Europa, subsidiariteit en burgerschap
Kritiek
Europa is een feit
Morgen komt ook langs
Ik
schreef al vaker over Europa, omdat het nu eenmaal de context is waarin
politieke besluitvorming tot stand moet komen
maar er is meer, dat met het hart en de gedachten te maken heeft, dan puur
rationele afwegingen. Europa is een project, waar ook burgers al decennia
achter staan. Maar wie iets steunt... krijgt minder exposure dan wie tegen is.
Een
verjaardag van het handvest van de EU vieren is voor de een gelegenheid om
Europa af te breken en te zeuren over een superstaat. Wat in Godsnaam zou in
een democratie een superstaat moeten verbeelden. Tenzij je natuurlijk als
overheid zondigt tegen een basisregel dat de politiek de wetgeving dicht moet
plamuren. De tragische staat, de superstaat kan nooit alle mogelijk ongevallen
voorkomen en dus moet men niet telkens de staat verantwoordelijk stellen. De idee
dat een overheid iets kan bereiken zonder steun van de bevolking, moet men ook
terzijde laten, maar is het wel zo dat Vlaamse, Nederlandse, Franse of Duitse
burgers/kiezers massaal tegen Europa gekant zijn? Zelfs in Polen, Tsjechië,
zelfs Hongarije, kan men mensen vinden die de EU genegen zijn, die aan het
Europees college kwamen, komen studeren en begrijpen dat het allemaal niet
zozeer fantastisch is - zoals hen in 2004 was voorgehouden - maar wel een New Frontier die we moeten oversteken.
Partijen die het houden bij de open markt, vergissen zich wat de aard van de EU
betreft. Die EU begon met het Frans-Duitse samenwerkingsakkoord (1950) en het
Benelux-verdrag (1948), waarna men de Europese Gemeenschappen van Kolen en
Staal heeft opgezet, ook Euroatom is er gekomen en de Europese Defensie-Unie
kwam er niet omdat in Frankrijk een nieuwe premier plots niet verder wilde. Aan
Duitse zijde was er een onverschrokken Rijnlandse politicus, Konrad Adenauer
die Duitsland, sinds 1949 de Bondsrepubliek, vormde en aan het Westen wilde binden
en het gevolg was dat met veel soebatten uiteindelijk in 1957 een Unie werd
opgericht, maar zeer bescheiden koos men voor de benaming "Europese
Economische Gemeenschappen".
In
1979 zouden er voor het eerst rechtstreeks verkiezingen voor een Europees
parlement plaats hebben, maar dat Parlement was voor sommige kandidaten en
commentatoren onvoldragen, omdat het parlement geen initiatiefrecht toegemeten
kreeg. Voor de betrokkenheid van burgers was die eerste verkiezing een
aanjager, maar ik heb het nog nergens gelezen, geen studie die de publieke
sfeer beschrijft toen noch over hoe in 1979 partijen binnen de lidstaten een
groots verhaal brachten. Luuk van Middelaar beschrijft in zijn boek "De
passage naar Europa" hoe Leo Tindemans gedurende jaren mee aan de weg
getimmerd heeft, wat betreft de vierde wand. Het publiek diende echt betrokken
te worden bij het publiek. Zoals Geert Bourgeois eens zegde, was hij in zijn
jeugd en jonge jaren betrokken bij de Brugmanskringen, waar over Europa
gesproken werd. Mijn vader was ook zo een voorstander van Europa, niet
kritiekloos, maar wel zeer betrokken.
