Ontboezemingen van een auteur


Reflectie

Een Vlaamse Tea Party


Plaatje van de Boston Tea Party. 
Tom Lanoye is niet van zijn eerste politieke uitspraak in zwijm gegaan, maar wij worden er niet  warm of koud van. De uitspraak dat er in Vlaanderen een Tea Party zou bestaan, vind ik merkwaardig genoeg om er even een paar kanttekeningen bij te maken. Ook de gedachte dat Lanoye zich zonder meer als ondernemer voorstelt, kan verbazing wekken. Tot slot vindt de man dat Patrick Janssens weet hoe het moet, wat ook al vragen oproept.

We hebben er geen bezwaren tegen dat een schrijver zich politiek uitdrukt. Dat is hem of haar toevertrouwd,  want schrijvers die zich aan de publieke zaak niets gelegen laten liggen, kunnen zich best met spannende boeken inlaten, maar als intellectueel komen ze niet over en hebben ze niet veel te melden. Een spannend boek kan overigens ook scherpe maatschappelijke kritiek meenemen, maar we weten dat vele polars en andere spannende boeken vooral maatschappijbevestigend werken.

Wat dan met het Goddelijke monster, de trilogie van Tom Lanoye? Enigszins populistisch, want de boze is de rijke ondernemer, niet? Ik meen dat men vandaag maatschappijkritiek te eenzijdig op de middenklasse richt en bovendien gebracht wordt door… leden van de middenklasse. Daarmee zeggen we uiteraard niets nieuws, maar toch vermoed ik dat de lezer zal menen dat we de situatie niet goed inschatten. Als Lanoye in het goddelijke monster een familie ten tonele voert die ons doet denken aan Boer de Klerk, dan is er weinig reden om eraan te twijfelen dat de auteur weinig genegenheid voor die familie voelt. Nu het imperium van die familie ook nog eens alle moeite doet om het bedrijf boven water te houden en daarbij leden van de familie met de fiscus regelingen treft, waarbij men kan discussiëren over de hoogte van de regeling, kan men niet zomaar zeggen dat ondernemers alleen maar uitbuiters zijn of sjoemelaars tegenover de overheid zouden zijn. Toch noemt de schrijver zich een ondernemer en hij runt dan ook metterdaad een bvba. Overigens, men kan ook bedenken wie voor werkgelegenheid zal zorgen. En dan is er de vraag waarom men zo verlekkerd is op Dallas? Ook linkse mensen herinneren zich graag die reeks.

Nu goed, onze vriend Lanoye meent dus één partij af te doen als de Vlaamse Tea Party, waarmee hij een en ander voor ogen heeft staan, maar wat hij dan bedoelt, legt hij alvast aan Joos niet uit, mevrouw Ruth Joos dus, maar zij vertikt het te vragen wat of wie hij voor de Vlaamse versie wenst te houden. Dat maakt het iedereen gemakkelijk er zich vanaf te maken. Maar dus is het nuttig te bekijken waar die Tea Party movement voor staat.

Duidelijk is dat die partij elke rol van de staat op een apothekersweegschaal wil wegen en liefst beperkt tot het absolute minimum. Niall Fergusson is niet de enige die aantoonde dat de Boston tea party (1774) het werk van een zootje ongeregeld was, die zich ernstig vergisten in de beleidsopties van de overheid in Londen. Ook John Adams, advocaat van die kerels, vond hen niet zo een helden. De redenen voor de revolutie in de 13 koloniën op de Amerikaanse oostkust ligt dan ook effectief in de eis dat zij een aantal aspecten van de Britse samenleving, zoals de rol van de aristocratie niet leuk vonden en toch, ook tijdens de revolutie waren er genoeg die de kroon verkozen boven onafhankelijkheid. Wie zich beroept op de Boston Tea Party moet er zich rekenschap van geven dat de elites in de 13 koloniën wel degelijk begrepen hadden dat het bestuur vanuit Londen niet echt meer werkte. De belastingen waren niet de kern, wel de nood aan een beter en directer bestuur.

Met andere woorden kan men nog zoveel afgeven op de tea party movement, het blijft van belang vast te stellen dat mensen zich anno 2008 hebben beroepen er zich geen rekenschap van geven dat die beweging uiteindelijk niets had betekend als mensen als John Adams, George Washington, Jefferson en anderen er zich niet mee bemoeid hadden. Wie zich beroept op de Boston tea party, vergist zich wat de historische achtergronden betreft, meer nog, de slag der gulden sporen was historisch belangrijker dan het over boort zetten van de theebalen.

Dus kunnen we alleen daarmee al de heer Lanoye van antwoord dienen, maar toch is er een verdere uitleg nodig… want de Tea party staat voor een anarchistisch libertair gedachtegoed: de staat is in wezen overbodig en burgers kunnen zelf hun boontjes doppen. Investeren in onderwijs? Ga weg, mensen hoeven toch niet al die overbodige kennis te hebben, hoeven toch niet te kunnen rekenen? Recht doen geschieden? Het recht van de sterkste is goed genoeg. Ik vraag me dan wel af, waar we in Vlaanderen zo een partij vinden. De LDD komt er dicht bij, maar bijna alle partijen zijn het eens over GAS-boetes om asociaal gedrag te bestraffen terwijl men tegelijk in sommige wijken zerotolerantie predikt. Dat men wangedrag aanpakt, zal niemand ter discussie stellen, maar het is wel duidelijk dat het aanpakken van asociaal gedrag aanleiding kan geven tot wangedrag vanwege de lokale bestuurders.

De goede samenleving? Wat Tom Lanoye daarbij voor ogen staat is wellicht ook iets anders dan het stoer doen van bestuurders die overal camera’s willen ophangen en alle bewegingen willen volgen van mensen. Als er iets is wat men in de rechtsstaat niet mag laten schieten, dan is het wel de idee dat elke burger a priori onschuldig is, tot het tegendeel is bewezen. Vervolgen kan alleen als daar aanleiding toe is. Echter, het apparaat dat erin moet voorzien, justitie blijkt op een onvoorstelbare manier onmachtig misdaad op een goede manier te bestraffen. Overigens, men zal toch wel beseffen dat er mensen zijn die eenmalig om emotionele redenen uit de bocht of door het lint kunnen gaan en dat anderen er als klonen van Patrick Haemers een levenswijze van maken. Dat er ook nog andere zaken zijn, zoals zedenfeiten hoeven we er zelfs niet aan toe  te voegen, of moeten we de aanpak van pestgedrag ook vermelden? Toch slaagt justitie er niet in mensen kordaat maar humaan aan te spreken.

Er komt een stortvloed van regels over ons heen, dat begon met de acties voor verkeersveiligheid goed een decennium geleden, met lik op stuk beleid inzake snelheidsovertredingen. Los van de problemen van foutmetingen van de snelheidsmeters in de auto, gaat men het ter verantwoording graag hebben over snelheidsduivels die overdreven snel over onze wegen scheuren. Een weg te lande, waar landbouwmachines van en naar het  veld rijden om bieten of aardappelen te rooien, maïs te oogsten enzovoort en zo verder, kunnen voor onverwachte hindernissen zorgen.

Te bedenken valt, meen ik, dat men onaangepast rijgedrag inderdaad moet aanpakken, bijvoorbeeld als er zwaargewonden zijn die hun leven niet meer op dezelfde voet zullen kunnen voortzetten, zouden inderdaad best hard aangepakt kunnen worden. Maar het meten van snelheidsovertredingen zonder tolerantiemarge, dat wil zeggen wie na meting en toepassing van een tolerantieformule 3 km/h te snel rijdt, krijgt 50 euro aan de broek. Dat betekent dat men de chauffeur geen enkele kleine overschrijding toestaat. Op een lege weg, neem de N9 tussen Brugge en Eeklo, mag men 70km/h, terwijl ik mensen ken die hun leven zagen veranderen omdat er een doodrijder zonder kijken denderde en geen oog had voor wat er aan de zijkant gebeurde. Er is dus een wezenlijk verschil tussen onverantwoorde risico’s nemen, ja zelfs met doodverachting over de weg scheuren en de chauffeur die in alle rust even over de snelheidslimiet gaat. Het komt me voor dat de eerste vaak te licht en de andere te vaak en te zwaar bestraft wordt.

