Kleinbeeld
Helden van deze tijd

We blijven verbaasd toekijken hoe ons dag na dag nieuwe grote feiten 
worden aangedragen en vooral dat sommigen er echt al bijna vanzelf 
een kijk op hebben, die nog eens moedig is ook. 

  
Helden uit de jeugd van velen, die nu
bijna vergeten hoogstens nog in een quizvraag
opduiken.  
Wie verdiende nu die Oscar voor beste anderstalige Film? Schoenaerts en Roskam of die Iraanse regisseur van "La séparation". Natuurlijk kunnen we Rundskop gemakkelijk plaatsen, want het gaat om de sfeer en gebeurtenissen rond de moord op Karel van Noppen en het proces tegen de mogelijke daders. Sommigen schreeuwen nog altijd hun onschuld uit. Maar kan men een held zijn als men in zo verhaal een rol te spelen krijgt? Rundskop gaat dan ook meer over de persoonlijke zwakte van de hoofdfiguur, die in de beste Vlaamse filmtraditie niet opgewassen lijkt tegen het leven. Maar zij hebben geen ongelijk als zij de Iraanse Oscarwinnaar een terechte winnaar noemen, want die werkt in een andere context. En laten we eerlijk zijn, het thema van de hormonenmaffia is intussen door de reality-televisie, c.q. de gerechtsjournalisten al ampel in beeld gebracht. De moed om over dit verhaal iets te vertellen ligt vooral het in beeld brengen van mensen die op de een of andere manier hun verwachtingen en verlangens niet goed onder controle hebben. Of liever, ze menen net dat ze het allemaal wel kunnen regelen en overal mee wegkomen.

Maar je verneemt dan ook dat ene Lucy Lawless, een actrice die een Griekse strijdster in een mythische oudheid speelt en het opneemt voor het recht en voor de zwakken, in Nieuw Zeeland is opgepakt omdat ze met Greenpeace een nogal gewelddadige actie ondernomen zou hebben. Is dat moed? Opkomen voor je overtuiging, heet het en met voorbijgaan aan de mogelijke gevolgen die je kunnen treffen, dat is moed en eventueel zelfopoffering.

Het kan zijn dat dit moed is, pure en onversneden moed. Zoals mensen die vinden dat een koningin in spe geen bont mag dragen, razend mogen zijn op die prinses. Een beetje gek en overtrokken allemaal. Want wie helpt men? De arme nertsjes. Die diertjes worden in gevangenschap met een specifiek doel gekweekt. Is het wreedheid? Moeilijker te zeggen, dan men zou zeggen. Uiteindelijk zou men verwachten dat we duurzaamheid goed omschrijven, maar de kwestie is dat het om ecobalansen gaat, een afwegen van de voordelen van de ene praktijk tegenover de andere. Als men ziet hoeveel energie het kost om zonnecellen te maken, of de hoeveel staal die nodig is om windmolens te bouwen, dan wordt de ecologische balans wel complex om te berekenen.

Helden van deze tijd gaan tekeer tegen de enorme ecologische voetafdruk van u en mij, in de veronderstelling dat u en ik minstens een auto, een diesel natuurlijk, en een zware motor hebben staan in de garage van een energieonvriendelijke verouderde woning en een verloederde straat van suburbia, Vlaamse versie. Intussen werken huiseigenaren zich uit de naad om energie- en andere certificaten te krijgen voor hun woning, werken ook gemeentebesturen zich uit de naad om onze straten en pleinen te verfraaien, soms zelfs met fraaie beelden. Die strijders vechten niet per se maar toch vaak tegen fantomen. Wie niet vaak op reis gaat, noemt men een provinciaal, wie naar een resort op Cuba gaat een uitbuiter en wie in de jungle van Amazonië wil dwalen een uitvreter. Niets is zoals het hoort. Een roker verpest de lucht, iemand die dronken aan het stuur zit moet zeker gestraft en wie te snel over een lege weg rijdt, een weg waar voor een keertje geen verkeer te bespeuren valt, een doodrijder.