Waar
haakte ik dan mijn karretje aan? Als student merkte ik dat het identitaire
debat al begon te leven, maar ook dat er een rijk en toch verengend
kosmopolitisme de kop op stak. Ik denk ook aan de kwestie van de raketten, waar
politici, media en activisten van de strijd een Belgische rakettenkwestie
maakten. Natuurlijk, het was de regering, gesteund door een meerderheid in het
Parlement die diende te besluiten over de plaatsing van Kruisraketten - in
Florennes - maar het was dan toch een NAVO-besluit - dubbelbesluit:
onderhandelen en intussen werken aan de plaatsing van die middellange
afstandwapens ter massavernietiging. Die nationale soevereiniteit was evident
en tegelijk zag ik niet goed in waarom de Europese staten, met Duitsland en
Frankrijk - dat toen geen deel had aan het militaire apparaat - niet
gezamenlijk besloten. De betogingen door de Vredesbeweging werden door grote
massa's gevolgd, maar er is wel eens sprake geweest van inmenging uit Moskou
uit Oost-Berlijn. Natuurlijke wilde ik geen oorlog, maar ik had toch liever
gezien dat men er een Europees beleid van maakte - al had Moskou daar nog meer
problemen mee gehad.
Het
ging mij dus toen al over Europa als politieke eenheid. Vanaf 1991, toen de Europese
Gemeenschappen met de onafhankelijk geworden staten oostelijk van de Elbe voor
nieuwe veiligheidsvragen kwamen te staan. De vraag was en is: hoe kan Europa in
deze tijd, waarin de VS politiek slagzij aan het maken is en Rusland onder
leiding van Vladimir Poetin kiest voor macht en de sterke hand van de Leider,
voor een autocratisch bestuur - dat nota bene 100 jaar geleden in de februari-revolutie
is afgezet - de veiligheid en de welvaart van de burgers verzekeren? De vraag
is hoe dit democratisch kan: hoeveel "macht" heeft zo een
staatkundige structuur dan nodig?
Men
kan zeggen dat Europa een kwestie van instellingen was en is, maar voor zover
ik het heb beleefd, was Europa ook een zaak waar we het hebben over juist de
beleving van de EU als iets waar we bij betrokken zijn. Beleefd? Ervaring?
Juist, als je in 1988 in een Brusselse Franstalige hogeschool Bedrijfsbeheer
volgt en tegelijk lessen krijgt over de ontwikkelingen tijdens die periode, met
de Europese acte, die Delors erdoor had gekregen en waardoor de markt eengemaakte
werd, dan besef je hoe dicht je bij het gebeuren komt. Nochtans schreven de
media toen hoe doods Europa wel niet was, terwijl verduiveld Schengen was
ingesteld en dus ook het vrij verkeer van kapitalen, goederen en Markten in de
steigers werd gezet. Na de val van de Muur en van de Sovjet-Unie diende Europa
zich verder te ontwikkelen en met een gracieus spel van Whealen en dealen tussen
regeringsleiders - voor meerdere volgers
was er weinig gratie te bespeuren - kwam men tot het verdrag van Maastricht in
1992 waaruit dan weer nieuwe discussies voortvloeiden. Via Vlaanderen Morgen,
de werkgemeenschap rond Hugo Schiltz, kreeg ik dan weer meer inzicht over de
spanning tussen de Communautaire aspecten gevat in de Commissie en de
intergouvernementele benadering, via de raad van Staatshoofden en
regeringsleiders. Het liet duidelijk zien dat complexiteit juist de
betrokkenheid van lidstaten en indirect van burgers kon bevorderen, maar dat
was nu net wat nagelaten werd onder de aandacht te brengen.
Het
is van belang te beseffen - zoals ik al zo vaak te berde bracht - dat de
hoofdsteden, regeringen en regeringsleiders democratisch verkozen zijn. Marine
le Pen of Geert Wilders beginnen dan te spreken over de getaande legitimiteit van
dat parlement omdat daar een hele hoop burgers niet gehoord zouden worden. Zij
pleiten graag voor referenda, maar dan kan dat alleen op grond van een
burgerinitiatief, anders wordt het een plebisciet, want als het de regering is
die een referendum uitschrijft omdat zij zelf geen beslissing durft te nemen
dan wel juist een beslissing ondersteund wil zien, ontstaat er een probleem. Macht
speelt een centrale rol in de politiek, maar die kan berusten op autoriteit of
op gezag. Men moet wel opletten want we hebben de neiging het begrip autoriteit
te verbinden met de notie autoritaire bewindsvoering, wat net op macht
gebaseerd is.
Hannah
Arendt had het erover de autoriteit te verbinden met haar algemene concept van
vrijheid, waarbij de vrijheid van mensen maar ontstaat tussen de ruimte tussen
mensen. Zij kende uiteraard de gevolgen van de machtsgreep door de Nazi's voor
Duitsland en ook Adenauer kende die. In Frankrijk heeft men de Gaulle wel eens
verweten teveel een autoritair leider, een militaire despoot te willen zijn,
vooral zijn toenmalige tegenstrever en latere opvolger Mitterand heeft die
verwijten vaak geuit, maar toch was de Gaulle best bereid de regels van de
democratie te aanvaarden, behalve op een punt, want hij koos vaker dan nodig
voor het plebisciet. De legitiem geachte regering die ook als zodanig ervaren
wordt, kan besluiten nemen in goed vertrouwen dat burgers die besluitvorming zullen
erkennen, zodat men dan kan zeggen dat de regering over gezag beschikt.
Om
de betekenis van Europa goed te vatten, moeten we wel begrijpen hoe de
uitkomsten telkens weer bij de mensen kwamen, zoals bijvoorbeeld de idee van
Europese autowegen, die volgens gedeelde kwaliteitsnormen werden ontwikkeld. Nu
is dat wegennet stricto sensu geen project geweest van de EG, maar men moet wel
vaststellen dat deze gemeenschappelijke onderneming in Europa vandaag van
Londen tot Kiew een E-weg, de E-40 de grenzen al langer overstegen. Met precies
Schengen verdwenen de douane-kantoren aan de grenzen, waardoor je plots domweg
de grens bij Aken of Kortrijk oversteekt. Er staan borden over verkeersregels
en een welkom, maar betekenis heeft het alleen op het vlak van de smaak van het
brood en de gesproken taal.
Wie
Europa afwijst, zo sprak de zeer oude Helmut Schmidt, is een barbaar en dat is
me wel bijgebleven. Maar zou ik me als burger minder betrokken voelen, omdat ik
niet weet wat er bedisseld wordt. Dat is in een parlementaire democratie nu
eenmaal zo dat we achteraf net wel weten wat de conclusies en uitkomsten zijn,
ook beleidsdocumenten en de debatten kunnen nalezen of horen en zien. Verkiezingen
in de lidstaten zijn vaak - door media en populisten - herleid tot nationale
problemen. Toch zijn vele kwesties, ook omtrent vluchtelingen en Frontex, waar
regeringen over moeten gaan en in Brussel de consensus of toch het
meerderheidsstandpunt moeten verdedigen. Terecht klinkt de kritiek dat politici
in Brussel de EU steunen en in de eigen hoofdstad zeuren over de EU. De
regeringen hadden het zeer moeilijk het agentschap dat de grensbewaking van de
Schengenzone handen en voeten te geven, want men dacht aan nationale
soevereiniteit in te boeten, waardoor bij het begin van de vluchtelingencrisis
Frontex niet bij machte was de toebedeelde rol op te nemen en naar behoren te
vervullen.
Kunnen
we onze jongeren dat Europa afnemen, dat ons welvaart schonk en ons toeliet
enigszins uit ons provincialisme te treden,
mede dankzij het uitstekende onderwijs in Vlaanderen? Ik denk dat men van de
politiek vaker oplossingen verwacht die Europa niet kan bieden, maar ook de
natiestaten kunnen dat niet. Stellen dat de politiek tegenover de Grieken fout
was, laat onverlet dat het land de verplichtingen niet meer kon voldoen. Goed,
het was zo dat Europese banken en ook wel enkele Amerikaanse de instrumenten
hadden bezorgd om schulden op te stapelen. Verder was Griekenland
institutioneel en ambtelijk een waterhoofd geworden, want elke regeringswissel
deed het aantal ambtenaren toenemen en de oude mochten blijven zitten. De
verantwoordelijkheid lag bij de regeringen, maar veel mensen die niet tot het
parlement en de regering behoorden, hebben wel het onderste uit de kan gehaald.
