Vauban, Centralisme en Grevelingen
Dezer
Dagen
Grevelingen/Gravelines
Europese sporen
Grevelingen of Gravelines, met zijn wallen, toen state of the art inzake vestingbouw en de kerncentrales... Een klein stadje en toch wel enige aandacht waard. |
Sommige
namen ken je, maar je kan je er niet gek veel bij voorstellen, omdat er gewoon
ook geen grote verhalen aan vasthangen. Een bezoekje laatst leerde me dat het
stadje Gravelines er nondescript bij
ligt, karakterloos, maar de historicus merkte al gauw dat er toch meer aan de
hand kon zijn.
De
Aa? Een rivier die in een kruiswoordraadsel opduikt, maar ook een waterloop die
refereert aan Sint-Omaars, aan de Graven van Vlaanderen en uiteindelijk aan
Vauban, de bekende vestingbouwer van Louis XIV, die na de verovering van het
stadje in 1644 en in het kader van de militaire strategie van de Zonnekoning vanaf
1661 de grenzen ging versterken. De Vredesverdragen van Westfalen 1648 waarmee
de Tachtigjarige oorlog en de Dertigjarige oorlog werden beëindigd, betekenden
voor de Nederlanden, waartoe we Grevelingen kunnen rekenen, een kortstondige adempauze
maar de Franse koning wilde een aantal problemen militair oplossen, wat
uiteraard tegenreacties opleverde. We moeten vaststellen dat we veel denken te
weten van de regering van Louis XIV, maar het blijkt niet goed mogelijk de
oorlogen van de vorst goed in beeld te krijgen en vooral de dynamiek ervan te
begrijpen. Men weet dat de Franse koning de grenzen van Frankrijk wilde afronden
en rivieren leken een veilige grens, maar de gevaren van steeds betere
bewapening zorgden voor twijfels over de verdedigbaarheid van de landsgrenzen,
tenzij er woestenijen liggen, zoals de Pyreneeën en het alpiene gebied, maar
aan de Noordgrens lag dat moeilijker, want Vlaanderen was nog altijd welvarend
en mogelijk ook een bron van innovatie. Dat Gravelines en Duinkerken aan
Frankrijk verloren gingen, moeten we natuurlijk niet betreuren, wel kan het
helpen de nawerking van gebeurtenissen beter te begrijpen. Sprekende over de aanleg van de
verdedigingswallen rond de stad, over hoe het water er helemaal rond ligt en
echt, het oogt wel indrukwekkend, kwam ik plots bij die ene vraag die een
historicus wel eens kan bezoeken: wat is nu een noodzakelijke voorwaarde?
Het
stadje binnen de wallen, met de citerne, het arsenaal en 19de-eeuws stadhuis, ziet
er echt weinig ravissant uit, maar we hadden de uitleg langs de Aa beter moeten
bekijken en le Petit Fort Saint-Philippe moeten bekijken, denk ik nu, maar het
was een dag dat een storm woedde en wegeniswerken zaten er ook voor iets
tussen. Nu, al tijdens de zestiende en zeventiende eeuw kwam het stadje en
kwamen de reders van de stad niet vooruit omdat die van Duinkerken de verre
vaart voor zich opeisten en daar van hogerhand ook werden in bevestigd. Nu is
Grevelingen een stadje onder de rook van Duinkerken en aan de andere kant
breidde Calais de invloed uit. Rijdt men langs de autoweg, dan ziet men hoe
groot die steden werden en hoe bescheiden Grevelingen wel gebleven was. Maar
het bezoek was wel interessant, want we zagen nog maar eens hoe in dat deel van
Frankrijk een zekere affiniteit met Vlaanderen gecultiveerd wordt terwijl men
anderzijds van de moeilijkheden die de regio ondervindt met migranten die ten
koste van hun leven zelfs in het UK willen geraken, niet zo heel veel ziet. De
immigratie in het UK van hooggeschoolden en de toevloed van gelukzoekers vormen
blijkbaar de basis voor de Brexit, waarbij mensen menen dat die toevloed hen
jobs kost, terwijl ze vaak geleerd waren dat werk niet hoeft. Schoolwerk? Beter
niet.
Wandelend
op de Vaubanwallen bedenk ik mij dat altijd die oorlogstoestanden gedurende
enkele eeuwen mee de aanjager was van de technologische en wetenschappelijke
vooruitgang, maar tegelijk dat oorlogvoeren voor de regenten van de Republiek
geen primordiale keuze was en zelfs niet aangewezen was. Daarom werd zelfs de
oorlogsvloot, tot ontsteltenis van Maarten Tromp bij momenten helemaal
verwaarloosd. Voor Louis XIV was oorlog dan weer een middel om zijn macht zowel
binnen- als buitenlands uit te breiden. De regeringsperiode van Louis XV kende
minder door Frankrijk uitgelokte oorlogen, maar het gaf het land wel de tijd om
zich demografisch en economisch te versterken. De noodzakelijke
belastingshervormingen wisten Louis XV en Maupeou, zijn minister en
regeringsleider erdoor te krijgen, maar de oude koning was nog niet in zijn
loden kist gelegd of het Parlement van Parijs en andere adellijke groepen
wisten al Louis XVI te overtuigen die schandelijke wetgeving af te voeren. Die
belastinghervorming brak met de belastingvrijstellingen voor de adel en de
kerk. Met adel moet men echter niet aan een eenvormige groep denken, aan
kastelen en vooral landbouwexploitaties, want behalve de leden van de
Parlementen, juristen, was er ook nieuwe groep ontstaan, die zich met de
financiën van het rijk bezig hielden en daar veel geld verdienden. De idee van
de noblesse d'épée versus de noblesse de robe - de ambtsadel - valt dan ook
heel schraal vergeleken met de kleurrijke werkelijkheid.
Sprekend
over de graaicultuurschandalen met mijn reisgenote, bedacht ik ook dat we ons
niet moeten verbazen over de hoge inkomens die men haalt uit de lidmaatschappen
van bestuurskamers van soms wel heel schimmige vennootschappen, want het is
bekend, zoals in de tijd van Louis XV dat men eens aan de top de wetgeving graag
aan de eigen omstandigheden aangepast ziet. Was de belastinghervorming niet
terug gedrongen, dan was wellicht de Franse Revolutie niet op die manier
verlopen als we die kennen als officiële geschiedenis[i].
Net in zo een stadje als Grevelingen merkt men ook nog iets anders, namelijk
dat de stad nadat het zijn militaire functie verloor een gewoon klein Frans
kuststadje werd, maar waar ook spitstechnologie aanwezig is, namelijk een park
met kerncentrales die ook voor ons van belang zijn.
De
tijden sinds Louis XVIII zijn veranderd en drie oorlogen met de Oosterburen,
1870, 1914 - 1918 en 1939 - 1945 hebben het land niet vernietigd maar ook geen
grote baten gebracht, daar slaagde wel de Europese eenmaking redelijk in, met
onder meer de steun aan de landbouw. De koloniale overheersing van Algerije
eindigde met een bloedige opstand en burgeroorlog en voor alles, Frankrijk
kende met De Gaulle, Pompidou en Giscard d'Estaing wel conservatieve
presidenten, maar het waren tegelijk die de zogenaamde tijdgeest wel goed
opgepikt hadden. Nu geloof ik niet in zoiets als een tijdsgeest, omdat die
zelden een geluid laat horen. Zo begreep le Grand Charles niet wat de studenten
in opstand te komen hadden, terwijl ze alles in de schoot geworpen kregen. Maar
hij was wel de politicus die een einde maken kon aan de Algerijnse oorlog en
tegelijk een politiek voerde die men als "La France d'abord" kan
bestempelen. Tegelijk kon de Gaulle met Konrad Adenauer wel goed overweg, functioneel,
want soms was het voor beide heren lastig kersen eten omdat ze elkaar ook niet
ontzagen. In 's lands belang zullen we maar zeggen. De stichting van de EEG
middels het verdrag van Rome van 1957 effende de weg voor een glorieuze
geschiedenis, alleen lijken velen dat succes niet meer te willen zien.
Men
koos voor de Europese economische Gemeenschappen, omdat men vreesde bij de
bevolking die muur van wantrouwen nog niet te kunnen slopen. Maar de geschoolde
bevolking in de toenmalige lidstaten, zes in getal, waren wel degelijk bereid
de samenwerking te verkiezen boven Finlandisering. Dat is wat men dezer dagen
niet lijkt te begrijpen en of het waar is of niet, elke poging de samenhang
binnen de EU te verzwakken moet men als een dienst aan Moskou beschouwen, zoals
tijdens de Koude Oorlog, maar toen was de VS nog een betrouwbare bondgenoot. Nu
denk ik wel dat Europa te lang geaarzeld heeft de eigen gemeenschappelijke
defensie op poten te zetten. Enerzijds wilde men het vredesdividend ten volle
innen, anderzijds waren er binnen de Navo noch binnen de EU aanjagers voor een
sterkere defensie en ten derde waren Frankrijk en het UK bevreesd voor hun
statuut als kernmogendheid. Wellicht spelen er andere, bezwaren mee, maar zij
legden vooral de pacifisten geen windeieren. Nog eens, of Marine Le Pen
bijzondere ondersteuning kreeg uit Moskou, lijkt niet meer betwijfeld te kunnen
worden en toch maakt men er geen zaak van. Wie als kandidaat voor een hoog ambt
niet meer bewust omspringt met de relaties ten aanzien van Rusland kan toch
maar moeilijk de ambtseed van Frans President of van welke regeringsleider in
Europa dan ook afleggen, zonder van meineed beschuldigd te worden.
In
Bourbourg kan men ook niet van een bruisend stadje spreken, maar is dat wel zo
obligaat. Men kan in Parijs of Lyon wonen en ook de indruk hebben dat er nooit
iets gaande is. De oude Sint-Janskerk was in de meidagen van 1940 zwaar
getroffen door een neerstortend vliegtuig, maar de laatste jaren heeft men het
koor en andere delen herop gebouwd. De eerste heropbouw was al klaar in 1962
maar pas in 1995 begon men met de delen die nog niet herop gebouwd werden. Het
interieur van het koor is wel wonderlijk met werken die de laatste jaren
gemaakt werden - een opdracht van het ministerie in 2000 bij een publieke
oproep en toegewezen aan een Britse kunstenaar, voorheen officier bij de Britse
Navy. Antony Caro maakte er een "Choeur de lumière" van, een
lichtkoor?
We
worstelen duidelijk nog altijd met de sporen van geschiedenis in onze omgeving,
maar soms kiezen we voor een restauratie, zelden voor een nieuwe invulling en
dat moet verbazen. Of toch niet, want we willen graag dramatische sporen van
oorlog en nederlaag uitwissen. In die zin kan men Duinkerken en omgeving, waar
Hitler net iets te lang wachtte met een eindoffensief wel zien als een succes
van logistiek voor de Britten, maar voor Frankrijk weegt de schande van de
nederlaag en de manier waarop ze die ondergingen nog altijd, net omdat men ook
wel weet dat er toen militaire en politieke fouten - en erger - zijn begaan.
Er
zijn andere stadjes en dorpjes in Frankrijk die er florissanter uitzien de
Broekburg en Grevelingen, maar juist aan bezoek aan deze plaatsjes, die niet zo
ver van onze contreien afliggen, laten ook wel toe nog iets anders te
bespeuren, dat nu de Fransen wellicht tot een nogal depressief nationaal gevoel
te neigen. Terwijl het leven in Frankrijk nog altijd goed kan heten en de
economische bedrijvigheid weer toeneemt, merken de Fransen vooral op dat het
politieke leven een eeuwige herhaling van hetzelfde lijkt en dat politici zich
niet altijd met de samenleving inlaten. Het is bij het bezoeken van de
inrichting van de Saint-Jean Baptiste in Broekburg dat ik opnieuw bij die vraag
uitkwam: wat is voor een historicus nu een "noodzakelijke voorwaarde"?
Om
erachter te komen moet men situaties heel grondig analyseren en nagaan wat
samen lijkt bij te dragen tot een gebeurtenis of een fenomeen, een
paradigmaverschuiving bijvoorbeeld. Vandaag vrezen velen dit Europese
verkiezingsjaar - al was het bij de verkiezingen in Polen, toen de partij voor
Recht en Rechtvaardigheid de verkiezingen won en in een moeite moeizaam
verworven democratische verworvenheden opzij proberen te schuiven, al
behoorlijk fout gelopen en moet men meer doen om de redenen daarvoor te kennen.
Politieke wetenschappen zijn toch daarop gericht? De kwestie is dat men de
media niet kan beteugelen met wetten en rechtspraak. In ons land is in principe
de voorafgaande censuur niet mogelijk. In Polen kende men in de Tsaristische tijd
al de censuur en zeker onder het communistische bestel kende men de
afluistertechnieken en het volgen van personen tot in het meest persoonlijke
van hun leven. Wat heeft de Polen bewogen voor die bizarre partij te stemmen,
die ook nog eens de steun kreeg van bisschoppen, die blijkbaar de sociale leer
van de kerk uit het oog verloren zijn. Waarom stemmen mensen voor de inperking
van hun autonomie, van hun vrijheden?
De voorwaarde voor een succesvol politiek
project, zo moet men steeds achteraf vaststellen kan nooit helemaal bij een man
liggen, of bij een vrouw. De Republiek der Nederlanden had meerdere stichters
en van het beleid van Willem de Zwijger, van Oldenbarnevelt en later van Johan
de Witt kan men bezwaarlijk, ondanks het feit dat ze alle drie gedood werden - alleen
Oldenbarnevelt min of meer juridisch verantwoord veroordeeld en terecht gesteld
- het succes, alle moeilijkheden in aanmerking genomen, ontkennen. Dat is, ook
denkend aan het feit dat we vandaag in meerdere lidstaten van de Unie een
afkeer moeten bespeuren van het politieke, precies een van de redenen van het
falen van politici, dat zij hun succes op korte termijn willen veilig stellen.
De Zwijger, Oldenbarnevelt en de Witt waren ijdel genoeg, maar zij werkten niet
voor een persoonlijke agenda - of hun agenda viel samen met het algemeen belang.
Van belang is ook dat zoals in de Republiek de kring van belangstellenden in de
goede gang van zaken groter was dan alleen de kring van bestuurders. Zoals het
nu gaat, zien we dat de bestuurders zich wel eens oppermachtig wanen en de
steun van kiezers verwerven als een lastig obstakel beschouwen. Dat geeft ook
aan waarom politici de normen voor hun handelen liever door anderen vastgelegd
zien worden - wat niet verboden is, is toegelaten - waardoor ze zich altijd
weer wagen aan het opzoeken van de grenzen en als het fout gaat de schuld bij
anderen leggen. Een voorlopig laatste argument moet zijn dat ook burgers niet
meer geloven in hun nuttige bijdrage aan het systeem: belastingen worden als
een pest beschouwd en als men op jacht gaat op fraudeurs, dan wil men barbertje
zien hangen, de kleine lui die een paar 1000 euro extra verdienen die ze niet
aangeven, want de echte fortuinen daar kan men in tijden dat men miljoenen met
een muisklik kan transfereren naar een ander deel van de wereld niet bij.
Misschien zijn ook teveel mensen losgezongen van het lokale belang dat
Vlaanderen is of zelfs Duitsland. In die zin valt het te waarderen als
bedrijfsleiders zich wel met de publieke zaak willen inlaten, maar zij worden
wel eens voorbarig gewantrouwd.
Vauban,
Grevelingen ofte Gravelines was en is de uitdrukking van een politiek die
centralistisch was en bestuurlijk krachtig genoeg om de vestingbouwer al die
projecten te laten aanvatten - soms bleek een project door oorlogsuccessen plots
niet meer zo nodig en soms bleek men fouten te hebben gemaakt - zodat men moet
vaststellen dat centralistisch bestuur ook veel kan bereiken, maar als er een
land was waar de burgers veel over politiek spraken, maar er relatief weinig
bij betrokken waren, dan was het Frankrijk. Een keuze voor Marine Le Pen zou
een bevestiging van die verhouding betekenen, zoals de linkse kandidaten zich
blijken te richten op het kompas dat François Mitterand heet.
Men kan
zeggen en met rede dat Koningin Beatrix
al betreurde dat de leugen het land regeert, maar het zijn burgers die politici
aan hun woord kunnen houden. De zwakte van Charles de Gaulle was dat hij graag
beroep deed op het plebisciet, erop vertrouwend dat men hem blind zou volgen,
maar in 1968 volgde men, ondanks een grote steunbetoging, niet en in april '69 toen
het referendum eindelijk toch uitgeschreven was, verloor de Gaulle de strijd en
de volgende dag trad hij af. Als we goed begrijpen wat er toen en nadien
gebeurde, dan moeten we vooral bezorgd zijn om het feit dat politici de burgers
aan de poort willen houden en dat burgers de politici vooral zien als
pleitbezorgers voor hun eigen persoonlijke overtuiging. Een gezond wantrouwen?
Wellicht ook, maar het gaat toch wel heel ver, als politici burgers gaan
wantrouwen.
Zeggen
dat er iets kapot is gegaan in de Franse politiek, maar evengoed elders in
Europa, voelt niet goed want te gemakkelijk. Men heeft lange tijd de
mogelijkheid van een politiek debat herleid werd tot strijdtonelen, waarbij men
a priori een winnaar wil zien. De inzichten van buiten het politieke veld, waar
we ook ngo's toe rekenen, doen er zelden toe en soms krijgen mensen het statuut
van kenner... waar die kennis vooral zeer verspreid is.
De
kiezers zouden boos zijn, tot slot. Tja, er zijn ook wel redenen voor want
mensen begrijpen beter dan ooit dat politici het politieke te vaak als een spel
zien. Al die kleine lijstjes in Nederland, met mensen die roepen dat men de
politieke macht terug in Den Haag moet brengen, terwijl ook burgers begrepen en
begrijpen dat de Europese samenwerking een gouden tijd heeft gebracht. Alleen,
we moeten Europa goed begrijpen en niet denken dat het allemaal uit Brussel komt,
want de Commissie en de vakministerraden werken net niet centralistisch, zoals
men vaak wil doen geloven. Frankrijk heeft met vele problemen af te rekenen,
waar men om politieke redenen geen goed emotioneel antwoord op vindt. Nederland
boert economisch goed, maar zit emotioneel met een knoert van een kater, waar
de politici zelf door hun taalgebruik niet uit geraken. De taal begrenst de
verbeeldingskracht en die is nodig om inspirerend de medeburgers te kunnen
toespreken. Neen, we behoeven geen sterren en sterretjes zoals Jessias Klaver.
Maar inspiratie meegeven en inspiratie putten uit wat mensen zeggen, niet op de
buis maar in goede gesprekken, kan de politiek opnieuw boeiend maken.
Conflicten zijn ook boeiend, maar vaak te zeer op de vernietiging van de
tegenstander gericht. In de vestingen van Vauban vindt men diezelfde geest
terug, maar de almacht die Louis XIV nastreefde heeft hem niet echt overleefd.
De politiek van zijn achterkleinzoon, Louis XV werd door de Fransen niet
gesmaakt... toch niet door de opiniemakers van zijn tijd, die met canards, met
spotprenten en spotdichten de koning en madame de Pompadour belachelijk
maakten. Maar de strijd ging over veel meer, zoals men kan nalezen.
Europa
nu zal keuzes moeten maken en hier schieten de extremisten als Verhofstadt
tekort, maar ook mensen die Europa beperkingen willen opleggen, want Europa kan
een boeiend project zijn, mits men aanvaardt dat grotere en intensere
samenwerking de eigenheid van de regio's niet teniet doet. De teloorgang van
het Vlaams zowel voor als na de Franse Revolutie op grond van de idee: 1 volk,
1 taal en 1 geloof heeft nooit lang stand kunnen houden. Europa zal dus meer
een worden, maar het Nederlands of het Hongaars zullen ook altijd meer dan
gebruikstalen blijven.
Bart
Haers
[i]
Ik
twijfel niet aan de gebeurtenissen zelf, aan de bijeenroeping van de
Staten-Generaal, de eed op de kaatsbaan en de mars op Versailles - qu'ils
mangent des brioches - maar wel dat men bepaalde verdiensten van de revolutie
al ten tijde van Louis XV als idee of zelfs wet in voorbereiding het licht
zagen. Maupeou heeft in zekere mate de gelijkheid voor de (fiscale) wet
ingevoerd. En wat Robespierre en later Napoleon deden, de macht usurperen in
een hand, was dan weer tegen de geest van de revolutie gericht. De Franse
revolutie is geschiedenis en ook daar kan men vaak stellen: wat was nu de
noodzakelijke voorwaarde, zodat... Dan blijkt in elk geval dat de Terreur alles
behalve onafwendbaar was of zelfs maar noodzakelijk, eerder een utopische
ontsporing.
Reacties
Een reactie posten