Vroeger, zo lijkt het, waren er minder normen, waaraan een mens had te beantwoorden. Je moest vriendelijk zijn tegen de schoolmeester, tegen de agent van politie en andere vertegenwoordigers van het wettelijke gezag. Vandaag is dat respect niet meer van node, maar mag je zoveel niet omdat het niet hoort, van bont dragen tot seksuele promiscuïteit waarbij je de partners uitbuit of minacht… Maar ook dat is natuurlijk nog niet zeker, zoals blijkt uit de interesse voor SM in speciale clubs, al valt nog maar te bezien hoeveel volk dat allemaal trekt. Maar feit is dat de ouden, zo lijkt het toch, zich doorgaans gedroegen, fatsoenlijk gedroegen, al mag men het aantal van de sloebers wel niet onderschatten, terwijl men vandaag de neiging moeilijk onderdrukken kan te denken dat het aantal sloebers de gelederen der deugdzamen verre overtreft.

Het bizarre fenomeen doet zich voor dat in de politiek de normaliteit zich richt op het vermogen mee te spelen in het grote spel, terwijl we niet goed zien of dat echt een verdienste kan wezen, waarbij opgemerkt moet worden dat die houding zich algemeen verspreid heeft en iedereen in de ban lijkt te hebben. Het is en blijft van belang na te gaan wat het opzet is van iemand die zich kandidaat stelt voor een politiek mandaat, maar zoals in de reeks “de slag om Nederland” te zien is, blijken ondernemingen, die volkomen rationeel zouden handelen in het geval van de kantorenbouw hopeloos af te drijven in een onbegrijpelijke richting van afpingelen van publieke middelen om toch maar nieuwe kantoren op te kunnen trekken, ook al is er geen vraag naar. Toch ziet men voortdurend dat mensen zich weten te laven aan overheidsmanna. Het is dan ook gemakkelijk, vanwege werkgeversorganisaties te stellen dat de overheid te gemakkelijk teveel uitgeeft. Het vergt blijkbaar veel moed om de overheid van kritiek te dienen en dan zelf te vuur en te zwaard te eisen dat die overheid in alle domeinen het bedrijfsleven ter wille zou zijn. Het is goed dat de bouwsector gestimuleerd wordt, maar waarom dan steeds met offertes aangedraven waarbij achteraf de kostprijs hopeloos onderschat blijkt. In de loop der jaren hebben overheden zo een bijna onoverzichtelijke berg schulden opgebouwd. Het gaat in wezen om patrimonialisering van het publieke patrimonium. De nieuwe financiering, zoals bij de gerechtshoven bij middel van PPS wordt cijfermatig goed bevonden want het laat de overheid toe zonder grote kosten belangrijke publieke werken te realiseren, maar de kost, naderhand kan, ik leg er de nadruk op, kan bovenmatig groot uitpakken. Toch zien we nergens een begin van onderzoeksjournalistiek.

De vraag is meer in het algemeen dat in het debat in een zeer ruime zin, van korte krantenberichten tot meer uitgebreide reflecties – voor zover er ruimte voor is – zelden de aannames die rond zoemen onderzocht worden. Het is van belang dat de overheid de schuldaangroei stopt en probeert de schuld af te bouwen, maar als dit zoveel lasten legt op de inkomsten die in het bedrijfsleven en de particuliere huishoudens inhakken. Want het is nuttig te beseffen dat de overheid alleen middelen kan afromen en voor nuttige zaken aanwenden, als er voldoende belastbare massa is en daar maakt deels de groei van de economie bij. Het probleem is dan ook dat in het debat niet gevraagd kan worden hoe men groei kan verzekeren, boven inflatie, als men de voorwaarden van het ondernemen blijft bezwaren. En ook dit, die ondernemers maken op velerlei wijze gebruik van voorzieningen, als ondernemer én als burger en mogen dus verwacht worden daaraan bij te dragen. Een deel van de winst, zoals het heet. Nu betalen ze natuurlijk wel een heel deel van de sociale zekerheid, wat men niet kan ontkennen. Maar ik denk, dat we een hoop van die discussies zeer oppervlakkig een aantal verwachte en te verwachten ideeën overneemt. Het kan zijn, maar ik vermoed dat het nuttig is als een politicus meer parameters naar voor schuift, over het functioneren van De Lijn, zoals Lucas Van der Taelen wist in het debat over de begrotingscontrole in het Vlaams Parlement, terwijl andere partijen over de kostendekkingsgraad bezig zijn. De kost van het openbaar vervoer is één zaak, maar het valt op dat men tegelijk vergeten lijkt dat men de CO2 in de klauw moet houden en terug dringen. Goed openbaar vervoer is van belang in meerdere opzichten. Bekijkt men de discussies in het algemeen, ook federaal en Europees, want overal zien we een gelijkaardige benadering. Dan is het nuttig dat er mensen op de proppen komen met benaderingen van het politieke economische beleid, die niet alleen neoliberale premissen hanteren zoals de aanname alsof mensen allemaal volgens hetzelfde stramien denken en vooral op dezelfde manier handelen.

