autonomie van personen herwaarderen
Reflectie
Het ideaalbeeld van de
volstrekt
autonome mens danig genuanceerd
Het
(her-)lezen van Respect in een tijd van ongelijkheid, bracht me bij een
recensie van Marc Hooghe die in 2003 meende in gemoede te mogen stellen dat
Richard Sennett een iet of wat gedateerd mens- en wereldbeeld zou hanteren. Maar
wat met het ooit zo geroemde zelfbeschikkingsrecht als men de autonomie danig
zou nuanceren? Of zou men niet vooral kunnen bedenken dat het begrip autonomie
stilaan een lastig onderwerp is geworden.
Het
zelfbeschikkingsrecht wordt in wezen alleen nog ingeroepen als het om het
levenseinde gaat. Op alle andere terreinen zien we dat ons leven geregisseerd
wordt door experten die vertellen hoe we een en ander moeten doen: niet teveel
zitten, vrijen zonder risico, gezond eten, bewegen... waarbij we als het ware
gedwongen worden in te zetten op een zaak: zo lang mogelijk (gezond) leven,
terwille van het systeem. Wie ongezond leeft immers brengt schade toe aan
derden, door de gemeenschap op kosten te jagen. Andere ethische perspectieven
heeft men niet in de aanbieding.
De
oervraag: hoe goed te leven? komt in het geding en het eigen oordeel zal altijd
wel ondermaats blijven, want we onderschatten onszelf als het om ondeugden en
falen gaat, overschatten onszelf als we het over onze mogelijkheden hebben en
dus worden we dagelijks bij de les gehouden door journalisten die ons met
chocoladen letters vertellen wat we wel moeten doen en wat we niet mogen doen.
Het persoonlijke heeft daarbij nog nauwelijks betekenis, nut en het principe
geen schade toe te brengen prijzen het uit de markt.
Autonomie,
zo heet het, kan ook niet goed in een samenleving waar men verbondenheid wil
creëren, want het kan natuurlijk niet dat iemand fans van Madonna of Johnny Dep
niet ziet zitten. Alle Vlamingen, zo heet het daarom sinds goed vijftien jaren,
zijn gek van cyclocross, veldrijden dus, van stoofvlees met friet en nog zo wat
mantra's. De anderen die hier wonen en een meer exotische smaak koesteren,
couscous bijvoorbeeld of lamsvlees en al wat niet meer - er is geen beginnen
het allemaal op te sommen - komen dan in een andere categorie terecht. Hoewel
men tegelijk voortdurend een afschuw zegt te voelen tegen alles wat met
identiteit heeft te maken, zal men dus zonder veel ophef de echte Vlaming
reduceren tot een aspect, zoals men dat ook doet men anderen. Van een gezonde
oordeelsvorming gesproken. Of nog: kan men wel in gemoede spreken over
diversiteit als men tegelijk de uniciteit van personen ontkent?
Want
wie mensen reduceert tot een paar kenmerken, tot een pijnlijke nacht in een procrustesbed,
waar alles wat uitsteekt en afwijkt van de norm, afgesneden wordt, kan toch
moeilijk tegelijk accepteren dat mensen in een zekere mate een eigen identiteit
hebben en een uniciteit. Meer nog, die uniciteit erkennen vormde net het begin
van de Verlichting en toch, jawel, nogal wat filosofen konden niet anders dan
universalia claimen en gingen daarbij zover dat ze het persoonlijke systematisch
negeren. Ook het postmodernisme lijkt ons een dwaallicht te hebben voorgehouden,
waarbij het unieke van het allerhoogste belang zou zijn en het aanvaarden
eeuwige en andere, universele waarheden naar het museum zou verwezen worden en
daarmee ook de mogelijkheid voor een persoon om net wel aan te komen zetten met
inzichten over iets wat hij of zij van waarde acht, een geloofsdoctrine
bijvoorbeeld. Voor sommigen is dezer dagen de religie de schuld van alles wat
fout gaat, maar in wezen kan men zich afvragen of in religies niet net de
mogelijkheid geschapen wordt het persoonlijke en individuele te verbinden
terwijl in het liberalisme - in filosofische zin - dat individuele niet echt
terzake doet, omdat men niet op het concrete ethische handelen mikt. Men mag
alles doen, zeggen, bedenken zolang men derden geen schade toebrengt en zolang
men hun gevoeligheden niet raakt.
Laten
we wel wezen, dit is wel heel erg miniem, want finaal is er dan weinig over dat
we kunnen doen, zeker als we de idee genegen zijn dat alleen nuttig handelen in
deze opvatting in rekening wordt gebracht. De vrijheidsopvatting wordt dan wel
zeer ingeperkt. Bovendien, deze benadering houdt er geen rekening mee dat we op
goede gronden een ander inzicht toegedaan kunnen zijn, ook als iedereen het
maar niet vindt. Johannes Fest, vader van Joachim Fest, wilde geen lid worden
van de NSDAP en verloor zijn baan als directeur van een gymnasium. Wij zouden
zo een gedrag vandaag weinig flexibel vinden, maar hij handelde, ten koste van
zijn eigen welbevinden, ten nadele ook van zijn vrouw en kinderen, maar hij
handelde moedig. Dat maakte ik ervan, maar ik hoorde wel eens iemand zeggen dat
de meerderheid zich niet kan vergissen en als iedereen achter een dictator
aanloopt, dan moet men dat niet zomaar afwijzen. Holala, dus men moet Castro
blind volgen of Trump, omdat het hele dorp in Pennsylvania dat doet? Uniciteit
heeft te maken met wie men is en dus ook met keuzes, soms moedige keuzes.
Het
blijft verbazen dat men ook in de kringen van de humanistische vrijzinnigheid
de vragen over het wegdeemsteren van de gedachte aan autonomie niet ernstiger
genomen heeft. Het waren eerder klassieke filosofen als Herman De Dijn die er
zich het hoofd over gebroken hebben. Als Marc Hooghe stelt dat men het ideaal
van de volstrekt autonome persoon danig genuanceerd heeft, dan heeft hij vooral
het begrip volstrektheid in rekening gebracht, maar in wezen met het oog op het
ridiculiseren van het begrip autonomie. Ook evolutionair psychologen overigens
hebben het op die autonomie niet begrepen en cognitieve psychologen lijken zich
ook al, zoals andere stromingen in de psychologie te richten op wat voor
iedereen geldt en wetenschappelijk valt daar weinig tegen in te brengen: hoe
het brein functioneert en hoe het met informatie omgaat, moet men eerst in
termen weten te gieten die voor iedereen gelden. Toch gaat men er dan
lichtvaardig aan voorbij dat mensen precies met informatie om allerlei redenen
van persoonlijke aard anders om kunnen springen. Peter Sloterdijk heeft dat in
zijn "Kritiek van de Cynische Rede" ook wel te berde gebracht,
wanneer hij een wetenschapskritiek onderzocht die vanuit de theorievorming het
menselijke niet meer kon voorstellen als iets dat ook een zaak is van
individuen.
Wil
ik dus begrijpen waarom men een van de waarden van de Verlichting, namelijk de
autonomie van een menselijke persoon, geleidelijk uitgerangeerd heeft ten
voordele van een bekrachtiging van het gelijkheidsbeginsel, dan moet ik
vaststellen dat veel onderzoek net erop gericht is geweest dat individuele en
het persoonlijke te negeren als onberekenbaar. Weinig filosofen hebben, zoals
Hannah Arendt betracht met die uniciteit uit de voeten te geraken en dat vinden
we niet altijd even fijn. Ook Michel Foucault heeft met zijn onderzoek naar Parrhesia
nagedacht over hoe individuen tot waarheid spreken kunnen komen ons meegedeeld
dat we vooral als de waarheid ertoe doet, speelt inderdaad een individuele
persoonlijkheid. Het is een vorm van zelfbeschikking waarbij we vooral het
eigen wel en wee in het gedrang kunnen brengen door integer en naar waarheid te
willen handelen.
In
die zin kan men het zinnetje van Marc Hooghe in zijn recensie van "Respect
in een tijd van ongelijkheid" niet negeren, want dat zou betekenen dat
respect zelf ook alweer zo een notie is waar men niets mee aanvangen kan.
Respect voor de mensenrechten? Zeer zeker, maar respect voor iemand, met een
mentale beperking of een (onzichtbare) aandoening? Past die persoon ergens in
een nuttig hokje, dan is alles okay.
De
ongelijkheid, zou dat het probleem geweest zijn voor Marc Hooghe? In zijn boek
legt Richard Sennett immers omstandig uit dat we nu eenmaal elkaar niet
gemakkelijk als gelijk beschouwen, waarbij vooral mensen die afhankelijk van
anderen blijken in hun levensonderhoud en overleven moeilijker respect krijgen.
