Ballingschap van een schrijver
Recensie
Wagner
en Duitsland
Verhaal van een
afscheid
Britta Böhler. De Beslissing. Roman. Uitgeverij
Cossee 2013. 173 pp. Prijs: 18,90 €
Mevrouw Britta Böhler was tot 2011 lid van de Nederlandse
Senaat, de Eerste Kamer der Staten-Generaal maar van Duitse afkomst (Freiburg 1960). Zij is
echter, zo heb ik de indruk geen bannelinge, maar vrijwillig van Duits
staatsburger Nederlands staatsburger en parlementslid geworden. Hoewel dit
gegeven niet in het boek doorklinkt, stelt zij zich wel de vraag waarom de
Duitse auteur Thomas Mann er na 1933 zo lang over deed publiek afstand van het
Duitsland van de Nazi’s te nemen. De brief in de Zurcher Zeitung was de enige
noodzakelijke mogelijkheid om dat te doen, nadat zijn dochter, Erika,
conférencière in ballingschap, zijn zoon Claus, zwervend door Europa en zijn
broer Heinrich daar vergeefs op aangedrongen hadden. Maar eens de brief
geschreven, moet de Tovenaar het allemaal nog eens verwerken.
Drie dagen in het leven van een meticuleus
ordelijk man, die voor alles een plaats heeft, althans op zijn tafel, in de
openbaarheid. Zijn bureaulade is lang niet zo ordelijk, net zoals zijn
gevoelsleven een buiten- en een binnenkant heeft. In zijn dagboek verwerkt hij
zijn niet te realiseren aanrakingen. Zijn zoon en broer hebben minder moeite
zich uit te leven. Het publiceren van zijn dagboeken of het schrijven met het
oog op publicatie, komt ook aan bod in deze novelle, omdat Britta Böhler er
zich in heeft verdiept. De angst dat zijn oudere dagboeken die in München waren
achtergebleven beneemt hem zijn slaap, maar ook het verlies van het huis in de
stad, die Hitler al eerder van hem had gestolen – en van de anderen – om
vervolgens ook Duitsland in de wacht te slepen als een prooi. Voor Thomas Mann
was het verlies van die oude wereld, zijn huis ook aan de Duitse Haf, zijn
leefwereld lange tijd onoverkomelijk. Hij kon niet met zijn Ausbürgerung – om
die term uit de DDR-tijd anachronistisch te hanteren – om. Hij vervloekte zijn
lezingentour door Europa en vakantie in Aroso, want plots kon hij niet meer
terug.
Het boek dat hij schreef tijdens WO I, Betrachtungen
eines Unpolitischen, noemt hij zijn meest overbodige boek. Daarin gaat hij de
strijd aan met zijn broer en allen die het tegen de Deutsche Kultur opnemen en
verzet hij zich tegen de geest der decadentie. Het is later door zijn dochter
opnieuw verzorgd en uitgegeven, ook in het Frans, de versie die ik heb. Het
boek mag dan overbodig zijn, het is misschien het meest verhelderende verslag
van wat er in het Duitse Burgertum aan de hand is geweest. Dat Mann, doktor in
Frankfurt am Main en in Harvard, de Tovenaar, zich op zijn Duits zijn beriep om
zich tegen de Nazibende te verzetten, na de machtsgreep van 1933, mag ons niet
ontgaan.
De verering voor Wagner, maar ook de groeiende
afkeer van het denken van de meester maakt zich geleidelijk van hem meester, zo
beschrijft de auteur dit proces hier als een licht dat hem pas na
het schrijven van de brief komt dagen, leidt tot de gedachte dat hij een
Vertegenwoordiger zal zijn van Duitsland en Duitsland met zich zal meedragen.
De tekst van/voor Erika Mann speelt hierbij
een rol..
Ethiek en Esthetiek zijn volgens Wittgenstein
één… maar waar leidt dat toe? Laten we zeggen dat men voor het gemak van het
denken het schone en het goede van elkaar heeft onderscheiden. Voor Mann, en
voor Böhler lijkt het besef van Wittgenstein niet geheel hetzelfde te
betekenen, maar zelf heb ik de betekenis ervan nog niet geheel doordacht, of
liever, telkens als de gedachte mijn pad kruist, blijf ik haken. In dit boek
krijgen we bovendien de verwijzing naar Thomas Mann’s heimelijke homo-erotische
neigingen expliciet aangedragen, spreekt hij over Der Tod in Venedig en tegelijk
zorgt hij ervoor dat niemand die schuldige gedachten in het vizier krijgt en
uiteraard niet de nazibende.