We zouden het over helden van deze tijd hebben, maar we merken dat in onze wereld iemand van alles kan roepen, dus ook ik en daar ben ik me wel van bewust, zonder dat verdere betekenis heeft. Neem nu een dom incident in een televisiestudio, waar een vrouw, mevrouw Dewinne,  over Rusland spreekt, met een bewonderenswaardige toewijding, terwijl Jan Mulder, bekend columnist en mediakletser, die haar verwijt dat ze de waarheid over Rusland en vooral de bestuurlijke elite niet wil erkennen en dus ook het falen van die elite beschermend bejegend, terwijl het toch … gvd corrupte bendes zijn. Het feit dat die dame over Rusland en alles wat dat voor haar betekende sereen vertelde, kon hem geen ene moer schelen, want zijn gelijk over Poetin stond en staat boven elke twijfel. Wie vandaag naar Rusland kijkt, enkele dagen voor de presidentsverkiezingen, weet dat vele Russen het nu beter hebben, dat het land op meerdere vlakken een beter leven mogelijk maakt en toch, dat het niet zo goed gaat als men zou willen, op het vlak van mensenrechten, burgerlijke vrijheden en wellicht ook de rechtsbedeling. In zekere zin kan men stellen dat Hu Jintao en Vladimir Poetin dezelfde visie hebben over het land: eerst het eten en dan de filosofie. Maar goed, voor Jan Mulder was dat van ondergeschikt belang. Je bent een held als je voor je mening uitkomt, of ze nu waar is of… Maar goed, aan het einde van de uitzending kreeg Jan van haar een herinnering. Grootmoedig in de zege?

Daarover gaat het dan als het over moed, hoe zal men die materiële ontwikkeling koppelen aan een democratische samenleving. Maar goed, wat dat dan is, een democratie, blijft altijd wel een heikel punt. De meerderheid beslist? Democratie heeft meer om het lijf en als men goed kijkt, dan men merkt bij burgers meer burgermoed dan men zou verwachten als men de ideetjes over de homo economicus onverkort zou toepassen op de polis. In Rusland zijn er mensen die Poetin steunen omdat ze menen dat het goed gaat en Poetin de garantie voor die groeiende welvaart en dus een goede zaak is hem te steunen. Tegenover hen zijn er mensen die vinden dat de man en zijn systeem enkel zeepbellen blaast en dat de toename van de welvaart niet duurzaam kan zijn, wegens de corruptie, omdat de ideeën niet vrij zijn en omdat de regering vooral de eigen belangen van de elite steunt. Als buitenstaander kunnen we alleen maar hopen dat er mensen zijn binnen het systeem, de rechtbanken, die de corruptie gaan aanpakken. Maar te vrezen valt dat in het actuele bestel de werking van de instellingen en dus van het personeel vooral gericht is op wet en orde, waarbij men de moraliteit van sommige bestuurders niet zal aanpakken. Nog eens als buitenstaander lijkt het aangewezen de oppositie te steunen, maar in de verhoudingen is zoveel hardnekkig geloof in het eigen gelijk geslopen, dat het moeilijk is om het gelijk van beide partijen te toetsen, maar uiteraard zal men zich afvragen of het nuttig is oude praktijken van geheime diensten of van actiegroepen te verbinden aan demonen van het verleden. Wie naar Rusland kijkt, zonder een goede kaart en enige kennis van de geschiedenis, zal overigens ook niet de altijd referenties van Poetin en anderen begrijpen, laat staan kunnen duiden.

Men zegt dat moed vandaag erin bestaat dat men zich verzet tegen onrechtvaardigheid, verontwaardigd de strijd aanvatten tegen het onpersoonlijke kwaad, tegen het bestuurlijke kwaad lijkt me niet echt veel zoden aan de dijk te zetten. Nadenken over het bestuurlijke cynisme lijkt al moeilijker, want dan gaat men kijken naar de kleine details van het bestuur en wordt het moeilijker om verzet aan te tekenen en daar enig draagvlak voor te krijgen. Het valt me op dat gedurende een paar jaar iemand als Wim van Hees als een held beschouwd kon worden, omdat hij tegen de mastodont actie voerde, samen met Manu Claeys van Straten-Generaal. De Bam was de gebeten hond, was de incarnatie van het grote kapitaal en de onpersoonlijke macht. Het actievoeren zat en zit van Hees in het bloed, maar dat hij de BAM nv, opgericht in 2003, of liever toen operationeel geworden en door de Paars-groene meerderheid in het Vlaams parlement gesteund. Later zouden politici de zaak, onder druk van Ademloos c.s. – zij zullen stellen dat die politici tot rede gekomen zijn – de rug toekeren. Dat daarbij een pak ingenieurs en anderen in de wind werden gezet, zelfs gewoon, in de media voor incompetente lui werden weg gezet, was collaterale schade. Dat de Bam onder invloed van de regering een advieskantoor opgesolferd kreeg dat een draagvlak moest ontwikkelen voor de vele projecten, in het openbaar vervoer en de wegeninfrastructuur, blijft volkomen fout gelopen. Met alle respect voor Jean-Pierre Rondas, maar dat hij zich ook verzet heeft tegen de plannen voor Oosterweel, blijft mij verbazen, of liever, de wijze waarop hij Georges Allaert de zaak liet afschieten, blijft me bij als een minder fraaie bladzijde. Over de ontsluiting voor de binnenvaart van Zeebrugge hebben we al vaker geschreven. De havenbaronnen lijken ook hier de boeman, maar misschien klopt het niet, misschien zijn het de eigenaren langs het te verbreden kanaal, al zijn er dan weer andere grondbezitters die niet tegen zijn. Een lijn is er niet op te trekken, maar wel is duidelijk dat de moed van de burgeractivisten in deze wel vatbaar is voor nuanceren.

 Wie moeten we deze gang van zaken euvel duiden? Ons inzicht is het dat de media en vooral journalisten hier en in het geval van Oosterweel ervoor terug geschrokken zijn de complexiteit van het dossier te onderkennen. Zij schrokken ervoor terug een eerlijke balans van de voor- en nadelen van de projecten te onderzoeken en kwamen voortdurend mee huilen dat het beslist beleid, de vrije doorgang door de Kennedy-tunnel voor personenauto’s herzien moest worden. Nu men denkt aan rekeningrijden, al lijkt dat niet zo evident als men had bedacht, zou men een en ander anders kunnen regelen, maar goed, men gaf kritiek op beslist beleid dat de burger redelijk leek en met allerlei randvoorwaarden die voor de stad Antwerpen misschien niet zo goed zou uitkomen, maar voor de verkeerscongestie rondom wellicht wel heil zou brengen. Nu zwijgt men in alle talen over het dossier.

Moed om zich met beleid in te laten kan men alleen maar toejuichen, maar als we naar de huidige Europese problematiek kijken dan zij de beroepsmensen die ons hierover moeten inlichten vooral bang zijn dat het allemaal te moeilijk zou zijn. De moed nodig om de samenhang te onderzoeken tussen die crisis en de foute beleidskeuzes van de overheden is niet zo groot, maar de moed na te gaan hoe die beleidskeuzes dan wel leiden tot gewenste doelen, daarover wordt minder gesproken. Dat Berlusconi op enig moment, net voor de verkiezingen de grondbelasting heeft gehalveerd of zelfs afgeschaft, heeft Italië veel gekost en maakte het de nieuwe regering onmogelijk da via nieuwe lasten de zaak op orde te brengen. Ook in Griekenland bestond er niet alleen belastingvrijdom voor de reders, maar ook vele gewone burgers betaalden nauwelijks kadastrale belastingen. Opwaarderingen van het huis werden nauwelijks vertaald in een aanpassing, terwijl de beide overheden hoge verplichtingen op zich hadden geladen, een kwestie van sociaal beleid. Ik moet zeggen dat het moeilijk was die situatie goed in kaart te brengen, omdat plots de Grieken, Italianen en Spanjaarden als slachtoffer van de situatie werden beschouwd, maar hoe de verantwoordelijkheden echt toe te wijzen vallen, dat bleef buiten beeld.

De moed tot waarheid, schreef Michel Foucault, Liu Xiaobo heeft het over de corruptie in China, bij de top van de partij en bij de lokale partij-instanties, maar ook in het westen. Die corruptie is van een andere aard, maar zakenlieden die het Chinese model komen promoten pakt men wel eens op het sociale aspect, zelden op de problematiek die Xiaobo aangeeft. Hij beschrijft een China dat zelfs niet in de recensies aan de orde kwam. En zo zijn er wel maar aangelegenheden, gebeurtenissen, waar men via de media slechts zeer gedeeltelijk over geïnformeerd wordt. Maar goed, zo een nieuwsbericht is het niet alfa en omega, maar het meest opvallende is dat we dan wel heel hard moeten zoeken om diepgravender info te verwerven. Soms zeggen we dat het de media zijn en de media-concerns of instellingen, zoals de VRT zeggen dan, met Jan Callebaut of andere marketeers in de hand, dat wij, de luisteraar, de kijker, de lezer die verkleutering of minstens banalisering wensen. Ik blijf me er nog steeds over verwonderen dat de Openbare omroep bijna vijftien jaar lang met grote regelmaat berichten bracht over wat er in de Islamitische wereld gebeurde. Geweld, godsdienstwaan en onderdrukking van de vrouw waren de kern van de boodschap. Natuurlijk is het in Pakistan of nu Syrië niet echt goed leven, althans, voor wie het regime in vraag stelt of voor wie de druk van de Islam wil afwerpen. Maar, als je goed kijkt, zie je dat de evoluties veel minder voor de hand liggen dan we op het eerste zicht menen te mogen aannemen. Maar we zijn zo vol van de helden die de oorlogsjournalisten zijn. Moedig zijn ze wel, maar of ze echt wel nieuws brengen, dat men niet verwachten zou, blijft nog te bezien. Ik herinner mij nog altijd dat ik naar de radio luisterde toen de laatste Amerikaanse soldaten Vietnam verlieten en hoe dat door de journalist, ik meen Miel de Keyzer werd behandeld. Het heeft mijn kijk op de oorlogsjournalistiek getekend in die mate dat ik toen al hoorde “á la guerre comme á la guerre” want als er gevochten wordt dan sterven mensen, raken verwond en worden afgevoerd. De vraag die men eerder verwachten zou is waarom Hamas de wapens opneemt en waarom burgers zich tot die militarisering laten brengen. Omgekeerd zal men ook wel lang zoeken naar jonge Israëli die hun verhaal doen over hun twijfel. Ze zijn er, maar ze worden veel minder vaak ten tonele gevoerd. Idem kan men merken dat het moeilijk is mensen te vinden die over het Algerije van de burgeroorlog, de FIS etc. te laten spreken. Het waren moeilijke en verscheurende tijden, dat spreekt voor zich. Maar als we naar journalistiek kijken, dan merken we telkens weer dat slechts een aspect van een verhaal tot treurens toe herhaald. Ik denk nog steeds met enige verbijstering aan de wijze hoe mensen die drie jaar geleden nog vonden dat Obama de max was, maar hem nu een desillusie vinden. Ook Tony Judt schrijft dat in zijn laatste boek, maar het is het punt waar ik het niet eens kan zijn met hem. Het verkiezingsproces in de Verenigde Staten zou dringend herdacht moeten worden, maar ook van de politici en de media mag toch verwacht worden dat ze de zaak anders aanpakken. Maar het is duidelijk dat het steeds weer benadrukken van de diepe kloof in de Amerikaanse samenleving er mee toe bijdraagt dat wie er ook in het Witte Huis zit, de andere instellingen in hoge mate aan zijn greep ontkomen. Dat is eigen aan democratie, jawel, maar het is ook eigen aan democratie dat er zoiets als een gemeenschap bestaat, waar we allen deel aan hebben, dan zou het politieke discours anders klinken. Goed, er kan getwist worden over cijfers en over de werkelijkheid, over oplossingen voor problemen, maar het komt mij voor dat veel van die discussies voor het publiek gevoerd worden. Zoals niet zo lang geleden een commentator zegde over de kandidaten voor het fractieleiderschap van de Nederlandse PVDA, moet die telkens weer zijn eigen, haar eigen verhaal, dat van de partij vertellen. Redelijkheid is een tweede zaak, maar pas als de eigen visie op een zaak, liefst de grote zaken goed aan de man zijn gebracht.

