Beersel versus Herman Teirlinck

Dezer Dagen

De verwaarlozing van het patrimonium
Zin en betekenis van een schrijvershuis

Waar de Mijolclub, opgericht door Herman
Teirlink opgericht werd. Mijol is  het lokale
woord voor het vrouwelijk geslacht, de vagina
De gemeente Beersel sluit het museum in het oude huis van de heer Herman Teirlinck. Wat zouden we treuren? Wie heeft er behoefte aan een schrijvershuis? Wie maalt nog om Teirlinck? Een groot aantal mensen steunden de petitie, maar verder blijft het stil.

Enkele overwegingen:
1)     Een museum is er niet per se voor bezoekers maar een plaats van herinnering waarin een samenleving, een cultuurgemeenschap belang stelt.
2)     Herman Teirlinck was bekend als schrijver, onder meer van Maria Spermalie, Mijnheer Serjanszoon, de Lemen Torens en ander werk
3)     Herman Teirlinck was verdienstelijk docent in het instituut voor kunsten Ter Kameren, en droeg op die manier bij aan een sterker weefsel van kunsten en kunstambachten
4)     Herman Teirlinck was ook stichter van een theateropleiding in Antwerpen, maar we weten het, de school was overtallig geworden en verdween.
5)     Herman Teirlinck was ook betrokken bij het Hof, als adviseur van Albert I en Leopold III
6)     Hij vertegenwoordigt ook een opvallend boeiend en bloeiend cultuurleven in Vlaanderen
7)     Hij was de stichter van Mijol-club waaraan Vlaamse schrijvers en intellectuelen deel hadden. Ook Gerard Walschap had er deel aan.

Zeven argumenten om het museum in leven te houden. Men hecht vandaag aan bezoekersaantallen, maar een museum is en was ook altijd een plaats waar men de voortbrengselen van de musen samenbrengt. Nutsoverwegingen en opbrengsten, bezoekersaantallen mogen niet de belangrijkste afwegingen vormen. De gemeente Beersel kan best hulp krijgen van de provincie Vlaams-Brabant, maar ook van de Vlaamse overheid.

Immers, wie auteurs als Herman Teirlinck vergeet maar ook de andere activiteiten van deze auteur, loopt het risico veel andere facetten van het Vlaamse cultuurleven te dumpen. Men vertelde mij dat men het museum al het aan het ontmantelen is.

We weten dat in Vlaanderen de aandacht voor schrijvers altijd weer geconcentreerd wordt op enkele namen: boontje, Claus, Lanoye. Zij zijn er en verdienen aandacht, maar vanaf de tijd van Anna Bijns tot nu zijn er heel wat meer auteurs. Vlaanderen heeft een AMVC – gehad – maar de doorstroming naar een breder geïnteresseerd publiek zal er niet komen als de media, zeker de openbare omroep er niet geregeld aandacht voor vraagt. In NRC stond vorige week een interessante recensie over een biografie van Georg Büchner, de auteur van Woyzeck… Maar, leest men, grote cultuurgemeenschappen hebben meer mogelijkheden om hun rijkdom uit te stallen? Zou het? Het is een kwestie van keuzes, van lokale en andere overheden… en van het publiek.

Laten we dus maar hopen dat we eerlang de tijding krijgen dat het museum echt een museum wordt. Laat het ook een toeristische functie hebben, maar het heeft vooral betekenis als lieu de mémoire. In dit geval is daar niets op tegen.


Bart Haers 

Reacties

Populaire posts