Maar Claus, zijn zoon zal zich aan al dat
voorbehoud niet storen en zich volop in het leven gooien van drugs en
homovriendjes. Thomas Mann doet aan zelfzorg, om het met Michel Foucault te
zeggen en probeert een ordelijk en keurig leven te leiden, met alle hypocrisie
– achteraf bezien – van dien. En toch denk ik dat zijn houding, waarbij hij
zijn ethische boekhouding, zijn bijhouden van gedachten en visies die het
daglicht niet hoeven te zien hem net toelaten andere facetten van zijn kunst
voorrang te geven, meticuleus, dat moet
gezegd. Maar dat geeft hem een kleinburgerlijk aanschijn.
Het schrijven van Jozef und Seine Brüder waaraan Mann vele jaren heeft gewrocht en de
problemen met brief, met zijn lezing over Wagner brengen de eerste inspiratie om nog
eens over de toondichter te schrijven, niet Gustav, maar de andere, die hij in Doctor
Faustus gestalte zal geven een aanzet in de worsteling met Hitler en met
Wagner. Zelf ben ik geen specialist in het leven en werk van Thomas Mann, maar
wel heb ik een en ander van gelezen, van De Buddenbrooks tot Dokter Faustus en
Felix Krull. De Uitverkorene, een herschrijven van oud middeleeuws verhaal vind
ik nog steeds een zwaar onderschat boek, omdat het over wezenlijke zaken als
schuld en fouten in onwetendheid gaat. Dat alles brengt met zich dat in mijn
zoektocht naar het begrijpen van het Interbellum Thomas Mann een belangrijke
leidsman is geworden, hoewel hij natuurlijk stilaan ook vervaagd is, want
anderen, zoals Tony Judt of Timur Vermes krijgen ook hun plaats in mijn monologue
intérieur in..
Wagner was zijn leermeester, zijn rite de
passage, of liever, Lohengrin bracht hem op zijn 18e een extase die
hem niet los leek te kunnen laten en die hij bleef koesteren. Maar de
gebeurtenissen, zijn ballingschap in Zurich dragen ertoe bij dat we ons moeten
afvragen of de ontgoocheling over de esthetische kracht die ethisch nergens toe
leidde – het bezoek van Hitler aan Beireuth, was voor hem een moment om de zaak
anders te gaan bekijken. Hij wilde een ander Duitsland dan wat het intussen,
sinds 1933 was geworden. Vergeten we hierbij niet dat zijn echtgenote, Katja of
Katia Pringsheim-Mann joods was en derhalve ook wel direct bedreigd, maar ook
Thomas Mann zelf in een lastig parket bracht. Dat hij ondanks al die
overwegingen woest was dat hij een en ander nog eens publiek diende uit te
spreken, mag ons niet verbazen, want hij vond het tijdverlies. Doch, hij kocht
intussen ook tijd, omdat hij zo niet moest afzien van zijn verlangen naar het
Duitsland van zijn jeugd en jonge jaren terwijl hij ook dacht zonder zijn Duitse
publiek niet te kunnen schrijven. Wat de werkelijke beweegredenen waren om te
zwijgen en waar hij zichzelf een rad voor ogen draaide, blijft in deze roman
lang in het vage en verhoogt de spankracht.
Men kan bezwaarlijk tegen dit boek aanvoeren
dat de auteur teveel op de dagboeken van Thomas Mann heeft gesteund, want het
was haar bron en ook de opzet te proberen weer te geven hoe zwaar een
beslissing te nemen kan vallen voor iemand als het een keuze is met vele
negatieve aspecten. Kan het ons schelen? Voor wie vindt dat het verhaal van een
leven, van een beroemd schrijver of een gewoon man van geen belang is,
natuurlijk niet, maar Thomas Mann zag zichzelf, zeker na de beslissing, als de
vertegenwoordiger van een Duitsland dat met het verscheiden van de Republiek
van Weimar ten onder was gegaan. Hij kende de verantwoordelijken, nam het
Richard Strauss en andere getrouwe kunstbroeders kwalijk dat zij wel voor de
nieuwe regering en de Führerstaat hadden gekozen.
Het boek lezen brengt dus nog eens een paar
aannames onder de aandacht, die men vandaag, in het licht van de Europese Unie
wel eens vergeet. De verwerking door de verschillende leden van de familie
Mann, vormt dan ook een goede aanleiding de betekenis van de grote geschiedenis
voor individuen te overwegen, zoals het gewicht van ballingschap, om maar eens
iets te noemen. Want dat lijkt vandaag, gegeven het lot van hedendaagse
bannelingen, voor velen wel erg hoog
gegrepen.
Bart Haers
Reacties
Een reactie posten