Zo een uitspraken geven aan dat het politieke in onze poleis niet echt beantwoordt aan wat veel mensen zeggen te verwachten. Toch krijgen politici die vooral goed het gedeelde gelijk verkondigen vaak een onverwachte sterrenstatus. Verhofstadt werd zo de hemel ingeprezen maar toen hij premier werd, leek hij goed op weg het spoor van Jacques Chirac te volgen, voortdurend op weg naar de toppen van de macht en er finaal niet veel mee aan kunnen vangen. Toen Steve Stevaert aan de oppervlakte kwam, werd hij onmiddellijk op het schild gehesen. Anderen fluisterden hem, naar mijn vertelde, elke vrijdag enkele nieuwe ideetjes in om te stunten. Nu zal hij allicht de weg der vergetelheid volgen, maar kan men Steve nog ten goede duiden dat hij zijn job goed deed, zijn partij een klinkende verkiezingsoverwinning laten halen, dan moeten we ook vaststellen dat er in 2003 en later maar weinig mensen waren die kritisch waren over zijn doen en laten in politicis. Het valt telkens weer op, die analyses van het gebeuren die we dagelijks als nieuws gepresenteerd krijgen, hebben het politieke klimaat geen goed gedaan. Wie het wel deed, was vaak een stoorzender, zoals Rik van Cauwelaert.

Kortom, als we het plaatje overzien, dan blijkt op alles en iedereen iets aan te merken, maar dat is niet waar het ons om te doen is. Het punt is dat in deze tijd, in een complexe gemondialiseerde wereld, maar ook in een complexe samenleving als de onze de mensen moeilijk te vinden zijn, die proberen op een genuanceerde manier de dingen te duiden.  Het debat voeren op het scherp van de snee zou getuigen van moed. Met alle geweld het status quo verdedigen of net het omgekeerde, de totale verandering van alles en omwenteling van de samenleving, daar moet men voor gaan wil men moed betonen. Maar voor wie toont men dan moed en waarom zou men een held zijn. Het is telkens weer in bijna alle dossiers waar we op botsen. Om het af te leren, vragen we ons af of en hoe de aanhangers van de onwelkome waarheid, dat het klimaat verandert, waar wellicht iets voor te zeggen valt, omdat om de twee, drie eeuwen het klimaat licht maar markant wijzigt, zullen blijven verdedigen, nu de gang van zaken iets minder voorspelbaar lijkt. Dat we minder fossiele brandstoffen moeten gebruiken, staat als een paal boven water. Maar het is evengoed zo dat we de vele mechanismen die het globale klimaat bepalen nog niet door hebben en of we gebieden met micro-klimaten goed kennen en er eventueel iets aan doen, blijft een moeilijke vraag. Duurzaamheid is een belangrijke inzet, maar geloven dat men dat complexe systeem kan beheersen, blijft iets waar een mens best niet te luid over spreekt. Want dat zou niet wetenschappelijk te verantwoorden zijn. 

Bart Haers
1 maart 2012

Reacties

Populaire posts