Men zal zeggen dat cijfers niet te weerleggen zijn en de meting voldoende is, maar mensen gedragen zich doorgaans ordentelijk en passend. Er sterven inderdaad veel mensen op de weg, er zijn er nog veel meer die hun leven zagen veranderen. Maar die man die vier studenten geneeskunde omver reed, door op een landweg dronken door de bochten te scheuren, had die niet behalve de afhandeling van de verkeersinbreuken ook niet voor een correctionele rechtbank zich moeten verantwoorden? Ik weet niet hoe het precies gegaan is, maar het gaat mij om de notie van verantwoord handelen, c.q. verantwoord rijgedrag en wat niet door de beugel kan.

De houding van  bijna alle politieke partijen en vele opiniemakers werkt infantiliserend omdat men meent iedereen te moeten aanspreken. Ik denk dat mensen wel weten waar het over gaat. Men kan natuurlijk menen dat nationalisme niet meer van deze tijd is, dat het een gevaarlijke benadering van mens en samenleving is, maar zo een partij is doorgaans ook niet voor lakse of onbestaande justitie, wel integendeel. Maar goed, men kan etnisch nationalisme inderdaad maar moeilijk aanhouden omdat mensen migreren, waarbij de vraag is of en hoe zij kunnen deel gaan uitmaken van de gastsamenleving. Integratie is stilaan net zo beladen en bovendien even moeilijk of eenvoudig te definiëren als allochtonen. Allochtonen, dat zijn Turken en Marokkanen, of liever mensen met achtergronden uit die landen. Pakistani, Indiërs of Chinezen? Roemenen en Bulgaren? Als ze last berokkenen zijn het allochtonen, anders spreekt men er niet over.

De stelling van Lanoye dat hij voor Patrick Janssens moet kiezen omdat hij bewezen heeft het te kunnen, heersen over het schoon verdiep en de stad, kan ons ook al niet bekoren, want welke criteria hanteert de auteur en meer nog, is het geen onmogelijke uiting van een maatschappijbevestigende en dus conservatieve attitude? Verder zal men zich herinneren dat het niet werkt, die houding over de grote verkeersproblemen in en rond de stad. Het komt mij hypocriet voor te stellen dat men de auto moet bannen, zonder meer bannen. Want dan met de werkgelegenheid in de autoassemblage? En bovendien, men kan zich als toeristische stad en stad van cultuur voor een breed ommeland toch niet richten op de bus- en treinreizigers alleen. Er zouden nog veel horecabedrijven sneuvelen als men dat bannen van de auto te ver zou drijven. Hoe zouden mensen naar Tom Lanoye kunnen gaan kijken en hopelijk ook luisteren als ze beroep zouden moeten doen op het openbaar vervoer. De stroming in Sleidinge? Leuk, maar zonder auto geraak je na 22:30 niet terug naar huis…

Nu zijn er samenlevingsproblemen, maar de vraag is of dat alleen te wijten is aan die allochtonen. Het kan eraan liggen denk ik dat die mensen, zoals vroeger ook wel het geval was met mensen die van het platteland migreerden naar de steden, men mag immers niet vergeten dat de uitspraken over boerkens van den buiten stamt uit de tijd dat de steden, Gent, Brussel, Antwerpen uit hun voegen barstten en er in Gent bijvoorbeeld een cité te vinden was, Bavaria, waar de hygiënische omstandigheden naar onze maatstaven onleefbaar waren. Ook in de Waalse industriële bekkens was er heel wat inwijking en ook daar zag men die gastarbeiders in de nek.

