Unia en samenleving
Kritiek
Unia, inburgering en
gelijkheid van kansen
verbondenheid en empowerment
Adil El Arbi, regisseur, scenarist en de gemakkelijke parler waarmee hij overal de show weet te stelen, dat maakt hem wel rolmodel. |
Voor
sommigen lijkt het nooit goed genoeg en lijkt een instelling als Unia, het
vroegere centrum Le Man of hoe men het ook noemde het instrument om de Vlaming,
de Belg op te voeden en bij te praten over wat kan en niet kan. De instelling
zou verdragrechterlijk opgelegd zijn en zou tot doel hebben racisme en
discriminatie te bestrijden. Maar waarom koos men voor die moraliserende
aanpak? Waarom maakt men er geen centrum voor samenlevingsopbouw van?
Samenlevingsopbouw?
Hoe soft kan men uit de hoek komen? En toch, alles wel beschouwd, heb ik me
doorheen de jaren vaak aan dat centrum geërgerd omdat het zo blind bleef voor
de prangende kwestie die de integratie van mensen uit alle windstreken in onze
samenleving, waarvan wij niet de eigenaren zijn, maar wel een opdracht op te
nemen hebben. Echter, men zal merken dat men zich niet altijd goed raad weet
als een buurt, een wijk veranderen kan omdat er nieuwe bewoners komen. Men kan
klagen over gettovorming, maar politici hebben daar ook wel een
verantwoordelijk op te nemen. Nu goed, men moet ervan uitgaan dat er sinds het
einde van WO II een grote inwijking heeft plaats gevonden en dat die wonderwel
zonder veel gedoe is verlopen. Jawel, er waren en er zijn problemen met
jongeren, op een bepaald moment gingen groepen jongeren auto's in brand steken
en andere vandalenstreken uithalen.
Na
de gebeurtenissen in Keulen, vorig jaar, de overgang van 2015 naar 2016 met de
700 aanklachten, waar er tot nog toe maar een klein deel van de daders gevonden
zijn en berecht, bleef het me vaag irriteren dat noch de politiediensten in
Köln noch andere instanties een overzicht konden geven van het gebeuren. Bleek
bijvoorbeeld dat een deel van de daders illegale instromers waren uit Marokko
en Algerije, die zich probeerden voor te doen als oorlogsvluchtelingen. Dat die
Algerijnen en Marokkanen hier illegaal kunnen overleven, heeft vaak te maken
met het feit dat ze beroep kunnen doen op (aan-)verwantschap waardoor ze op de
rug van legale immigranten of hun nazaten kunnen leven. Uitwijzing haalt zo te
zien weinig uit en dat zwakke punt van de rechtsstaat blijft voor sommigen een
buitenkansje. Maar tegelijk is dat voor de tegenstanders van immigratie een
uitgelezen argument om te roepen dat de grenzen gesloten moeten worden.
Nu,
wat wil migranten en oorlogsvluchtelingen hier bereiken en wat krijgen ze
aangeboden? Ik moet het blijven herhalen, al hadden we in Waarschoot nog nooit
gastarbeiders - de term is al lang ten grave gedragen - gezien, maar we leerden
wel in de catechese dat we vriendelijk dienen te zijn voor gastarbeiders en hun
familie. Goed twintig jaar later was ook het voormalige industriedorp divers,
niet overdreven maar toch en wat opviel, in feite veranderde er niets. Gewoon
samenleven bleek geen punt, mensen zagen en zien elkaar op de kermis of een of
andere avondmarkt of een speelpleingebeuren. Zal alles zonder sputteren
verlopen? Allicht niet, maar tijdens een busrit uit Brugge naar Waarschoot had
ik een gesprek met een jongen die geinteresseerd was in het boek dat ik las,
over Piet Hein. Hij kwam met zijn moeder uit Rwanda en woonde al enige tijd in
Waarschoot. Hij had vrienden in Brugge die uit Butare gevlucht waren en in
Brugge woonden en wier ouders ook al beter Nederlands spraken, zelfs met Brugs
accent. Hij vond het leuk dat boek te zien want hij wilde geschiedenis leren,
om te begrijpen waarom we dingen doen en denken die we nu eenmaal denken.
Ik
gaf hem tussendoor wat titels door en ook iets over de Nederlandse scheepvaart
in de vroege zeventiende eeuw. Enige tijd later kwam ik hem tegen bij de bakker
en naderhand praatten we nog wat over die boeken. Hij vond dat zijn Vlaamse
vriendjes weinig interesse opbrengen voor de geschiedenis van hun land en
vooral dus over hoe de wereld vanuit Europa veroverd werd. Af en toe krijg ik
nog wel een mail en lijkt hij zin te hebben om taalkunde te studeren, eerst
Nederlands en Duits en later wil hij ook Afrikaanse taalkunde studeren en
daarom probeert hij op school goed te werken, wat sommigen tot pestgedrag
verleidde, maar hij toonde zijn zelfbewustzijn en ging de confrontatie aan.
Maar ze vielen hem niet aan omdat hij een Afrikaan is, wel omdat hij hard werkt.
Geïntegreerd? Het zal wel zeker.
Het loopt
niet allemaal van een leien dakje, maar zowel de tegenstanders van immigratie
als de voorstanders van open grenzen kijken vooral naar de verhalen over hoe
het mis kan lopen. Die jongen vertelde eens hoe een lerares hem vroeg of hij
zich slachtoffer voelde, maar daar had hij geen oren naar. Dat nu is het
probleem van de lui die zo open denken te moeten zijn, dat ze die immigranten,
wat ook de reden is, ook als slachtoffer zien en zelfs in de eerste plaats. De
slachtoffercultuur en de aanspraken die men daaraan dan verbindt, hebben voor
gevolg dat er ook daders moeten aangewezen worden, liefst structureel, want de
slachtoffers zijn natuurlijk structureel slachtoffer. Ik betwijfel of al die
mensen zich zomaar tot dat slachtofferschap willen beperkt zien. Jawel, er is
racisme en er zijn mensen die mensen discrimineren omdat ze niet zijn zoals dat
in hun wereldbeeld hoort te zijn. Soms kan dat haat opwekken als mensen te vaak
neerbuigend bejegend worden, maar ik hoor wel eens dat men migranten niet
altijd betuttelend moet bejegenen.
In
wezen kan men zich afvragen of we zo een instelling als Unia echt nodig hebben.
Indien dit het geval is, moet het ons dan altijd weer op falen en onheus gedrag
wijzen. In die benadering versterken zij ook mee de xenofobie en afkeer van
inwijkelingen. Bart Somers stelde het eens zo dat we in de diverse samenleving
van ons allemaal nieuwkomers zijn. Ik vind het bepaald overdreven, maar het is
wel zo dat over de afgelopen periode, 50
jaar, de samenleving zeer grondig gewijzigd is, ook voor ons, want sinds 1968
werd in zwembaden het gemengd zwemmen regel, konden vrouwen zelf een eigen
bankrekening voeren en werd het homohuwelijk mogelijk. Ook werd abortus onder
bepaalde voorwaarden mogelijk, zodat vrouwen die redenen hebben om hun
zwangerschap niet uit te dragen de mogelijkheid hebben daar zelf over te
beslissen. Met andere woorden, wat onze ouders en grootouders zo rond 1968 voor
zeker en waar, waardevol hielden, blijkt vandaag minder algemeen aanvaard en
dan drukken we ons op het vlak van ethiek nog voorzichtig uit.
De
seksuele revolutie die al voor WO I bij kleine bevoorrechte groepen een aanvang
nam, raakte na WO II steeds meer verspreid en schrijvers, zangers vooral, maar
ook filmmakers toonden ten voeten uit hoe het is te leven in vrijheid, al hield
men de donkere kanten ook niet verborgen. Dat ethisch conservatieven de
vrijheid die in de jaren rond '68 gemeen goed werd afwezen, mag niet verbazen,
maar in Vlaanderen en Nederland blijkt die weerstand algauw vrij beperkt te
zijn geworden. De weerstand kwam wel uit religieuze hoek, vooral vanwege de
Islam, die wel eens kritiek uitbracht op wat er op televisie en in films te zien
zou zijn. Maar ook werd er wel eens geklaagd om over de zeden en normen van
deze tijd, van onze samenleving.
Een
ander aspect dat onze cultuur ernstig veranderde betreft de technologie, van de
telecommunicatie over medische technologie tot en met het ontwerpen van nieuwe
materialen. Cultuurpessimisten weten er zich geen blijf mee, maar wie het over
de vorming van een diverse of zelfs hyperdiverse samenleving heeft, blijft er
ook wel eens blind voor. Hoeveel mensen zijn er niet die vrezen dat het gebruik
van de pc onze verstandelijke vermogens zouden aantasten, terwijl die op het
internet aangesloten apparaten tegelijk ongekende mogelijkheden aanbieden om
informatie te verzamelen en kritisch denken te beoefenen. Er kon ook veel trash
en blubber mee verspreid worden, maar goed, ook de Romeinen kenden al de kracht
van schadelijke graffiti en spotdichten. Ook ten tijde van Louis XIV en Louis
XV waren er experten in het verzinnen van dodelijke sneren die dan via
vliegende bladen verspreid werden. Men moet dus de gebruikers niet over een kam
scheren en ook niet geloven dat iedereen graag vitriool spuit. En soms kan dat
eens nodig blijken.
Met
dat alles kan men niet aan het gegeven voorbij dat ons leven grondig veranderde
en dat mogelijkheden om met anderen om te gaan exponentieel zijn toegenomen. Aan
de andere kant bleek het klimaat van optimisme en zelfs vertrouwen dat we in de
jaren '60 en '70 - ondanks de economische crisis - meekregen niet bestand tegen
de vele veranderingen in de samenleving. Daar kwam dus nog eens een beweging
overheen van wereld verbeterende initiatieven en maatregelen die wel vaak
begrijpelijk waren en soms gunstig uitpakten, maar die mensen als u en ik wel
eens de indruk gaven dat ze niet meer zelf over het eigen leven en welbevinden
konden beschikken.
De
politiek van het Vlaams Belang om een stevig discours tegen België te vervangen
door een nog steviger en geharnast betoog, geschreeuw tegen de immigratie en de
immigranten. In 2003 en 2004 haalde de partij de grootste
verkiezingsoverwinningen, maar kon er verder niet veel mee aanvangen omwille
van het beruchte cordon sanitaire rond de partij. Maar die weerstand, die men
wel moet delen, kwam het klimaat niet ten goede en dat heeft te maken met de
zeer moraliserende bejegening van wie ook maar in de verste verte met dat
migratiestandpunt leek in te stemmen. Sinds Paula D'hondt zich ging bezig
houden met dat centrum op vraag van de regering, merkte men dat het discours
ging polariseren en bleken kosmopolieten en oikofielen niet meer door dezelfde
deur te kunnen. Haatspraak moet men afwijzen en opruien tot geweld tegen mensen
moet bestraft en stevig zelfs. Maar al die 26 jaar lang hebben welwillende
mensen zich geërgerd over het debat dat geen kleuren kende, alleen wit en
zwart, waarbij het afhing van de spreker wat wit en zwart was. Ook politieke
correctheid verhuisde in tussentijd ook wel eens van pool, maar goed, het debat
bleef voortdurend dezelfde thema's bespelen en emoties uitputten, zodat we nu
moeten vaststellen dat mensen, autochtonen en allochtonen hun weg gingen en die
nieuwkomers vonden in het land van aankomst soms wel een goed leven, anderen
lukte het minder, ook omdat de overheid ondanks alle waarschuwingen aan het
sociaal urbanisme bleef vasthouden en zo zelf bleef bijdragen aan
gettovormingen en verkommeren van mensen in kansarmoede. Wie eraan ontkwam en
zelf weer het leven van zichzelf of de kinderen in handen kon nemen, verging
het redelijk goed. Alleen, hoe zal men die succesverhalen cijfermatig
onderbouwen?
Zegde
ik dus dat Unia niet alleen moet vervolgen, maar ook mee aan de nieuwe
samenleving bouwen, dan kan ze dat doen door precies het gesprek aan te
moedigen boven polarisatie heen. Men
moet gevallen van aperte discriminatie aanpakken en openlijk racisme vervolgen,
maar men moet niet overal achteraan gaan. Mensen veerkracht meegeven, zoals de
Franse psychiater Boris Cyrulnik dat beschreef, waarbij gezegd moet worden dat
de ouders van de intussen gepensioneerde arts zelf vluchtelingen waren uit
Oekraïne en die dus aan de Endlösung niet ontkomen zijn. Cyrulnik vond en vindt
dat men jonge kinderen best wel eens zeer ongemerkt steun kan geven, opdat ze
zich goed zouden voelen. In geval van traumatische ervaringen is het wel nodig
met overleg de veerkracht bij zo een persoon, jongen of meisje steun te geven,
al verwacht die dat misschien niet. En ik denk dat we er geen zicht op zullen
krijgen, zelfs al gaan we het allemaal zeer grondig onderzoeken hoeveel leraren
m/v jongeren met een migratieachtergrond hebben ondersteund en zo vooruit
geholpen.
Politiek
winstbejag heeft het allemaal veel moeilijker gemaakt dan nodig, zoals de
situatie in Brussel en de aantrekkingskracht die het jihadisme op jongeren uit
Molenbeek en Schaarbeek uitoefende, heeft bepaalde partijen nog steeds niet tot
inkeer gebracht. Ook Unia zou hier meer aandacht voor kunnen hebben, want de
hele inwijking in Brussel sinds ongeveer 1980 - hier moet ik gokken, maar ik
denk dat men toen de mogelijkheden van zo een opendeurpolitiek ten aanzien van
migranten wel zag, politici en allicht ook huisjesmelkers - heeft voor ravages
gezorgd in de levens van mensen die daar opgroeiden. Komt er nog eens bij dat
het Franstalig onderwijs in die periode ook zo hervormd werd dat ontscholing
meer belang kreeg dan school en vorming.
Met
andere woorden, omdat men zich op de juridische kant van racisme en
discriminatie richtte en vooral de autochtone bevolking wilde moraliseren,
heeft men kansen laten liggen aan de samenhang in de samenleving te werken.
Natuurlijk, men wilde als antwoord op Zwarte Zondag 1991 en in antwoord op een
verdrag een centrum ter beschikking hebben waar men tegen racisme en
discriminatie wilde ingaan. De discussie over wat integratie van mensen met een
cultuur uit het land van herkomst, Marokko, Turkije... mogelijk moet maken, werd
niet gevoerd omdat men vanuit een postkoloniaal complex onze cultuur niet meer
wilde opleggen. Het gegeven dat we
onze eigen cultuur zagen als bron van onheil in de rest van de wereld maakte
het moeilijk te spreken over een "Leitkultur". Ook het postmoderne
discours begrensde de mogelijkheden om het rijke patrimonium dat onze cultuur
te bieden heeft over en uit te dragen. Komt er nog de gedachte bij dat men
mensen niet zomaar een sociaal en cultureel kapitaal kan bezorgen middels
opleidingen in het onderwijs en het deeltijds kunstonderwijs - waarna men ging
klagen dat die onderwijsvorm te blank was geworden. Oorzaak en gevolg mooi
uitspitten had wel een aantal remedies kunnen opleveren.
Integratie
werd onder meer door een nieuwe partij op de agenda gezet, waarbij men vond dat
toenmalig Minister Geert Bourgeois er enigszins paternalistisch vanuit ging dat
de taal leren spreken en zich vertrouwd maken met gebruiken in het land van
aankomst mensen kan empoweren en
toelaten zich te versterken, maar dat betekent niet dat mensen hun cultuur
waarin ze opgroeiden domweg moeten vergeten. Soms proberen mensen dat om des te
succesvoller te zijn, anderen houden hardnekkig vast aan wat ze van hun
geboorte af hadden meegekregen. Een project tot integratie hoeft de verschillen
niet op te heffen en een filmmaker als Adil El Arbi, die ook op televisie bleek
over te komen in een quiz, waar alert en ad rem reageren van levensbelang is.
Ook als praatgast wordt hij graag uitgenodigd. Hij vertegenwoordigt de goed
ingevoerde jongeren die er in slagen hun eigen bijdrage te leveren aan de
samenleving, onder meer omdat hij overtuigend weet uit te leggen dat hij iets
te vertellen heeft.
Unia
heeft dus naast de behandeling van discriminatie en racisme ook een andere
mogelijke opdracht, die erin bestaat projecten van integratie en ontplooiing te
ondersteunen. Behoort dat niet tot de opdrachtverklaring, dan had het een
zijspoor kunnen zijn om mensen zo te versterken, dat ze zich niet telkens als
slachtoffers afgebeeld zien worden in de media. Als iemand Zuhal Demir bezig
hoort, zal die niet denken: "het arme schaap!".
Bart
Haers
In Mali is 65 % van de bevolking jonger dan 21 jaar, door gebrek aan economische activiteit leven ze in een uitzichtloze situatie terwijl ze de energie, de wil en de hoop hebben iets van hun leven te maken. Het zal wellicht heel verouderd klinken maar in plaats van contingenten mensen binnen te laten die al dan niet aan een oorlog willen ontsnappen bedenk ik me soms toch dat we vanuit Vlaanderen misschien beter ter plaatste mensen opzoeken en een kans geven. Dit heeft het voordeel dat je hen van meet af aan kan kaderen in het land van oorsprong. Ze kunnen al deels de taal leren, kennis nemen van gebruiken en dit alles zonder de naïviteit te denken dat deze mensen even naar Europa komen (in het opzet van gastarbeiders ging men ervan uit) maar als volwaardige burgers, wiens kinderen en kleinkinderen of vrienden misschien ook iets willen opzetten in Afrika. Het is goed mensen die geen aanverwanten zijn een kans te geven gewoon omdat ze talent en inzet hebben. Het is misschien arbitrair maar hen in wanhoop een zee opsturen met mensen die enkel uit zijn op hun geld en niet in het minst op een veilige aankomst, is in alle opzichten veel slechter. Het zou een nieuwe vorm van samenwerking zijn in respect, daarom laat ik bewust de prefix ontwikkeling vallen. Zou een dergelijk opzet ook niet menselijker zijn en veel democratischer dan het loopje dat de internationale elite met deze bestuursvorm neemt ?
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor je reactie, want het valt op dat we met veertig jaar ontwikkelingssamenwerking niet zo heel veel gerealiseerd lijken te hebben. Het kan zijn dat we dan geen rekening houden met de levensomstandigheden, met de economische ontwikkelingen - die lang niet zo ellendig zijn als brave zielen ons willen doen geloven - maar wat ontbreekt, komt mij voor is een stabiel bestuur en een geordend overheidsapparaat dat niet al te corrupt is. Het belang van samenwerking zonder bevoogding kan men niet onderschatten. Unia gaat uit van een pessimistisch mensbeeld... ook als het over die mensen gaat die langs de meest onmogelijke routes hierheen zijn gekomen. Ach, eenzijdigheid moet men ten allen tijde vermijden.
Verwijderen