Nu lezen we ook in de recensie dat Sennett zou betreuren dat bijstandverleners
mensen reduceren tot het nummer van hun dossier. Dat kan op het niveau spelen
waar zo een dossier afgehandeld moet worden, een verzoek ingewilligd doorgaans
en waar ambtenaren zich aan de (complexe) regelgeving moeten houden zonder
aanziens des persoons. Hooghe heeft overduidelijk het tweede deel van de
discussie niet gelezen want Sennett merkt net op dat ook openbare
dienstverleners, vaak verguisd omwille van hun ambtelijke benadering net wel
oplossingen bedenken waar de wet hen in de steek laat of mensen dreigt in de
steek te laten. Deze ambtenaren en dienstverleners moeten dan op hun eigen
oordeel vertrouwen en uiteraard hun handelwijze verantwoorden. Het gaat er dan
niet om dat men deze een voorkeursbehandeling moet geven, maar dat het dossier
te weerslag vormt van wat deze hulpverleners op het terrein doen. Wil de
bijstand bevrijdend werken, dan dienen bijvoorbeeld parlementsleden die - naar
het woord van Paul Frissen - aan een alomtegenwoordig voorkomingsbeleid om
incidenten onmogelijk te maken werken net meer vertrouwen op dat unieke oordeelsvermogen, dat vaak aan
vergadertafels kan worden afgetoetst. En ja, blijkbaar komen er soms incidenten
voor, dat een kinderverzorgster niet geschikt blijkt, want niet
stressbestendig. De bagger die over haar wordt uitgestort, in de pers, stuit
ergens tegen de borst, want de hogere instanties hebben blijkbaar hun toezicht
niet goed kunnen waarmaken. We zijn het nu eenmaal gewoon dat een mediabericht
vanzelfsprekend de waarheid vertolkt. Ik wil die jongedame niet verschonen, wel
denk ik dat het aantal reacties omgekeerd evenredig is aan de vragen om aan de
weet te komen wat er precies gaande was.
Het
begrip autonomie, het begrip zelfbeschikking kan men dus niet reduceren tot een
bepaalde kwestie, want finaal gaat het erom of we als personen zelf kunnen
bepalen wat we wenselijk achten, waarbij we even het wensdromen terzijde laten.
Nu goed, we lezen en horen ook dat vaak genoeg dat elkeen zijn of haar dromen
moet najagen, maar hoe die zich tot de redelijkheid verhouden, moeten we toch
zelf uitzoeken.
Redelijkheid
is onbestaande tenzij als gedeelde redelijkheid binnen een gemeenschap waarbinnen
men kan onderscheid maken over wat juist is of onjuist, verfijnd en niet
verfijnd... met de steun van mensen die zelf erkend worden als wijze, goede, nobele
mensen,
zoals Herman De Dijn schreef in 1993. Gedeelde redelijkheid? Gaat dit niet in
tegen de gedachte aan autonomie en zelfbeschikking. Maar het biedt misschien
wel een perspectief om ons te ontdoen van bijvoorbeeld smaaksheriffs. Het
laatste is maar een voorbeeld, want er is geen domein waar de media ons geen hogepriesters
aanreikt, die ons zeggen wat juist is of onjuist, verfijnd of niet verfijnd en
het valt niet altijd gemakkelijk zich hen als wijze, goede, nobele mensen voor
te stellen.
Richard
Sennett wilde vooral aantonen dat het in theorie mogelijk moet zijn dat we
respect op zouden brengen voor mensen die anders leven. Ik las het opnieuw net
omdat ik merkte dat in de Amerikaanse politiek, maar ook aan deze zijde van de
oceaan respect voor anderen, die het niet zo getroffen hebben moeilijk opgebracht
kan worden, dat beledigingen best veel weerklank krijgen. Zelfs wie het lastig
heeft in de VS, stemt op Trump, vooral zij, waarbij ze hun afkeer van
afhankelijkheid laten prevaleren op hun eigen persoonlijke belangen en de
belangen van hun gelijken. Het interviewen van arbeiders door Sennett liet zien
dat ze afzonderlijk en zonder groepsdruk best in staat bleken stellingen meer
genuanceerd en persoonlijk te beoordelen, maar in groep aangesproken kwamen
vooral de harde inzichten er koud uit. Het autonome is wel mogelijk, stelt
Sennett maar dan moeten mensen elkaar wel die vrijheid en autonomie gunnen en
in feite gaat het erom dat net dat in groepen wel eens op de helling komt te
staan. Komt erbij dat men dezer dagen zowel spreekt over elitehaat als kan
lezen dat mensen zonder (behoorlijke) scholing echt niet weten hoe het moet.
Volhardt de elite in de boosheid? Men kan het haast gaan denken. Maar de
elitehaat wordt net aangezwengeld door mensen die daar handig en onverholen
gebruik van maken.
Overigens
gaat men dan voorbij dat alvast in West-Europa het onderwijs de ongelijkheid in
grote mate heeft genivelleerd en dat ook allerlei mechanismen maken dat mensen
meer gedeelde inzichten met zich dragen dan wellicht in verleden het geval was.
Ook hier spelen de media een belangwekkende rol, al zien we net daar hoe net in
de VS een deel van de media als partijgangers van het moeras dat Washington is
wordt weggezet en andere de stem van het volk, voor het volk maar wel bijzonder
manipulatief, echoënd wat men gewoonlijk conservatieve positiebepalingen. Ook
hier komt de autonome oordeelsvorming in het gedrang en daar schort het in het
debat aan duidelijkheid hoe men mensen de kans kan geven op redelijke gronden
de weg te vinden naar wat er aan inzichten beschikbaar is. Gedegen onderwijs en
leren te begrijpen waarom mensen de waarheid via sofisterijen naar hun hand te
zetten.
Autonomie
van de menselijke persoon zal wellicht nooit volstrekt blijken, ook al omdat we
in ons dooie eentje nooit veel inzicht zullen verwerven. Maar om dan maar
meteen de gedachte te poneren dat het niet zo prominent meer onder de aandacht
gebracht moet worden, blijkt wel verreikende gevolgen te hebben, vooral omdat
mensen merken dat ze nauwelijks nog respect krijgen.
Proberen
we te begrijpen wat men wil bereiken met deradicalisering, dan gaat die net uit
van de gedachte dat men mensen mentaal kan resetten,
dat wil zeggen hun overwegingen en overtuigingen kan wijzigen, maar zoveel is
wel veel gevraagd. Inzichten komen niet zomaar tot stand, maar vele ervaringen
en ook wel goede gesprekken kunnen toe bijdragen. Het concept autonomie ging er
dan ook verkeerdelijk vanuit dat een persoon als een eiland alleen en
ongestoord tot een inzicht, een oordeel dient te komen, maar in bijna alle
culturen bestaat er naast de soms ten onrechte vermaledijde sociale controle
ook een mogelijkheid, vaak via verhalen de redelijkheid te expliciteren. De
volstrekte autonomie waar Hooghe het over had was noch wenselijk noch mogelijk.
Maar men wil toch minstens dat mensen al eens zeggen dat "als allen de
gracht inrijden, ik toch niet", dan zal men precies in voorleggen van
inzichten in de media minder zomaar aan een iemand een grote, alles en iedereen
overschaduwende expertise toekennen.
Het
geval van een gezin waar een kindje ondervoed raakte omdat de ouders het kindje
allerlei noodzakelijke vetstoffen ontzegden, vanuit een grote zorg voor de
gezondheid, kan mij er alleen maar van overtuigen dat men bij het aandragen van
een visie, c.q. op gezonde voeding, dat men daar al eens een groter plaatje van
op wenst te hangen in het publieke gesprek. Gezonde voeding is overigens niet
voor alle leeftijden dezelfde en ook niet voor alle mensen. En ja, waarom
moeten we gezond leven? Zouden er geen redenen zijn om al eens het carpe diem
voor te laten gaan op andere consideraties, zonder zich daarom helemaal te
verwaarlozen. Soms krijgt men de indruk dat we als geheelonthouders zouden
moeten leven. Dat is pas een inbreuk op onze autonomie.
Sennett
wees er net op dat veel vormen van ondersteuning aan mensen die er nood aan
hebben net wel proberen te ondersteunen, maar dat ligt niet op het niveau van
ambtelijke afhandeling van dossiers, wel op het vlak van het directe contact
tussen mensen en welzijnswerkers op de arbeidsvloer, zelfs voor agenten die hun
wijk kennen. Zij weten dat ze de autonomie en het oordeelsvermogen van mensen
niet zomaar terzijde kunnen schuiven. Obamacare aanspreken wijst overigens niet
op afhankelijkheid maar op het delen van de lasten voor het algemeen
welbevinden. Profitariaat aanklagen? Ach, ook dat is populisme, als men geen
leed wil toevoegen aan het al bestaande. Vooral zal men zeker inzake onderwijs
dienen te zoeken naar methodieken die jongeren die het minst toegang hebben tot
de betere instituten opnieuw te mobiliseren. Hier moet men net niet mikken op
nivellering, wel op ontvoogding, van elk kind, waarbij de ongelijkheid niet uit
de hand laat lopen, door bijvoorbeeld een grote financiële drempel in te voeren
voor het betere onderwijs. En zo kan men Sennett wel best situeren in een kring
van wetenschappers als Jacques Van Doorn en Tony Judt. Streven naar autonomie
moet men dus niet achterwege laten, wetende dat men ook redelijkheid kan
bijbrengen.
Bart
Haers
Reacties
Een reactie posten