Kortom, het vergt wel enig nadenken over hoe aanpassing verloopt, maar wie naar Gent rond 1900 kijkt, zal merken dat de meest beruchte beluiken en cités gesaneerd waren en zelfs vervangen door nieuwe, moderne gebouwen, zoals tegenover de bibliotheek van de universiteit waar de zogenaamde Plateau te vinden is, nu inderdaad een verouderd gebouw. Modern is bij uitstek een relatief begrip. Maar de inwijkelingen werden burgers en er kwamen moderne woningen aan de rand van de stad, de zogenaamde negentiende-eeuwse gordel, waar nu verouderde woningen staan. En ook de nieuwe migranten passen zich aan, moeizamer omdat er een groter verschil in taal, levenswijze en religie is. Sommigen vinden dat de progressieven die graag robbertjes vechten met de kerk te tolerant zijn ten aanzien van de Islam en zeker tegenover bepaalde voorschriften van die religie, zoals de hoofddoek.

Bijna alle partijen beseffen vandaag dat de integratie er niet komt als mensen niet bereid zijn de samenleving waarin ze leven te aanvaarden en er de voordelen, baten en aangename aspecten van te zien. Maar soms vraag ik me af of iedereen die “van hier” is, die voordelen en baten nog wel wil zien, laat staan de aangename kanten. Nu men de religie heeft uitgedreven, komen de verbodsbepalingen van de wetgever en die laten geen vergeving  toe. Men zal nu zelfs verjaarde zaken en boetes tot 1996 in kunnen brengen als iemand voor de politierechter verschijnt. Want men zegt dat men de historiek wil kennen van een persoon, terwijl kleine inbreuken best na een paar jaar van het blad geveegd worden, als er geen nieuwe feiten zijn.

Nee, in Vlaanderen zijn er geen tea party’s om de eenvoudige reden dat de consensus in de andere richting gaat, met een stortvloed aan regels en inderdaad als kers op de taart de GAS-boetes – ik besef dat die term in feite dubbelop is, want men spreke GAS als volgt uit: Gemeentelijke administratieve boetes. Men bezweert mij dat men er geen last van geeft als men niets fout doet. Maar als ik jongeren op een bankje zie zitten praten, soms met de voeten op de zitting, dan denk ik dat dit als het geregend heeft nog zo geen domme oplossing is. Als ze echter balorigheid verkopen en meisjes naroepen, dan kan men dat al eens hinderlijk vinden, maar als man ga je er dan op af en vraag je hen wat respect op te brengen voor de dame in kwestie. Maar jongeren experimenteren. Ik herinner me maar al te levendig en monkelend hoe ik als veertienjarige met de KSA op wintertocht – dat heette toen heel militaristisch commandospel - was en aan een winkel wat lag uit te rusten van de zware wandeltocht en in afwachting van het vervolg een dame zag passeren ik het toen zeer in zwang zijnde liedje “voulez-vous couchez avec moi, ce soir” zong, luid genoeg om gehoord te worden en de dame me even aankeek en zegde dat ik me dan eerst van modder en vuile kleren moest ontdoen. Het was een onverwacht antwoord en uiteraard had ik daar geen repliek op. Incident opgelost en ik wat bleu en beschaamd natuurlijk. Toch brengt het me tot monkelen, omdat ik denk dat die dame heel terecht had ingeschat dat ik eindelijk niet goed wist waar het over ging, ook al was ik wel lang en breed voorgelicht.

Men moet de communicatie tussen mensen niet onderschatten, maar als ik de misdaadcijfers hoor debiteren, dan vraag ik toch waarom men de politie niet ook meer haar bemiddelende rol kan laten spelen. Lik op stuk. Er zou geen alternatief zijn, maar jongentjes van veertien kan men nog gemakkelijk terug leiden naar het juiste pad, als men hen aanspreekt. Niet zelden zie ik die jongeren opstaan op de bus als oudere mensen geen plaats vinden om te zitten. Anderzijds hoor je ook wel eens vervelend lawaai uit boxen komen, maar dat lijkt nu weer te verminderen. Het lijkt erop dat men te gemakkelijk naar de harde hand van het gezag wil grijpen, terwijl die beter met goede gesprekken lastige sujetten in toom kunnen houden.

In dat opzicht zijn er natuurlijk vele tea party’s in het land want zeker in Vlaanderen wil geen enkele partij ervan beschuldigd worden blind vertrouwen te hebben in de slechte mensheid. Niemand wil het op zijn of haar geweten hebben de indruk te wekken dat er veel moet kunnen. Wel, als ik ergens een zekere nostalgie voor koester, dan is het de anarchistische wildheid van de jaren zeventig, toen het verboden was te verbieden, de verbeelding werkelijk aan de macht was en onder de plavuizen het strand verborgen was. Inderdaad, noch Bart de Wever noch Theodore Dalrymple en Louis Tobback al helemaal niet, zullen me van de gedachte afbrengen dat de ideeën die toen ten allen kante klonken, aantrekkelijk zijn en zelfs mee de dynamiek van het ondernemerschap hebben gevormd. Ik denk dat velen in dit land, die graag Dalrymple of De Wever te kijk zetten, in wezen de verguizing van Mei ’68 delen. Het is van belang, denk ik, te begrijpen dat er uit die vele facetten van de Woodstockcultuur heel wat positieve inzichten zijn gegroeid, maar dat er op sommige terreinen wat is doorgeschoten. Maar als ik nu zie hoe men in wetten giet wat vroeger door de Rooms-katholieke kerk werd aangeduid als zonde en dan toch weer vergeven, dan denk ik dat we in het  wetgevend werk omzichtiger te werk moeten gaan.

Soms kan graffiti echt mooi uitpakken, maar als er zo een bekladde trein het station binnenrijdt, ben ik soms niet wel, want uiteindelijk geeft al die graffiti een slordige indruk en laat dat een gevoel van verwaarlozing na. En toch, op blinde muren, waar de voegen stilaan uit valt, kan men misschien maar beter die   schilderijen wel koesteren, als ze goed zijn…

Nog eens, ik denk dat er problemen zijn in de samenleving, maar ik denk ook dat veel mensen zich wel bevinden, behalve als in hun kantoor een paar computers worden gestolen. Het valt moeilijk de beveiliging helemaal te verzekeren, want dan komen we terecht in een politiestaat. Er mag van ons, burgers verwacht worden dat we zorgen voor het goede verloop van dingen… maar dat is volgens mij wellicht per definitie iets wat de laatste decennia net ondergesneeuwd is geraakt. De discussies over ethische en deontologische codes, de kleine en grote hypocrisie over de tussenkomsten van de ene en de verheerlijking van de tussenkomsten van anderen, het heeft de indruk gewekt bij burgers dat politici niet tot hen spreken. En ook de opiniemakers doen er beter aan wat meer doordacht uit de hoek te komen en vooral te begrijpen dat paternalisme erg misplaatst klinkt als men zelf voor een paternalistische boodschap niet verlegen zit.

In een woord, ik begrijp de sneer van de heer Tom Lanoye maar al te goed, maar ik denk dat hij zich van oorlog vergist. Geen partij in dit land lijkt van verre of dichtbij op de tea party, wel zoeken alle partijen bij de burger op een goed blaadje te komen door zich straf uit te laten over overlast en de beteugeling ervan. Het vrije bezit van wapens is hier stevig aan banden gelegd en men gaat alsmaar verder, elke keer als er een schietincident is. Dat mensen met een keukenmes ook overhoop gestoken kunnen worden en het niet meer kunnen navertellen is intussen ook weer gebleken. Tom Lanoye mag dat natuurlijk zeggen, ik zal hem niet tegenhouden of zelfs maar kunnen tegenhouden, maar men houde me dan ook ten goede dat ik er even over doordenk en merk dat zo een uitspraak vooral gratuit is.

Bart Haers





Reacties

Populaire posts