Kritiek en afwijzing: wereld van verschil
Kritiek
Kritiek: behoeden wat van
waarde is,
verbeteren waar nodig
Discussies
over populisme, over kritiek en wantrouwen, over wat voor samenleving we willen
en hoe we dat kunnen realiseren. Het zijn heus wel een pak kwesties, maar ze
hangen wel samen aan die ene kapstok Wat kunnen we weten? Wat kunnen we doen?
We kunnen hopen en Wie ben ik/wie zijn we? De vragen peilen naar ons omgang met
de wereld om ons heen, niet alleen de dingen die zijn, maar die we hopen te
zullen zien of wat zich niet altijd onmiddellijk aan ons onthult. Een kwestie
is dan nog van belang: waar kan ik zich in een wij herkennen en wanneer is
precies het ik cruciaal.
Tinneke
Beeckman legt in een opiniestuk in De Standaard uit hoe kritiek als benadering
van de dingen des daags, van kennis en experten, van kranten en politici
vervelde tot wantrouwen en zelfs, moeten we toegeven, tot haat. Maar anderen
houden zich bezig met populisme en menen te zien hoe de klassieke partijen zich
ertoe laten verleiden met extremistische partijen, dat zijn partijen die laten
verstaan dat zij de misère van de mensen kennen en er kant en klare oplossingen
voor hebben, gemene zaak te maken. Politiek, meen ik dan, speelt zich af in een
complex gegeven dat samenleving heet. Maar net om zich van populisme te
vrijwaren zijn vragen als "wat kan ik weten?" en "Wat moet ik
doen" van belang. Het antwoord kan dan wel lastig te formuleren blijken,
het komt me voor dat de oefening om op die antwoorden te vinden zozeer van
belang is dat het ons helpt niet enkel in ongeloof en wantrouwen terecht te
komen. Maar het blijkt wel vrij natuurlijk dat we niet alles wat men ons
vertelt voetstoots aannemen.
Het
avontuur van de Verlichting zijn we vergeten, in die zin dat we er handig in
blijken autoriteiten af te wijzen, maar we kunnen daarbij zelden zien hoe we anderen op een piëdestal plaatsen.
Want dat is wat velen doen, afgeven op de machten van deze wereld is nodig,
zeker als ze bij de gratie Gods zeggen te zijn aangesteld, maar dan moeten we
toch omzichtig vertrouwen stellen in gezagsdragers en moeten gezagsdragers zich
bewust zijn van de vraag wie hen mandateert publiek gezag uit te spreken. Die
tweede vraag kan ons helpen, denk ik, met politici en ook wel professoren of
magistraten in gesprek te gaan. Want wanneer ik me voor de geest haal hoe men
tegen de Franse Revolutie aankijkt, dan lijkt het me dat daar een en ander is
misgelopen. Neen, ik zal de geschiedenis niet herschrijven, wel denk ik dat
duidelijk moet zijn dat wat tijdens de Franse Revolutie gebeurde, bijvoorbeeld
de machtsgreep van de Jacobijnen, wel vatbaar is kritiek, zoals ook de figuur
van Robespierre onze aandacht verdient, kritische aandacht. Maximilien de
Robespierre zou een zuivere samenleving hebben nagestreefd, waarbij niet de
goddelijke wetten, maar waar onder meer de inzichten van Jean-Jacques Rousseau
aan ten grondslag lagen.
Ik
vermoed, moet ik zeggen, dat we de positie die populisme heeft verworven niet
moeten linken aan een ideologie - of gebrek eraan - maar aan het gegeven dat we
in een massasamenleving leven met tegengestelde belangen en conflicterende
inzichten. Toen Wilfried Martens met de liberalen een regering vormde om de
financiële toestand van het land te saneren, had hij eerst een regering
spectaculair laten vallen vervolgens was hij met enkele getrouwen een
uitgebreid plan gaan opstellen. De devaluatie van de BEF en de
volmachtwetgeving werden niet door iedereen geslikt, maar in 1985 kon hij wel
nog eens de vruchten van het beleid plukken. Sommige overlevenden spreken van
de Loden Jaren '80, anderen, die toen hun jeugd beleefden, merkten hoe in die
periode de lucht opklaarde. Behalve op een punt, herinner ik mij, want de
protesten tegen het NAVO-dubbelbesluit hadden me geleerd dat velen zomaar
meeliepen in betogingen tegen de plaatsing van raketten en vonden dat we niet
mochten meedoen met het nucleaire opbod, waar de Sovjet-Unie de eerste
aanzetten toe gedaan had. Of ik voor kernwapens was? Niet, helemaal niet, maar
die wapens waren er nu eenmaal en een land moet zich kunnen verdedigen, ook al
is het dan samen met andere in een organisatie. Er bleek naar mijn inzicht te
weinig kritisch vermogen bij die studenten die elkaar opjutten tegen de NAVO en
Reagan. Ook ik vond het een bizarre figuur als president, maar er waren ook
andere politici en ik had er een zeker vertrouwen in dat het een betere
samenleving worden zou, wat zeker ook gelukt is. De voorwaarden daartoe lagen
bij ons, de burgers, die op een aantal terreinen wel degelijk goede inzichten
delen. Men spreekt graag over het einde van de oorlog voor Duitsland, maar men
verklaart zelden het Wirtschaftswunder uit wat men ooit de volksaard noemde,
maar wat we de historische ontwikkeling van een samenleving noemen kan,
waaronder het ethos en de arbeidsethiek. Dit maakt het wel moeilijk om de
machtsgreep te begrijpen in 1933 en de massale steun, tot men bedenkt dat zo op
het oog de publieke orde werd hersteld. Voordien waren er immers in vele
steden, voor Berlijn, Hamburg regelmatig gevechten in regel tussen communisten,
leden van de jonge SPD en uiteraard de SA. Men spreekt graag, te graag over de sfeer van
de Jaren '30, waarbij men dan de voorgeschiedenis, vanaf 11 november 1918, de
keuze van de SPD om de Vrijkorpsen in te zetten tegen brave burgers, die
afwilden van het militarisme.
Kritiek
betekent ook informatie bij elkaar zoeken en dat betekent dat we ook de grenzen
van ons kennen en de voorlopigheid van wetenschappelijke kennis moeten
accepteren. Meer nog, we kunnen nooit overal expert in zijn en hoe meer
gespecialiseerd, hoe meer domeinen waar we als leken opereren. Helemaal klopt
dat niet, maar goed, het is de moeite waard te beseffen dat kennen en weten
zelfs niet hetzelfde hoeven te betekenen. Wie goed een (moeilijke) quiz kan
spelen, weet allicht veel, maar of hij het allemaal kent, blijft nog maar de
vraag. De natuur van het vuur? Tijdens de achttiende eeuw was Emilie du
Châtelet een aristocrate met een goed verstand en ook een goede opleiding, al
mocht ze dan toch niet naar de universiteit; ze is er in geslaagd bij de Académie
van Dijon een antwoord op een prijsvraag in te dienen, die weliswaar niet
bekroond werd maar toch gepubliceerd, omdat het werkstuk zo bijzonder bleek.
Als vertaalster en commentator van Newton heeft ze ook haar sporen verdiend, maar
zelfs over geopenbaarde religie schreef ze, meer bepaald over de twijfels die
ze koesterde. In een woord, ze stak boven vele vrouwen en mannen uit, was
intiem bevriend met Voltaire, schreef over Leibniz en Newton en droeg dus bij
aan wat wij de Verlichting noemen, maar hoeveel mensen weten van haar bestaan af. Het verhaal is niet
zonder belang, omdat er nog wel figuren zijn en fenomenen die ons meer zouden
leren over hoe die Verlichting meer was dan een afgerammeld lijstje namen. De
Verlichting kwam er uit onvrede met de politieke ontwikkelingen, maar daar
waren niet enkel vrijdenkers bij betrokken. De Verlichting was ook het gevolg
van ontwikkelingen als het humanisme, de Renaissance maar ook het Jansenisme
had zo een eigen invloed. De kritiek op de samenleving en de politiek kwam
zelfs van heel hoog, want ook de koning, Louis XV vond dat er veel mis was in
het koninkrijk. Of hij zijn eigen positie in vraag stelde? Dat zou veel gevraagd
zijn, maar toch, hij had er zijn reputatie wel voor over om een paar bastions
van de macht te belagen.
Wat
kan ik Weten? Nog eens, onze kennis is op het oog onoverzichtelijk - ondanks de
cartesiaanse orde die we in de wetenschappen betrachten -, complex en
veelomvattend, maar kijken we beter toe naar wat we zelf kunnen bevatten, dan
wordt duidelijk dat bijvoorbeeld inzake wetgeving de zekerheid en
betrouwbaarheid van onze kennis voor discussie open staat. Dat ligt er ook aan
dat we de indruk hebben dat die wet- en regelgeving onnodig onoverzichtelijk en
complex zou zijn. Tot we bedenken dat we zelf ook van de wetgeving een en ander
vragen, voor ons eigen goed en wetgeving is altijd algemeen universeel geldig,
wil men voorkeursbehandelingen en voorrechten voorkomen. Over het algemeen gaan
weten en kennis over zaken die buiten ons staan, over wat we wetenschappelijk
weten kunnen, maar er is ook een weten waarvan Kant vond dat we dat niet zomaar
konden weten, namelijk het persoonlijke en dat wat zich tussen personen
afspeelt. Dat is, kan u zich wel inbeelden zo complex als het aantal personen
waarmee men iets te maken krijgt of heeft. Bovendien hebben we allemaal nog
eens een binnenwereld waar wel veel van aan het licht komt, maar evengoed veel
verborgen blijft, ook voor onszelf.
Ons
handelen speelt zich immers ook af in een persoonlijke sfeer en netwerk van
mensen die we kennen of ongeveer toch, al is het vaag. Martha Nussbaum
beschreef in haar essay over woede, wrok, ruimhartigheid en gerechtigheid dat
we doorgaans functioneren in een wereld buiten de intieme kring, van vage
bekenden, gelijken, hoger geplaatsten en anderszins mensen met wie we
noodgedwongen in aanraking komen. Belangrijk is te zien hoe ze aangeeft dat
onze woede, die we ervaren buiten onze intieme kring, precies door die vage
kennissen en onbekenden, door hun handelingen dus, opgewekt wordt en daar
hebben we het moeilijkst onze woede en ruimhartigheid te laten blijken. Ons
handelen is evenwel niet enkel op woede alleen gebaseerd, want we weten hoe we
anderen nodig hebben om onze verwachtingen ingelost te zien. Als het om
politieke woede gaat, dan komen we in een ander domein uit, dat in het publieke
debat nogal onhandig links blijft liggen. Ook Martha Nussbaum geeft in haar
boek vooral aan de grote processen van deze eeuw, aan de burgerrechtenbeweging
in de VS, aan de strijd tegen de Apartheid in Zuid-Afrika en aan de
onafhankelijkheidsstrijd in India. Over de Palestijnen had het ook kunnen gaan
en waarom daar geen leider gevonden is gevonden of minstens een draagvlak voor
oplossingen die met het bestaan van Israël rekening kan houden, zonder de
rechten van de Palestijnen op de helling te zetten, wel integendeel, de
mogelijkheden van de Palestijnen op een leven in vrede, in rechtvaardigheid en
veiligheid te mogen beleven. Ook de onvrede, zeg maar bozigheid in de VS, Nederland...
had het ook kunnen gaan, maar goed, we begrijpen de gekozen voorbeelden wel en
hopen er nog eens een reflectie aan te kunnen wijden, want complex is het wel,
waarbij ik nu niet zo goed waarom mensen zo onbestemd woedend lijken.
We
kunnen dan ook best hopen betrouwbare mensen te ontmoeten en dus kunnen we ook maar
beter de hoop koesteren dat we zelf betrouwbaar blijken. Misverstanden kunnen
opgelost worden, kwaadwilligheid valt moeilijker bij te leggen. Hopen op een
goed leven zonder zelf te handelen, valt moeilijk te realiseren, maar
anderzijds, mensen die menen dat ze op hun eentje succes hebben geboekt, zoals
de huidige Amerikaanse president, kunnen dat niet hard maken, want ze kregen
veel mee en vooral veel hulp, al dan niet in dank aanvaard. Hopen op de
mogelijkheid medestanders te vinden, mag ons evenwel niet in de verleiding
brengen die medestanders zomaar naar de mond te spreken. Wat we zeggen, heeft
maar belang als we er zelf voor door het vuur willen gaan en dat valt niet mee.
Toch kan men zich ook afvragen of we altijd zo moeten bezig zijn met een
handelen dat de hele boel onderste boven zou halen.
De
vraag is dan ook wat de mens is, zegde Kant en die hamvraag krijgt men niet in
enkele zinnen opgelost. Sommigen springen al meteen naar een nevenvraag: is de
mens goed dan wel tot het kwaad geneigd. Anderen menen dan weer dat mensen
afzichtelijk zelfzuchtig zijn, wat ook alweer voorbij gaat aan de primordiale
vraag. Of de mens helemaal afgewerkt te wereld zou komen, zoals de Griekse
godin Pallas Athene, gelooft geen mens meer. We zijn de kinderen van ouders,
zelf ook weer door andere ouders opgevoed. We zijn de leerlingen in een school
en onderwijssysteem, leren spelen op straat of in de velden, maar gaan ook al
eens naar de jeugdbeweging, gaan sporten. Mogen we de invloeden van boeken,
televisie en films over het hoofd zien?Ook hoe we de liefde leren kennen, heeft
zo een eigen belang, want wie we zijn, hangt van zovele factoren af en
inderdaad, soms lijkt het kind de vader van de oudere man/vrouw die hij of zij
geworden is. Nietzsche geloofde nog dat we konden worden wie we zijn - van oorsprong
af - maar Peter Sloterdijk verwees naar Rilke en zijn gedicht over de Torso van
Apolo en stelde dat we het leven moeten oefenen om te veranderen. Soms komen
die welwillend, soms overvallen ze ons, maar wie we zouden willen zijn, vergt
wellicht wel oefening.
In
die zin moeten we ook de Kritiek goed onderscheiden van het be- en veroordelen
van toestanden en mensen, hooggeplaatste lui en gewone lui - die niet als
zodanig bestaan. Kritiek betekent onderzoeken zonder vooroordeel en dat is wat
er dezer dagen zo moeilijk blijkt. De democratie lijkt niet (meer) te deugen, de
politici niet en ambtenaren al evenmin. Maar onderwijzers, leraren en
professoren krijgen nog vertrouwen, behalve bij experten. Journalisten mogen
niet op het appel ontbreken en dat betekent dat we in wezen niets van waarde
overhouden, behalve brandweerlui en ambulanciers, al worden die al eens aangevallen
door boze omstanders. Ook artsen delen in de brokken. Mogen we dat aanvaarden?
Elk geweld moet tegengegaan worden, wellicht, maar het gebrek aan onderscheid,
ook aan hoffelijkheid moet ons verontrusten, omdat we daarmee van de
samenleving een slagveld maken en van de politiek en democratie een arena waar
gladiatoren elkaar afmaken. Zich een kritisch oordeel vormen van een situatie,
nagaan hoe dit aansluit bij onze verwachtingen, onze eigen verwachtingen ook
kritisch bejegenend en ernaar handelen, vormt al een ernstig takenpakket en
neen, naar eenheidsworst en conformisme hoeft dit niet te rieken.
Nu
eens leert men ons uitentreuren dat we van de geologie niet zoveel hebben
begrepen, hoe olievelden ontstonden en waarom er zich op Groenland zo een
ijskap kon vormen. Maar gaat men kijken in de media dan zal men veel leren over
de recente en actuele klimaatwijziging, maar over de vorming van de ijskappen
in Groenland en op Noordelijk Canada, horen we veel minder. Zo leren we ook dat
we niet zo een goede psychologen zijn, maar dat mag niet verbazen, want we
moeten eerst beter onszelf begrijpen en de aard van de mens - al bestaat die
niet op het niveau van concrete personen - voor we iets van psychologie en
empathie leren. Kritisch kijken naar de media, naar wat in boekhandels komt en
wat we via sociale media vernemen hoeft noch kan uitsluitend afwijzend wezen.
Als mensen geloven in rattenvangers als Geert Wilders, dan ook omdat ze toch
ergens heil zoeken. Men moet die mensen niet afschrijven, dat kan men helemaal niet
door zelf beledigend uit de hoek te komen. Soms wordt iemand met sympathie voor
N-VA al eens voor een nazi uitgescholden en dat kan pijn doen, zelfs woede
oproepen, maar tegelijk laat dit zien hoe men weigert te denken en gewoon een
voorlopig oordeel voor definitief neemt. Hoe kan iemand die Tony Judt de moeite
van het lezen waard zijn, een nazi zijn of die van entartete kunst houdt, de
kunst terug wil voeren naar een veilige canon?
Tinneke
Beeckman roept op te bedenken dat onze oordelen nooit helemaal zeker kunnen
zijn en daar kan ik haar volgen. De afwijzing van de dingen die ons verteld
worden, ter goeder trouw, brengt niemand verder. Maar daarom ook kan men maar
beter proberen, zoals Martha Nussbaum schreef, aandacht besteden aan politieke
emoties. Goed, Spinoza vestigde al de aandacht op droeve emoties en populisten
buiten graag onze woede en afkeer, haat uit, blazen die graag op, maar ook daar
bestaan geen eenvoudige remedies voor. Alleen als we ons opnieuw herinneren dat
politiek in onze samenleving het collectieve welbevinden kan realiseren, maar
daarbij het hoofdzakelijke, het persoonlijke welbevinden aan onszelf moet
overlaten, aan ons oordeel en onze hoop, dan nog meent zij dat we niet alleen
kunnen. Politici hebben ook hun opdrachten, maar wij kunnen in onze omgeving
het leven proberen beter te maken, in vertrouwen dat mensen niet per se alleen
met zichzelf bezig zijn; af en toe kan een nazaat van Diogenes van Synope
helpen om bepaalde zekerheden te slopen. Maar goed, kennis is belangrijk, hoop
wenselijk en zelfkennis onontbeerlijk, maar in de strubbelingen van de
dagelijkse aangelegenheden, denk ik, zal men ook goed vertrouwen niet kunnen
ontberen en dat kan al eens beschaamd worden, zomaar.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten