Tegen beleidsgeweld - voor pragmatisme
Dezer
Dagen
Politici en co,
staakt dat wild gedaas
Geen tijd meer voor nuance en distinguo's
Een
politicus die zegt dat het nooit beter ging, of nooit slechter, al naargelang,
kan men in beginsel niet ernstig nemen. Den Donald zegt telkens dat hij van
Obama een chaos en mesthoop zou hebben geërfd, terwijl men weet dat Obama de
economie mee op de rails heeft kunnen helpen, onder meer door bankwetten te
herstellen die Clinton had afgeschaft en die waren ingesteld na de grote
Depressie. Politici willen veel bereiken, maar, zo moet ik vaststellen, zijn
zij niet bij machte mensen echt te sturen. Men wil dat mensen 50 % minder de auto gebruiken, Maar toch moeten we
blijven doen wat we doen. Dus zal men roepen, terwijl rustig overleg meer kan
opleveren. Zoals die partijvoorzitter van een ooit grote socialistische partij,
die roept dat De Zorg nog nooit zo heeft gefaald. Hoezo?
Men
hoort zeggen van een geleerde heer op de radio dat er geen debat meer is, zoals
anderen het al gezegd hebben, maar hoe kan men het debat dan herstellen? Juist,
door het aan te vatten en zelf de regels opnieuw op scherp te stellen. Er zijn
namelijk kwesties genoeg, waarover men maar beter omzichtig mee om kan gaan. Toch
zien we het telkens weer: alles moet op de schop en de zittende regering faalt
over de hele lijn. We komen daarom in een gevaarlijke zone, want we menen alles
te mogen weggooien.
Maar
we moeten wel eerlijk blijven: men kan natuurlijk altijd zeggen dat Europa niet
deugt, ook niet op het vlak van de grenzen, maar is er een regering die alle
facetten van Schengen volmondig heeft aanvaard? Het blijft van belang dat we de
buitengrenzen gezamenlijk beschermen en dus diende men, dient men er alles aan
te doen om de buitengrenzen te bewaken. Je kan dan alleen maar vaststellen dat
er niet voldoende geinvesteerd in Frontex en dus is alle kritiek hypocriet. Er zijn vluchtelingen onderweg en alle
middelen zijn goed om hier te komen, wat ik hen niet kwalijk kan nemen. Het
gevolg is wel dat we beter moeten nadenken over hoe we op een humane wijze de
verschillende wensen en afwegingen recht doen wedervaren. Echter, wie
voetstoots aanneemt dat we de grenzen moeten dichtgooien, vergeet wel een en
ander in overweging te nemen. De VSA waren bij momenten tegen wil en dank
uitverkoren doel van migranten uit Europa, ook uit Rusland en Oekraïne en aan
de andere kant uit Ierland. Niettemin, velen kwamen naar New York en vandaar
trok men verder, zeker in de tijd van de New Frontier, toen karavanen naar het
westen trokken en de prairy gingen bevolken, ten koste van de First Nation en
van de bizons. Ook de spoorwegen zorgden voor nieuwe migratiestromen en voor
vernieling van landschappen, vegetatie en biodiversiteit in het algemeen. In
deze tijd met goedkope vluchten, zien we dat mensen toch te voet op weg gaan,
omdat de grensbewaking wel werkt.
Maar
het gevolg van die migratie voor de Amerikaanse samenleving, kan men blijkbaar
moeilijker afwegen, want Amerika werd een economisch en militair machtige natie
mede door de versnelde groei van de bevolking en daarbij kwam dat vele van die
inwijkelingen zich in de VS een goed leven wisten uit te bouwen, maar we kennen
uiteraard vooral de verhalen van waar het mis ging en de enkele krantenjongen
die miljonair werd.
Om
maar te zeggen, wie meent dat het allemaal mislukt is, wie meent dat uit het
Zuiden van de VS alleen maar ellende binnengestroomd ziet komen, zal toch eens
moeten nagaan hoe zij, zelfs illegaal, bijdragen aan de welvaart. Het zijn
doorgaans niet dit soort mensen die een samenleving verpesten. In 2008 zagen
nog maar eens hoe de top, de bankiers in het bijzonder de samenleving in gevaar
hebben gebracht. En wat doet Trump, de Bankwetten die door Obama waren hersteld
nog maar eens afschaffen. De bankiers hebben in elk geval bewezen dat ze goed
zijn in binnenrijven van rentes, van publieke middelen. De winsten worden
geprivatiseerd, de kosten gecollectiviseerd, zoals bij reorganisaties van
bedrijven als Opel etc. De vakbonden werden pas kwaad toen die overheidsinbreng
niet afdoende bleek en bedrijven toch sloten.