Maar noch het IMF noch de raad van de Eurozone-ministers hadden voldoende gezag
al werden ze wel aangesteld om het internationale, respectievelijk Europese muntsysteem
in stand te houden.
Wellicht
is het probleem dat we verwachten dat de macht, het gezag van die instituties
objectief zou zijn, terwijl er een arbitraire kern aan ten grondslag ligt.
Europa zelf is dus een arbitrair bestel en wie het verdrag ondertekent, onderkent
dat aspect. Politici en commentatoren die dat arbitraire karakter afwijzen,
onderkennen niet dat ook de natiestaat per se ipsum een arbitraire want
historische kern heeft. Europa bestaat overigens nog altijd uit soevereine
natiestaten die besloten hebben, wat de zes stichtende leden aangaat, hun
soevereiniteit te delen en zoveel als mogelijk en noodwendig gezamenlijk op te
lossen. Er is ook veel gerealiseerd, maar, hoeveel kritiek men ook heeft op het
Poolse bestel dezer dagen, op Hongarije ook, men kent er de eigen
verantwoordelijkheid van: onder druk van het UK zijn tien lidstaten voortijdig
lid geworden van de EU, landen die onvoldoende aan de Criteria van Kopenhagen
beantwoordden.
Europa
was dan ook bij uitstek een politiek besluit en ja, dus mag er ook kritiek
aangedragen worden. Maar niemand kan alleen met objectieve argumenten aankomen,
want het was en bleef een keuze van politici die naderhand ook door
opeenvolgende regeringen werden gesteund. Niet ui gemakzucht, mag men hopen,
maar omdat het gezamenlijke beleid over grondstoffen, industrie, landbouw en
visserij voor burgers geen windeieren legde. De Britten hadden een punt toen ze
de Europese landbouwpolitiek te duur vonden, de grootste ontvangers van de
Landbouwsteun ging wel naar de elite, onder meer de Koninklijke Familie. Bij
ons had de landbouwpolitiek zowel gunstige gevolgen als ook wel een verdere
afbouw van kleine landbouwbedrijven. Maar specialisatie bracht vaak soelaas en
maakte een bedrijf leefbaar.
Kan
men beweren, zoals sommigen doen, dat men ook bij de oprichting van de Euro en
de eurozone vergissingen heeft begaan, dat men ook de hand gelicht heeft met
criteria, dan kan men evengoed stellen dat de financiële crisis niet in Europa
ontstaan is maar hier wel brokken heeft gemaakt, eerst omdat banken dreigden om
te vallen en vervolgens landen. Men heeft publieke middelen ingezet om banken
te redden, omdat ze te groot waren om te laten vallen. In de VS zijn steden als
Detroit failliet gegaan... maar de kritiek op Europa, Dijsselbloem en anderen
was bikkelhard, maar was die ook eerlijk? De redding van Fortis, van Dexia,
zelfs van de KBC en ING is al lang vergeten in hoofde van politici en
commentatoren, maar dat die banken gered werden, ten behoeve van het algemeen
belang, was zonder de internationale structuren niet mogelijk geweest.
Dan
moet men de dumping op de arbeidsmarkt tegengaan, maar niet zo lang geleden in
de Colruyt stond ik aan te schuiven en een vrouw vroeg mij of ze met haar twee
stukken die ze bij had niet voor mocht gaan en ik was eens coulant, maar we
raakten aan de praat, want ik hoorde een duidelijk accent, dat uit Polen bleek
te komen. Om de een of andere reden wachtte ze tot ik ook had afgerekend en
bleven we nog wat praten. Ze was een jaar of drie eerder naar België gekomen,
had voordien al een poging gedaan om aan het Europacollege een jaar te volgen
maar dat was niet gelukt. Met allerlei jobs kon ze hier overleven en ook wel
studeren, want dat wilde ze vooral. Het besef dat ze in Polen niet uit de cocon
zou geraken is intussen bewaarheid geworden en ze werkt hier in een
onderhoudsploeg maar wil hogerop. Wellicht, zal men zeggen is dat een atypisch
verhaal, maar nu ze de taal kent is ze een opleiding zorgkundige begonnen waar
ze dus vooral in haar vrije tijd mee bezig is. De bedoeling is later ook een
opleiding verpleegkunde te volgen, want dat blijkt mogelijk. U zal begrijpen,
dat zij, die jonge vrouw, best wel de voordelen van de EU ziet, maar ook dat ze
haar eigen weg moet gaan en de mogelijkheden aanwenden die het bestel voor haar
in petto heeft. Zoals men het wel eens hoort: kansen grijpen.
Daar
gaat het nu om als het politiek betreft: we willen dat politici alles
glashelder uittekenen zodat wij zonder horten en stoten onze weg kunnen gaan.
Maar teveel regels maken het moeilijk voor mensen om hun weg te maken - te
weinig maakt het wel onmogelijk - zodat politici best nadenken over hoe ze met
nieuwe regels omgaan. Geen enkele partij ontkomt aan de neiging nieuwe regels
te vestigen, omdat het bestaande niet afdoende zou zijn. Ik denk dat de
Noodtoestand, zoals die in Frankrijk is afgekondigd en al twee jaar geldt geen
goed antwoord is. Alle kritiek ten aanzien van het beleid van de regering Nethanayu
ten spijt en zelfs op aspecten van de Staat Israël, heeft Israël een manier
gevonden om de veiligheid te verzekeren zonder dat in het oog springt. Hier wil
men er alles aan doen te tonen dat men de veiligheid ook zichtbaar verzekeren
kan en dat roept problemen op. Natuurlijk dient men er veel aan te doen om
aanslagen te voorkomen, maar dat men dan nieuwe beschikkingen wil, een
noodtoestand, moet men toch begrijpen als een machtsoverschrijding. De reden
is, zoals Carl Schmitt dat uitlegde, dat wie de noodtoestand kan uitroepen de
macht heeft. In een democratisch bestel moet men juist die ultieme macht niet
in het leven roepen. In Frankrijk deed men dat wel, maar de Vde of zo men wil
de Vde en een halve Republiek heeft door teveel (machts-)politiek veel gezag
verloren. Het is duidelijk dat men in het parlement geen enkele aanslag zal
voorkomen, wel dat men de diensten de middelen geven moet om de nodige
opzoekingen te doen. Maar wij hebben het gezag de wacht aangezegd en iedereen
uit, spuit kritiek ten aanzien van het bestuur. Nu goed, we moeten kritisch
blijven, maar niet elke kritiek is even goed gegrond. Wat ontbreekt is dat als
gevolg van de kritiekcultuur de andere kant afwezig bleef en blijft: hebben wij
belang bij een status quo van het bestel - dus niet betreffende nieuw beleid,
wel betreffende instellingen en middelen in handen van de overheid om problemen
op te lossen? - dan moeten we dat bestel ook volmondig ondersteunen.
Ook
inzake Europa komt de gedachte maar zelden op om voor Europa als pleitbezorger
op te treden. Tinneke Beeckman schreef eens een column onder titel "zonder
"wij" geen Europa" maar dat maakte niet zo heel veel los,
terwijl het wel een fundamentele gedachte is. Ook in haar werk "Macht en
Onmacht" kan men aanzetten vinden tot een burgerschap, dat meer is dan een
ontvangen van weldaden. Die weldaden van de welvaartstaat moet men niet
onderschatten, kan men niet onderschatten. Maar het blijft wel onduidelijk
waarom mensen als prof. Dr. Hendrik Vos van Europa een politieke speeltuin
maken. Bovendien gaat hij er steeds van uit dat zijn publiek alleen maar een
toeschouwer van een Europese politiek zou zijn. Goed, we willen wel eens weten
wat er voor ons in zit, maar de voortdurende nadruk op de onmiddellijke baten
zullen we toch aandachtig moeten overzien, want zoals Beeckman het wel vaker
met goede argumenten omkleed stelt is dat men lid moet willen zijn van de polis
en niet enkel in een "do ut des"-verhouding tot de politiek staan.
Overigens, de Romeinen hadden in hun municipium, hun stadstaat binnen het rijk
heel wat bij te dragen en dat lieten ze graag in marmer graveren voor de
eeuwigheid. Burgerschap in Middeleeuwse steden als Brugge en Gent betekende
ook, soms via conflicten deelnemen aan de macht en de oude machthebbers werden
al eens vadsig. In haar boek over macht en onmacht, over hoe de bijl aan de
wortels van de Verlichting werden gelegd, niet enkel door de terreur, maar ook
door complotdenkers en denkers die er vooral op uit zijn de splendeur van hun
theorie te laten uitkomen en elke kritiek negeren, legt ze uit dat we zelf
moeten proberen op grond van denken en - mag ik eraan toevoegen - aanvoelen van
wat goed is, passend is, onze houding te bepalen.
Dit
burgerschap veronderstelt ook dat men burgers betrokken weet bij de
besluitingvorming en de beste mogelijkheid blijft dan de toepassing van het
subsidiariteitsprincipe. Voor het Romeinse Keizerrijk was het niet anders mogelijk
zoals ook de kerk in tijden van moeilijke verbindingen veel aan de lokale
kerken diende over te laten. De absolutistische koningen ontdekten dat het wel
mogelijk was te besturen op eigen gezag, bij de gratie Gods en Louis XIV voerde
dat, geholpen door Colbert ten top. Bijna alle utopische machtsfantasieën gaan
uit van centraal bestuur, behalve bij Ayn Randt, die juist het slechten van
regels voorstaat. Nazi's waren geneigd alle macht in handen te nemen, maar
stimuleerden - zolang het conform de regels was - dat mensen zelf zouden denken
wat ze konden doen. Stalinisme rijmt dan weer op autocratisch bestel. Het is
precies pas in een goed werkende democratie mogelijk burgers toe te laten bij
het beleid betrokken te zijn en het subsidiariteitsbeginsel ten volle werkbaar
te laten zijn. Ook de EU gaat van die gedachte uit, maar vaak stelt men het
anders voor, dat de EU een superstaat wil zijn. Dat dit niet zo is, doet er
niet toe. Voor ons burgers is het ook gemakkelijker, de EU als een moloch voor
te stellen, terwijl de macht zeer gefragmenteerd is. Alleen heeft men het
Europese burgerschap niet goed weten uit te bouwen, of moeten wij ons dat
aantrekken?
Het
is dus wat Europa nodig heeft, mensen die begrijpen dat autonomie van belang
is, van individuele personen, maar dat die personen maar weinig gedaan kunnen
krijgen als ze er alleen voor staan, als ze denken het alleen te moeten klaren.
Mijn generatie is opgegroeid met de idee van autonomie, maar dan, zoals Susan
Neiman het stelt, in een egocentrische positie, terwijl er over burgerschap
weinig werd nagedacht of gesproken. De overheid diende sociaal rechtvaardig op
te treden, maar of daarbij die autonomie in het gedrang werd gebracht, bleef
buiten beeld. Europa is ook een verhaal van burgerschap en die les zou men,
zestig jaar na de ondertekening van het Handvest in Rome moeten onderkennen.
Dat betekent dan dat ik enige betrokkenheid kan voelen bij de burgers in
Bordeaux, Alcala de Henares of Krakau, Lübeck en Siëna... Het is ook aan
Burgers van de EU om vandaag even een dansje te wagen en de vrijheid, de vrede
en de stabiliteit die de Founding Fathers bevestigd hebben vreugdevol te
herdenken.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten