral Wouter Bos en Hans Teeuwen de kranten haalden. Maar zij waren er ook, Simons en de Graaf en Noordervliet en ik denk dat die afleveringen het meest tot de verbeelding spraken, voor zie zich meer om inzichten dan om uitspraken bekommerd. De idee van Simons, waar we het hoger over hadden, dat kunst boven de cultuur zou staan, werd door sommigen begrepen alsof de kunstenaar boven de cultuur en bij uitbreiding boven het gemeen zou staan. Men kan in het gewoel der gebeurtenissen niet zo gemakkelijk kunst brengen, men kan in de waan van dagelijkse commentaren ook geen waardevolle dingen brengen. Want de kunstenaar, wat het medium ook is, stelt zich even buiten dat gewoel, probeer iets te vatten. Gedichten, beelden, verbeelding… soms is het maatschappelijk, soms vooral menselijk en niet zelden nonsens, baarlijke doch heerlijke nonsens. Maar om dat te doen, kruipt een mens even door een kier en laat de tijd even duren, het Nunc Stans, waarover Hannah Arendt het had in het leven van de geest. Moeten we het dan niet hebben over een politicus die een zijner collegae via de voorzitter een miezerig manneke noemt, waarop de aangesprokene niet reageert. Toch is dat dan weer even voer voor speculatie. Men doet niet, zoals Alexander Pechtold, de moeite om het sujet te negeren.

Gisteren hadden ze het over dat deel van de Zevende van Beethoven en hoorden we de finale van de bekende Vijfde van van Beethoven, was er Brahms en ook nog iets uit de Vuurvogel. Het ging over de gekende oude dame, het Koninklijk Concertgebouw Orkest en dus over Mahler en zelfs kwam er een nieuw werk van Louis Andriessen aan de orde, werden zelfs enkel frases gespeeld en het klonk alvast interessant. Maar vooral, als ik in Vlaanderen mensen over Nederland hoor, doorgaans Holland, dan gaat het over Voetbal, over de Walletjes – die afgebouwd worden – en over André van Duin en andere Toon Hermans. De clichés liggen klaar. Zelf denk ik dan inderdaad ook aan Otterlo, het Kröller-Möllermuseum en de wandelingen in Cadzand of in de buurt van Veere, aan Haarlem ook, den Bosch en zoveel meer. Ik zou het niet kunnen noch willen vatten in vijf steekwoorden. Nederland heeft een lange rijke culturele traditie en weet ook vandaag nog steeds te inspireren, wat niet wegneemt dat ook het omgekeerde het geval kan zijn. Alleen, duidelijk is dat dit maar kan als het om meer gaat dan kroketten uit de muur of mosselen-friet.

Het is dus van belang dat wie het over cultuur heeft, weet dat er wel degelijk (goed) entertainment in de aanbieding zit, maar ook dat er ruimte blijft voor wat men lange tijd als elitaire cultuur heeft weg gezet. Ik heb het over het feit dat zeker ten onzent literaire monumenten, maar ook al eens enkele di minores nauwelijks aandacht krijgen: er is Claus, Boon, Claus en nog eens Lanoye en daarbuiten is er de leegte. Hedendaagse schrijvers? Behalve dus Lanoye, Brusselmans, Verhulst en Erwin Mortier… zijn er ook nog dames als Ingrid vander Veken, Annelies Verbeke, Joris Note en levend en werkend in Nederland, Congo en China, Lieve Joris.  Wie is Patricia de Martelaere al vergeten? Maar zo een lijstje van namen zegt dan nog niets waarom we er aandacht voor vragen? Omdat zij bijzondere inzichten brengen, die misschien niet de onze zijn, maar wel de moeite waard om te leren kennen. Stefan Brijs en Stefan Hertmans natuurlijk ook niet vergeten, maar goed, dan blijven we bezig; het gaat er ons om de grazige weiden buiten de platgetreden clichés te betreden.

Het is de verdienste van het Vlaams Nederlands Huis De Buren toch wat meer aandacht aan die bredere cultuur, buiten het paleis van de Goden op de Parnassus te besteden.  Als Bas Heijne in Opium een gesprek heeft over Louis Couperus, dan weten we hier van toeten noch blazen en dat is ergerniswekkend. Jawel, Louis Couperus, van de Stille Kracht of van “Langs wegen van geleidelijkheid”, “de Berg van Licht” en bijna 50 andere werken.

Ik wil er hier geen feest van ergernis en frustratie van maken, maar er is een wereld buiten de waan van de dag en daar hebben in Vlaanderen alvast maar weinig intellectuelen aandacht voor. Neem nu de hype, afgelopen jaren rond Bento de Spinoza. Nu kan ik zeer zijn werk waarderen en kon ik via Herman de Dijn, Tinneke Beeckman en Nelleke Noordervliet interessante benaderingen vinden en heb ik stukken uit zijn tractatus gelezen, het Politiek-Theologisch  traktaat, maar Bento stond niet alleen en als dan een boek over Adriaan Koerbagh verschijnt, dan is er hier geen interesse. En Simon Stevin? Da’s de man van de clootcrans? Natuurlijk, dat ook en van het decimale systeem van breuken en van de hydrostatica. Maar Stevin en Koerbagh hebben een belangrijk streven gemeen, zij wilden in het Nederlands – van toen - schrijven. Internationaal komen zij er niet aan te pas, maar nu het steenkolen-Engels en het Franglais of andere varianten van het Engels de wereld veroveren, kan men er toch eens bij stilstaan of het wel de beste manier is om met kennis om te gaan. Andere talen leren! Duits, Frans, Italiaans en jawel, zelfs Chinees, al ligt dat laatste niet voor de hand… of Russisch, wat al dichterbij ligt en ook van belang blijkt, willen we iets van de Russische beer begrijpen. Overigens, heeft iemand al opgemerkt dat Vlaanderen en België dit jaar in de ban zijn van India, maar dat Nederland in de ban is van het bezoek 300 jaar geleden van Peter de Grote en dat dit in Nederland wel eens stof doet opwaaien, over mensenrechten en zo...? Niet dus.

Laten we dus maar veilig aannemen dat er een kloof groeit tussen Holland en Vlaanderen. Geachte heer Dorian van den Brempt, het zal niet aan u liggen, maar wie zegt het in Vlaanderen iets, het rampjaar 1672? Of de Vrede van Utrecht? Omgekeerd doen Nederlandse media, zoals overigens Franstalige media wel eens de moeite om wel te begrijpen waar het over gaat. Oh ja, Michel de Ghelderode schreef een mooi verhaal over de rondreis van Kwibe Kwibus, de Duinfilosoof die een rondreis door Vlaanderen hield en belendende percelen, maar, zoals ook dame Mia baronesse Doornaert in de krant schreef, waren de kandidaten Frans – ooit heette dat plechtig en schoon: Romaanse Filologie – nauwelijks nog in staat deftig franse zinnen te maken of de grammaticale, laat staan de syntactische regels weer te geven of toe te passen, zodat niemand (gelukkig) nog een boodschap heeft aan warme serres, Péléas et Mélissande, une jeunesse Gantoise of recentere werken.

Ach, men kan den Vlaming een conservatieve smaak verwijten, provincialisme in de schoenen schuiven, maar noch het onderwijs, noch de media – de opinieboeren dus – hebben er veel verdienste aan als ik mij iets herinner van wijlen Reich-Ranicki. Safranski? Peter Sloterdijk heette in de krant de mist spuiende filosoof. En intussen maar kwetteren over een academische les van onze premier. Wanneer was het ook weer dat Robbert Dijkgraaf, directeur van Princeton, in de Gasfabriek een publieke les zal geven. Thomas Mann mocht dan wel vertellen dat Albert Einstein Princeton een bende vond van snobistische oude heren. Als ik onze herenclubs bekijk, die het schone weer maken in de Vlomse letteren, boekskes, dan moet ik zeggen, dan verkies toch maar dat soort gebeurtenissen, van Dijkgraaf in de Gasfabriek dus.

Men moet natuurlijk niet denken dat ik een beate eerbied heb voor “den ollander”, want ik ken er ook die mij niet veel tot niets te vertellen hebben. Het gaat om het voortdurend toenemende ophogen van de dijken, niet tegen de gevreesde superstorm, maar tegen den ollander dus. Maar goed, als ik in Amsterdam ben of Maastricht, Arnhem of Haarlem, dan ben ik wel behoorlijk thuis. Alleen, geachte heer Dorian van Brempt, instellingen als de Vlaams Nederlandse huis lijken ervoor te zorgen dat er nog enkele bressen zitten in de opgehoogde dijken. Gelukkig maar. En nu is het tijd voor een polonaise, toch? Wie zien we hossen? Ach, laat ik u dat beeld besparen, want sommigen zouden het maar namendroppen vinden. De melancholie van de vijfde Hongaarse dans, nietwaar.


Bart Haers    

* Het Koninklijk Concertgebouw Orkest

Reacties

Populaire posts