In
een democratisch bestel, met een parlementair stelsel en scheiding van machten
worden belastingen geacht fair te zijn. Roepen al die verkozenen dat ze
rechtvaardige belastingen willen! Ik denk dat er hier een vergissing in het spel
is: Kamerleden stemmen de begrotingen en de belastingen en gedurende dertig
jaar en meer is duidelijk dat parlementairen die de begroting echt napluizen
niet zo dik bezaaid zijn als wenselijk zou zijn. Doorgaans komt de kritiek
eerder uit kringen die met de bewuste (nieuwe) belastingen of besparingen te
maken krijgen. Komen die verbeterpuntjes in de media, dan staat er alras een
volksvertegenwoordiger klaar om er kritiek op uit te brengen.
Natuurlijk
is het taak van 's lands oppositie om de regering kritisch te bejegenen, te
onderzoeken of beleidsvoorstellen redelijk zijn en billijk en of de regering
geen kansen laat liggen om verbeteringen aan te brengen. Dat betekent doorgaans
ook dat de oppositie werkzaamheden verrichten moet op details, want de hoofdlijnen,
het functioneren van de samenleving en van mensen binnen die samenleving,
beroepsmatig en als burgers ligt al langer vast, ook in wetten maar ook in
stilzwijgende afspraken en gebruiken. Het is evenwel nagenoeg 70 jaar zo dat de
meerderheid en de oppositie in hoofdlijnen dat bestel wilden verdedigen. Was in
België het Vlaams Blok succesvol in het bestrijden van hoofdlijnen, rond
migratie en integratie - op andere punten was het geen punt en nam ook het
Vlaams Blok ten behoeve van de werknemers en gepensioneerden doorgaans een
eerder conservatief standpunt in, over België kon geen discussie bestaan: weg
ermee - dan blijkt dat er na het invoeren van een kiesdrempel (5 %) binnen de
klassieke partijen zelf oprispingen gekomen zijn en nog komen om het bestel
grondig op de schop te nemen. Guy Verhofstadt heeft dat met zijn
burgermanifesten betracht, waarin hij meer radicale democratie wilde, tot
bleek, toen hij zelf premier werd, dat de manifesten dode letter zouden blijven.
Nu het
de dag, de week van de zorg heet te zijn, komt een politicus die nu in de
oppositie zit zeggen dat de zorg meer dan ooit faalt. Het kan toch niet zo zijn
dat diens partij die tussen 1950 en vandaag mee de verdienste op zich kan nemen
voor de steeds verdere uitbouw van de zorg, mee de financiële krijtlijnen heeft
bepaald, nu zou moeten zeggen dat het compleet faalt. Zo een uitspraak is pas,
om even modieus uit de hoek te komen, een trumpisme: een overdrijving die een
leugen wordt. Is er dan geen probleem in de zorg? Zeker wel, maar het zijn vaak
gevolgen van verbeteringen in het verleden die nu voor moeilijkheden of niet
altijd eenvoudig op te lossen kwesties zorgen. De vergrijzing is een gevolg van
een gecorrigeerde sociale markteconomie, waarbij de geneeskundige zorg voor
kinderen en jongeren toegankelijk werd en waardoor er een snelle
bevolkingsgroei is gekomen, die economische voordelen had. De zorg werd deels
duurder omdat er nieuwe technologieën kwamen, op het niveau van genetica en ook
bijvoorbeeld inzake medische beeldvorming en wat al niet meer. De zorg is meer
dan alleen technologie, maar ook een kwestie van handen aan het bed, waarbij
men weet dat de vraag naar zorg- en verpleegkundigen niet zal afnemen en het
aanbod altijd beperkt is geweest. Toch slaagt men er aardig in, in rust- en
verzorgingstehuizen het nodige te doen en vaak nog meer.
Grote
woorden, ze worden zo gauw uitgesproken en daarbij kwetst men vaker dan nodig
mensen, waarbij men zich er zelfs niet van bewust, want als Crombez denkt de
regering te kunnen treffen, dan zijn de eerste slachtoffers de mensen voor wie
hij zegt op te komen. Want zij falen dan ook, moet men dan toch concluderen,
terwijl niets minder waar is, al kan ik hier alleen spreken over de
instellingen in de zorg die ik ken. Maar ik meen dat er vele zijn waar men good
practices nastreeft. Men kan altijd nog een onderscheid maken tussen de
lamlendige directies en vlijtige Liesjes, maar doorgaans werken binnen instellingen
directies en personeel behoorlijk samen, waarbij fricties niet uit te sluiten
vallen.
Men
moet evenwel schreeuwen, wil men in de media gehoord worden en wil men de
gedachte bij het publiek krijgen. Maar dat merkt dan weer dat het niet helemaal
klopt en dan verliest zo een politicus m/v aan vertrouwen en de volgende keer
schreeuwt men nog luider. Bovendien
blijft men zich afvragen waarom men alles principieel en helder wil stellen,
wetende dat men minstens aan de bestaande werkelijkheid niet voorbij kan gaan.
Is het systeem van financiering van instellingen voor personen met een
beperking niet veiliger voor alle partijen? Kijk, hier moet men nagaan in welke
mate zo iemand zelfredzaam is, want als iemand zelf geen keuzes kan maken,
lezen noch schrijven en rekenen onder de knie heeft, dan heeft zo een persoon
altijd bijstand nodig. Als de ouders het nog kunnen opnemen, zou het in
principe geen probleem zijn, maar toch, de vele uren die men aan administratie
en uitzoeken verliest, kan men de persoon met een beperking niet besteden.
Juist, de ene persoon kan het intellectueel aan, maar heeft wel een beperking, want
een ziekte of een ongeluk hebben het leven op een ander spoor gezet maar die
personen willen nog wat graag de regie in eigen handen houden en zij hoeven ook
niet in een instelling te verblijven. De andere kant is dat mensen met een
(zware) mentale beperking wel degelijk altijd bijstand, steun en begeleiding
nodig hebben. In dat geval zijn de zorgnoden goed omschreven en kan het best zo
ingericht zijn dat de instelling die hen opvangt ook onmiddellijk gefinancierd
wordt, zodat de stabiliteit verzekerd is. Want wat zal er gebeuren als die
instellingen voor mensen met een mentale beperking niet meer zeker zijn van hun
financiering? Dat wil een zinnig mens niet bedenken. Hierbij aansluitend: Het
M-decreet dat inclusie van personen met een beperking in het reguliere onderwijs
wil brengen, zou door een VN-verdrag zijn opgelegd, maar geen enkel verdrag
vergt onredelijkheid en nog eens, ten overvloede, voor kinderen die echt niet
mee kunnen in het reguliere onderwijs is het BLO en BUSO een geschikte
oplossing, durf ik te stellen. Inclusie kan immers op meerdere manieren. De
wijze waarop ouders inclusie afdwingen, kan ik nog begrijpen, maar of het
altijd het beste is voor het kind, weet ik nog niet zeker. Maar men moet dan
wel bereid zijn tot overleg.
Politici,
onder meer Mieke Vogels hebben die nobele idee van zelfredzaamheid in het leven
geroepen, waarbij de persoon met een beperking een rugzakje zou krijgen - ach,
wat een stupide beeldspraak, want geldt staat op een rekening, toch? - ongeacht
de handicap en dan moeten ouders het maar oplossen als die persoon het zelf
niet kan. Ervaringskundige ben ik wel, in die zin dat ik de laatste jaren met
mijn zus en broers de regie overnam van mijn ouder wordende moeder en ik moet
vaststellen dat ik mij niet echt raad wist toen de minister, Jo Vandeurzen met
het plan uitpakte - wetende dat het een oudere verzuchting was. Had men dus de
nodige distincties gemaakt, dan had men niet nodeloos mensen met een zware
administratieve verantwoordelijkheid opgezadeld en misschien niet de zekerheid
over de instelling als stabiele factor
op de helling gezet.
Men
kan ook aan het onderwijs denken, maar aan tal van beleidsdomeinen, waar men
mensen vertelt dat iets zwart is of wit en dat dus alles aan die meetlat
gemeten moet worden. U zal begrijpen, geachte lezer, dat dit intellectueel een
grove miskenning van de werkelijkheid moet heten, een verraad der klerken. De
geschiedenis van het westerse denken is er een van distincties, van het maken
van onderscheiden. Nu we gezworen hebben dat discriminatie niet mag, zijn we
intellectueel lui geworden en onderkennen we niet meer de noodzaak van het
aanstippen van distinguo's. Natuurlijk mag men niet discrimineren, zou ik
denken, maar men al minstens onderscheid maken omtrent de omstandigheden.
Bovendien
is het gebod tot discrimineren intrinsiek verbonden aan de vraag hoe zorgzaam we
met bijvoorbeeld kinderen omgaan, hoe we hen helpen succesvol de schooltijd te
doorlopen. Nog eens, distincties niet onderkennen en verschillen negeren leidt
met quasi zekerheid naar totalitaire politiek, want het is eigen aan dat regime
dat men allen gelijk wil schakelen. Het verbod tot discrimineren kan dus in
twee richtingen werken: men negeert de verschillen en behandelt mensen gelijk
voor de wet ofwel negeert men (objectieve) verschillen en is iedereen gedwongen
tot eenduidig handelen. Maar verschillen zijn er en die moet men, wil men
enigszins humaan handelen nu net wel respecteren en dat betekent dus dat beleid
niet louter principieel kan ontwikkeld worden, maar met een oog voor
pragmatische aanpassingen aan de omstandigheden. Men kan hier ook het gegeven
in herinnering brengen dat we mensen niet enkel negatieve vrijheden hebben
toegekend, maar dat er ook positieve vrijheden aangereikt werden, zoals recht
op opleiding, of recht op cultuurbeleving. Maar niet iedereen heeft ook de
innerlijke wens daar gebruik van te maken. Bovendien begon goed 20 jaar geleden
te zeuren over "elitaire" kunst en volkse kunst, waarbij die elitaire
kunst bij het vermeende volk heel wat sympathie genoot en liefhebbers te over
had. Aan de andere kant, zijn die schlagers volkse kunst of vormen ze een
toegeving aan de gemakkelijke smaak? En dan nog, wie Mozart of Dvorak elitair
noemt, heeft geen termen meer om bijvoorbeeld Phil Glass te plaatsen. Het is
toch van den zotte dat men werkelijk niemand kan vinden die niet ergens een
paar klassieke deuntjes kent, maar dat men dat wegzet als elitair, terwijl
nauwer contact wel eens ontvoogdend zou kunnen blijken. Heeft men al eens een
prosopografie van concertsolisten en dirigenten gemaakt, dan zal blijken dat
lang niet iedereen tot de elite behoorde. En bovendien, in het Vlaanderen van
rond 1980 was het onderscheid tussen elite en volk bepaald klein was, omdat er
een grotere wisselwerking bestond dan sociologen dachten te moeten vaststellen.
De working class hero... bestond nog wel, maar was al lang gearriveerd.
Nu
goed, men vond, ergens rond 1975 dat volksverheffing verboden zou moeten worden
en meteen was het gedaan, in 1995, met de instructieve opdracht voor de VRT.
Schooltelevisie werd afgeschreven, documentaires, over bijvoorbeeld de
ontwikkeling van het landschap of over de opmerkelijke schilderkunst in
Vlaanderen, een goed boekenprogramma, het kon en kan niet meer. Jarenlang kregen
we steeds weer docu's over WO I en WO II, maar in wezen werd over het beleven
van de oorlog in eigen land en het eigen leger niet meer ten volle uitgewerkt.
De discussie over de vraag of de openbare omroep geen goede documentaires moet
aanbieden kan zelfs niet meer gesteld worden, maar bijvoorbeeld, nu Europa de
60ste verjaardag van het Verdrag van Rome vieren wil, zou men toch wel eens de
ontwikkeling van de Europese gedachte kunnen behandelen, uitgebreid, 12 weken
lang.
Kennis
is macht, moet men maar denken, waarbij het opvalt dat men graag dan aandacht
geeft aan wetenschappelijke kennis, maar in vergelijking met de Nederlandse en
Franse zenders, Arte ook, blijft het pover en oppervlakkig. Instructieve
televisie hoeft niet saai en vervelend uit te pakken, maar als men het opdracht
ziet, waaraan beantwoord moet worden, gaat het mis. Men kan er echter een
erezaak van maken het publiek toegang te geven tot nuttige maar ook tot
onnuttige informatie, over kunsten. En ja, er is dat programma op woensdag op
de radio en op vrijdag op Canvas, maar dat is wel weinig en misschien ook wat
te gemakkelijk.
Kortom,
als men vreest dat populisme het zou kunnen halen, dan moet men toch de hand in
eigen boezem steken en bedenken dat mensen vandaag geschoold zijn, zelf ook hun
blikken werpen op andere informatie dan die van de brede media ten onzent en
dat zij, wij dus, best weten als de klassieke partijen ons iets op de mouw
spelden. De hervorming van het secondair onderwijs werd lang voorgesteld als
een noodzakelijke modernisering, maar de leraren en ook ouders begrepen allengs
dat er iets grondig fout was, omdat men best wat homogene klassen heeft en niet
iedereen met Latijn of moderne talen - op een intensieve wijze aangebracht - of
wiskunde, waarbij men de abstracte benadering niet onder het tapijt veegt.
Telkens
weer willen politici het onderste uit de kan en een maatregel moet grondig
toegepast worden - natuurlijk, want elke wet moet gelden voor iedereen en het
is de rechter die kan oordelen of iemand terecht een wet niet geheel heeft
gerespecteerd. We zullen eerlang de discussie krijgen of mensen die levensmoe
zijn mogen geholpen worden om te sterven. Het is gegeven de toename van het
aantal mensen die een zeer hoge leeftijd bereiken wellicht een belangrijke doch
moeilijke discussie. D'66 roept de zelfbeschikking in en wil mensen boven de 75
de kans geven die uitweg te kiezen. Voor artsen moet dit een moeilijke en
pijnlijke kwestie zijn, want zij handelen tegen hun oorspronkelijke
plichtenleer in, niemand te helpen bij het sterven. Men kan begrijpen, denk ik,
dat mensen vragen om een genadige dood, na een lang en rijk gevuld leven. Men
kan het ook begrijpen dat artsen menen dat mensen die echt niets meer hebben om
voor te leven, zouden willen helpen. Maar toch, zonder daarom naar de
christelijke leer te verwijzen - want daar is ook niet altijd eensgezindheid
zoals het gegeven dat sommige obediënties tegen bloedtransfusies en
orgaantransplantaties zijn - moet men mensen in nood helpen, want hoe moeilijk
is het niet om iemand te helpen sterven? Zo sterven er misschien mensen die
door de geneeskunde geholpen kunnen worden. D'66 wil dus iets waar weerstand
tegen bestaat en zegt dus dat ze het niet als een breekpunt wil hanteren bij de
formatie. Maar de partij hoopt wel dat er debat over mogelijk is. Zonder zin
voor nuances en wederzijds begrip dreigt het debat algauw te verzanden.
Politici
voelen zich verplicht klare taal te spreken, maar verliezen daarbij al te vaak
de nodige zin voor nuances. Dat populistische partijen al eens grof uit de hoek
komen, zal men niet zozeer begrijpen, maar het valt te verwachten. Het blijft
echter tenenkrullend te moeten vaststellen dat partijen die beweren voor een
open samenleving te staan en de balans tussen het persoonlijke en het
maatschappelijke terug te vinden, evenzeer de neiging niet onderdrukken de boel
te belazeren met stevige uitspraken. Als de zorg zou falen, dan kwamen al die
mantelzorgers en mensen die begaan zijn met een familielid die zichzelf niet
meer kan verzorgen en de regie heeft moeten overlaten wel op straat komen.
Zowel de vele klachten bij Hautekiet op radio 1 - er waren ook andere stemmen -
of de reeks in de Morgen over geestelijke gezondheidszorg, want ook daar vond
men dat het met de GGZ niet opschiet. Waarom zou men niet eens kunnen beginnen
dat er de afgelopen dertig jaar veel veranderd is en ook wel verbeterd, maar
dat, zoals onder meer Trudy Dehue het stelt, de slagkracht van de
farmaceutische sector in verband met de behandeling van ADHD bij ouderen de
spuigaten zou uitlopen. Men is het product Ritalin buiten protocol gaan voorschrijven,
zonder dat men altijd helder had wat de gevolgen zouden zijn. Kijk, daarover
hoort men dan weer weinig. De reden is, valt te vrezen dat een
wetenschapsfilosofe als Trudy Dehue te moeilijk te begrijpen zou zijn, terwijl
haar reflecties op basis van onderzoek en onderzoeksverslagen wel degelijk de
vinger op de wonde leggen. Zeuren dat we weer eens met z'n allen teveel
antidepressiva hebben geslikt, zoals elk jaar weer gezegd wordt, ontslaat
niemand en zeker niet de journalisten na te gaan hoe die cijfers tot stand zijn
gekomen.
Politici
maar ook krantenmensen, begin eerst eens met na te denken voor u weer eens wild
om u heen gaat schoppen. Wij, de burgers zijn geen onderdanen en als u geen
mandaat had, was u zoals wij... sowieso bent u burger en dus niet anders dan
wij, maar u heeft een opdracht aanvaard en die is niet eenvoudig. Maar vooral
hoop ik dat u niet langer geringschattend naar uw medeburgers zal kijken, maar
dat u ervan mag uitgaan dat wij, burgers, meestal de beste intenties hebben.
Bovendien zijn we geen ongeschoolde boerenknechten of dito arbeiders, maar
hebben vele medeburgers, meer dan ooit een behoorlijke scholing achter de rug.
Dus, mensen begrijpen wel dat er bijsturingen nodig zijn, maar al dat
beleidsgeweld stoort hen behoorlijk. Bovendien merken ze de denkfouten ook wel
op.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten